12 APRIL 1957. - [Wet waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee] (W 18-07-1973) (NOTA : opgeheven voor het Vlaamse Gewest bij DVR2013-06-28/15, art. 81, 2°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-05-1999 en tekstbijwerking tot 12-09-2013)
Art. 1-5
1987016059 1988016000 1988016021 1988016027 1989016132 1991016029 1991016203 1992016004 1992016055 1992016079 1992016238 1994016055 1994016104 1994016112 1994016120 1994016121 1994016122 1994016125 1994016140 1994016141 1994016153 1994016166 1994016168 1994016196 1994016203 1994016207 1995016049 1995016097 1995016140 1995016148 1995016159 1995016160 1995016161 1995016205 1995016234 1995016237 1995016242 1995016243 1995016244 1995016248 1995016250 1995016273 1995016274 1995016275 1995016283 1996016025 1996016065 1996016069 1996016088 1996016097 1996016133 1996016142 1996016143 1996016170 1996016180 1996016189 1996016223 1996016224 1996016225 1996016226 1996016227 1996016246 1996016260 1996016261 1996016266 1996916259 1997011397 1997016042 1997016086 1997016117 1997016171 1997016179 1997016223 1997016225 1997016279 1997016280 1997016293 1997016295 1997016296 1997016297 1997016313 1997016338 1997916247 1998016034 1998016087 1998016099 1998016131 1998016148 1998016171 1998016172 1998016187 1998016230 1998016258 1998016263 1998016284 1998016285 1998016294 1998016302 1998016304 1998016320 1998016327 1998016361 1998112650 1999016032 1999016041 1999016089 1999016096 1999016150 1999016228 1999016279 1999016280 1999016281 1999016293 1999016319 1999016330 1999016339 1999016351 1999016362 1999016390 1999016391 1999016403 1999016414 2000016033 2000016050 2000016096 2000016124 2000016143 2000016149 2000016157 2000016184 2000016199 2000016224 2000016226 2000016231 2000016253 2000016259 2000016301 2000016321 2000016351 2001016052 2001016062 2001016096 2001016144 2001016166 2001016191 2001016196 2001016215 2001016255 2001016262 2001016263 2001016289 2001016318 2001016351 2001016352 2001016354 2001016355 2001016362 2001016369 2001016379 2001016407 2002016014 2002016128 2002016129 2002016167 2002016175 2002016209 2002016210 2002035227 2002035463 2002035470 2002035500 2002035545 2002035546 2002035613 2002035720 2002035822 2002036157 2002036276 2002036359 2002036432 2002036555 2002036590 2002036592 2002036633 2003021172 2003035184 2003035264 2003035275 2003035330 2003035456 2003035499 2003035500 2003035575 2003035697 2003035817 2003035818 2003035819 2003035958 2003035986 2003036009 2003036021 2003036063 2003036100 2003036110 2003036162 2003036163 2003036164 2003036193 2003036237 2003036247 2004035108 2004035230 2004035231 2004035402 2004035446 2004035662 2004035761 2004035772 2004035773 2004035819 2004035887 2004036194 2004036195 2004036301 2004036302 2004036337 2004036413 2004036414 2004036674 2004036806 2004036807 2004036820 2004036824 2004036825 2004036880 2005035126 2005035283 2005035369 2005035525 2005035649 2005035789 2005035886 2005035887 2005036019 2005036184 2005036217 2005036347 2005036519 2005036577 2005036578 2005036658 2006035027 2006035179 2006035264 2006035571 2006036011 2006036369 2006036568 2006036698 2006036802 2006036863 2006036918 2006037010 2006037011 2006037032 2006037080 2007035467 2007035975 2007036421 2007036486 2007036488 2007036576 2007036885 2007037009 2007037010 2007037011 2007037012 2007037014 2007037302 2008035440 2008036137 2008036238 2008036465 2008202150 2008202488 2008203438 2008203529 2009035039 2009035345 2009035560 2009035759 2009036161 2009204798 2009205587 2010035199 2010035200 2010035479 2010035714 2010035783 2010035978 2010201756 2010202197 2010203326 2010206311 2011035809 2011035903 2011035981 2011036022 2011200325 2011201723 2011203184 2011204137 2012035400 2012035409 2012035470 2012035683 2012036009 2012036136 2012036265 2012206705 2013035017 2013035546 2013035761 2013036021 2013200561 2013202411 2013205213
Artikel 1. <W 18-07-1973> (De Koning neemt de nodige maatregelen ter bescherming van de biologische hulpbronnen zowel in volle zee als in de exclusieve economische zone en in de territoriale zee.) <W 1999-04-22/47, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 20-07-1999>
Hij neemt ook alle andere maatregelen ter voldoening aan of ter uitvoering van de bepalingen vastgesteld door of krachtens desbetreffende internationale verdragen.
Hij kan, bij in Ministerraad overgelegde besluiten, in de geldende wetgeving de nodige wijzigingen aanbrengen om ze in overeenstemming te brengen met de voorzieningen welke hij krachtens dit artikel zal treffen.
Art.2.<W 1999-04-22/47, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 20-07-1999> (NOTA : De Wet van 3 mei 1999 tot regeling van de bevoegdheidsverdeling ingevolge de integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de federale politie heeft de woorden "de waterschouten en hun agenten," afgeschaft in dit artikel <W 1999-05-03/30, art. 55, Inwerkingtreding : 01-04-1999>) § 1. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van de gerechtelijke politie zijn de waterschouten en hun agenten, de ambtenaren en agenten van de Dienst Zeevisserij van het ministerie van Middenstand en Landbouw, aangeduid door de minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, de gezagvoerders van de visserijwachtvaartuigen of hun aangestelden, de gezagvoerders van de patrouillevaartuigen en -vliegtuigen van de Staat of hun aangestelden, de daartoe gemandateerde officieren en onderofficieren van de Marine en de ambtenaren van de Administratie der Douane en Accijnzen binnen de grenzen van artikel 168 van de algemene wet inzake de douane en accijnzen van 18 juli 1977, gelast te waken over de toepassing van de krachtens artikel 1 voorgeschreven maatregelen en, onder meer, overtredingen daarvan op te sporen en ze vast te stellen in processenverbaal die bewijswaarde hebben tot het tegendeel is bewezen.
Zij hebben te dien einde het recht zich te allen tijde aan boord der vissersvaartuigen te begeven, de overlegging van alle scheepspapieren en alle bewijsstukken te eisen alsmede zich te begeven in alle lokalen en plaatsen aan boord waar zich visserijproducten of vistuig kunnen bevinden. Zij mogen alle documenten en bewijsstukken voor onderzoek in beslag nemen.
In geval van ontdekking op heterdaad mogen zij, met het doel een vervolging in te stellen en met instemming van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, het vissersvaartuig naar een Belgische haven opbrengen of laten opbrengen op kosten en risico van de eigenaar of exploitant en, voor zover nodig, het vissersvaartuig voor rekening en risico van de eigenaar of exploitant aan de ketting leggen.
In geval zij ernstige redenen hebben om te geloven dat er inbreuken zijn begaan, mogen zij, met instemming van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, het vissersvaartuig naar een Belgische haven opbrengen of laten opbrengen, op kosten en risico van de eigenaar of exploitant. Wanneer vervolgens een inbreuk wordt vastgesteld, mogen zij, voor zover nodig, het vissersvaartuig voor rekening en risico van de eigenaar of de exploitant aan de ketting leggen.
Wanneer een vissersvaartuig in overeenstemming met de beschikkingen van deze wet aan de ketting is gelegd, wordt het vissersvaartuig onmiddellijk vrijgegeven in ruil voor het stellen door de eigenaar of de persoon die voor diens rekening handelt, van een borgsom of een bankgarantie geboden door een in België gevestigde bank overeenkomende met een bedrag dat vastgesteld wordt door de verbalisant en niet meer mag belopen dan de in deze wet vastgestelde maximumgeldboete, verhoogd met de opdeciemen. De borgsom of de bankgarantie dient te worden afgegeven, tegen afgifte van een ontvangstbewijs, in handen van de verbalisant die deze in bewaring geeft bij een gerechtelijk agentschap van de Deposito- en Consignatiekas.
De geldboete die is opgelegd door een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing alsmede alle andere kosten worden op de borgsom verhaald. Het overblijvende gedeelte wordt onmiddellijk terugbetaald. De rente van de in consignatie gegeven som wordt bij de borgsom gevoegd.
In geval van het aan de ketting leggen van een vreemd vissersvaartuig, wordt de vlaggestaat via zijn diplomatieke vertegenwoordiger onverwijld in kennis gesteld van de genomen maatregelen en van de eventuele daarna opgelegde straffen.
§ 2. Wanneer een inbreuk wordt vastgesteld, hebben zij bovendien het recht onmiddellijk beslag te leggen op de visserijproducten, het vistuig en andere productiemiddelen. Ze mogen de in beslag genomen visserijproducten terug in zee doen werpen.
Zij mogen de in beslag genomen visserijproducten, die in de handel mogen worden gebracht overeenkomstig de geldende Europese of nationale reglementeringen en voor zover zulks verenigbaar is met de volksgezondheid, openbaar verkopen. De ontvangen som wordt op de griffie van de bevoegde rechtbank gedeponeerd totdat over het misdrijf een eindbeslissing is genomen. Dit bedrag treedt in de plaats van de in beslag genomen visserijproducten zowel voor wat de verbeurdverklaring als voor wat de eventuele teruggave betreft.
Zij mogen de in beslag genomen visserijproducten die niet in de handel mogen worden gebracht overeenkomstig de geldende Europese of nationale reglementeringen maar die voldoen aan de eisen van de volksgezondheid schenken aan een instelling van weldadigheid of tot een ander gebruik bestemmen.
Indien de in beslag genomen visserijproducten niet voldoen aan de eisen van de volksgezondheid, mogen ze niet voor menselijke consumptie in aanmerking komen en moeten ze ontaard, verwerkt en tot een ander gebruik bestemd, hetzij vernietigd worden, alles op kosten van de overtreder.
Zij mogen het in beslag genomen vistuig en andere productiemiddelen teruggeven aan de overtreder tegen het stellen van een borgsom of een bankgarantie geboden door een in België gevestigde bank overeenkomende met een bedrag dat vastgesteld wordt door de verbalisant en niet meer mag belopen dan één vijfde van de in deze wet vastgestelde maximumgeldboete, verhoogd met de opdeciemen.
Evenwel kan van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt worden indien het vistuig of productiemiddelen betreft die niet voldoen aan de geldende Europese of nationale reglementering.
Het in beslag genomen vistuig en andere productiemiddelen worden in bewaring gegeven bij de griffie van de bevoegde rechtbank. De borgsom of de bankgarantie dient te worden afgegeven, tegen afgifte van een ontvangstbewijs, in handen van de verbalisant die deze op de griffie van de rechtbank deponeert totdat over het misdrijf een eindbeslissing is genomen. Dit bedrag treedt in de plaats van het in beslag genomen vistuig en andere productiemiddelen zowel voor wat de verbeurdverklaring als voor wat de eventuele teruggave betreft.
§ 3. Bij veroordeling kan de rechtbank altijd de verbeurdverklaring van de in beslag genomen visserijproducten, vistuig en andere productiemiddelen bevelen.
De verbeurdverklaring wordt steeds uitgesproken en de vernietiging wordt steeds bevolen wanneer het vistuig of productiemiddelen betreft die niet voldoen aan de geldende Europese of nationale reglementering en wanneer de aard van het visserijproduct dit vergt.
De vernietiging door de rechtbank bevolen, gebeurt op kosten van de veroordeelde.
----------
Art. 2. (VLAAMSE GEWEST)
[1 ...]1
----------
(1)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,2°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.3.<W 1999-04-22/47, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 20-07-1999> Wordt gestraft met geldboete van duizend vijfhonderd frank tot honderdduizend frank:
1° hij die krachtens deze wet genomen besluiten overtreedt;
2° hij die zich verzet tegen bezoeken, inspecties, controles, monsternemingen of vragen naar inlichtingen of documenten door de in artikel 2, § 1 bedoelde overheden;
3° hij die wetens onjuiste inlichtingen of documenten verstrekt;
4° hij die weigert te gehoorzamen aan de bevelen welke door de in artikel 2, § 1 bedoelde overheden krachtens deze wet of haar uitvoeringsbesluiten worden gegeven.
Wordt gestraft met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot één jaar en met geldboete voorzien in dit artikel, of met één van die straffen alleen, diegene die in de territoriale zee een in het eerste lid vermelde overtreding begaat.
Indien de overtreding wordt begaan tussen zonsondergang en zonsopgang of bij herhaling binnen drie jaar na de vorige veroordeling wegens één der misdrijven bedoeld in het eerste en het tweede lid, kunnen de hierboven voorziene straffen tot het dubbele van het maximum worden gebracht.
Hij wordt tevens veroordeeld tot betaling van alle gemaakte kosten met inbegrip van de kosten voortvloeiend uit de inbeslagname van vistuig en productiemiddelen.
De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn op de in dit artikel bepaalde misdrijven van toepassing.
----------
Art. 3. (VLAAMSE GEWEST)
[1 ...]1
----------
(1)<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 81,2°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.4. <W 1999-04-22/47, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 20-07-1999> Alleen de correctionele rechtbanken van Antwerpen, Brugge, Brussel en Veurne zijn bevoegd om kennis te nemen van de inbreuken tegen deze wet en haar uitvoeringsbesluiten.
Art. 5. Artikel 8 van de wet van 19 Augustus 1891 betreffende de zeevisserij in de territoriale wateren wordt opgeheven.