Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

16 MAART 2012. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, wat betreft het kustvisserssegment en de opdeling van bestaande visvergunningen



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Maximale zeereisduur kustvisserssegment
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Opsplitsen visvergunning
Afdeling 1. - Mogelijkheden
Art. 3
Afdeling 2. - Aanvraagformulier en toekenningsvoorwaarden nieuwe visvergunningen
Art. 4-6
Afdeling 3. - Bestemming onttrokken motorvermogens
Art. 7
Afdeling 4. - Toewijzing vlootsegment
Art. 8
Afdeling 5. - Antispeculatiebepalingen
Art. 9
Afdeling 6. - Vervangingstermijnen
Art. 10
Afdeling 7. - Brutotonnagenormen
Art. 11
Afdeling 8. - KW-verschuiving segmenten
Art. 12
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 : het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011;
  2° GVS : groot vlootsegment als vermeld in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005;
  3° KVS : klein vlootsegment als vermeld in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005;

HOOFDSTUK 2. - Maximale zeereisduur kustvisserssegment
Art.2. De maximale duur van de zeereizen van de vaartuigen van het kustvisserssegment, vermeld artikel 1, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005, wordt bepaald op hoogstens 48 uur.

HOOFDSTUK 3. - Opsplitsen visvergunning
Afdeling 1. - Mogelijkheden
Art.3. Ter uitvoering van artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 kan een visvergunning, die vervalt ingevolge het zonder overheidssteun definitief onttrekken van het vissersvaartuig aan de vloot, worden opgedeeld in twee of meer visvergunningen. Het onttrokken motorvermogen kan daarnaast gedeeltelijk worden benut voor de samenvoeging van motorvermogens en de aanpassing van de vangstrechtfactor via onttrekking en inlevering van motorvermogens, zoals bepaald in hoofdstukken IV en IV/1 van voormeld besluit.

Afdeling 2. - Aanvraagformulier en toekenningsvoorwaarden nieuwe visvergunningen
Art.4. De eigenaar van een vissersvaartuig met visvergunning kan een aanvraag indienen bij de dienst om de visvergunning op te splitsen in een of meer visvergunningen. De dienst stelt daarvoor een formulier ter beschikking.

Art.5. Bij de opsplitsing van de visvergunning van een vissersvaartuig moet de eigenaar de visvergunning bij de dienst inleveren. Met behoud van de toepassing van artikel 3, § 2, artikel 7, 8, 8/1, 8/2, 8/3, 8/4, 9 en 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 en artikelen 6, 7, 8, 9, 10 en 12 van dit besluit krijgt hij overeenkomstige nieuwe visvergunningen bij de dienst.

Art.6. Alleen casco's van vaartuigen die minder dan twintig jaar oud zijn, komen in aanmerking voor een nieuwe visvergunning die uitgereikt wordt in het kader van de opsplitsing van een visvergunning.
  De eigenaar zal de scheepsdocumenten, uitgereikt door de dienst Scheepvaartcontrole, Maritiem Vervoer van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, voorleggen, waaruit de visserijcapaciteit, gemeten in brutotonnenmaat, en het motorvermogen blijkt, en die de zeewaardigheid van het vissersvaartuig bewijzen.
  Als het vaartuig voorheen ooit opgenomen was in het EU-visserijvlootregister, meldt de eigenaar het unieke nummer.

Afdeling 3. - Bestemming onttrokken motorvermogens
Art.7. De som van de motorvermogens, vermeld op de nieuw uit te reiken visvergunningen, eventueel verhoogd met de bijkomende motorvermogens, verhoogd met de motorvermogens, bestemd om motorvermogens samen te voegen, alsook verhoogd met de motorvermogens, bestemd om de vangstrechtfactor aan te passen, kan nooit hoger zijn dan het totale onttrokken motorvermogen.
  Het gedeelte van het onttrokken motorvermogen dat niet toegewezen kan worden aan de nieuwe visvergunningen, hetzij als motorvermogen, hetzij als bijkomend motorvermogen, en dat niet bestemd wordt om motorvermogens samen te voegen en dat niet bestemd wordt om de vangstrechtfactor aan te passen, vervalt voor de eigenaar en komt ter beschikking van de dienst.

Afdeling 4. - Toewijzing vlootsegment
Art.8. Vaartuigen met een motorvermogen van minimaal 73 kW en van maximaal 221 kW, eventueel met inbegrip van het bijkomend motorvermogen, worden aan het KVS toegevoegd.
  Als het vaartuig aan de voorwaarden voldoet, kan de eigenaar een verzoek indienen om het vaartuig te laten opnemen in het kustvisserssegment.
  Vaartuigen met een motorvermogen van meer dan 221 kW, eventueel met inbegrip van het bijkomend motorvermogen, worden aan het GVS toegevoegd.
  Er worden geen visvergunningen uitgereikt voor vissersvaartuigen met een motorvermogen van minder dan 73 kW. Het bijkomend motorvermogen komt niet in aanmerking om deze bepaling te verwezenlijken.

Afdeling 5. - Antispeculatiebepalingen
Art.9. Vaartuigen met nieuwe visvergunningen die zijn uitgereikt in het kader van een opdeling van een vervallen visvergunning in twee of meer visvergunningen in het kader van artikel 3 van dit besluit, komen in de eerste vijf jaar nadat ze zijn uitgereikt niet in aanmerking voor onttrekking aan de vloot, noch voor verhoging van vermogens ingevolge samenvoeging als vermeld in artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005, noch voor verhoging van de vangstrechtfactor, zoals bepaald in hoofdstuk IV/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005, noch voor verdere opsplitsing met toepassing van hoofdstuk III van dit besluit.
  Als gedurende de eerste vijf jaar na de uitreiking van de nieuwe visvergunning in het kader van de opsplitsing van visvergunningen de visvergunning wordt aangepast ingevolge de toepassing van artikel 7 of artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005, is het eerste lid van dit artikel van toepassing voor een nieuwe periode van vijf jaar die ingaat op de dag van de uitreiking van de nieuwe visvergunning ingevolge de aanpassing.
  Als het vissersvaartuig waarvoor een visvergunning is uitgereikt in het kader van dit besluit, per kalenderjaar niet minstens de vangsten van tien zeedagen in een Belgische haven aan land brengt en in een Belgische visveiling te koop aanbiedt, vervalt de visvergunning definitief en komt de overeenkomstige visserijcapaciteit ter beschikking van de dienst. Deze voorwaarde blijft van kracht gedurende de periode, vermeld in het eerste en het tweede lid. De bepalingen van artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 blijven onverminderd van kracht.
  Bij de opsplitsing van de visvergunning vervalt het vangstrechtcertificaat. Voor de nieuwe visvergunningen die uitgereikt zijn in het kader van de opsplitsing, wordt de vangstrechtfactor gelijkgesteld aan 1.

Afdeling 6. - Vervangingstermijnen
Art.10. Als de eigenaar van een vissersvaartuig waarvoor een visvergunning is uitgereikt, dat vissersvaartuig via opsplitsing van de visvergunning vervangt door nieuw gebouwde of door bestaande vaartuigen zonder visvergunning, krijgt hij van de dienst voor de vervangende vissersvaartuigen een visvergunning op voorwaarde dat het vissersvaartuig vervangen wordt binnen een jaar vanaf de datum van doorhaling in de Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen van het vissersvaartuig waarvan de visvergunning wordt opgesplitst.
  Als de doorhaling van het vissersvaartuig in kwestie in de Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen gebeurt naar aanleiding van een schipbreuk, een onteigening of een andere soortgelijke gebeurtenis, moet de vervanging via opsplitsing van de vergunning plaatsvinden binnen drie jaar vanaf de datum van de doorhaling.
  De op te splitsen visvergunning van het vissersvaartuig moet door de eigenaar bij de dienst ingeleverd worden. Als de vervanging via opsplitsing van visvergunning niet is gerealiseerd binnen de respectievelijke bovenvermelde termijnen, vervalt de visvergunning van het op te splitsen vissersvaartuig voor de betrokken eigenaar definitief. De capaciteit die verbonden is aan de visvergunning, komt ter beschikking van de dienst.

Afdeling 7. - Brutotonnagenormen
Art.11. § 1. In het grote vlootsegment en in het kustvisserssegment mag de brutotonnenmaat van het vervangende vissersvaartuig niet groter zijn dan 0,30, vermenigvuldigd met het onttrokken motorvermogen, eventueel met inbegrip van het onttrokken bijkomend motorvermogen, uitgedrukt in kW, dat gereserveerd wordt voor de vergunning.
  In het kleine vlootsegment mag de brutotonnenmaat van het vervangende vissersvaartuig niet groter zijn dan 0,445, vermenigvuldigd met het onttrokken motorvermogen, eventueel met inbegrip van het onttrokken bijkomend motorvermogen, uitgedrukt in kW, dat gereserveerd wordt voor de vergunning.
  § 2. In geen geval mag in het grote vlootsegment het vervangende vissersvaartuig een brutotonnenmaat hebben die hoger is dan 385 GT, een motorvermogen dat hoger is dan 1 200 kW en een lengte over alles die groter is dan 38 meter.
  In geen geval mag in het kleine vlootsegment een vervangend vissersvaartuig via opsplitsing van de visvergunning een brutotonnenmaat hebben die hoger is dan 98 GT en een motorvermogen dat hoger is dan 221 kW.
  In geen geval mag in het kustvisserssegment het vervangende vissersvaartuig een brutotonnenmaat hebben die hoger is dan 70 GT en een motorvermogen dat hoger is dan 221 kW.
  § 3. Het gedeelte van de brutotonnenmaat dat niet benut kan worden bij vervanging via opsplitsing van een visvergunning als vermeld in paragrafen 2 tot en met 3, komt ter beschikking van de dienst.

Afdeling 8. - KW-verschuiving segmenten
Art.12. Als op jaarbasis de kW-verschuiving van het GVS naar het KVSiK ingevolge de opdeling van de visvergunning in een of meer visvergunningen groter is dan de kW-verschuiving van het KVS naar het GVS ingevolge de samenvoeging van motorvermogens, kan de segmentverdeling KVSiK/GVS van de vangstmogelijkheden overeenkomstig worden bijgestuurd ten gunste van het KVSiK.
  In het eerste lid wordt verstaan onder KVSiK : klein vlootsegment, verhoogd met het kustvisserssegment als vermeld in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005.

HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 13. Dit besluit treedt in werking tien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
  Artikel 2 heeft uitwerking met ingang van 16 augustus 2011.

  Brussel, 16 maart 2012.
  De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid,
  K. PEETERS