10 JANUARI 1990. - Besluit van de Vlaamse Executieve houdende vergunning voor de exploitatie van een grondwaterwinning en de afbakening van de bijkomende waterwinningsgebieden en beschermingszones te Herselt.
Art. 1-11
Artikel 1. _ Aan de Provinciale en Intercommunale Drinkwatermaatschappij der Provincie Antwerpen (P.I.D.P.A.), Desguinlei 246, te 2018 Antwerpen, wordt vergunning verleend om een waterwinning te exploiteren te Herselt, 1e afdeling, sektie B, nrs. 622, 632c, 632a en sektie C, nrs. 146b, 143/2b, 140e, 140h, 139b, 127b en 122bis.
Art.2. De winning zal bestaan uit 10 putten met een gemiddelde diepte van 60 meter. Hieruit zal in totaal maximaal 10 000 m3 grondwater opgepompt worden per dag. De totaal opgepompte jaarlijkse hoeveelheid bedraagt maximaal 3 500 000 m3 per jaar.
Art.3. Het waterwinningsgebied en de bijhorende beschermingszones type I, II, III worden afgebakend overeenkomstig de plannen in bijlage.
Art.4. De putten worden op een zodanige manier uitgevoerd dat de opeenvolgende grondwaterstanden gemakkelijk en nauwkeurig opgemeten kunnen worden. Hiervoor zullen de putten uitgerust worden met een peilbuis van tenminste 18 mm, waarin een peillood kan neergelaten worden.
Art.5. Teneinde de eventuele invloed van de winning na te kunnen gaan, worden om de twee weken de grondwaterstanden opgemeten in vijf strategisch ingeplande peilputten. Indien zou blijken dat het gebied na verloop van tijd toch een duidelijk negatieve invloed ondergaat van de winning, dient het debiet te worden herzien.
In minstens één winningsput zal maandelijks het waterpeil opgemeten worden en dat zowel in rust als in werking. Bij de meting in werking zal het aktuele debiet vermeld worden; bij meting in rust geeft men de duur van de voorafgaande rustperiode op.
Art.6. De grondwaterwinning moet voorzien zijn van een meetinrichting die het aan de waterlaag onttrokken debiet aangeeft in kubieke meter en die voldoet aan de geldende bepalingen ter zake.
Art.7. De stand van de in artikel 6 bedoelde meter en de daaruit berekende hoeveelheid water moeten maandelijks in een register bijgehouden worden.
Art.8. De maandelijkse opgepompte hoeveelheden alsook al de peilgegevens waarvan sprake in artikel 5 van dit besluit moeten op uiterlijk 15 maart van het volgend jaar medegedeeld worden aan het Bestuur voor Leefmilieu van de Administratie voor Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu.
Art.9. Deze vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden.
Art.10. Afschrift van dit besluit wordt gezonden aan :
- de P.I.D.P.A., Desguinlei 246, te 2018 Antwerpen;
- de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van Antwerpen;
- het gemeentebestuur van en te 3170 Herselt.
Art. 11. De (Vlaamse Minister) van Leefmilieu, Natuurbehoud en Landinrichting wordt belast met de uitvoering van dit besluit. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>