Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 OKTOBER 2016. - Ministerieel besluit houdende de organisatie van een oproep voor het indienen van voorstellen voor energieconsulentenprojecten



Inhoudstafel:


Art. 1-2
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De oproep tot het indienen van voorstellen voor energieconsulentenprojecten voor de doelgroep van huishoudens, bouwprofessionals en landbouwbedrijven gaat als bijlage.

Art.2. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

BIJLAGE.
Art. N. Oproep tot het indienen van voorstellen voor energieconsulentenprojecten voor de periode 2017 - 2019
  Op initiatief van de Vlaamse minister bevoegd voor het energiebeleid, Bart Tommelein, en ter uitvoering van artikel 7.2.16 van het Energiebesluit van 19 november 2010 bevat deze bijlage een oproep tot het indienen van projectsubsidieaanvragen voor het uitvoeren van een energieconsulentenproject.
  Op basis van deze oproep worden voorstellen ingewacht die uitvoering geven aan een aantal generieke beleidsdoelstellingen op het vlak van energiebesparing maar tegelijkertijd bijdragen tot de realisatie van een aantal specifieke doelstellingen voor respectievelijk de doelgroepen kwetsbare huishouden, bouwprofessionals en landbouwbedrijven.

  Algemeen kader
  a) Het Renovatiepact - doelgroep huishoudens en bouwprofessionals
  Met het Energierenovatieprogramma 2020 wilde de Vlaamse overheid de huishoudens stimuleren om in hun woning de prioritaire energiebesparende investeringen (dak- en zoldervloerisolatie, vervangen van enkele beglazing, vervangen van oude verwarmingsketel door een condensatieketel) uit te voeren. Het gebruik van elektrische verwarming wordt ontraden. Op lange termijn volstaat deze aanpak echter niet om aan de ambitieuze doelstellingen van het Europese en Vlaamse klimaat- en energiebeleid te voldoen. Met het Renovatiepact wordt daarom een langetermijnaanpak opgezet voor de diepgaande energetische renovatie van alle Vlaamse woongebouwen.
  Op 17 juli 2015 keurde de Vlaamse Regering een conceptnota over het Renovatiepact goed. Daarmee werden de Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, de Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, het waterbeleid en de ruimtelijke ordening, gelast het proces voor de verdere concretisering van het Renovatiepact op te starten. In het kader van het Renovatiepact wordt een algemene langetermijndoelstelling naar voor geschoven waarbij iedere woning tegen 2050 even energiezuinig zou moeten zijn als een huidige nieuwbouwwoning (prestaties op individuele schildelen, E60 of EPC-kengetal van 100). Vanaf het najaar van 2015 gaven ruim 30 stakeholders samen met het Vlaams Energieagentschap verder invulling aan een tiental werven die cruciale elementen vormen voor het uitwerken van een langetermijnstrategie voor woningrenovatie. De meest actuele informatie over het Renovatiepact, is consulteerbaar op www.energiesparen.be/renovatiepact.
  Energiebesparende investeringen die vanaf nu worden uitgevoerd, moeten zoveel mogelijk passen binnen de langetermijndoelstelling. De volgende jaren zullen nieuwe instrumenten worden ontwikkeld die het renovatieproces zullen faciliteren. Het renovatieadvies wordt een praktisch instrument om advies op maat te bezorgen voor iedere woning die bijvoorbeeld verkocht wordt of gerenoveerd moet worden. De woningpas zal als uniek digitaal paspoort voor elke wooneenheid in eerste instantie de energieprestatie, het eventueel beschikbare renovatieadvies en alle investeringen bijhouden en is later aan te vullen met andere modules (woningkwaliteit, allerhande keuringsattesten...).
  Het verbeteren van de energieprestaties van woningen kan op verschillende manieren gebeuren :
  - door reglementering en verplichtingen (bijv. door minimale energieprestatie-eisen op te leggen voor nieuwe constructiedelen of installaties bij verbouwingen); minimale eisen voor bijvoorbeeld cv-ketels, verbod op enkel glas (vanaf 2020-2023), minimale dakisolatienorm (sinds 2015);
  - door aanmoediging (bijv. door premies of interessante financieringsmogelijkheden aan te bieden, energielening);
  - door sensibilisering en informatieverstrekking (bijv. door vulgariserende artikelen).
  In het kader van de realisatie van de doelstellingen van het Renovatiepact zijn er twee groepen waarvoor projecten met energieconsulenten een belangrijke bijdrage kunnen leveren, met name
  - de kwetsbare huishoudens met specifieke begeleidingsnoden op het vlak van renovatie;
  - de bouwprofessionals (architecten en aannemers) waarop de gezinnen beroep doen voor de realisatie van hun doorgedreven verbouwingen.
  Voor beide doelgroepen wordt hierna nader omschreven voor welke behoeften ondersteuning door een energieconsulentenproject wenselijk is.

  Gezinnen
  In de gezinswoningen en in collectieve woongebouwen zijn de reductiepotentiëlen voor het energieverbruik zeer groot. Het Vlaamse woningpark is gemiddeld gezien oud en slecht geïsoleerd. Een sterke verhoging van de renovatie-investeringen is noodzakelijk om de ambitieuze doelstellingen van het Renovatiepact en de langetermijndoelstelling te behalen. De focus ligt niet langer op individuele investeringen, maar op een volledig investeringspakket, eventueel te spreiden in de tijd, aansluitend bij de langetermijndoelstelling. De woningeigenaars moeten worden gemotiveerd een masterplan voor de renovatie van hun woning te laten opmaken.
  Onderzoek van het Vlaams Energieagentschap (VEA) leert dat vooral financiële redenen en de beschouwing van energetische renovatie als minder prioritaire behoefte, de Vlamingen ervan weerhouden om in energierenovatie te investeren. Gezinnen met een lagere socio-economische status wonen over het algemeen in de minst energiezuinige woningen en hebben, globaal gesproken, de laagste bereidheid of mogelijkheden om investeringen in woningrenovatie te doen. Ook het segment huurwoningen (zowat 600.000) en collectieve woongebouwen kenmerkt zich door een merkelijk lagere renovatiegraad en zwakkere energetische prestaties.
  Naast financiële instrumenten laat de burger zich ook in belangrijke mate leiden en beïnvloeden door de peers (omgeving, buren, referentiegroepen). Een investeringsbeslissing wordt dus ook in belangrijke mate beïnvloed door niet-financiële stimuli. Hoe beter de energieprestaties van de peers in beeld komen, hoe eenvoudiger men zich kan spiegelen aan die prestaties en zelf initiatieven zal nemen. Communicatie evolueert de laatste jaren ook veel meer van top down, naar bottom-up en via sociale media.
  Hoewel de communicatieacties die door het VEA ondernomen worden (brochures, website, ...) gericht zijn op de hele Vlaamse bevolking, blijkt dat de doelgroep van kansarmen toch minder goed bereikt en/of overtuigd wordt tot het uitvoeren van energiebesparende investeringen. Communicatie en sensibilisering via specifieke kanalen gericht op kansarme kwetsbare gezinnen, met op de doelgroep aangepast materiaal en goede financieel-organisatorische ondersteuning, kunnen bijdragen tot een betere informatieoverdracht en het stimuleren van energiebesparende investeringen.
  Om de financiële drempel te verlagen, bestaan er verschillende financiële ondersteuningsmaatregelen. Het gegeven dat die soms onderling cumuleerbaar zijn (bv. energiepremies en renovatiepremie) maakt hen enerzijds substantieel en aantrekkelijk, maar vergt anderzijds heel wat administratieve inspanningen en vaardigheden om er gebruik van te maken. Vooral gezinnen met een lagere socio-economische status hebben baat bij neutraal en correct advies op maat over de ondersteuningsmaatregelen waarop ze beroep kunnen doen. Beschermde afnemers die investeren in energiebesparende werken, hebben recht op 50% verhoging van de premiebedragen. Voor dakisolatie en hoogrendementsglas worden deze bonussen vanaf 2017 extra verhoogd. Ook de premie voor een condensatieketel voor beschermede afnemers wordt met 1.000 euro opgetrokken tot 1.800 euro. Op de private huurmarkt worden eigenaars die verhuren aan kwetsbare groepen overtuigd om te investeren in een betere energieprestatie door de combinatie van hoge tussenkomsten en integrale begeleiding. In het kader van de uitvoering van het Energiearmoedeprogramma worden de bestaande sociale dakisolatieprojecten vanaf 2017 uitgebreid naar de plaatsing van spouwmuurisolatie en hoogrendementsbeglazing. En om de problematiek van de prefinanciering op te lossen, biedt de energielening aan een lage tot 0% interest nog heel wat potentieel. De verwachting is dat de Vlaamse Regering dit najaar een voorstel definitief goedkeurt dat voorziet in een verhoging van het maximale leningsbedrag van 10.000 tot 15.000 euro en een verdubbeling van de maximale looptijd van 60 tot 120 maanden voor de prioritaire doelgroep die leent aan 0%.
  De doelgroep van de huishoudens wordt door het VEA al op verschillende manieren benaderd. Uit onderzoek blijkt evenwel dat een grote groep van de huishoudens nog niet voldoende op de hoogte is van de prioritaire energiebesparende investeringen, de ondersteuningsmaatregelen, de beschikbare technische informatie en de regelgeving. Er is langs andere kanalen dan via overheidsinformatie zeker nog behoefte aan bijkomende acties gericht op een diepgaander bereik en activering van de huishoudens met bijzondere aandacht voor de gezinnen met een lagere socio-economische status.
  De Vlaamse overheid wenst niet-commerciële organisaties te ondersteunen die vertrouwd zijn met de doelgroep van huishoudens en in staat zijn de doelgroep te motiveren om gedrag te wijzigen en te investeren. Sensibiliseringsacties op zich volstaan hiervoor niet. Er is nood aan begeleiding en concrete acties die ertoe leiden dat huishoudens effectief energiebesparende werken uitvoeren. Op basis van deze oproep kunnen kandidaat-promotoren een voorstel indienen dat hen toelaat een energieconsulentenproject op te zetten ten bate van de doelgroep van huishoudens.

  Bouwprofessionals
  De bevordering van de deskundigheid op vlak van energiezuinig bouwen en renoveren blijft voor de bouwsector de komende jaren een grote uitdaging. De aanscherping(en) van de EPB-eisen tot BEN-niveau in 2021 en de te verwachten grote vraag naar uitvoeren van dak-, muur- en vloerisolaties, het plaatsen van hoogrendementsbeglazing, energiezuinig schrijnwerk, energiezuinige verwarmingsinstallaties, luchtdichting en plaatsing en onderhoud van ventilatiesystemen, pleiten ervoor dat de aannemers zich verder (kunnen) bijscholen tot adviseurs energiebesparing die op een kwalitatieve manier aan de groeiende vraag kunnen beantwoorden. De architecten vervullen als architect-ontwerpers, als renovatiedeskundigen, als controlerende architecten of als architecten-verslaggevers ook een cruciale rol bij de sensibilisering van de particulier over de correcte implementatie van de energieprestatieregelgeving. Zowel de aannemers als de architecten zullen een onmisbare rol spelen in het kader van de toekomstige verplichtingen voor het ontwerpen en realiseren van bijna energieneutrale gebouwen ("BEN-gebouwen").
  Zowel aannemers als architecten moeten in eerste instantie grondig geïnformeerd te worden over het ambitieniveau van de langetermijndoelstelling 2050 en over de centrale roepnaam: BENOveren = beter renoveren.
  De doelgroep van de bouwprofessionals wordt door het Vlaams Energieagentschap (VEA) al op verschillende manieren benaderd om hen adequaat te informeren over het regelgevend kader voor de Vlaamse energieprestatieregelgeving, de doelstellingen van het Energierenovatieprogramma 2020 (infosessies, opleidingen, artikelen in vaktijdschriften, website, ...) en de langetermijndoelstelling in het kader van het Renovatiepact (woningpas, renovatie-advies, ...). Dagelijks blijkt echter dat een grote groep architecten en aannemers nog onvoldoende op de hoogte is. Er is langs andere kanalen dan via overheidsinformatie zeker nog behoefte aan bijkomende acties, zeker in het licht van de nieuwigheden die in het kader van de implementatie van Europese richtlijnen de komende jaren moeten worden ingevoerd en gecommuniceerd (aanscherping EPB-eisen, E-peileis en nieuwe methode voor niet-residentiële gebouwen, verstrenging minimumaandeel hernieuwbare energie, certificatiesysteem voor installateurs van kleinschalige hernieuwbare energie-installaties en diverse isolatietoepassingen, ingrijpende energetische totaalrenovaties, S-peil ter vervanging van K-peil, geavanceerde energietechnieken...). In lijn met de ambitieuze doelstelling van het Renovatiepact om de renovatiegraad gevoelig op te krikken, zal de komende jaren ook veel aandacht gaan naar een kostenefficiënte collectieve uitvoering van renovatiewerken. De netbeheerders krijgen hierin vanaf het najaar een coördinerende rol. In de uitvoeringsfase brengen collectieve renovaties voor architecten en aannemers bijkomende uitdagingen met zich mee op het vlak van bouwtechniek en planning.
  De Vlaamse overheid wenst niet-commerciële organisaties te ondersteunen die vertrouwd zijn met de doelgroep van bouwprofessionals en in staat zijn de doelgroep te motiveren, te ondersteunen, en te informeren over de energieprestatieregelgeving en de nieuwe instrumenten die ontwikkeld worden in het kader van het Renovatiepact (woningpas, renovatie-advies) en hen bij te scholen waar nodig. Op basis van deze oproep kunnen kandidaat-promotoren een voorstel indienen dat hen toelaat een energieconsulentenproject op te zetten ten bate van de doelgroep van bouwprofessionals.

  b) Landbouwbedrijven
  In 2014 was de landbouwsector goed voor 1,5 % van het bruto binnenlands energiegebruik in Vlaanderen. In vergelijking met andere economische sectoren zoals industrie (44,3 %), energie (19,9 %) en transport (13,9 %) is dit aandeel beperkt. Onder impuls van stijgende energieprijzen (2006) werd in de glastuinbouw een oplossing gezocht in de bouw van warmtekrachtkoppeling (WKK's). Als gevolg is het finaal elektriciteitsverbruik van de landbouw negatief en is de sector vanaf 2010 een netto elektriciteitsproducent. De landbouwsector kan via energiebesparing, verhoging van de energie-efficiëntie en het aandeel hernieuwbare energie de directe emissie van broeikasgassen echter nog verder doen dalen en de afhankelijkheid van externe energie verlagen.
  De Vlaamse Regering gaf op 24 oktober 2014 op voorstel van Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege haar principiële goedkeuring aan de opstart van een asbestafbouwbeleid door de OVAM in het Vlaamse Gewest. De OVAM wordt gelast met de voorbereiding tegen 2018 van het afbouwbeleid met als doel Vlaanderen asbestveilig te maken tegen 2040. De land- en tuinbouwsector is daarbij één van de prioriteiten. Vlaams minister van Energie Tommelein wil de inspanningen op het vlak van asbestverwijdering van daken van landbouwbedrijven combineren met de doelstellingen uit het Zonneplan waarmee een snelle gevoelige verhoging van het aantal PV-installaties wordt beoogd.
  De Vlaamse overheid wenst niet-commerciële organisaties te ondersteunen die vertrouwd zijn met de doelgroep van landbouwbedrijven en in staat zijn de doelgroep te motiveren om gedrag te wijzigen en te investeren in energiebesparende maatregelen. Op basis van deze oproep kunnen kandidaat-promotoren een voorstel indienen dat hen toelaat een energieconsulentenproject op te zetten ten bate van de doelgroep van landbouwbedrijven.

  Algemene voorwaarden
  Enkel niet-commerciële instellingen kunnen als promotor een subsidieaanvraag indienen. Ook samenwerkingsverbanden van verschillende niet-commerciële instellingen komen in aanmerking voor steun. De promotor dient het projectvoorstel in, coördineert het project en draagt er de eindverantwoordelijkheid voor.
  De steun voor een energieconsulentenproject wordt toegekend in de vorm van een subsidie voor personeels-, werkings- en investeringskosten die direct en uitsluitend verbonden zijn aan het project.
  Voor de bepaling van het subsidiebedrag geldt het volgende:
  - Personeelskosten kunnen worden aanvaard voor maximaal 1 VTE op jaarbasis.
  - Aanvaarde personeelskosten worden voor 100% gesubsidieerd.
  - Voor werkings- en investeringskosten wordt een forfait van maximaal 15% van de subsidie voor de aanvaarde personeelskosten toegekend.
  - De subsidie bedraagt per project maximaal 150.000 euro op jaarbasis
  - Een energieconsulentenproject heeft een duur van maximaal drie jaar.

  De te bereiken doelgroepen
  In het kader van deze oproep worden voorstellen ingewacht voor energieconsulentenprojecten voor de doelgroep van de (kwetsbare) huishoudens, bouwprofessionals en landbouwbedrijven.

  Budgettaire enveloppe
  De globale subsidie-enveloppe voor deze oproep bedraagt 1..600.000 euro voor een werkingsperiode van drie jaar (2017 - 2019).

  Beleidsaccenten
  De oproep is gericht op het indienen van projectvoorstellen die bijdragen tot het bereiken van volgende prioritaire beleidsdoelstellingen:
  A. Generieke doelstellingen
  - Het realiseren van een samenhangend geheel van activiteiten voor één van de vermelde specifieke doelgroepen die gericht zijn op de bevordering van rationeel energiegebruik en -beheer via het voeren van campagnes en acties of informatieverzameling en -verstrekking of de organisatie van vorming inzake rationeel energiegebruik.
  - Het bijdragen tot de realisatie van de langetermijndoelstellingen op het vlak van woningrenovatie en vermindering van het energieverbruik.
  B. Doelgroepgerichte doelstellingen
  B.1. De doelgroep van de huishoudens
  - De realisatie van de doelstellingen van het Energierenovatieprogramma 2020: het wegwerken van alle energieverslindende woningen tegen 2020 door het plaatsen van dakisolatie, hoogrendementsbeglazing en condensatieketels veronderstelt goed gesensibiliseerde en geïnformeerde huishoudens. Bij de uitvoering van deze maatregelen wordt zoveel als mogelijk conformiteit met de langetermijndoelstelling 2050 nagestreefd.
  - Bijdragen tot de realisatie van de doelstellingen van het Energiearmoedeprogramma dat de Vlaamse Regering goedkeurde op 4 maart 2016 en onderdeel vormt van het Renovatiepact (zie de conceptnota op http://www.energiesparen.be/renovatiepact/tweedefase/werf8)
  - Informeren over de langetermijndoelstelling 2050 van het Renovatiepact en de maatregelen en initiatieven die in kader werden uitgewerkt om iedere woning tegen 2050 even zuinig te maken als een actuele nieuwbouw. De algemene communicatieterm die daarbij gehanteerd zal worden is BENOveren = beter renoveren (zie brochure op www.energiesparen.be/ikbenoveer). Informeren over de hervormde energiepremies (o.a. totaalrenovatiebonus) en de nieuwe burenpremie voor collectieve renovatieprojecten.
  De energieconsulenten zullen zich dus voornamelijk concentreren op informatieverlening, motivatie en begeleiden van huishoudens om mee uitvoering te geven aan het Energierenovatieprogramma 2020 en het Energiearmoedeprogramma van de Vlaamse overheid en om de ambitieuze doelstellingen van het Renovatiepact (BENOveren) en de instrumenten die hiervoor zullen ontwikkeld worden te communiceren. Zij zullen de bestaande subsidie- en steunmaatregelen bestuderen, technische informatie inwinnen en hun kennis uitdragen naar de huishoudens. Bovendien zetten de energieconsulenten concrete acties op die de doelgroep rechtstreeks aanzetten om te investeren in energiebesparing. Bij deze acties worden de doelgroepgerichte instrumenten maximaal gevaloriseerd:
  - de energiescans;
  - de sociale dakisolatieprojecten voor de private huursector;
  - de vanaf 2017 op te starten programma's voor spouwmuurisolatie en hoogrendementsglas in de private huursector;
  - de verhoogde premies voor beschermde afnemers;
  - de Vlaamse energielening.
  B.2 De doelgroep van de bouwprofessionals
  - Het mee helpen realiseren van een breed maatschappelijk draagvlak voor de bouw van bijna-energieneutrale woningen als standaard voor nieuwbouwwoningen vanaf 2021.
  - Het mee helpen uitdragen van de doelstellingen en maatregelen/instrumenten van het Renovatiepact (langetermijndoelstelling, renovatieadvies, woningpas, ...) om de renovatiegraad van het woningpark sterk te verhogen en de energieprestatie via grondige/gefaseerde renovatie te brengen op een niveau vergelijkbaar met de energieprestaties van een actuele nieuwbouw. De algemene communicatieterm die daarbij gehanteerd zal worden is BENOveren = beter renoveren (zie ook www.energiesparen.be/ikbenoveer). Informeren over de hervormde energiepremies (o.a. totaalrenovatiebonus) en de nieuwe burenpremie voor collectieve renovatieprojecten.
  - Het vergroten van de expertise van architecten en aannemers aangaande collectieve renovaties via kennisdeling, het verspreiden van goede actievoorbeelden en het uitwerken van richtlijnen over bouwtechnische en energetische aspecten die collectieve renovaties typeren.
  - De geleidelijke aanscherping van de EPB-eisen voor nieuwbouw (residentieel en niet-residentieel) noopt tot continue sensibilisering en ondersteuning van de doelgroep van bouwprofessionals. Bijzondere aandacht gaat naar luchtdicht bouwen, het vermijden van koudebruggen, correct ventileren en de kwaliteitsvolle installatie van hernieuwbare energie installaties.
  De energieprestatieregelgeving en de ondersteuningsmaatregelen van de overheid hebben de marktvraag naar energiebesparende investeringen en hernieuwbare energietechnologieën sterk doen toenemen. De marktgroei heeft snel al heel wat nieuwe bouw- en installatiebedrijven aangetrokken. Het is echter niet duidelijk of de investeringen steeds kwalitatief worden uitgevoerd. Opdat de promotie van energiebesparende en hernieuwbare energietechnologieën door de overheid succesvol zou zijn, is het noodzakelijk dat zij de nodige garanties kan verstrekken dat de door de burger en ondernemer geïnvesteerde middelen goed zijn besteed. Een eerste stap is het verbeteren van de kennis bij de betrokken partijen. Opleiding is hierbij zeer belangrijk. De invoering van kwaliteitssystemen en garanties moet hier in ieder geval toe bijdragen.
  Heel wat aannemers en architecten zijn vragende partij voor infosessies en opleidingen, maar ook voor rechtstreeks eerstelijnsadvies via een helpdesk in verband met een of meerdere facetten van energiezuinig (ver)bouwen en de langetermijndoelstelling 2050 (isoleren, luchtdicht bouwen, koudebruggen vermijden, ventilatie bij renovatie, ....). Er is een duidelijke vraag naar meer diepgaande informatie dan de algemeen geldende informatie die frequenter te vinden is. Er is daarbij vooral ook nood aan neutrale en gespecialiseerde dienstverleners, die onafhankelijk zijn van de fabrikanten van de aangeboden bouwproducten.
  Het is van belang dat aannemers bij de vervanging van schrijnwerk, beglazing, oude verwarmingsketels-elektrische verwarming en/of versleten dakbedekking optreden als energieadviseurs en hun klanten dus wijzen op:
  - energiezuinige alternatieven (materialen, technieken, ...);
  - mogelijks aan te brengen isolatie en ventilatie;
  - het terugverdieneffect en de andere voordelen (comfort, gezondheid, waardevastheid van de woning, ...) van deze investeringen;
  - het belang van een masterplan voor de grondige renovatie van de woning;
  - de beschikbaarheid van allerlei financiële ondersteuningsmaatregelen (belastingvermindering, premies, energielening, ...).
  B.3. De doelgroep van de landbouwbedrijven
  - Het verhogen van de energie-efficiëntie in landbouwbedrijven: sensibilisering blijft relevant maar het accent moet in verhoogde mate worden gelegd op het uitwerken van acties die tot effectieve energiebesparingen bij de doelgroep leiden door te investeren in energiebesparende maatregelen of milieuvriendelijke energieproductie (zon, kleinschalige windmolens,...)
  - Het creëren van synergiën tussen het asbestafbouwbeleid van de minister bevoegd voor Omgeving en het Zonneplan dat als doel heeft het aandeel van de zon in onze energiebevoorrading gevoelig te verhogen.
  Er moet minstens een lijst met energiebesparende maatregelen tot stand komen die op (deel)sectorniveau "gemakkelijk" realiseerbaar zijn, het zogenaamde "laaghangend fruit" (d.w.z. eenvoudig detecteerbaar, eenvoudig definieerbaar, berekenbaar - energiebesparing, terugverdientijd, enz.). Het gaat hier over energiebesparende maatregelen, die elk landbouwbedrijf om economische redenen reeds uitgevoerd zou moeten hebben, maar waarvan in de praktijk blijkt dat dit vaak toch nog niet het geval is (cf. dakisolatie bij woningen). Daarnaast worden de landbouwbedrijven ook maximaal gestimuleerd om te investeren in installaties voor hernieuwbare energieproducties, in de eerste plaats PV. Er moet voor de doelgroep een traject worden uitgestippeld dat hen op een gepaste manier ondersteunt bij de effectieve realisatie van deze investeringen. De reeds ontwikkelde instrumenten dienen maximaal gericht te worden ingezet teneinde de kleine bedrijven te stimuleren tot effectieve actie inzake het uitvoeren van de meest prioritaire energiebesparende investeringen in hun (deel)sector, zijnde de in de uitgewerkte lijsten beschreven maatregelen.
  Kleine groepen landbouwers moeten worden samengebracht rond het thema energie om het `leren van elkaar' omtrent de prioritaire energiebesparende investeringen voor de sector te stimuleren. Dit kan eventueel bij bedrijven die reeds geïnvesteerd hebben in de bedoelde energiebesparende maatregelen zodat duidelijk gemaakt kan worden wat de vereiste investeringsinspanning werkelijk is en welke effectieve energiebesparingen er tegenover staan.
  De activiteiten waarvoor door de promotor minimaal resultaatsverbintenissen moeten worden voorgesteld

  De promotor zal in zijn subsidieaanvraag in termen van resultaatsverbintenissen moeten aangeven hoe het project zal bijdragen tot het behalen van de vermelde beleidsdoelstellingen.
  Minimaal voor volgende generieke activiteiten wordt verwacht dat concrete resultaatsverbintenissen worden voorgesteld:
  - Verspreiding van up-to-date informatie via artikels in publicaties en media met een ruim lezerspubliek bij de doelgroep.
  - Vormingsprogramma's die het realiseren van energiebesparing faciliteren.
  - Organiseren van telefonische en/of e-mailhelpdesk voor de doelgroep.
  Bijkomend voor de doelgroep gezinnen:
  - Het maximaal valoriseren van bestaande doelgroepgerichte instrumenten (zie luik Beleidsaccenten B1);
  - Concrete acties die onder begeleiding leiden tot de uitvoering van energiebesparende investeringen, in het bijzonder in de woningen van kwetsbare gezinnen.
  Bijkomend voor de bouwprofessionals:
  - Stimuleren van het kwaliteitsdenken bij de doelgroep.
  - Bijdragen tot de creatie van een breed maatschappelijk draagvlak voor de bijna-energieneutrale standaard ("BEN") voor nieuwbouw en de langetermijndoelstelling 2050 voor bestaande woningen ("BENOveren").
  Bijkomend voor de doelgroep landbouwbedrijven:
  - Opmaak van kwalitatieve lijsten met prioritaire rendabele energiebesparende maatregelen en investeringen.
  - Opmaak van potentieelinschattingen (per geselecteerde maatregel).
  - Opmaak van lijsten met bouwprofessionals (aannemers, installateurs) die de betreffende energiebesparende maatregelen en investeringen in de landbouwbedrijven kunnen uitvoeren (aantal bouwprofessionals per type investering).
  - Aantal landbouwbedrijven dat bereikt en concreet ondersteund zal worden om de betreffende energiebesparende investeringen uit te voeren, met vermelding van het geschatte energiebesparingsresultaat, en waarbij monitoringsonderzoeken uitgevoerd zullen worden om na te gaan wat de effectief gerealiseerde energiebesparing is na de uitvoering van de energiebesparende maatregelen en investeringen.
  Deze activiteiten moeten rechtstreeks gerelateerd zijn aan de beleidsaccenten van deze oproep (cf. supra).

  De minimale rapporteringsvereisten
  De promotor rapporteert per semester over de realisatie van de vastgelegde resultaatsverbintenissen.
  Het VEA zal voor het energieconsulentenproject een begeleidingscomité samenstellen. De promotor zal op vraag van het begeleidingscomité mondelinge toelichting verschaffen over de voortgang van het energieconsulentenproject.
  Nadat de werkingsperiode van het energieconsulentenproject is afgesloten, wordt een eindverslag ingediend, met inbegrip van het financieel verslag.

  Indiening van een subsidieaanvraag - uiterste indieningsdatum
  Een promotor kan een aanvraag indienen door gebruik te maken van het specifieke aanvraagformulier voor deze oproep. Het gebruik van dit aanvraagformulier is verplicht. Het aanvraagformulier en de bijlage "projectbegroting" zijn beschikbaar op de website van het VEA www.energiesparen.be/energieconsulenten.
  De ondertekende papieren versie van het ingevulde aanvraagformulier en bijlage "projectbegroting" moeten uiterlijk op 18 november 2016 in het bezit zijn van het VEA.
  De promotor bezorgt het ondertekende aanvraagformulier en de vereiste bijlage "projectbegroting" aan:
  Vlaams Energieagentschap
  Koning Albert II-laan 20 bus 17
  1000 Brussel
  De promotor bezorgt het VEA ook een elektronische versie via energieconsulentenprojecten@vea.be.
  Na de uiterste datum van indiening kunnen geen aanvragen meer worden ingediend in het kader van deze oproep. Er zijn dan ook geen wijzigingen meer mogelijk in de ingediende projectvoorstellen tenzij in het geval een aanvraag onontvankelijk blijkt en het Vlaams Energieagentschap de promotor alsnog de mogelijk biedt de subsidieaanvraag te vervolledigen (cf. infra `beoordelingsprocedure en wijze van jurering').
  Beoordelingsprocedure en wijze van jurering
  Het VEA beoordeelt na ontvangst van de subsidieaanvraag de ontvankelijkheid.
  Elke aanvraag moet na ontvangst door het VEA voldoen aan de in het besluit opgenomen ontvankelijkheidscriteria.
  De toetsing op het gebied van ontvankelijkheid houdt geen appreciatie in. Het betreft enkel een controle op de naleving van de deelnemingsvoorwaarden.
  Binnen een week na ontvangst deelt het VEA de promotor schriftelijk mee of het aanvraagdossier al dan niet ontvankelijk is. In het geval een aanvraagdossier onontvankelijk is, vermeldt de schriftelijke kennisgeving de motivering en de mogelijkheid om alsnog binnen een termijn van tien dagen vanaf de datum van de kennisgeving de aanvraag te vervolledigen.
  Vervolgens gaat het VEA na of de ontvankelijke aanvragen voldoen aan de beoordelingscriteria (cf. infra `de beoordelingscriteria en de weging ervan').
  De aanvragen worden beoordeeld door een jury die wordt samengesteld binnen het Vlaams Energieagentschap.
  Per aanvraagdossier bepaalt de jury per beoordelingscriterium een score.
  De optelsom van de scores per beoordelingscriterium levert per aanvraag een eindscore op 100 punten op. Op basis van deze eindscores wordt door het VEA een rangschikking opgemaakt met per aanvraag een gemotiveerd advies.
  Tot de budgettaire enveloppe die in het kader van de oproep is vastgelegd, opgebruikt is, sluit de minister met de best gerangschikte promotoren van wie de aanvraag minstens de minimumscore behaalde, een subsidieovereenkomst.
  De minister bezorgt een gemotiveerde schriftelijke beslissing aan de promotoren die vanwege de rangschikking of de score van hun aanvraag niet in aanmerking komen voor een subsidie.

  De beoordelingscriteria en de weging ervan
  De volgende criteria worden bij de beoordeling van de subsidieaanvraag gehanteerd:


Beoordelingscriterium Wegingscoëfficiënt
1° inspelen op beleidsaccenten 0.40
2° deskundigheid en opgedane kennis 0.15
3° bereik en activatie doelgroep 0.30
4° gevraagd subsidiebedrag 0.15
Duiding bij de beoordelingscriteria

  1° de mate waarin het project inspeelt op de beleidsaccenten in de oproep (0 tot 40 punten)
  In hoeverre is het voorstel inhoudelijk en methodologisch uitgewerkt in een plan van aanpak?
  Is er een duidelijke en concrete planning van de activiteiten en te behalen mijlpalen over de hele projecttermijn?
  In welke mate zijn de vooropgestelde resultaatsverbintenissen voor de geplande activiteiten duidelijk gekwantificeerd?
  Zijn de aanpak en de vooropgestelde resultaatsverbintenissen haalbaar?

  2° de deskundigheid en opgedane kennis van de promotor met betrekking tot het thema van de oproep (0 tot 15 punten)
  Hebben de promotor en desgevallend de partner(s) kennis van en ervaring met het energiethema?
  Worden projectmedewerkers met kennis van zaken en ervaring ingezet?
  Hebben de promotor en desgevallend de partner(s), met gelijkaardige projecten naar de doelgroep, reeds resultaten geboekt?

  3° de mate waarin de promotor via zijn huidige werking de doelgroep, vermeld in de oproep, bereikt en activeert (0 tot 30 punten)
  Hebben de promotor en desgevallend de partner(s) een bestaande werking en concrete organisatiedoelstellingen naar de doelgroep?
  Beschikken de promotor en desgevallend de partner(s) over communicatiestructuren naar de doelgroep (geschreven, digitaal, beeld) en wat is het bereik?
  Wordt duidelijk aangetoond dat de promotor en desgevallend de partner(s) in staat zijn om een duidelijke impact bij de doelgroep te realiseren?

  4° de gevraagde subsidie voor het energieconsulentenproject (0 tot 15 punten)
  Hoe verhouden het gevraagde subsidiebedrag en de vooropgestelde impact bij de doelgroep zich ten opzichte van elkaar?
  De minimumscore die behaald moet worden
  De te behalen minimumscore voor een subsidieaanvraag bedraagt 60 op 100.

  Informatie en contactpersonen
  Op www.energiesparen.be/energieconsulenten vindt u naast deze oproep ook het aanvraagformulier (incl. bijlage 1 "projectbegroting").
  Voor meer inlichtingen kan u terecht bij het Vlaams Energieagentschap.
  - e-mail: energieconsulentenprojecten@vea.be
  - telefonisch bij Geert Flipts: 02 553 46 15