Details





Titel:

24 JANUARI 1984. - Decreet houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-12-1990 en tekstbijwerking tot 18-12-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-2
HOOFDSTUK I. - Bescherming van het grondwater.
Art. 3-8
HOOFDSTUK II. - Reglementering voor het gebruik van grondwater.
Art. 9-10
HOOFDSTUK III. - Toezicht.
Art. 11-13
HOOFDSTUK IV. - Voorkomen en vergoeden van schade.
Afdeling 1. - De aansprakelijkheid.
Art. 14-19
Afdeling 2. - Fonds ter voorkoming en vergoeding van schade bij het winnen en het pompen van grondwater.
Art. 20-28, 28bis
HOOFDSTUK IVBIS.
Afdeling 1.
Art. 28ter
Afdeling 2.
Art. 28quater, 28quinquies
Afdeling 3.
Art. 28sexies, 28sexies/1, 28septies, 28octies, 28novies, 28decies, 28undecies, 28duodecies, 28terdecies, 28quaterdecies
HOOFDSTUK V.
Art. 29
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 30-31



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1851121650  1946121801  1971032614  1976070907  1977011005 





Artikels:

Artikel 1. Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet.

Art.2. Voor de toepassing van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder :
  (- grondwater : al het water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met de bodem of de ondergrond staat;) <DVR 2001-12-21/37, art. 18, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  - grondwaterwinning : alle putten, opvangplaatsen, draineerinrichtingen, bronbemalingen en over het algemeen alle werken en installaties die tot doel of tot gevolg hebben grondwater op te vangen, met inbegrip van het opvangen van bronnen op het uitvloeiingspunt en het tijdelijk of bestendig verlagen van de grondwatertafel ingevolge grondwerken;
  - waterwingebied : het geografisch gebied dat overeenkomstig artikel 3, 2° is afgebakend en waar kunstwerken en inrichtingen zijn of zullen worden gevestigd voor het winnen en vergaren van grondwater, hoofdzakelijk bestemd voor de drinkwatervoorziening;
  - beschermingszone : het geografisch gebied dat overeenkomstig artikel 3, 2° is afgebakend om het grondwater in het waterwingebied tegen verontreiniging te vrijwaren;
  - direkt lozen : het toevoegen of verspreiden van stoffen in het grondwater zonder doorsijpeling in de bodem of de ondergrond;
  - indirekt lozen : het toevoegen of verspreiden van stoffen, in het grondwater na doorsijpeling in de bodem of de ondergrond. De hoogste grondwaterstand in het gebied is steeds bepalend voor het vaststellen van een direkte of indirekte lozing;
  - bodem : het bovenste, losse deel van de aardkost, dat de wortelzone omvat;
  - ondergrond : het gedeelte van de aardkost dat onder de bodem gelegen is;
  - verontreiniging : het door de mens direkt of indirekt lozen van stoffen of energiedragers in het grondwater, die een gevaar inhouden voor de drinkwatervoorziening, de natuurlijke ecosystemen of andere vormen van rechtmatig gebruik van grondwater.
  (- grondwaterwinningseenheid : de verschillende grondwaterwinningen, uitgezonderd deze die bestemd zijn voor de openbare drinkwatervoorziening, waarvan het gewonnen water is bestemd voor eenzelfde rnilieutechnische eenheid als gedefinieerd in het artikel 1.1.2. van titel II van het VLAREM;
  het feit dat verschillende grondwaterwinningen een verschillend eigendomsstatuut hebben, belet niet dat zij een grondwaterwinningseenheid kunnen vormen;) <DVR 1996-12-20/37, art. 45, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1997>
  (- hydrogeologische hoofdeenheid : een opeenvolging van geologische lagen die globaal dezelfde hydrologische eigenschappen bezitten. De hydrogeologische hoofdeenheden zijn opgesomd in de bijlage gevoegd bij dit decreet.) <DVR 2001-12-21/37, art. 19, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  (- afgesloten watervoerende laag : watervoerende laag die voorkomt onder één van de volgende afsluitende hydrogeologische hoofdeenheden die gekenmerkt worden door de unieke code 0300, 0500, 0700 of 0900 zoals weergegeven in bijlage bij dit decreet. De Vlaamse Regering legt deze gebieden op kaart vast. Daarbij wordt er voor gezorgd dat elke winning eenduidig is vastgelegd.) <DVR 2005-12-23/34, art. 54, § 1, 012 ; Inwerkingtreding : 01-01-2006>

HOOFDSTUK I. - Bescherming van het grondwater.
Art.3. § 1. Om het grondwater te beschermen, met het oog op het eventueel gebruik ervan voor de drinkwatervoorziening, kan de Vlaamse Executieve volgende maatregelen nemen :
  1° in geheel het Vlaamse Gewest of in delen ervan het direkt of indirekt lozen, het deponeren of opslaan op of in de bodem van stoffen die het grondwater kunnen verontreinigen, verbieden, reglementeren of aan een vergunning onderwerpen;
  2° om reden van openbaar nut, waterwingebieden en beschermingszones afbakenen;
  3° in de waterwingebieden en beschermingszones volgende zaken verbieden, reglementeren of aan een vergunning onderwerpen :
  a) het vervoeren, opslaan, deponeren, afvoeren, bedelven, storten, direkt of indirekt lozen en uitstrooien van stoffen die het grondwater kunnen verontreinigen;
  b) de kunstwerken, werken en werkzaamheden, alsmede de wijzigingen in de grond of de ondergrond die een gevaar voor verontreiniging van het grondwater kunnen inhouden.
  § 2. De maatregelen genomen in uitvoering van § 1, 2° en 3°, hebben verordenende kracht.

Art.4. (Opgeheven). <DVR 1991-01-23/38, art. 40, 003; Inwerkingtreding : 5555-55-55>

Art.5. De exploitant van de waterwinning is in de overeenkomstig artikel 3, 2° afgebakende waterwingebieden en beschermingszones, belast met de bescherming van het grondwater.
  De Vlaamse Executieve kan de exploitant van de waterwinning machtigen om door onteigening ten algemene nutte de voor de uitvoering van dit decreet onontbeerlijke onroerende goederen te verwerven.

Art.6. § 1. De Vlaamse Executieve :
  - bepaalt de wijze waarop en de termijnen waarbinnen de aanvragen om vergunning ter uitvoering van de krachtens artikel 3, 1° en 3°, van dit decreet genomen besluiten, worden ingediend en onderzocht;
  - wijst de openbare bestuursorganen aan, die beslissen over deze aanvragen, waarbij in ieder afzonderlijk geval een weigering moet gemotiveerd worden of bijzondere voorwaarden kunnen opgelegd worden.
  Deze beslissing wordt slechts definitief wanneer is vastgesteld dat de opgelegde voorwaarden zijn nagekomen. De Vlaamse Executieve bepaalt de bijzonderheden en de termijnen van die vaststelling;
  - de wijze waarop en de termijnen waarbinnen beroep kan aangetekend worden tegen de beslissing van het bevoegde openbare bestuursorgaan.
  § 2. Deze vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Zij kan steeds door het bevoegde openbare bestuursorgaan of de Vlaamse Executieve bij een met reden omklede beslissing ingetrokken worden, wanneer de opgelegde voorwaarden niet worden nageleefd. Er kunnen ook steeds nieuwe voorwaarden opgelegd worden.
  § 3. Het bevoegde openbare bestuursorgaan beslist over de beroepen tegen een weigering binnen zestig dagen na afgifte bij de post van de aangetekende zending die het beroep bevat.

Art.7.§ 1. De Vlaamse Executieve bepaalt nadere regelen betreffende de vaststelling en afbakening van de waterwingebieden en de beschermingszones.
  § 2. Alvorens de afbakening van de waterwingebieden en beschermingszones vast te stellen, wordt een openbaar onderzoek ingesteld. Daartoe worden volgende stukken gedurende dertig dagen ter inzage gelegd op het gemeentehuis van de gemeenten, geheel of gedeeltelijk gelegen in bedoelde waterwingebieden en beschermingszones :
  1. een kaart met nauwkeurige afbakening van de voorgestelde waterwingebieden en beschermingszones;
  2. een lijst van de kadastrale percelen gelegen binnen de af te bakenen waterwingebieden en beschermingszones met opgave van naam en adres van de eigenaars;
  3. opgave van wijzigingen, stopzettingen, omschakelingen, herstellingen en beperkingen die kunnen voortspruiten uit de in artikel 3, 3° bedoelde maatregelen.
  Het openbaar onderzoek wordt aangekondigd door aanplakking aan het gemeentehuis en publikatie in drie lokale dag- of weekbladen, met vermelding van begin- en einddatum van het openbaar onderzoek.
  Bezwaren en opmerkingen kunnen schriftelijk worden medegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen of een daartoe aangewezen persoon voor het einde van deze termijn, ofwel mondeling op de plaats, dag en uur, vermeld in het bericht van bekendmaking.
  De eigenaars bedoeld in punt 2 van deze paragraaf worden bij aangetekend schrijven in kennis gesteld van de begin- en einddatum van het openbaar onderzoek.
  Binnen vijftien dagen na beëindiging van het openbaar onderzoek maakt het college van burgemeester en schepenen het dossier, aangevuld met zijn advies, over aan de [1 deputatie]1.
  Indien de Vlaamse Executieve beslist tot afbakening, wordt aan de betrokken gemeentebesturen een exemplaar van het bundel toegestuurd, dat altijd ter inzage is op het gemeentehuis.
  De Vlaamse Executieve bepaalt alle andere regelen, noodzakelijk bij dit openbaar onderzoek.
  ----------
  (1)<DVR 2014-04-25/M4, art. 125, 027; Inwerkingtreding : 23-02-2017, (BVR 2015-11-27/29, art. 797, lid 1)>

Art.8. § 1. Wanneer als gevolg van maatregelen, genomen in uitvoering van artikel 3, 3°, van dit decreet gebouwen, inrichtingen of kunstwerken moeten worden gewijzigd of gesloopt of wanneer werken, werkzaamheden of wijzigingen in of op de bodem of de ondergrond moeten stopgezet, beperkt, omgeschakeld of in de oorspronkelijke staat hersteld worden, is de eigenaar of exploitant er slechts toe gehouden deze verplichting na te komen, wanneer diegene, aan wie de bescherming ten goede komt, hierom verzoekt.
  In dit geval wordt de rechtstreekse materiële schade, die door de eigenaar of de exploitant wordt geleden, vergoed ten laste van diegene aan wie de bescherming ten goede komt.
  § 2. De bepalingen van § 1 zijn van toepassing op de gebouwen, inrichtingen, kunstwerken en werkzaamheden, alsmede de wijzigingen in of op de bodem of de ondergrond, die bestaan of uitgeoefend worden op het ogenblik dat het in artikel 7 van dit decreet bepaalde openbaar onderzoek wordt ingesteld en voor zover ze op dat ogenblik beantwoorden aan alle geldende wettelijke en reglementaire beschikkingen ter zake.
  § 3. Het recht op vergoeding bedoeld in § 1 van dit artikel ontstaat slechts vanaf het ogenblik dat diegene aan wie de bescherming ten goede komt, de eigenaar of exploitant per aangetekend schrijven verzoekt om wijziging of sloping van de gebouwen, inrichtingen of kunstwerken of om de stopzetting, beperking of omschakeling van werken of werkzaamheden of om het herstel in de oorspronkelijke staat van wijzigingen in de grond of de ondergrond, vermeld in § 2 van dit artikel.
  § 4. Op straffe van verval, dient de vordering tot schadevergoeding, bepaald in dit artikel, te worden ingediend binnen drie jaar na het in § 3 bedoelde verzoek.

HOOFDSTUK II. - Reglementering voor het gebruik van grondwater.
Art.9.De Vlaamse Executieve kan :
  1° (aan een vergunning of melding onderwerpen) en de voorwaarden opleggen voor het aanleggen, wijzigen, verbouwen en exploiteren van bestaande of nieuwe grondwaterwinningen, in het bijzonder de voorwaarden betreffende de bescherming en het behoud van de grondwaterlagen en van de openbare en private bovengrondse eigendommen. Hierbij worden in ieder geval de economische, landbouwkundige, ecologische en stabiliteitsaspecten in aanmerking genomen; <DVR 1996-12-20/37, art. 46, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1997>
  2° het gebruik reglementeren van grondwater, dat beschikbaar komt bij werken, inzonderheid bij het ontginnen van mijnen, groeven en graverijen;
  (3° bepalen dat het aanleggen, wijzigen of verbouwen van een constructie die gebruikt kan worden als grondwaterwinning enkel mag gebeuren door een daartoe erkende persoon ongeacht of dit gebeurt voor eigen rekening dan wel voor rekening van derden.
  [1 De erkenning, vermeld in het eerste lid, wordt geregeld via de bepalingen van [2 titel V, hoofdstuk 6, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid]2 .]1
  Zij kan tevens aan de erkende personen verplichtingen opleggen, met inbegrip van de verplichting tot aanleggen, bijhouden en jaarlijks indienen bij de bevoegde overheid van een register van de door hem aangelegde, gewijzigde en/of verbouwde constructies die gebruikt kunnen worden als grondwaterwinningen; zij kan de gegevens bepalen die voormeld register dient te bevatten.) <DVR 1996-12-20/37, art. 46, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1997>
  ----------
  (1)<DVR 2013-03-01/19, art. 12, 022; Inwerkingtreding : 25-04-2013>
  (2)<DVR 2014-04-25/M4, art. 126, 027; Inwerkingtreding : 23-02-2017, (BVR 2015-11-27/29, art. 797, lid 1)>

Art.10. De Vlaamse Executieve stelt de voorwaarden vast waarop een algemene telling van de grondwatervoorraden zal geschieden.

HOOFDSTUK III. - Toezicht.
Art.11.[1 Voor dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan verlopen het toezicht, het onderzoek, de vaststelling en de bestraffing van de milieu-inbreuken en milieumisdrijven, alsook het nemen van bestuurlijke maatregelen en veiligheidsmaatregelen, volgens de regels, vermeld in titel XVI, hoofdstuk III tot en met VII, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, tenzij het uitdrukkelijk anders wordt bepaald in artikel 29 van dit decreet.]1
  ----------
  (1)<DVR 2014-02-28/11, art. 17, 024; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.12.[1 Het nemen van monsters en hun ontleding wordt verricht door een laboratorium dat daartoe in het Vlaamse Gewest is erkend met toepassing van de bepalingen van [2 titel V, hoofdstuk 6, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid]2.
   De Vlaamse Regering bepaalt, onder vrijwaring van de rechten van de verdediging, de wijze waarop de monsters worden genomen. Ze kan eveneens de ontledingsmethodes vaststellen.]1
  ----------
  (1)<DVR 2013-03-01/19, art. 13, 022; Inwerkingtreding : 01-01-2011>
  (2)<DVR 2014-04-25/M4, art. 127, 027; Inwerkingtreding : 23-02-2017, (BVR 2015-11-27/29, art. 797, lid 1)>

Art.13.
  <Opgeheven bij DVR 2007-12-21/82, art. 29, 015; Inwerkingtreding : 01-05-2009>

HOOFDSTUK IV. - Voorkomen en vergoeden van schade.
Afdeling 1. - De aansprakelijkheid.
Art.14. § 1. De exploitant van de grondwaterwinning en de bouwheer van openbare of private werken, die door hun toedoen de daling van de grondwaterlaag veroorzaken, zijn objectief aansprakelijk voor de schade die daardoor bovengronds veroorzaakt wordt aan bestaande grondwaterwinningen en aan andere onroerende goederen, grond en beplantingen inbegrepen.
  Diegenen die door hun gezamenlijk toedoen de daling van een grondwaterlaag veroorzaken, zijn solidair aansprakelijk voor de veroorzaakte schade.
  § 2. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op de schade die door waterbemaling in de mijnen is veroorzaakt.

Art.15. Alleen de vrederechter is bevoegd om, ongeacht het bedrag van de eis, in eerste aanleg kennis te nemen van de vordering gesteund op dit decreet.

Art.16. De dagvaarding voor de vrederechter kan worden voorafgegaan door een poging tot minnelijke schikking.
  Deze geschiedt bij wijze van oproeping in verzoening voor de vrederechter. Wanneer de aansprakelijkheid niet betwist wordt moeten de opgeroepenen een aanbod voor schadeloosstelling doen binnen een termijn van drie maanden vanaf de eerste verschijning in verzoening, of in dringende gevallen, binnen de termijn die de vrederechter vaststelt. Het aanbod kan nadien enkel verhoogd worden.
  Het proces-verbaal van verschijning vermeldt het akkoord of de afwezigheid van akkoord. Het bedrag van het eventueel aanbod wordt vermeld. Van het proces-verbaal wordt een uitgifte verleend, voorzien van het formulier van tenuitvoerlegging.
  Wanneer er geen akkoord is, moet de benadeelde, op straffe van verval van de eis, binnen de drie maanden volgende op de vaststelling van afwezigheid van akkoord, voor de vrederechter dagvaarden.

Art.17. De eiser wordt geheel of gedeeltelijk in de gerechtskosten verwezen wanneer het door de vrederechter toegekende bedrag van de schadeloosstelling gelijk of lager is dan het aanbod als bedoeld in artikel 16.

Art.18. Artikel 591 van het Gerechtelijk Wetboek wordt aangevuld als volgt : " ..... ".

Art.19. In artikel 629 van hetzelfde Wetboek wordt het eerste lid van 1° door de hieropvolgende bepaling vervangen : " ..... ".

Afdeling 2. - Fonds ter voorkoming en vergoeding van schade bij het winnen en het pompen van grondwater.
Art.20. (Opgeheven) <DVR 2006-12-22/31, art. 42, § 1, 014; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.21. § 1. In geval van dagvaarding als bedoeld in artikel 16 van dit decreet verleent (het Vlaamse Gewest), na gunstig advies van het Raadgevend Comité bedoeld in artikel 26 van dit decreet een voorschot en dit naar billijkheid, wanneer uit een onderzoek is gebleken dat er tussen de schade, de daling van de grondwaterlaag en het pompen van grondwater een causaal verband bestaat. <DVR 1990-12-12/39, art. 51, 3°, 002; Inwerkingtreding : 1991-01-01>
  § 2. Het voorschot is terugvorderbaar indien de eiser voor de rechtbank wordt afgewezen; in dat geval wordt geen rente aangerekend.
  § 3. Ten belope van het uitbetaald voorschot, treedt (het Vlaamse Gewest) in de rechten en rechtsvorderingen van de benadeelde. <DVR 1990-12-12/39, art. 51, 3°, 002; Inwerkingtreding : 1991-01-01>

Art.22. (Opgeheven). <DVR 1990-12-12/39, art. 51, 4°, 002; Inwerkingtreding : 1991-01-01>

Art.23. <Wijzigingsbepalingen>.

Art.24. (Opgeheven) <DVR 2006-12-22/31, art. 42, § 1, 014; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.25. (Opgeheven). <DVR 1990-12-12/39, art. 51, 4°, 002; Inwerkingtreding : 1991-01-01>

Art.26. Er wordt (...) een Raadgevend Comité opgericht, hierna genoemd " de Raad ", die de taak heeft zijn advies uit te brengen inzake elk financieringsvoorstel ten laste van het Fonds of elk voorstel tot toekenning van (voorschotten lastens het Fonds). <DVR 1990-12-12/39, art. 51, 5°, 002; Inwerkingtreding : 1991-01-01>
  De Raad is samengesteld uit :
  - zes ambtenaren van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;
  - twee leden die de landbouwers vertegenwoordigen;
  - twee leden die de eigenaars vertegenwoordigen;
  - twee leden die de bijdrageplichtige industriële kringen vertegenwoordigen;
  - twee leden die de bijdrageplichtige drinkwatermaatschappijen vertegenwoordigen;
  - twee leden die de natuurbeschermingsverenigingen vertegenwoordigen.
  De Vlaamse Executieve benoemt de leden van de Raad en wijst onder hen de voorzitter aan. Zij stelt tevens het reglement van inwendige orde op.

Art.27. § 1. Wanneer wordt vermoed dat door het winnen van grondwater schade werd veroorzaakt, zal hij die schade kan geleden hebben hetzij als eigenaar of houder van een ander zakelijk recht, hetzij als pachter, huurder of gebruiker van het getroffen onroerend goed, bij aangetekend schrijven zonder verwijl de ambtenaar, daartoe aangewezen door de Vlaamse Executieve, verzoeken de nodige tegensprekelijke vaststellingen te doen.
  De klager en de exploitant van de grondwaterwinning worden daartoe op de dag en het uur, bepaald door de ambtenaar, uitgenodigd aanwezig te zijn bij het plaatsbezoek en kunnen hun opmerkingen mondeling of schriftelijk aan de ambtenaar mededelen binnen vijftien dagen na het plaatsbezoek.
  § 2. De verzoeken tot minnelijke schikking of de dagvaarding, bedoeld in artikel 16 van dit decreet, moeten ingeleid worden binnen twee jaar te rekenen vanaf de vaststelling van de schade bedoeld in § 1 van dit artikel.

Art.28. Alle rechten en verplichtingen, met inbegrip van de middelen van het Voorschottenfonds, opgericht in uitvoering van artikel 7 van de wet van 10 januari 1977 houdende regeling van de schadeloosstelling voor schade veroorzaakt door het winnen en pompen van grondwater, die door het Rijk worden overgedragen aan het Vlaamse Gewest, worden aan het Fonds toegewezen.

Art. 28bis. <Ingevoegd bij DVR 1990-12-12/39, art. 52, 002; Inwerkingtreding : 1991-01-01> Aan het Vlaamse Gewest worden alle rechten en verplichtingen, activa en passiva, van de instelling van openbaar nut " Fonds ter voorkoming en vergoeding van schade veroorzaakt door het winnen en pompen van grondwater " toegewezen. Het beschikbaar batig saldo wordt aan het Fonds toegewezen.

HOOFDSTUK IVBIS.   
Afdeling 1.   
Art. 28ter.
  <Opgeheven bij DVR 2018-11-30/09, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Afdeling 2.   
Art. 28quater.
  <Opgeheven bij DVR 2018-11-30/09, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art. 28quinquies.
  <Opgeheven bij DVR 2018-11-30/09, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Afdeling 3.   
Art. 28sexies.
  <Opgeheven bij DVR 2018-11-30/09, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art. 28sexies/1.
  <Opgeheven bij DVR 2018-11-30/09, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art. 28septies.
  <Opgeheven bij DVR 2018-11-30/09, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art. 28octies.
  <Opgeheven bij DVR 2018-11-30/09, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art. 28novies.
  <Opgeheven bij DVR 2018-11-30/09, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art. 28decies.
  <Opgeheven bij DVR 2018-11-30/09, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art. 28undecies.
  <Opgeheven bij DVR 2018-11-30/09, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art. 28duodecies.
  <Opgeheven bij DVR 2018-11-30/09, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art. 28terdecies.
  <Opgeheven bij DVR 2018-11-30/09, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art. 28quaterdecies.
  <Opgeheven bij DVR 2018-11-30/09, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK V.   
Art.29.<Opgeheven bij DVR 2018-11-30/09, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art.30. Dit decreet treedt in werking dertig dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van hoofdstuk IV, dat in werking treedt op datum vast te stellen door de Vlaamse Executieve.

Art. 31. § 1. De hiernavolgende wetten worden, voor toepassing in het Vlaamse gewest, opgeheven :
  - de besluitwet van 18 december 1946 waarbij tot het houden van een telling der grondwaterreserves en tot invoering van een reglementering van hun gebruik besloten wordt;
  - de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van het grondwater;
  - de wet van 9 juli 1976 betreffende de reglementering van de exploitatie van grondwaterwinning.
  § 2. De wet van 10 januari 1977 houdende regeling van de schadeloosstelling voor schade veroorzaakt door het winnen en het pompen van grondwater wordt opgeheven op het ogenblik dat hoofdstuk IV van dit decreet in werking treedt.