Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

27 FEBRUARI 2001. - Ministerieel besluit tot het instellen van een tijdelijke stillegging van bepaalde categorieën van Belgische vissersvaartuigen.



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2001016096  2001016144  2001016166 



Artikels:

Artikel 1. In afwijking van de bepaling van artikel 17, lid 1, van het ministerieel besluit van 21 december 2000 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, wordt het aantal vaartdagen als volgt beperkt :
  In de loop van het jaar 2001 is het in de eerste viermaandelijkse periode die een aanvang neemt op 1 januari 2001, verboden voor de vissersvaartuigen met een motorvermogen van 221 kW of minder, de vissersvaartuigen die de visserij uitoefenen met het staand wand en de vissersvaartuigen die in de periode van 1 januari 2001 tot en met 28 februari 2001 niet meer dan twintig vaartdagen hebben gerealiseerd, meer dan tweeënnegentig vaartdagen te realiseren.
  In de loop van het jaar 2001 is het verboden voor alle andere vissersvaartuigen, in de eerste viermaandelijkse periode, die een aanvang neemt op 1 januari 2001, meer dan tweeënzeventig vaartdagen te realiseren. Het is voor deze categorie van vissersvaartuigen verboden om meer dan zevenentwintig vaartdagen te realiseren in de periode van 1 maart 2001 tot en met 30 april 2001.

Art.2. Aan de eigenaars van de vissersvaartuigen, die niet meer dan zevenentwintig vaartdagen mogen realiseren in de periode van 1 maart 2001 tot en met 30 april 2001, wordt een premie toegekend voor hoogstens twintig vaartdagen.
  De premie per vaartdag is bepaald als volgt :
  - 135 frank per BT ingeval de brutotonnage van het vissersvaartuig hoger is dan 300,
  - 180 frank per BT ingeval de brutotonnage van het vissersvaartuig kleiner is dan 250,
  - 160 frank per BT ingeval de brutotonnage van het vissersvaartuig groter of gelijk is dan 250 maar niet groter dan 300,
  - 150 frank per BT ingeval het vissersvaartuig in de vaart is gekomen tussen 1 januari 2000 en 31 januari 2001.
  Het aantal overschreden dagen boven de zevenentwintig vaartdagen wordt in het tweevoud afgetrokken van het maximum aantal te vergoeden dagen.
  De premie dient aangevraagd te worden op een formulier dat door de Dienst Zeevisserij Oostende ter beschikking wordt gesteld.

Art.3. Ingeval van overschrijding van respectievelijk tweeënnegentig of tweeënzeventig vaartdagen zijn de bepalingen van de artikelen 18 en 20 van het ministerieel besluit van 21 december 2000 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, van toepassing.
  Het aantal overschreden vaartdagen boven de toegelaten zevenentwintig vaartdagen in die periode van 1 maart 2001 tot en met 30 april 2001 wordt in het drievoud in mindering gebracht van het maximaal toegelaten aantal vaartdagen van de volgende viermaandelijkse periode.

Art.4. De eigenaar van een vissersvaartuig dient minstens drie dagen van vooraf de stilligging van zijn vissersvaartuig per aangetekend schrijven aan te kondigen bij de Dienst Zeevisserij Oostende.

Art.5. Aan de bemanningsleden van de vissersvaartuigen die tijdens de stilligperiode werkloos zijn, wordt een premie toegekend van 1 150 frank per dag voor hoogstens twintig dagen en dit volgens een protocol tussen het Ministerie van Middenstand en Landbouw en het Fonds voor bestaanszekerheid " Zeevissersfonds ".
  Enkel de dagen waarvoor een werkloosheidsuitkering wordt ontvangen komen in aanmerking als dagen waarvoor een premie kan toegekend worden.

Art.6. De bewijsstukken moeten voor 15 mei 2001 ingediend worden bij de Dienst Zeevisserij Oostende.

Art.7. Het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau wordt belast met de uitbetaling van de in dit besluit voorziene premies.

Art.8. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit en van de beperkingen aangebracht aan de visvergunningen worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 12 april 1957, waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee en van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten.

Art. 9. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2001.
  Brussel, 27 februari 2001.
  J. GABRIELS.