Details





Titel:

25 MAART 2022. - Besluit van de administrateur-generaal tot indeling van het Agentschap Justitie en Handhaving in subentiteiten en tot vaststelling van het organogram(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-05-2022 en tekstbijwerking tot 12-07-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definitie
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - De organisatiestructuur van het agentschap
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Taken van de subentiteiten
Art. 5-12
HOOFDSTUK 4. - Oprichting en samenstelling van het directiecomité
Art. 13-14
HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtredingsbepaling
Art. 15
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definitie
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder agentschap: het Agentschap Justitie en Handhaving, dat is opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 september 2021 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Justitie en Handhaving".

HOOFDSTUK 2. - De organisatiestructuur van het agentschap
Art.2.Het agentschap bestaat uit de volgende subentiteiten:
  1° de afdeling Justitiehuizen, geleid door een afdelingshoofd;
  2° de afdeling Vlaams Centrum Elektronisch toezicht, afgekort VCET, geleid door een afdelingshoofd;
  3° de afdeling Gendergerelateerd Geweld, geleid door een afdelingshoofd;
  4° de afdeling Hulp- en Dienstverlening aan Gedetineerden, geleid door een afdelingshoofd;
  5° de afdeling Vlaamse Handhaving, geleid door een afdelingshoofd;
  6° de afdeling Beleid, geleid door een afdelingshoofd;
  7° de afdeling Staf en Coördinatie, geleid door een afdelingshoofd.

Art.3.Het organogram van het agentschap is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

Art.4. In het agentschap is het N-project Coördinatie Vlaams Handhavingsbeleid ondergebracht, dat geleid wordt door een N-projectleider.

HOOFDSTUK 3. - Taken van de subentiteiten
Art.5. Alle subentiteiten zijn in kader van hun inhoudelijke opdracht en voor zover van toepassing, verantwoordelijk voor overleg en samenwerking met de andere subentiteiten van het agentschap, met de andere gemeenschappen, de federale overheid, de partners en belanghebbenden inzake de uitvoering van de opdrachten.

Art.6. De afdeling Justitiehuizen, vermeld in artikel 2, 1°, staat onder meer in voor al de volgende taken:
  1° de justitiële begeleiding van en het toezicht op daders in opdracht van de gerechtelijke of administratieve overheden, met het oog op het voorkomen van recidive;
  2° het onthaal, het informeren, het bijstaan en doorverwijzen van slachtoffers van strafbare feiten in het kader van een gerechtelijke procedure;
  3° het verrichten van maatschappelijke onderzoeken met betrekking tot de uitoefening van het gezamenlijk ouderlijk gezag en het recht op persoonlijk contact, op vraag van de familierechtbanken;
  4° het verstrekken van informatie aan de gerechtelijke of administratieve overheden met het oog op hun besluitvorming.

Art.7. De afdeling VCET, vermeld in artikel 2, 2°, van dit besluit, staat onder meer in voor al de volgende taken:
  1° het plaatsen, uitvoeren en monitoren van elektronisch toezicht bij justitiabelen;
  2° het nemen van beslissingen in het kader van de uitvoering van het elektronisch toezicht;
  3° het opvolgen van justitiabelen onder elektronisch toezicht via begeleiding;
  4° het uitvoeren van opdrachten van de dienst voor overleg en samenwerking inzake elektronisch toezicht zoals bedoeld in artikel 4 § 2 van het Samenwerkingsakkoord van 10 december 2014 tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende het beheer van het elektronisch toezicht. Deze opdrachten worden omschreven in artikel 4 § 2 van hogervermeld samenwerkingsakkoord.

Art.8.De afdeling Gendergerelateerd Geweld, vermeld in artikel 2, 3°, staat onder meer in voor al de volgende taken:
  1° het uitbouwen, installeren, faciliteren, coördineren en in stand houden van sectoroverschrijdende samenwerkingsverbanden en netwerkorganisaties op het kruispunt van justitie, politie, welzijn en zorg in het kader van intrafamiliaal geweld;
  2° het coördineren van de Erkennings- en Bemiddelingscommissie voor slachtoffers van historisch misbruik [1 ...]1;
  [1 3° het organiseren van het Vlaams Meldpunt voor Grensoverschrijdend Gedrag, in samenwerking met het Vlaams Mensenrechteninstituut, vermeld in artikel 4 van het decreet van 28 oktober 2022 tot oprichting van een Vlaamse Mensenrechteninstituut;]1
  [1 4° het nemen en coördineren van initiatieven in de strijd tegen grensoverschrijdend gedrag en (seksueel) geweld]1.

  ----------
  (1)<BVR 2024-02-27/05, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 25-09-2023>

Art.9.De afdeling Hulp- en Dienstverlening aan Gedetineerden, vermeld in artikel 2, 4°, van dit besluit, staat onder meer in voor al de volgende taken:
  1° de coördinatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden op bovenlokaal en lokaal niveau conform artikel 2, 2° en artikels 9 tot en met 16 van het decreet van 8 maart 2013 betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden;
  2° [1 de subsidiëring van de coördinatie en organisatie van sport en cultuur voor gedetineerden]1;
  3° de erkenning en subsidiëring van de commissies voor juridische eerstelijnsbijstand.
  ----------
  (1)<BVR 2024-07-03/02, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2024>

Art.10. De afdeling Vlaamse Handhaving, vermeld in artikel 2, 5°, van dit besluit, bevat enkel de activiteiten uit het N-project Coördinatie Vlaams Handhavingsbeleid. Het N-project staat onder meer in voor al de volgende taken:
  1° de coördinatie van het strafrechtelijk en veiligheidsbeleid binnen de Vlaamse bevoegdheden;
  2° de coördinatie van de Vlaamse bijdrage aan de (totstandkoming van de) nieuwe Kadernota integrale veiligheid en de opvolging ervan, alsook de eventuele bijdrage aan federale actieplannen en de opvolging daarvan;
  3° de bestuurlijke bestrijding van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit;
  4° de coördinatie van de implementatie van het kaderdecreet van 22 maart 2019 betreffende de bestuurlijke handhaving van 22 maart 2019 en een stroomlijning van de handhaving;
  5° de ondersteuning van lokale besturen bij de handhaving van Vlaamse decreten.

Art.11.De afdeling Beleid, vermeld in artikel 2, 6°, staat onder meer in voor al de volgende taken:
  1° het ondersteunen van een coherent beleid met betrekking tot gemeenschapsgerichte wijzen van conflicthantering en sanctionering;
  2° het voorbereiden van beleid dat gericht is op een coherente uitvoering van de kernopdrachten binnen het agentschap;
  3° bijdragen aan de ondersteuning van het terrein via nauwe contacten en de vertaling van het beleid en de strategie naar de praktijk;
  [1 4° de beleidsmatige en algemene juridische ondersteuning van het agentschap]1.
  ----------
  (1)<BVR 2024-02-27/05, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2023>

Art.12.De afdeling Staf en Coördinatie, vermeld in artikel 2, 7°, staat onder meer in voor het ondersteunen van de organisatie op het vlak van:
  1° IT en informatiebeheer;
  2° HR;
  3° Financiën en begroting;
  4° [1 ...]1;
  5° Organisatieontwikkeling;
  6° Secretariaat;
  7° Facilitair beheer;
  8° Communicatie.
  ----------
  (1)<BVR 2024-02-27/05, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2023>

HOOFDSTUK 4. - Oprichting en samenstelling van het directiecomité
Art.13.§ 1. In het agentschap is er een directiecomité.
  Met behoud van de toepassing van de eventuele bevoegdheden die voortvloeien uit de rechtspositieregeling van het personeel, beraadslaagt het directiecomité over de algemene werking en de organisatie van het agentschap.
  § 2. Onder voorbehoud van andersluidende bepalingen, wordt het directiecomité voorgezeten door de administrateur-generaal en is het samengesteld uit:
  1° de administrateur-generaal;
  2° de leidinggevenden van de subentiteiten, vermeld in artikel 2;
  De woordvoerder - communicatieverantwoordelijke van het agentschap neemt met raadgevende stam deel aan iedere vergadering van het directiecomité. Deskundigen nemen, afhankelijk van de agenda en op uitnodiging, met raadgevende stem deel aan de vergaderingen van het directiecomité.
  § 3. Het directiecomité stelt zijn huishoudelijk reglement op. De werking van het directiecomité wordt ondersteund door de afdeling Staf en Coördinatie.

Art.14. § 1. Er wordt in het agentschap een validatiecomité opgericht dat de bevoegdheden inzake functiewegingen die voortvloeien uit de rechtspositieregeling van het personeel, uitoefent.
  Het validatiecomité wordt voorgezeten door de administrateur-generaal en is samengesteld uit de leidinggevenden, vermeld in artikel 2.
  § 2. Als het validatiecomité optreedt als interne beroepsinstantie, gebeurt dat met een gewijzigde samenstelling. De administrateur-generaal bepaalt per zaak of groep van zaken de gewijzigde samenstelling overeenkomstig de rechtspositieregeling van het personeel. De gewijzigde samenstelling wordt in het verslag van het validatiecomité geacteerd.

HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtredingsbepaling
Art.15.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 10 januari 2022.


BIJLAGE.
Art. N. Bijlage. Organogram als vermeld in artikel 3

  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 24-05-2022, p. 44738)