Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

30 APRIL 2018. - Ministerieel besluit tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2014 tot delegatie van bepaalde bevoegdheden aan de leidend ambtenaar van het Departement internationaal Vlaanderen



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2014202419 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In het opschrift van het ministerieel besluit van 3 april 2014 tot delegatie van bepaalde bevoegdheden aan de leidend ambtenaar van het Departement internationaal Vlaanderen wordt `Departement internationaal Vlaanderen' vervangen door `Departement Buitenlandse Zaken'.

Art.2. Artikel 1, 1° en 2° van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
  "1° de leidend ambtenaar: de persoon die aan het hoofd staat van het Departement Buitenlandse Zaken;
  2° het besluit van 9 december 2016: het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2016 betreffende de subsidiëring van stages bij multilaterale organisaties;".

Art.3. In artikel 2, § 1, 2°, 3° en 4° van hetzelfde besluit wordt "besluit van 18 februari 2011" vervangen door "besluit van 9 december 2016".

Art.4. Artikel 2, § 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
  " § 2. Over het gebruik van deze bevoegdheid wordt jaarlijks gerapporteerd in het kader van het jaarrapport over het ondernemingsplan van het Departement Buitenlandse Zaken.
  Deze rapportering bevat alle noodzakelijke informatie over de subsidies die met toepassing van paragraaf 1, 2°, in de periode in kwestie zijn verleend."

Art.5. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 3. § 1. Aan de leidend ambtenaar wordt delegatie verleend om te beslissen over de volgende types van aanvragen van vergunningen vermeld in het Wapenhandeldecreet van 15 juni 2012 en Verordening (EU) Nr. 258/2012 van 14 maart 2012 tot uitvoering van artikel 10 van het VN-protocol inzake vuurwapens:
  1° aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor invoer en overbrenging naar het Vlaamse Gewest van defensiegerelateerde producten, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie als vermeld in artikel 18, 22, 23, 34, 36, 38 en 39 van het voormelde decreet;
  2° aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor uitvoer, doorvoer en overbrenging vanuit het Vlaamse Gewest van defensiegerelateerde producten, ordehandhavingsmateriaal, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie als vermeld in artikel 15, 16, 22, 23, 34, 36 en 38 van het voormelde decreet en artikel 4 van de voormelde verordening, als:
  a) het eindgebruik zich afspeelt binnen een lidstaat van de EER of in één van de volgende lidstaten van de NAVO of van het Wassenaar Arrangement: Argentinië, Australië, Canada, Japan, Nieuw-Zeeland, de Verenigde Staten, Zuid-Korea en Zwitserland;
  b) de aanvraag een tijdelijke uitvoer of overbrenging of een doorvoer met het oog op deelname aan een tentoonstelling of beurs betreft, met uitsluiting van besloten presentaties en demonstraties (bijv. ten aanzien van één specifieke potentiële eindgebruiker);
  c) de aanvraag een in wezen identieke transactie betreft waarvoor in de afgelopen drie jaar al een vergunning werd toegekend of een positief voorlopig advies als vermeld in artikel 9, § 1, van het Wapenhandeldecreet werd afgeleverd;
  d) de aanvraag een tijdelijke uitvoer of overbrenging met het oog op onderhoud of herstelling betreft; of
  e) de aanvrager de EU, de NAVO, de VN, of het IAEA betreft, of een andere intergouvernementele organisatie waarvan het Vlaamse Gewest of België lid is;
  3° aanvragen voor het verkrijgen van een verlenging van een eerder toegekende vergunning.
  De delegatie, vermeld in het eerste lid, punt 1° en 2°, geldt ook voor het geven van een voorlopig advies over de betreffende invoer, uitvoer, doorvoer of overbrenging als vermeld in artikel 9, § 1, van het voormelde decreet.
  De delegatie vermeld in het eerste lid, punt 2°, geldt ook voor het toekennen of weigeren van een vrijstelling van vergunning als vermeld in artikel 17 van het Wapenhandeldecreet van 15 juni 2012.
  De delegatie, vermeld in het eerste lid, punt 2°, c) en 3°, geldt niet als er aanwijzingen bestaan dat sinds de oorspronkelijke vergunning toegekend is, of, naargelang het geval, sinds het positief voorlopig advies werd afgeleverd, omstandigheden hebben plaatsgevonden of plaatsvinden in het land van bestemming of het land van eindgebruik die een invloed kunnen hebben op de toetsing van de aanvraag aan de criteria, vermeld in artikelen 11, 26 en 28 van het voormelde decreet.
  De delegatie, vermeld in het eerste lid, punt 2°, c), geldt niet voor het weigeren van vergunningen.
  In het eerste lid, punt 2°, c), wordt verstaan onder een in wezen identieke transactie: een overbrenging, uitvoer of doorvoer door een identieke aanvrager, van identieke goederen of onderdelen daarvan, naar een identieke bestemmeling en, indien die verschillend is, een identieke eindgebruiker.
  § 2. Naast de gevallen, vermeld in paragraaf 1, heeft de leidend ambtenaar ook delegatie om te beslissen over de volgende types van aanvragen vermeld in het voormelde decreet:
  1° aanvragen voor het verkrijgen van een voorafgaande machtiging als vermeld in artikel 10 van het voormelde decreet;
  2° aanvragen voor het verkrijgen van een certificaat van gecertificeerde persoon als vermeld in artikel 14, § 3, van het Wapenhandeldecreet van 15 juni 2012, en voor de verlenging daarvan, vermeld in artikel 35 van het voormelde besluit;
  3° aanvragen voor het verkrijgen van een schriftelijke bevestiging als vermeld in artikel 9, § 2, van het voormelde decreet, en voor de verlenging daarvan, vermeld in artikel 27 van het voormelde besluit;
  4° aanvragen voor het verkrijgen van een internationaal invoercertificaat.
  De delegatie, vermeld in het eerste lid, punt 1° en 2°, geldt niet voor het toekennen van een voorafgaande machtiging of een certificaat van gecertificeerde persoon als in het kader van de aanvraagprocedure een van de instanties, vermeld in respectievelijk artikel 10, § 2, tweede lid, van het voormelde decreet, en artikel 32, § 1, derde lid, van het voormelde besluit, een negatief advies over de aanvraag uitbrengt.
  De delegatie, vermeld in het eerste lid, punt 2°, geldt ook niet voor het toekennen van een voorafgaande machtiging of een certificaat van gecertificeerde persoon als er gerede twijfel bestaat dat de aanvrager beschikt over een passend intern programma tot naleving van de overbrengings- en uitvoercontroleprocedure of het uitvoerbeheerssysteem.
  De delegatie, vermeld in het eerste lid, punt 3°, geldt niet voor het weigeren van schriftelijke bevestigingen of van een verlenging van een eerder toegekende schriftelijke bevestiging, als geoordeeld wordt dat goederen in kwestie onder de toepassing van artikel 8, § 2, van het Wapenhandeldecreet van 15 juni 2012 vallen.
  § 3. Aan de leidend ambtenaar wordt tevens delegatie verleend om te beslissen over aanvragen voor het verkrijgen van een individuele of globale vergunning voor uitvoer of overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik, als vermeld in artikel 9, tweede lid, en 22 van Verordening (EG) nr. 428/2009 van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik, met uitzondering van de volgende gevallen:
  1° de eindgebruiker betreft strijdkrachten, binnenlandse veiligheidsdiensten, vergelijkbare eenheden of daaraan gerelateerde industrie;
  2° de uitvoer of overbrenging wordt negatief geadviseerd door het Departement Buitenlandse Zaken, met uitzondering van aanvragen die negatief geadviseerd worden volgend op een bindend negatief antwoord op een consultatie conform artikel 11, eerste lid, van de voormelde verordening;
  3° op het land van eindgebruik of de eindgebruiker rusten beperkende maatregelen met betrekking tot de uitvoer van strategische goederen opgelegd door een door de Raad van de EU aangenomen besluit, een besluit van de OVSE of een bindende resolutie van de Veiligheidsraad van de VN;
  4° het eindgebruik speelt zich af binnen een land waarover het Vlaams Parlement een resolutie heeft aangenomen met betrekking tot de uitvoer van strategische goederen;
  5° het Departement Buitenlandse Zaken acht concrete elementen van de aanvraag relevant in het kader van de actuele politieke gevoeligheid van het land van eindgebruik.
  § 4. De leidend ambtenaar rapporteert driemaandelijks over het gebruik van de bevoegdheden, vermeld in dit artikel, aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de in-, uit- en doorvoer van strategische goederen. Deze rapportering bevat alle noodzakelijke informatie over de aanvragen die met toepassing van dit besluit in de periode in kwestie zijn toegekend of geweigerd.
  De rapportering, vermeld in het eerste lid, is opgedeeld in verschillende hoofdstukken. Elk aanvraagtype, vermeld in dit artikel, vormt een apart hoofdstuk.
  § 5. Als de leidend ambtenaar zijn bevoegdheid gebruikt om een aanvraag als vermeld in dit artikel te weigeren wordt dit onmiddellijk aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de in-, uit- en doorvoer van strategische goederen, meegedeeld.".

Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2018.