Details





Titel:

6 FEBRUARI 2015. - Ministerieel besluit houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake onderwijs aan ambtenaren van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-02-2015 en tekstbijwerking tot 06-09-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Specifieke delegaties
Art. 4-7
HOOFDSTUK 3. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 8-9
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 10-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2010202941 





Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de volgende entiteiten van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming:
  - het departement Onderwijs en Vorming;
  - het Agentschap voor Onderwijsdiensten;
  - het Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen;
  - het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming.

Art.2. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° de minister: het lid van de Vlaamse Regering dat bevoegd is voor het onderwijs;
  2° secretaris-generaal: het personeelslid dat belast is met de leiding van het departement;
  3° administrateur-generaal: het personeelslid dat door de Vlaamse Regering belast is met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap.

Art.3. De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van het ambt van de titularis is belast of dat hem vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
  In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst de betrokken ambtenaar, boven de vermelding van zijn graad en zijn handtekening en onverminderd de bepaling van artikel 8, de formule "voor de (graad van de titularis), afwezig".

HOOFDSTUK 2. - Specifieke delegaties
Art.4. De secretaris-generaal van het departement is gemachtigd om elke beslissing te nemen met betrekking tot:
  1° de ondertekening van addenda bij door de minister ondertekende overeenkomsten voor onderzoeks- en studieopdrachten in het kader van de beleidsvoorbereiding, zonder verandering van het voorwerp of financiële consequenties;
  2° de ondertekening van de overeenkomsten en de addenda betreffende de projecten van het onderwijskundig beleids- en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek met de opdrachthouders;
  3° de verandering van uitgavencategorie en de vervanging van personeel tijdens het laatste jaar van de projecten van het onderwijskundig beleids- en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek;
  4° de ondertekening van de voorstellen van de promotoren tot verlenging van het onderwijskundig beleids- en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek zonder financiële consequenties;
  5° het antwoord op verzoeken om een wetenschappelijke paper over de methodologische aspecten inzake het onderwijskundig beleids- en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek of inzake onderzoeks- en studieopdrachten in het kader van de beleidsvoorbereiding;
  6° de vrijgave tot publicatie van de resultaten van het onderwijskundig beleids- en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek of van onderzoeks- en studieopdrachten in het kader van de beleidsvoorbereiding, als de minister twee maanden na overhandiging van het definitieve eindrapport met advies geen ontvangstmelding stuurt;
  7° de toekenning van afwijkingen aan de voorwaarden om te kunnen genieten van collectief of individueel leerlingenvervoer;
  8° de toelating om gebruik te maken van het individueel leerlingenvervoer of om gebruik te maken van een ander individueel vervoermiddel dan een openbaar vervoermiddel en de vaststelling en de toekenning van de onkosten voor het individueel leerlingenvervoer;
  9° de vaststelling en de toekenning van de subsidies aan de gesubsidieerde ouderkoepelverenigingen;
  10° de vaststelling en de toekenning van de werkingsuitkering aan de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie, de vaststelling en de toekenning van de subsidies voor Hogere instituten voor schone kunsten en andere instellingen voor schone kunsten en de vaststelling en de toekenning van de toelage aan de Vlerick Business School en aan de Antwerp Management School;
  11° de toekenning van subsidies voor projecten die cultuureducatie van onderwijsinstellingen stimuleren tot een bedrag van maximum 1500 euro.

Art.5.§ 1. De administrateur-generaal van het Agentschap voor Onderwijsdiensten is gemachtigd om elke beslissing te nemen inzake de inrichting, erkenning of subsidiëring van onderwijsinstellingen waarvoor het agentschap bevoegd is met betrekking tot:
  1° de erkenning van scholen na een positief inspectieverslag;
  2° de opname in de financierings- of subsidiëringsregeling van structuuronderdelen, vestigingsplaatsen en internaten;
  3° [1 het vastleggen van het model van meldingsformulier tot ingebruikname van nieuwe vestigingsplaatsen voor het basis- en secundair onderwijs;]1
  4° de financiering of subsidiëring van het ambt van directeur basisonderwijs;
  5° de vaststelling en de toekenning van het lestijdenpakket en de bijkomende lestijden in het in het basisonderwijs;
  6° de vaststelling en de toekenning van het urenpakket voor het ambt van kinderverzorger in het gewoon kleuteronderwijs;
  7° de vaststelling en de toekenning van uren paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel volgens de richtgetallen in het buitengewoon basisonderwijs;
  8° de vaststelling en de toekenning van de puntenenveloppe voor administratieve ondersteuning in het basisonderwijs;
  9° de vaststelling en de toekenning van de puntenenveloppe voor ICT-coördinatie in het onderwijs;
  10° de vaststelling en de toekenning van vervangingseenheden voor korte afwezigheden in het basisonderwijs;
  11° de toekenning van lestijden of uren voor projecten buitengewone onderwijsontwikkelingen;
  12° de vaststelling en de toekenning van de puntenenveloppe ter ondersteuning van de werking van de scholengemeenschappen basisonderwijs;
  13° de vaststelling en de toekenning van de puntenenveloppe voor het voeren van een zorgbeleid in het basisonderwijs;
  14° de vaststelling en de toekenning van het ambt van directeur in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs;
  15° de erkenning van structuuronderdelen gewoon voltijds secundair onderwijs;
  16° de vaststelling en de toekenning van het pakket uren-leraar in het voltijds secundair onderwijs;
  17° de vastlegging en de toekenning van de globale puntenenveloppe in het secundair onderwijs;
  18° de vaststelling en de toekenning van een forfaitaire puntenenveloppe aan de Raad voor het Gemeenschapsonderwijs ter uitvoering van de rekenplichtigheid
  19° de vaststelling en de toekenning van een forfaitaire puntenenveloppe aan instellingen die binnen het studiegebied Maritieme opleidingen de optie Rijn- en Binnenvaart organiseren;
  20° de vaststelling en de toekenning van een betrekking van topsportschoolcoördinator aan de topsportscholen;
  21° de vastlegging en de toekenning van de middelen geïntegreerd ondersteuningsaanbod in het voltijds secundair onderwijs;
  22° de vaststelling en de toekenning van een specifiek pakket uren-leraar onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het gewoon voltijds secundair onderwijs;
  23° de vaststelling en de toekenning van de middelen voor het deeltijds beroepssecundair onderwijs volgens het stelsel van leren en werken;
  24° de vaststelling en toekenning van een bijkomende financiering voor scholen met technisch of beroepsgerichte opleidingen die leiden tot de invulling van knelpuntberoepen;
  25° de vaststelling en de toekenning van het lesurenpakket in het buitengewoon secundair onderwijs;
  26° de opmaak en aanpassing van formulieren met betrekking tot programmatieaanvragen buitengewoon basis- en secundair onderwijs;
  27° de vaststelling en de toekenning van het urenpakket paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel in de secundaire scholen voor buitengewoon onderwijs;
  28° de vaststelling en de toekenning van eenheden geïntegreerd onderwijs (GON-eenheden);
  29° de vaststelling en de toekenning van de omkadering voor de studierichting beeldende kunst in het deeltijds kunstonderwijs, studierichting beeldende kunst;
  30° de vaststelling en de toekenning van de omkadering voor de studierichtingen muziek, woordkunst en dans in het deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen muziek, woordkunst en dans;
  31° de vaststelling en de toekenning van lesuren in het kader van onderwijs aan huis voor zieke kinderen en jongeren;
  32° de toekenning van bijkomende lestijden of bijkomende uren voor het onderwijzend, paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel in het buitengewoon onderwijs, na positief advies van en in overleg met de verschillende onderwijsnetten en de minister of zijn vertegenwoordiger;
  33° de vaststelling en de toekenning van aanvullende lestijden of lesuren onderwijzend personeel voor de integratie van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager en secundair onderwijs;
  34° de vaststelling en de toekenning van het volume van betrekkingen van het paramedisch personeel en van het personeel in het kader van een internaat of tehuis;
  35° de vaststelling en de toekenning van het werkingsbudget of de werkingstoelagen in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en het deeltijds kunstonderwijs;
  36° de vaststelling en de toekenning van de toelage voor anderstalige nieuwkomers in het basisonderwijs;
  37° de vaststelling en de toekenning van de toelage voor geïntegreerd onderwijs in het basisonderwijs en in het secundair onderwijs;
  38° de vaststelling en de toekenning van de toelage voor de integratie van leerlingen met een matige of verstandelijke handicap in het gewoon lager en secundair onderwijs;
  39° de vaststelling en de toekenning van de toelage voor vervoerskosten betreffende het tijdelijk en permanent onderwijs aan huis voor zieke kinderen en jongeren;
  40° de vaststelling en de toekenning van de toelage voor ICT-coördinatie in het onderwijs;
  41° de vaststelling en de toekenning van de toelage voor nascholing;
  42° de vaststelling en de toekenning van de kredieten voor nascholing op initiatief van het Gemeenschapsonderwijs en van de representatieve groeperingen van inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs;
  43° de vaststelling en de toekenning van een toelage voor leerplichtige kinderen van wie de ouders geen vaste verblijfplaats hebben;
  44° de vaststelling en de toekenning van middelen voor tijdelijke projecten inzake kunstinitiatie voor kansarme of allochtone minderjarigen;
  45° de toekenning van de vergoeding aan de voorzitters van de lokale overlegplatforms inzake gelijke onderwijskansen;
  46° de aanstelling van de deskundigen bij de lokale overlegplatforms inzake gelijke onderwijskansen;
  47° de toekenning van de vergoeding aan de voorzitter en de vaststelling en de toekenning van de reis- en verblijfskosten aan de andere leden van de Commissie inzake leerlingenrechten;
  48° de vaststelling van de personeelsformatie van de pedagogische begeleidingsdiensten en de vaststelling en de toekenning van de werkingstoelagen aan de pedagogische begeleidingsdiensten;
  49° de vaststelling en de toekenning van de werkingstoelagen aan de erkende instanties en de erkende vereniging in het kader van de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken;
  50° de opname in de financierings- of subsidiëringsregeling van de centra voor leerlingenbegeleiding;
  51° de vaststelling en de toekenning van de werkingsbudgetten van de centra voor leerlingenbegeleiding en de permanente ondersteuningscellen;
  52° de vaststelling van de omkadering van de centra voor leerlingenbegeleiding;
  53° de vaststelling en de toekenning van de subsidie aan de centra voor deeltijdse vorming;
  54° de vaststelling en de toekenning van de gewone en bijkomende toelagen voor internaten;
  55° de vaststelling en de toekenning van de omkadering voor internaten;
  56° de vaststelling en de toekenning van de subsidie-enveloppe aan K-diensten (dienst neuropsychiatrie voor kinderen) voor het verstrekken van onderwijs;
  57° de vaststelling en de toekenning van de subsidie aan de vzw Koninklijk Werk Ibis;
  58° de vaststelling en de toekenning van de jaarlijkse werkingsmiddelen voor de Koninklijke Beiaardschool Jef Denyn in Mechelen;
  59° de vaststelling en de toekenning van de subsidie aan de studenten- en leerlingenkoepelverenigingen;
  60° de afwijkingen op de erkenningsvoorwaarde om een pedagogisch geheel te vormen;
  61° de toelating om leerlingen wegens uitzonderlijke redenen tijdelijk onder te brengen in gebouwen buiten de bestaande vestigingsplaatsen of in gebouwen in gemeenten waar de instelling geen vestigingsplaatsen of filialen heeft;
  62° de afwijking op de vastgestelde groepsgrootte voor leerlingen die gegroepeerd worden in het deeltijds kunstonderwijs, studierichting "Beeldende kunst" of de studierichtingen "Muziek", "Woordkunst" en "Dans";
  63° de afwijkingen op de verlof-, de vakantie- en uurregeling voor de organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs;
  64° de afwijkingen op de verplichting om de inschrijvingsgelden van de leerlingen uit het deeltijds kunstonderwijs uiterlijk op 15 oktober over te maken aan de Vlaamse Gemeenschap;
  65° de afwijkingen op de voorwaarden aangaande het statuut van anderstalige nieuwkomer voor het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het deeltijds beroepssecundair onderwijs;
  66° de individuele toetsing van de redenen van afwezigheid die als geldig kunnen worden aanvaard in het kader van de leerplicht;
  67° de toekenning van speciale onderwijsleermiddelen voor leerlingen, cursisten of studenten met specifieke onderwijsbehoeften;
  68° de toelating om uren-leraar om te zetten in uren-opsteller a rato van één uur-leraar per twee uren-opsteller in het deeltijds kunstonderwijs, studierichting "Beeldende kunst";
  69° de vaststelling van de samenstelling van de scholengemeenschappen en samenwerkingsplatformen;
  70° de vaststelling en de toekenning van de toelagen voor de busbegeleiders.
  [3 71° de vaststelling en toekenning voor de tenlasteneming van juridische kosten van school- en centrumbesturen.]3
  § 2. De administrateur-generaal van het Agentschap voor Onderwijsdiensten is gemachtigd om elke beslissing te nemen inzake de rechtspositie van het onderwijspersoneel waarvoor het agentschap bevoegd is met betrekking tot:
  1° de vrijstellingen van de voorwaarden inzake nationaliteit en het bezit van burgerlijke en politieke rechten om als tijdelijk personeelslid te kunnen worden aangesteld of gesubsidieerd of gefinancierd;
  2° de tijdelijke afwijking op de vereiste taalbekwaamheid als een instelling moeilijkheden ondervindt om een personeelslid aan te werven die de vereiste taalbekwaamheid bezit;
  3° de bepaling of de uitgeoefende vakpraktijk verband houdt met het ambt van het administratief personeel en van het meesters- vak en dienstpersoneel;
  4° de erkenning van de nuttige ervaring voor de bepaling van het bekwaamheidsbewijs en van de geldelijke anciënniteit;
  5° de verhaalprocedure tegen de aanwerving van een personeelslid dat slechts houder is van een bekwaamheidsbewijs dat ingedeeld is als een "ander bekwaamheidsbewijs";
  6° het verhaal tegen de toewijzing van een betrekking aan een personeelslid met verlof of afwezigheid voor verminderde prestaties of terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden dat opnieuw in actieve dienst treedt of tegen de toewijzing van een betrekking aan een personeelslid dat als gepensioneerde in het onderwijs in dienst treedt;
  7° de bepaling van het modelformulier voor de mededeling van iedere toelating tot de proeftijd of vaste benoeming;
  8° de toekenning van verloven wegens opdracht, mits een terugbetaling van het salaris;
  9° de toekenning, mits het respecteren van de door de minister gedane toewijzingen, van de verloven wegens bijzondere opdracht zonder terugbetaling van het salaris, de verloven wegens vakbondsopdracht, de verloven om een ambt uit te oefenen in een ministerieel kabinet, de verloven voor het verrichten van prestaties ten behoeve van erkende politieke groepen en de verloven wegens bijzondere opdracht aan personeelsleden ten behoeve van het extra begeleidingscorps in ondersteuning van de scholen van het buitengewoon basis- en secundair onderwijs bij de verbreding en verdieping van hun aanbod voor jongeren met autismespectrumstoornissen en bij de competentieontwikkeling van de personeelsleden in het kader van het onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften;
  10° de wijziging en het voortijdig einde van de loopbaanonderbreking van de personeelsleden van het onderwijs en van de centra voor leerlingenbegeleiding;
  11° de juridische erkenning en de beslissing tot genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid van arbeidsongevallen en van ongevallen op de weg naar en van het werk voor alle onderwijspersoneel en de toekenning van een schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten van dat personeel;
  12° de goedkeuring van staten van verschuldigde sommen betreffende kosten in verband met arbeidsongevallen en beroepsziekten voor alle onderwijspersoneel;
  13° de afwijkingen in geval van laattijdige aanvragen van terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking en de beëindiging van reaffectatie en wedertewerkstelling;
  14° het verhaal tegen een aanstelling in bijbetrekking of overwerk;
  15° de vaststelling en de toekenning van de vervoerskosten van personeelsleden van de werkgevers in de onderwijssector;
  16° de beslissing om de vergoeding wegens begrafeniskosten niet uit te keren of ze aan één of meer gerechtigden uit te keren wegens het gedrag van de gerechtigde ten opzichte van de overledene;
  17° de aanstelling van de leden en van de secretarissen van de drie kamers van het college van beroep;
  18° de aanstelling van de leden en van de secretarissen in de kamers van beroep voor het gesubsidieerd officieel onderwijs en het gesubsidieerd vrij onderwijs;
  19° de aanstelling van de leden en van de secretaris van de kamer van beroep voor het personeel van het gemeenschapsonderwijs.
  [2 § 3. De administrateur-generaal van het Agentschap voor Onderwijsdiensten is gemachtigd om elke beslissing te nemen met betrekking tot de opmaak van conformiteitsattesten voor wervingsambten in het onderwijs en sommige functies in de basiseducatie.]2
  ----------
  (1)<MB 2015-07-02/23, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
  (2)<MB 2018-02-26/06, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-03-2017>
  (3)<MB 2024-03-08/16, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 16-09-2024>

Art.6.§ 1. De administrateur-generaal van het [1 Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen]1 is gemachtigd om elke beslissing te nemen inzake de inrichting, erkenning of subsidiëring van instellingen waarvoor het agentschap bevoegd is met betrekking tot:
  1° de vaststelling en de toekenning van de werkingsuitkeringen aan de hogescholen en aan de universiteiten;
  2° de vaststelling en de toekenning van de toelage aan het Instituut voor Joodse Studies, aan het Instituut voor Europese Studies, aan het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer en aan de Faculteit der Protestantse Godgeleerdheid in Brussel;
  3° de vaststelling en de toekenning van de middelen ten behoeve van de Evangelische Theologische Faculteit Leuven;
  4° de vaststelling en de toekenning van de investeringsmiddelen en het eigenaarsonderhoud en van de werkingsmiddelen ten bate van de Vlaamse Autonome Hogere Zeevaartschool;
  5° de vaststelling en de toekenning van toelagen aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde;
  6° de vaststelling en de toekenning van de middelen voor de financiering van de onroerende investeringen ten bate van de universiteiten en van het Instituut voor Tropische Geneeskunde;
  7° de vaststelling en de toekenning van de middelen ten behoeve van het Open Hoger Onderwijs;
  8° de vaststelling en de toekenning van de middelen voor de financiering van de geïntegreerde lerarenopleiding en van de specifieke lerarenopleiding;
  9° de vaststelling en de toekenning van de middelen ten behoeve van het aanmoedigingsfonds;
  10° de vaststelling en de toekenning van de subsidies aan de door de Vlaamse Regering gesubsidieerde studentenkoepelverenigingen;
  11° de vaststelling en de toekenning van de toelagen ten behoeve van de sociale voorzieningen in het hogescholenonderwijs en de Hogere Zeevaartschool;
  12° de vaststelling en de toekenning van de toelagen ten behoeve van de sociale voorzieningen in het universitair onderwijs;
  13° de vaststelling en de toekenning van de toelagen ten behoeve van de associaties binnen het hoger onderwijs;
  14° de vaststelling van de middelen ten behoeve van de salarissen van de personeelsleden van het meesters-, vak- en dienstpersoneel en de salarissen en wachtgelden van het personeel van de hogescholen en universiteiten;
  15° de vaststelling van de middelen ten behoeve van de terbeschikkinggestelden, binnen het hoger onderwijs, voorafgaand aan het rustpensioen;
  16° de toekenning van de terugvorderingen op de werkingsenveloppes binnen het hoger onderwijs;
  17° de toekenning van de middelen ter compensatie van de loonkosten van personeelsleden die belast zijn met een vakbondsopdracht;
  18° de vaststelling en de toekenning van de wettelijke en conventionele werkgeversbijdragen aan de universiteiten;
  19° de vaststelling en de toekenning van de middelen ter versterking van de onderzoeksbetrokkenheid van de academische opleidingen aan de hogescholen;
  20° de vaststelling en de toekenning van de middelen ten behoeve van het praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek;
  21° de vaststelling en de toekenning van de aanvullende middelen ten behoeve van het hoger onderwijs in Brussel;
  22° de vaststelling en de toekenning van de middelen ten behoeve van het sectoraal vormingsfonds binnen het hoger onderwijs;
  23° de vaststelling en de toekenning van de toelage voor de onroerende investeringen aan het Universitair Ziekenhuis Gent;
  24° de toekenning van de toelage voor de terbeschikkingstelling van gebouwen aan het Universitair Ziekenhuis Gent;
  25° de toekenning van de middelen ten behoeve van de wetenschappelijke en technische uitrusting en installatie van zware medische apparatuur aan het Universitair Ziekenhuis Gent;
  26° de toekenning van de middelen ter compensatie van loonlasten voortvloeiend uit akkoorden met de Vlaamse Regering aan het Universitair Ziekenhuis Gent;
  27° de toekenning van de middelen ter compensatie van het extra vakantiegeld aan het Universitair Ziekenhuis Gent;
  28° de toekenning van de middelen ter compensatie van de eindejaarstoelage aan het Universitair Ziekenhuis Gent;
  29° de aanwijzing van de secretaris van de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen;
  30° de afwijking op de vakantieregeling in het volwassenenonderwijs;
  31° de goedkeuring van de aanvragen gecombineerd onderwijs in het volwassenenonderwijs;
  32° de goedkeuring van het maatwerk door een Centrum voor Basiseducatie;
  33° de vastlegging en de toekenning van de toelage voor ICT-coördinatie aan de centra van het volwassenenonderwijs;
  34° de toekenning van de werkingstoelage voor de centra voor basiseducatie [2 en de centra voor volwassenenonderwijs]2;
  35° de vaststelling en de toekenning van de nascholingskredieten voor de centra voor volwassenenonderwijs en de centra voor basiseducatie;
  36° de toekenning van de subsidie aan de consortia volwassenenonderwijs;
  37° de toekenning van de subsidie aan het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs;
  38° de toekenning van de subsidie aan de vzw Samenwerkingsverband Netgebonden Pedagogische Begeleidingsdiensten voor extra ondersteuning in het volwassenenonderwijs;
  39° de vaststelling en toekenning van de VTE en puntenenveloppe voor de centra voor basiseducatie;
  40° de vaststelling en toekenning van de leraarsuren en puntenenveloppe voor de centra voor volwassenenonderwijs;
  41° de goedkeuring en de toekenning van de subsidie van opleidingen van het studiegebied Nederlands Tweede Taal in de maanden juli en augustus;
  42° de aanwijzing van het centrum voor volwassenenonderwijs dat examencommissies mag organiseren;
  43° de vaststelling en verwerking van de afrekening van het Fonds Inschrijvingsgelden van de centra voor volwassenenonderwijs;
  44° de vaststelling en toekenning van een premie aan cursisten die een diploma secundair onderwijs behalen;
  45° de vaststelling en toekenning van de aanvullende middelen Nederlands Tweede Taal in uitvoering van het integratie- en inburgeringsbeleid.
  § 2. De administrateur-generaal van het [1 Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen]1 is gemachtigd om elke beslissing te nemen inzake de rechtspositie van het onderwijspersoneel waarvoor het agentschap bevoegd is met betrekking tot:
  1° de vrijstellingen van de voorwaarden inzake nationaliteit en het bezit van burgerlijke en politieke rechten om als tijdelijk personeelslid te kunnen worden aangesteld of gesubsidieerd;
  2° de toekenning van de vrijstelling van nationaliteit en burgerlijke en politieke rechten voor het personeel van de centra voor basiseducatie;
  3° de taalafwijking voor het personeel van de centra voor basiseducatie;
  4° de tijdelijke afwijking op de vereiste taalbekwaamheid van het personeel van de centra voor volwassenenonderwijs;
  5° de erkenning van de nuttige ervaring voor de bepaling van het bekwaamheidsbewijs en van de geldelijke anciënniteit;
  6° de verhaalprocedure tegen de aanwerving van een personeelslid dat slechts houder is van een bekwaamheidsbewijs dat ingedeeld is als een "ander bekwaamheidsbewijs";
  7° het verhaal tegen de toewijzing van een betrekking in een centrum voor volwassenenonderwijs aan een personeelslid met verlof of afwezigheid voor verminderde prestaties of terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden dat opnieuw in actieve dienst treedt of tegen de toewijzing van een betrekking een centrum voor volwassenenonderwijs aan een personeelslid dat als gepensioneerde in het onderwijs in dienst treedt;
  8° het verhaal tegen een aanstelling in bijbetrekking;
  9° de bepaling van de vorm voor de mededeling van iedere toelating tot de proeftijd of vaste benoeming;
  10° de wijziging en het voortijdig einde van de loopbaanonderbreking;
  11° de toelating aan het personeelslid van een centrum voor basiseducatie om zijn functie opnieuw op te nemen vooraleer de periode van het verlof voor onderbreking of vermindering van de arbeidsprestaties is verstreken;
  12° de afwijkingen in geval van laattijdige aanvragen van terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking en de beëindiging van reaffectatie en wedertewerkstelling;
  13° de beslissing om de vergoeding wegens begrafeniskosten niet uit te keren of ze aan één of meer gerechtigden uit te keren wegens het gedrag van de gerechtigde ten opzichte van de overledene;
  14° de individuele aanvragen tot het bekomen van terugbetalingsfaciliteiten bij terugvorderingen van wedde of weddentoelagen;
  15° de bekrachtiging van de aanstelling van de leden van het college van beroep inzake tucht;
  16° de behandeling van de bezwaarschriften inzake individuele concordantie in het secundair volwassenenonderwijs.
  § 3. De administrateur-generaal van het [1 Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen]1 is gemachtigd om elke beslissing te nemen met betrekking tot:
  1° de toekenning, afwijzing en terugvordering van school- en studietoelagen;
  2° de individuele aanvragen tot het bekomen van een afbetalingsplan of uitstel van betaling van terugvorderingen van school- of studietoelagen;
  3° de opvolging van de leningen en de uitbetaling van de rentelasten van de leningen die de vzw De Gezinsbond onder waarborg van de Gemeenschap uitgeeft voor haar studiefonds.
  [3 § 4. De administrateur-generaal van het Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen is gemachtigd om elke beslissing te nemen met betrekking tot :
   1° de erkenning van de individuele gelijkwaardigheid van buitenlandse studiebewijzen met de studiebewijzen uitgereikt in de Vlaamse onderwijsinstellingen;
   2° [4 ...]4;
   3° de samenstelling en de organisatie van de examencommissie secundair onderwijs;
   4° de organisatie en de aanduiding van de secretaris van het toelatingsexamen arts-tandarts;
   5° de aanwijzing van de voorzitter, de leden en hun plaatsvervangers van de raad van beroep voor de personeelsleden van de onderwijsinspectie;
   6° de aanwijzing van de voorzitter, de leden en hun plaatsvervangers, de secretaris en zijn plaatsvervanger van de raad van beroep voor de personeelsleden van de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken.
   7° de aanduiding van een school die dient als examencommissie met het oog op het bekomen van een getuigschrift basisonderwijs en de toekenning van de vergoeding aan schoolbesturen van scholen die fungeren als examencommissie met het oog op het bekomen van een getuigschrift basisonderwijs.]3
  ----------
  (1)<MB 2016-04-21/38, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-05-2016>
  (2)<MB 2016-04-21/38, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-05-2016>
  (3)<MB 2016-04-21/38, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-05-2016>
  (4)<MB 2018-02-26/06, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-03-2017>

Art.7.
  <Opgeheven bij MB 2016-04-21/38, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-05-2016>

HOOFDSTUK 3. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art.8. De secretaris-generaal van het departement en de administrateurs-generaal van de intern verzelfstandigde agentschappen subdelegeren de hiervoor in aanmerking komende bevoegdheden aan de ambtenaren van hun entiteit tot op het meest functionele niveau. Het besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Een afschrift van het besluit wordt aan de minister bezorgd.
  Bij gebruik van de in hoofdstuk 2 van dit besluit bedoelde delegaties plaatst de delegatiehouder boven de vermelding van zijn graad en zijn handtekening de formule "Namens de Vlaamse minister, bevoegd voor het beleidsdomein onderwijs en vorming".

Art.9. Over het gebruik van de in hoofdstuk 2 bedoelde bevoegdheden wordt jaarlijks gerapporteerd door middel van een activiteitenverslag dat aan de minister wordt meegedeeld, uiterlijk binnen drie maanden nadat het kalenderjaar verstreken is.

HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.10. Het ministerieel besluit van 18 mei 2010 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake onderwijs aan ambtenaren van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 17 april 2012, 8 oktober 2012 en 10 januari 2014 wordt opgeheven.

Art. 11. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 25 juli 2014.