6 FEBRUARI 1991. - Koninklijk besluit houdende vaststelling voor het jaar 1991 van de maximaal door Belgische vissersvaartuigen in de Ijslandse visserijzone te vangen hoeveelheden vis.
Art. 1-4
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de volgende Belgische vissersvaartuigen : 0.129 " Amandine ", 0.216 " Henri-Jeanine " en 0.318 " Belgian Sailor ".
Art.2. Door de in artikel 1 bedoelde vissersvaartuigen mag, tussen 1 januari 1991 en 31 december 1991, in de Ijslandse 200 mijlzone 4 400 ton vis worden gevangen.
Deze vis moet uitsluitend in Belgische havens worden aangevoerd.
Bij elke zeereis mag de hoeveelheid kabeljauw (Gadus callarias of Gadus morhua), gevangen in de Ijslandse 200 mijlzone, niet meer omvatten dan 25 % van de totale hoeveelheid vis die in die zone werd gevangen.
Art.3. Overtreding van de bepalingen van dit besluit wordt opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 12 april 1957, waarbij de Koning ertoe gemachtigd wordt maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971 en 18 juli 1973 en overeenkomstig de bepalingen van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten.
Art. 4. Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Staatssecretaris voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.