25 APRIL 2001. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 2000 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee.
Art. 1-7
Artikel 1. In het artikel 7 van het ministerieel besluit van 21 december 2000 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 28 maart 2001 worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " 200 kg per kalenderdag in het i.c.e.s.-gebied VIIe " worden vervangen door de woorden " 100 kg per kalenderdag in het i.c.e.s.-gebied VIIe. ";
2° het artikel wordt aangevuld met volgende leden :
" In afwijking met vorige leden mogen gedurende de periode van 1 mei 2001 tot en met 31 december 2001 inbegrepen de tongvangsten van de vissersvaartuigen met een motorvermogen van 221 kW of minder per zeereis in het i.c.e.s.-gebied VIIf,g 8 kg per vol uur aanwezigheid in dit i.c.e.s.-gebied VIIf,g niet overschrijden.
In afwijking met vorige leden mogen gedurende de periode van 1 mei 2001 tot en met 31 december 2001 inbegrepen, de tongvangsten van de vissersvaartuigen met een motorvermogen van meer dan 221 kW per zeereis in het i.c.e.s.-gebied VIIf,g 15 kg per vol uur aanwezigheid in dit i.c.e.s.-gebied VIIf,g niet overschrijden. ".
Art.2. Aan het artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 5 maart 2001 en 28 maart 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de § 2bis worden de woorden " 31 december 2001 " vervangen door de woorden " 30 april 2001 ";
2° de § 2bis wordt aangevuld met het volgend lid :
" In de periode van 1 mei 2001 tot en met 31 december 2001 is het in de i.c.e.s.-gebieden VIId,e verboden dat de totale scholvangst per zeereis gerealiseerd door een vissersvaartuig, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 10 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die visreis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. ".
Art.3. Het artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 28 maart 2001, wordt aangevuld met volgende bepalingen :
" § 3. In de periode van 1 mei 2001 tot en met 31 december 2001 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale scholvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 500 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden.
§ 4. In de periode van 1 mei 2001 tot en met 31 december 2001 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale scholvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 1 000 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. ";
Art.4. In het artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij ministerieel besluit van 28 maart 2001 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1. § 1 wordt aangevuld met het volgend lid :
" In de periode van 1 mei 2001 tot en met 31 december 2001 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale kabeljauwvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder en dat volgens de " Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen 2001 " is uitgerust met de boomkor, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 400 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens de zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. ";
2. § 2 wordt aangevuld met het volgend lid :
" In de periode van 1 mei 2001 tot en met 31 december 2001 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale kabeljauwvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW en dat volgens de " Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen 2001 " is uitgerust met de boomkor, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 800 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens de zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. ";
3. § 3 wordt aangevuld met het volgend lid :
" In de periode van 1 mei 2001 tot en met 31 december 2001 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale kabeljauwvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig dat volgens de " Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen 2001 " niet is uitgerust met de boomkor, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 800 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens de zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. ".
Art.5. Het artikel 16 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met volgende leden :
" Onverminderd de bepalingen van het 3e lid is het in de periode van 1 mei 2001 tot en met 31 december 2001 verboden dat de totale vangsten van bot en schar per zeereis door een vissersvaartuig een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 400 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis.
In de periode van 1 mei 2001 tot en met 31 december 2001 is het verboden dat de totale vangsten van tongschar en witje per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 200 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens de zeereis.
In de periode van 1 mei 2001 tot en met 31 december 2001 is het verboden dat de totale vangsten van tongschar en witje per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 400 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens de zeereis. ".
Art.6. In artikel 17 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 5 maart 2001, wordt het 2e lid vervangen door volgende leden :
" Gedurende de periode van 1 mei 2001 tot en met 31 augustus 2001 is het verboden voor alle vissersvaartuigen meer dan zesennegentig vaartdagen te realiseren. Gedurende de derde viermaandelijkse periode die een aanvang neemt op 1 september 2001 is het voor alle vissersvaartuigen verboden meer dan zevenennegentig vaartdagen te realiseren.
De onbenutte vaartdagen kunnen naar de eerstvolgende viermaandelijkse periode in 2001 worden overgedragen.
Bovendien is het in de loop van het jaar 2001 verboden om met een vissersvaartuig dat volgens de " Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen 2001 " is uitgerust met de boomkor meer dan tweehonderd vijfendertig vaartdagen te realiseren in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium). ".
Art. 7. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2001.
Brussel, 25 april 2001.
J. GABRIELS.