18 MAART 1997. - Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de modaliteiten voor aangifte van de opgepompte of gewonnen hoeveelheden grondwater door de maatschappijen die instaan voor de openbare drinkwatervoorziening ten behoeve van de bepaling van de heffing. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-05-1997 en tekstbijwerking tot 19-07-2019)
Art. 1-4
BIJLAGE.
Art. N1
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt onder het decreet verstaan : [1 het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018]1.
----------
(1)<BVR 2019-04-26/48, art. 31, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.2.De aangifte van de opgepompte en gewonnen hoeveelheid grondwater bestemd voor de openbare drinkwatervoorziening, waarop overeenkomstig artikel [1 4.2.1.2.1 en 4.2.1.2.2 ]1 van het decreet een heffing verschuldigd is, gebeurt (op het formulier waarvan het model is vastgesteld in Bijlage I bij dit besluit). <BVR 2005-01-07/32, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005>
----------
(1)<BVR 2019-04-26/48, art. 32, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.3. <BVR 2005-01-07/32, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> De aangifte wordt aangetekend verstuurd of tegen ontvangstbewijs afgegeven aan de Vlaamse Milieumaatschappij.
Art.4. De Vlaamse minister, bevoegd voor het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N1.<BVR 2005-01-07/32, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> Aangifte voor de gewonnen hoeveelheid grondwater voor het heffingsjaar ... (hoeveelheden gewonnen in ....) en bestemd voor de openbare drinkwatervoorzieningen.
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 03-05-2005, p. 20602-20603.)
Gewijzigd bij :
<BVR 2019-04-26/48, art. 33, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2019>