12 APRIL 2001. - Decreet betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt. (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-05-2001 en tekstbijwerking tot 04-10-2024)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2, 2bis
HOOFDSTUK II. - Aanwijzing van netbeheerders.
Art. 3
Eerste afdeling. - Beheerder van het plaatselijke transmissienet
Art. 4
Afdeling 2. - Distributienetbeheerders.
Art. 5-7, 7bis, 7ter, 8-10, 10bis
HOOFDSTUK III. - Beheer van de netten.
Art. 11-13, 13bis, 14-15, 15bis, 15ter, 15quater, 16, 16/1, 16bis
HOOFDSTUK IV. - Rechten en verplichtingen van de netbeheerder.
Art. 17
Afdeling 1. - [1 Rechten en verplichtingen van de netbeheerder op het openbaar domein.]1
Art. 18-20
Afdeling 2. - [1 Rechten van de netbeheerder op de privé-eigendommen.]1
Onderafdeling I. [1 - Installatie van bovengrondse elektrische lijnen.]1
Art. 20bis
Onderafdeling II. [1 - Verklaring van openbaar nut.]1
Art. 21-25
Afdeling III. [1 - Vergoedingsplichten.]1
Onderafdeling I. [1 - Vergoeding voor een langdurige stroomonderbreking.]1
Art. 25bis
Onderafdeling II. - [1 Vergoeding verschuldigd ingevolge een administratieve vergissing, een laattijdige aansluiting of een vertraging van het eenheidsloket]1
Art. 25ter, 25quater, 25quater/1
Onderafdeling III. [1 - Vergoeding van de schade veroorzaakt door de onderbreking, de niet conformiteit of de onregelmatigheid van de stroomvoorziening.]1
Art. 25quinquies, 25sexies
Onderafdeling III/1. [1 Vergoeding in geval van injectiebeperking bij laagspanning ]1
Art. 25sexie/1
Onderafdeling IV. [1 Gemeenschappelijke bepalingen voor de onderafdelingen I sexies tot en met III/1" ]1
Art. 25septies
Onderafdeling V. [1 - Schadevergoeding ingevolge schade veroorzaakt door de werken.]1
Art. 25octies
Onderafdeling VI. - [1 Informatie van de Gewestelijke Bemiddelingsdienst]1
Art. 25nonies
HOOFDSTUK IVbis. - [1 Aansluiting op de netten]1
Art. 25decies
HOOFDSTUK V. - Toegang tot de netten.
Art. 26-29
HOOFDSTUK VI. [1 Leveranciers, tussenpersonen en marktspelers die bij de aggregatie betrokken zijn ]1.
Art. 30-31, 31bis, 31ter, 31quater, 32, 32bis, 32ter
HOOFDSTUK VII. - [1 Sociale bepalingen.]1
Art. 32quater
Afdeling I. [1 - Beschermde afnemers en wanbetalingsprocedure.]1
Art. 33, 33bis, 33bis/1, 33bis/2, 33bis/3, 33bis/4
Afdeling II. [1 - Plaatselijke commissies voor energie.]1
Art. 33ter
Art. 33ter TOEKOMSTIG RECHT
Afdeling III. [1 - Sociale energetische begeleiding.]1
Art. 33quater
Afdeling IV. - [1 Preventieve actieplannen inzake energie.]1
Art. 33quinquies
Art. 33quinquies Duitstalige gemeenschap
HOOFDSTUK VIII. - Openbare dienstverplichtingen.
Art. 34, 34bis, 34ter
HOOFDSTUK VIII/1. [1 - Slimme meters en flexibiliteit]1
Afdeling 1. [1 - Slimme meters]1
Art. 35, 35bis, 35ter
Afdeling 2. [1 - Flexibiliteit]1
Art. 35quater, 35quinquies, 35sexies
Afdeling 3. [1 - Bescherming van de persoonlijke levenssfeer]1
Art. 35septies
HOOFDSTUK VIII/2. [1 Actieve afnemers en energiegemeenschappen ]1
Afdeling 1. [1 Actieve afnemers ]1
Art. 35octies, 35nonies, 35octies
Afdeling 2. [1 Energiegemeenschappen ]1
Art. 35undecies, 35duodecies, 35terdecies, 35quaterdecies, 35quindecies
Afdeling 3 [1 Rol van de distributienetbeheerders]1
Art. 35sexdecies
Afdeling 4. [1 Steun ]1
Art. 35septdecies
HOOFDSTUK VIII/3. [1 Elektromobiliteit ]1
Art. 35octodecies, 35novodecies
HOOFDSTUK IX. - [1 Certificering van de locaties voor elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen en/of warmtekrachtkoppeling]1
Art. 36
Hoofdstuk IXbis. [1 - [2 Garantie van oorsprong]2 van de elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en/of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling.]1
Art. 36bis, 36ter, 36quater
HOOFDSTUK X. - Bevordering van de hernieuwbare energiebronnen en van de kwaliteitswarmtekrachtkoppeling.
Art. 36quinquies, 37-39, 39bis, 40-41, 41bis, 42, 42/1, 42/2, 42bis, 42bis/1, 42ter, 42quater, 42quinquies, 42sexies, 42septies
HOOFDSTUK XI. - Waalse Energiecommissie.
Art. 43, 43bis, 44-45, 45bis, 45ter, 45quater, 46-47, 47/1, 47bis, 47ter, 47quater
HOOFDSTUK XIbis. [1 - Regeling van geschillen.]1
Art. 47quinquies, 48, 48bis, 49, 49bis, 50, 50bis, 50ter
HOOFDSTUK XII. [1 - Beleidsgroep "Energie"]1
Art. 51
HOOFDSTUK XIIbis. [1 - Energiefonds]1
Art. 51bis, 51ter
HOOFDSTUK XIIter. [1 - Vergoeding voor aansluiting.]1
Afdeling 1. [1 - Belastbaar feit, grondslag, bijdrageplicht en heffingsvoet.]1
Art. 51quater, 51quinquies, 51sexies
Afdeling 2. [1 - Betaling en invordering.]1
Art. 51septies, 51octies
HOOFDSTUK XIII. - Straffen.
Art. 52-53, 53bis, 53ter, 53quater, 53quinquies, 53sexies, 53septies, 54, 54/1, 54/2, 54/3, 54/4, 54/5, 54/6, 54/7
HOOFDSTUK XIV. - Overgangsbepalingen en inwerkingtreding.
Art. 55-66, 6/1, 66/2
HOOFDSTUK XV. [1 - Bijzondere machten.]1
Art. 67
BIJLAGE
Art. N1
2001027370 2001027371 2001027605 2001027606 2002027371 2002027372 2002027373 2002027584 2002027688 2002028218 2002028219 2002028220 2002028225 2002A28225 2003027206 2003027214 2003027274 2003027372 2003027373 2003027421 2003027539 2003027627 2003027710 2003027778 2003027779 2003200185 2003202324 2003A27214 2004200179 2004200286 2004200359 2004200693 2004200749 2004200757 2004201269 2004201571 2004202457 2004202489 2004202518 2004202630 2004202776 2004202997 2004202998 2004202999 2004203000 2004203001 2004203002 2004203003 2004203005 2004203006 2004203007 2004203008 2004203009 2004203277 2004203278 2004203279 2004203280 2004203281 2004203282 2004203283 2004203284 2004203285 2004203286 2004203287 2004203288 2004203600 2004A00749 2005200015 2005200215 2005201240 2006027139 2006201391 2006201601 2006201660 2006202265 2006202266 2006202267 2006202268 2006202269 2006202270 2006202271 2006202272 2006202273 2006202274 2006202275 2006202276 2006202277 2006202530 2006202532 2006202815 2006203999 2006204000 2006204090 2006204148 2006204186 2006204237 2007027045 2007027097 2007027098 2007027194 2007200253 2007200331 2007200332 2007200812 2007201051 2007201401 2007202538 2008200285 2008200755 2008200847 2008200849 2008200878 2008201060 2008201061 2008202456 2008202457 2008203768 2008204108 2008204337 2009027004 2009027181 2009200096 2009200206 2009200253 2009200526 2009201150 2009202153 2009203766 2009205628 2009205629 2009205630 2009205631 2009205632 2009205633 2009205634 2009205635 2009205636 2009205637 2009205638 2009205639 2009205640 2009205641 2010027260 2010200196 2010200622 2010200885 2010203736 2010204005 2010204249 2010205838 2010206009 2010206010 2010206011 2010206012 2010206013 2010206015 2010206016 2010206017 2010206018 2010206019 2010206021 2010206022 2010206598 2010206602 2011027096 2011201691 2011202173 2011206078 2011206239 2012027030 2012200697 2012200866 2012202514 2012202515 2012202516 2012202518 2012202520 2012202521 2012202523 2012202525 2012202526 2012202527 2012202528 2012202529 2012202530 2012203298 2012204868 2012205250 2012205454 2013027216 2013201082 2013201757 2013202138 2013203939 2013204255 2013204540 2013205119 2013205743 2013206148 2013206149 2013206150 2013206151 2013206152 2013206153 2013206154 2013206155 2013206156 2013206157 2013206158 2013206159 2013206160 2013206161 2013206478 2014200676 2014200829 2014201249 2014201508 2014201509 2014202932 2014203205 2014203206 2014206161 2015027093 2015027226 2015200951 2015201189 2015201562 2015204241 2015204446 2015204576 2016027216 2016203527 2016203870 2016205469 2016205987 2016206014 2017203740 2017203785 2017204521 2017204738 2017204812 2017205040 2017206274 2018200041 2018200190 2018200711 2018201182 2018201989 2018202582 2018203814 2018205218 2018205474 2018205738 2018206247 2019202154 2019202162 2019202418 2019202419 2019202507 2019202774 2019203341 2019204754 2019204895 2019205066 2020040725 2020044196 2020204010 2020204089 2020205716 2021021416 2021030916 2021033749 2021204617 2021206030 2021A21416 2022020326 2022020340 2022031803 2022034594 2022200373 2022200409 2022201926 2022207399 2023010009 2023030527 2023031153 2023031154 2023044651 2023045555 2023046668 2023203003 2023206518 2024000475 2024002435 2024004276 2024008280 2024008388 2024009811 2024010075 2024203070 2024203756 2024204950 2024205042
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.[6 ...]6
Dit decreet voert ook de tariefbevoegdheid uit bedoeld in artikel 19 van de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming.]2
[4 Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG en richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen wordt gedeeltelijk omgezet bij dit besluit]4.]1
[3 Het is een gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2014/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid.]3
[5 Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen wordt omgezet bij dit decreet.]5
[6 Bij dit decreet wordt Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU gedeeltelijk omgezet.]6
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 1, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2017-10-26/04, art. 1, 030; Inwerkingtreding : 20-11-2017>
(4)<DWG 2018-07-19/38, art. 1, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(5)<DWG 2019-05-02/77, art. 1, 040; Inwerkingtreding : 23-09-2019>
(6)<DWG 2022-05-05/38, art. 3, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art.2.[1 Voor de toepassing van dit decreet dient te worden verstaan onder :
1° " producent " : alle natuurlijke personen of rechtspersonen die elektriciteit produceren, inclusief de zelfopwekker;
2° " zelfopwekker " : alle natuurlijke personen of rechtspersonen die hoofdzakelijk voor eigen gebruik elektriciteit produceren;
[5 2°bis " conventionele zelfproducent " : zelfproducent van elektriciteit die niet geproduceerd wordt d.m.v. hernieuwbare energiebronnen of kwaliteitswarmtekrachtkoppeling, met uitzondering van de zelfproducenten van elektriciteit uit de nuttige toepassing van residuele warmte of fataal gas; ]5
[15 2°ter [18 "zelfverbruik": activiteit uitgeoefend door een actieve afnemer op de plaats waar de productie-installatie gevestigd is, zonder dat de elektriciteit in het net wordt geïnjecteerd, bestaande uit het verbruik, in voorkomend geval na opslag, van de zelf geproduceerde elektriciteit voor eigen behoeften]18;
2°quater [18 "delen van energie": activiteit uitgeoefend door een groep actieve afnemers die collectief handelen in de zin van artikel 35nonies of door de deelnemers aan een energiegemeenschap volgens de voorwaarder nader omschreven in artikel 35terdecies, bestaande uit het geheel of gedeeltelijk onder elkaar verdelen van de energie geproduceerd, en in voorkomend geval opgeslagen in éénzelfde gebouw of door de energiegemeenschap, geïnjecteerd op het net en verbruikt tijdens dezelfde onbalansverrekeningsperiode]18;
2°quinquies[18 "hernieuwbare energiegemeenschap" : een rechtspersoon:
a) die gebaseerd is op vrijwillige en open deelname en die zelfstandig is;
b) waarvan de aandeelhouders of de leden:
- natuurlijke personen zijn;
- lokale overheden zijn zoals bepaald door de Regering, de gemeenten inbegrepen;
- kleine of middelgrote ondernemingen zijn waarvan de voornaamste handels- of beroepsactiviteit niet de deelname is aan één of meerdere energiegemeenschappen;
c) die daadwerkelijk gecontroleerd wordt door de deelnemers die zich in de nabijheid van [19 de hernieuwbare energieprojecten bevinden waarop de gemeenschap heeft ingetekend en die zij heeft ontwikkeld]19;
d) waarvan het hoofddoel veeleer bestaat uit het bieden van milieu-, economische of sociale voordelen aan haar deelnemers of aan de plaatselijke gebieden waar ze werkzaam is dan uit winst maken; de Regering kan de begrippen milieu-, economische of sociale voordelen en winst nader bepalen;]18;
[18 2° sexies: "energiegemeenschap van burgers" : een rechtspersoon:
a) die gebaseerd is op vrijwillige en open deelname en die zelfstandig is;
b) die daadwerkelijk gecontroleerd wordt door leden of aandeelhouders die:
- natuurlijke personen zijn;
- lokale overheden zijn zoals bepaald door de Regering, gemeenten inbegrepen;
- kleine of middelgrote ondernemingen zijn waarvan de voornaamste handels- of beroepsactiviteit niet de deelname is aan één of meerdere energiegemeenschappen en waarvan het voornaamste economische activiteitengebied niet de energiesector is;
d) waarvan het hoofddoel veeleer bestaat uit het bieden van milieu-, economische of sociale voordelen aan haar deelnemers of aan de plaatselijke gebieden waar ze werkzaam is dan uit winst maken; de Regering kan de begrippen milieu-, economische of sociale voordelen en winst nader bepalen;]18
[18 2° septies "energiegemeenschap": een hernieuwbare energiegemeenschap of een energiegemeenschap van burgers;]18
[18 2° octies "peer-to-peerhandel in hernieuwbare energie": de verkoop van elektriciteit, geproduceerd uit hernieuwbare energiebronnen tussen actieve afnemers door middel van een overeenkomst met vooraf bepaalde voorwaarden voor de automatische uitvoering en afwikkeling van de transactie, ofwel rechtstreeks ofwel via een derde persoon;]18
[18 2° nonies "gebouw" : ieder onroerend bouwwerk, met inbegrip van de eventuele daaraan verbonden bijgebouwen en gronden in de onmiddellijke nabijheid ervan; het begrip "gebouw" wordt door de Regering nader bepaald.]18
3 ° " productiesite " : in de betekenis van de hoofdstukken VI, en IX tot X, vestigingsplaats van een installatie, bestaande uit één of meerdere eenheden voor elektriciteitsproductie vanaf dezelfde energiebron en via dezelfde elektriciteitsproductiemethode ";
4° " productie-eenheid " : geheel van elementaire technische componenten die een ondeelbare groep vormen waardoor elektriciteit op basis van één of meerdere energiebron(nen) geproduceerd kan worden;
5° " hybride-installatie " : installatie die elektriciteit produceert op basis van hernieuwbare energiebronnen en van conventionele energiebronnen [6 zoals bedoeld in artikel 5.3 van Richtlijn 2009/28/EG]6 ";
[18 5° bis "gedistribueerde productie": productie-installaties die aangesloten zijn op het distributiesysteem;]18
6° " warmtekrachtkoppeling " : gelijktijdige productie in één enkel proces van warmte en elektriciteit.
7° " kwaliteitswarmtekrachtkoppeling " : gecombineerde productie van warmte en elektriciteit, ontworpen naargelang van de behoeften aan warmte en koude, [18 van de eindafnemer of van de warmtegebruikers ]18 waarbij energie wordt bespaard vergeleken bij de productie in gescheiden installaties van dezelfde hoeveelheden warmte, elektriciteit en, desgevallend, koude in moderne referentie-installaties waarvan de jaarlijkse uitbatingsrendementen jaarlijks worden bepaald en bekendgemaakt door [13 de Administratie]13;
8° " hoogrenderende warmtekrachtkoppeling " : warmtekrachtkoppeling die voldoet aan de criteria bepaald in bijlage III van richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 11 februari 2004, betreffende de bevordering van de warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van richtlijn 92/42/EEG. De Regering is belast met de omzetting van die bijlage;
9° " hernieuwbare energiebronnen " : elke energiebron, andere dan de brandstoffen en de splijtstoffen, waarvan het toekomstige gebruik niet wordt beperkt door het verbruik daarvan, met name hydraulische energie, windenergie, zonne-energie, geothermische energie en biomassa;
10° " biomassa " : hernieuwbare stof (in een vaste, vloeibare of gasvormige vorm) die ontstaat uit de biologisch afbreekbare fractie van producten, afval en residu's uit de landbouw (plantaardige en dierlijke substanties), uit de bosbouw en uit de samenhangende industrieën, alsook uit de biologisch afbreekbare fractie van industriële en huishoudelijke afvalstoffen "
11° " groene elektriciteit " : elektriciteit voortgebracht door hernieuwbare energiebronnen of door kwaliteitswarmtekrachtkoppeling waarvan de productiebron minstens 10 % minder koolstofdioxide genereert ten opzichte van de uitstoten van koolstofdioxide, die jaarlijks bepaald en bekendgemaakt worden door [13 de Administratie]13, door een conventionele productie in moderne referentie-installaties zoals bedoeld in artikel 2, 7°;
12° " certificaat van oorsprongsgarantie " : certificaat dat wordt afgeleverd aan een productiesite die bewijst dat de hoeveelheden elektriciteit geproduceerd op basis van hernieuwbare energiebronnen of van warmtekrachtkoppeling door die site duidelijk kunnen worden geïdentificeerd en gemeten, en dat die elektriciteit, desgevallend, gekwalificeerd en verkocht mag worden onder het label " électricité garantie d'origine renouvelable et/ou de cogénération à haut rendement ";
13° [18 "garantie van oorsprong": elektronisch document waarbij aan de eindafnemer bewezen wordt dat een hoeveelheid elektriciteit geproduceerd is uit bepaalde bronnen, meer bepaald uit hernieuwbare energiebronnen in de zin van artikel 2, 9°, of uit hoogrenderende warmtekrachtkoppeling in de zin van artikel 2, 8° ]18;
14° " groen certificaat " : overdraagbaar document toegekend aan producenten van groene elektriciteit overeenkomstig artikel 38 en, via de verplichtingen opgelegd aan de leveranciers en de netbeheerders, bestemd om de ontwikkeling van productie-installaties van milieuvriendelijke elektriciteit te bevorderen;
[4 14°bis " productiesteun " : jaarlijks bedrag, uitgedrukt in EUR per kWc, toegekend door de distributienetbeheerder voor de schijf van de installaties van fotovoltaïsche zonnepanelen met een vermogen van 3 kWc of minder;
14°ter " rendementspercentage " : nominaal intern rendementspercentage over twintig jaar, waarbij het geheel van de ontvangsten en uitgaven in aanmerking genomen wordt, met inbegrip van de injectietarieven te betalen aan de netbeheerder als toekomstige uitgaven i.v.m. de investering;]4
15° [6 "net" : geheel van luchtlijnen en ondergrondse kabels voor de transmissie van elektriciteit, die gekoppeld zijn aan een groot aantal gebruikers, inclusief de aansluitingen, injectie-, transformatie-, sectioneer- en distributieposten, de installaties voor controle op afstand, en alle daarbij horende installaties, die dienen voor de transmissie van elektriciteit;]6
[18 15° bis "volledig geïntegreerde netwerkcomponenten": netwerkcomponenten die in het lokaal transmissie- of distributienet, met inbegrip van opslagfaciliteiten, geïntegreerd zijn en die uitsluitend gebruikt worden voor het waarborgen van een veilig en betrouwbaar beheer van het net, en niet voor balancerings- of congestiebeheer;]18
16° " plaatselijk transmissienet " : stukken van een net met een spanning van 1 tot 70 kilovolt dat hoofdzakelijk dient voor de transmissie van elektriciteit naar de distributienetten of gebruikt wordt voor uitwisselingsdoeleinden met naburige netten die bepaald worden door de [2 Regering]2 overeenkomstig artikel 4, lid 1;
17° " distributienet " : de netten met een spanning lager dan of gelijk aan 70 kilovolt (kV), gebruikt voor de transmissie van elektriciteit naar eindafnemers op het gewestelijke of lokale niveau, met uitzondering van het plaatselijk transmissienet;
18° " plaatselijke transmissie " : transmissie van elektriciteit op het plaatselijke transmissienet, bestemd voor uitwisseling met naburige netten of voor levering aan eindafnemers;
[18 bis "transmissie" : transport van elektriciteit langs het extra hoogspannings- en hoogspanningsstelsel van systemen, met het oog op de belevering van eindafnemers of distributienetbeheerders, de levering zelf niet inbegrepen;
18° ter "transmissiesysteembeheerder": de transmissienetbeheerder aangewezen door de federale Staat overeenkomstig de elektriciteitswet;
18° quater "lokale transmissienetbeheerder" : lokale transmissienetbeheerder aangewezen overeenkomstig artikel 4 van dit decreet;]18
19°[18 " distributie": transport van elektriciteit langs laag-, midden- en hoogspanningsdistributiesystemen met het oog op de belevering aan afnemers, de levering zelf niet inbegrepen]18;
[18 19° bis "distributienetbeheerder" : lokale transmissienetbeheerder aangewezen overeenkomstig artikel 10 van dit decreet;]18
20° " onafhankelijke bestuurder " : [9 de natuurlijke persoon, bestuurder van de netbeheerder]9 of van de dochteronderneming opgericht [9 krachtens artikel 16]9 die :
a) geen enkele functie of activiteit uitoefent, al dan niet bezoldigd, ten dienste van een producent [9 , met uitzondering van een autoproducent]9 van een leverancier of van een tussenpersoon, en die zo'n functie of activiteit niet heeft uitgeoefend gedurende de 24 maanden voorafgaand aan zijn benoeming als bestuurder, en
b) van geen enkel materieel voordeel geniet dat wordt toegekend door één van de personen bedoeld in a ), noch door één van hun verbonden ondernemingen, [9 , met uitzondering van de openbare overheden,]9 die volgens de CWaPE, zijn oordeel kan beïnvloeden;
[18 20° bis "verwant bedrijf" : de verbonden vennootschap in de zin van artikel 1, 20, 1° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, evenals iedere vennootschap in de zin van artikel 1, 21, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. ;]18
21° " gekoppelde netten " : netten die gekoppeld zijn elkaar en op die wijze de transmissie van elektriciteit van het ene naar het andere net mogelijk maken;
22° " koppelingen " : uitrustingen gebruikt om de elektriciteitsnetten met elkaar te koppelen;
23° " privénet " : geheel van de installaties die zijn gevestigd op één of meerdere privé-erven, en die bestemd zijn voor de transmissie van elektriciteit aan één of meerdere stroomafwaartse afnemers, en waarop de distributienetbeheerder en de plaatselijke transmissienetbeheerder, bij wie dat privénet is aangesloten, niet over een eigendomsrecht beschikt of over een recht dat hem het genot daarvan verleent in de betekenis van artikel 3 [6 en die nog niet erkend is als "gesloten beroepsnet]6 ;
[6 23°bis "gesloten beroepsnet" : een net dat aangesloten is op het distributienet [11 , het transmissienet of het plaatselijk transmissienet dat elektriciteit verdeeld met een spanning lager dan of gelijk aan 70 kilovolt binnen een gebied bestemd voor industrie]11, handel of verdeling van diensten dat geografisch afgebakend is, dat eventueel een klein aantal residentiële afnemers kan bevoorraden die door de eigenaar van het net tewerkgesteld zijn of met hem op een gelijkwaardige manier verbonden zijn en waarin :
a) om specifieke redenen die te maken hebben met techniek of veiligheid, de handelingen of het productieproces van de gebruikers van dit net verweven zijn of waren; of
b) de elektriciteit voornamelijk [18 verdeeld]18 wordt voor hun eigen verbruik aan de eigenaar of aan de beheerder van het gesloten beroepsnet of aan de ondernemingen die met hen verbonden zijn;
23°ter "beheerder van gesloten beroepsnet" : natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van een gesloten beroepsnet of over een genotsrecht beschikt op het net;]6
24° [6 directe lijn" : elektriciteitslijn [18 met een nominale spanning gelijk aan 70 kV of minder]18 die een geïsoleerde productielocatie met een geïsoleerde afnemer verbindt of een elektriciteitslijn die een elektriciteitsproducent met een onderneming die elektriciteit levert, verbindt om rechtstreeks hun eigen inrichtingen, dochterondernemingen en in aanmerking komende afnemers te bevoorraden;]6
25° " netbeheerder " : de distributienetbeheerder en/of de plaatselijke transmissienetbeheerder, aangewezen overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II;
[9 [11 25°bis]11 "zuivere financieringsintercommunale" : intercommunale waaraan geen enkele natuurlijke of rechtspersoon ander dan de gemeente en in voorkomend geval de provincies en het Gewest deelneemt en waarvan het hoofddoel het beheer is van de participaties van de overheid, namelijk in de energetische sector;]9
26° " netgebruiker " : elke natuurlijke of rechtspersoon die [18 ...]18 het net voedt of [18 ...]18 door het net wordt bediend;
27° " privénetbeheerder " : natuurlijke persoon of rechtspersoon, eigenaar van een privé-elektriciteitsnet of die op dat net beschikt over een recht dat hem het genot van dat net verleent;
[10 27°bis "elektrisch voertuig" : een motorvoertuig, uitgerust met een aandrijving die bestaat uit ten minste één niet-perifere elektromotor als energieomzetter met een elektrisch oplaadbaar energieopslagsysteem, dat extern kan worden opgeladen;
27°ter "oplaadpunt" : oplaadpunt voor normaal vermogen of hoog vermogen waarvan de aansluiting, de oplading van een elektrisch voertuig of de oplading van de batterij van een elektrisch voertuig toelaat met het oog op zijn vervanging;
27°quater : "oplaadpunt voor normaal vermogen" : een oplaadpunt met een vermogen van hoogstens 22 kW waarmee elektriciteit kan worden overgebracht op een elektrisch voertuig, met uitzondering van voorzieningen met een vermogen van hoogstens 3,7 kW, die in particuliere huishoudens zijn geïnstalleerd of waarvan de voornaamste doelstelling er niet in bestaat elektrische voertuigen op te laden, en die niet publiek toegankelijk zijn [18 de normale elektrische oplaadpunten zijn uitgerust]18 met contactdozen of voertuigconnectoren van het type 2 zoals nader omschreven in norm [18 NBN EN]18;
27°quinquies "Oplaadpunt voor hoog vermogen" : een oplaadpunt met een vermogen van hoogstens 22 kW waarmee elektriciteit kan worden overgebracht op een elektrisch voertuig [18 elektrische]18 oplaadpunten voor hoog vermogen met wisselstroom (AC) voor elektrische voertuigen dienen vanwege de interoperabiliteit ten minste te zijn uitgerust met connectoren van het type 2, zoals nader omschreven in norm [18 NBN]18 EN62196-2 [18 elektrisch]18 oplaadpunten voor hoog vermogen met gelijkstroom (DC) voor elektrische voertuigen dienen vanwege de interoperabiliteit ten minste te zijn uitgerust met connectoren van het gecombineerde AC/DC laadsysteem van het type "Combo 2", zoals nader omschreven in norm [18 NBN EN]18 62196-3;
27°sexies "publiek toegankelijk oplaadpunt" : en oplaadpunt waaraan de eigenaar of beheerder op een niet-discriminerende basis toegang verleent aan de gebruikers van een elektrisch voertuig;]10
28° " toegang " : het recht om een elektriciteitsnet te mogen gebruiken, en aan de leverancier de mogelijkheid biedt om elektriciteit te leveren, en aan de afnemer van het net om elektriciteit af te nemen of om elektriciteit te injecteren op dat net;
29° " aansluiting " : geheel van de uitrustingen nodig om de installaties van de afnemer van het net te verbinden met het net, doorgaans met inbegrip van de meetinstallaties, en de daaraan gerelateerde diensten;
[18 29°bis "communicerende meter" : elektronisch systeem waarmee de afgenomen en de geïnjecteerde energie afzonderlijk wordt gemeten onder toevoeging van informatie die met een klassieke meter niet wordt verstrekt, die gegevens kan overmaken en krijgen in vorm van elektronische communicatie en die vanop een afstand in werking kan worden gesteld om de functionaliteiten bepaald in artikel 35bis, § 2, te waarborgen. Dat elektronisch meetsysteem wordt toegepast op de laagspanningsaansluiting waarvan het aansluitingsvermogen gelijk is aan 56kVA of minder;"]18.
[18 29° bis/1 "budgetmeter" : meter die de voorafbetaling van het energieverbruik via een herlaadbare kaart mogelijk maakt;]18
[19 29° bis/2 "gegevens van de communicerende meter": alle gegevens die worden verwerkt na de installatie van een communicerende meter of de activering van de communicerende functie van een communicerende meter in de gebouwen van een eindafnemer en die technische, meet- of identificatiegegevens betreffen;]19
29°ter "intelligent net" : gevorderd energienet dat bestaat uit tweewegcommunicatiesystemen, slimme meters en meet- en beheersystemen voor de werking van het net;]10
[18 29° quater "interoperabiliteit": in het kader van communicerende-metersystemen, de mogelijkheid van twee of meer energie- of communicatienetwerken, -systemen, -apparaten, -toepassingen of -componenten om samen te werken om informatie uit te wisselen en te gebruiken om bepaalde vereiste functies uit te oefenen;
29° quinquies "bijna-realtime": in het kader van communicerende-metersystemen, een korte tijdspanne, gewoonlijk niet meer dan enkele seconden, tot maximum de termijn voor onbalansverrekening;
29° sexies "onbalansverrekeningsperiode": tijdseenheid waarin de onbalans van de balanceringsverantwoordelijken berekend wordt;
29° septies "beste beschikbare technieken": in het kader van gegevensbescherming en -beveiliging in een omgeving van communicerende-metersystemen, de meest doeltreffende, geavanceerde en praktisch bruikbare technieken, waarmee in principe de basis wordt gelegd voor de naleving van de gegevensbeschermingsvoorschriften van de Unie;]18
30° " aanpassingsplan " : plan betreffende de projecten voor vervanging, rationalisering of ontwikkeling van het net, opgemaakt bij toepassing van artikel 15;
31° " technisch reglement " : geheel van technische en administratieve voorschriften die de goede werking van de netten, de hun onderlinge koppelingen alsook de toegankelijkheid ervan mogelijk maken, bij toepassing van artikel 13;
[6 31°bis : "MIG" (Message Implementation Guide) : het handboek dat de regels, de procedures en het communicatieprotocol beschrijft die gevolgd worden voor [18 en de verschillende marktdeelnemers"]18, van technische en commerciële informatie met betrekking tot de toegangs de uitwisseling, tussen de distributienetbeheerder punten;]6
[18 31° ter "MIG TPDA (Message Implementation Guide Third Party Data Access)" : handleiding waarin [19 de gevolgde regels, procedures en communicatieprotocol voor het uitwisselen van]19 niet-bekrachtigde meetgegevens tussen de distributenetbeheerder en de derde partijen, gemandateerd door de netgebruiker, omschreven worden]18
32° " ondersteunende diensten " : diensten nodig voor de uitbating van het net [18 ]gebruikt door een netbeheerder voor spanningsregeling in stationaire toestand, snelle blindstroominjecties, inertie voor plaatselijke netstabiliteit, kortsluitstroom, maar uitgezonderd congestiebeheer]18;
33°[18 "leverancier": elke natuurlijke of rechtspersoon die aan eindafnemers elektriciteit verkoopt die hij vrij produceert of aankoopt;";
[18 34° "levering": de verkoop, wederverkoop inbegrepen, van elektriciteit aan afnemers;]18
[18 "34° bis "elektriciteitsleveringscontract": een contract voor de levering van elektriciteit, elektriciteitsderivaten niet inbegrepen;
34° ter "elektriciteitsderivaat" : een financieel instrument, als omschreven in punt 5, 6 of 7 van deel C van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU en dat betrekking heeft op elektriciteit;
34° quater "opzegvergoeding": een heffing of boete die wordt opgelegd aan afnemers door leveranciers of marktdeelnemers die aan aggregatie doen voor opzegging van een contract voor elektriciteitslevering of -diensten;
34° quinquies "overstapgerelateerde vergoeding": iedere heffing of boete die rechtstreeks of onrechtstreeks door leveranciers, marktdeelnemers die aan aggregatie doen of systeembeheerders aan afnemers wordt opgelegd vanwege het overstappen op een andere leverancier of op een andere marktdeelnemer die aan aggregatie doet, waaronder opzegvergoedingen;
34° sexies "contract op basis van een dynamische elektriciteitsprijs": een elektriciteitsleveringscontract voor de levering van elektriciteit tussen een leverancier en een eindafnemer waarin de prijsvariatie op de spotmarkten, waaronder de day-ahead- en intraday-markten, wordt weerspiegeld in intervallen die ten minste overeenkomen met de onbalansperiode;
34° septies "aankoopcontract voor hernieuwbare elektriciteit": contrat waarmee een natuurlijke of rechtspersoon aanvaardt, rechtstreeks bij een producent elektriciteit aan te kopen uit hernieuwbare energiebronnen;]18
35° [18 "vervangingsleverancier": functie, opgenomen door de distributienetbeheerder waarbij de rechten en verplichtingen van een in gebreke blijvende leverancier bij wijze van overgangsmaatregel en voor een bepaalde duur worden overgenomen om de continuïteit te waarborgen in levering aan de eindafnemers op zijn net]18;
[10 35°bis "leverancier van flexibiliteitsdiensten" : elke natuurlijke of rechstpersoon die flexibiliteitsdiensten aanbiedt;
35°ter "flexibiliteit" : [18 actieve deelname van de vraag of]18 het vermogen voor een netgebruiker om zijn injectie, [18 ...]18 te moduleren ten opzichte van het normale gebruik, in functie van externe signalen of plaatselijk getroffen maatregelen;
35°quater: "flexibiliteitsdiensten" : diensten in verband met de exploitatie van de flexibiliteit die vrijwillig aan een derde partij worden verstrekt;
35°quinquies: "energieoverdracht" : de energieoverdracht in de zin van artikel 19bis, § 2, van de elektricteitswet;
35°sexies "evenwichtsverantwoordelijke" : de evenwichtsverantwoordelijke in de zin van artikel 2, 65°, van de elektricteitswet;]10
[18 "35° septies "vraagrespons": de verandering van de elektriciteitsbelasting door eindafnemers ten opzichte van hun normale of bestaande verbruikspatronen, in reactie op de marktsignalen, waaronder tijdvariabele elektriciteitsprijzen of financiële prikkels, of in reactie op het aanvaarden van het bod van de eindafnemer, individueel of via aggregatie, om vraagvermindering of -verhoging voor een bepaalde prijs te verkopen op de georganiseerde markt, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 4), van de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie;
35° octies "aggregatie": een functie van een natuurlijke of rechtspersoon die de belasting of de opgewekte elektriciteit van verschillende afnemers voor de verkoop, koop of veiling op een elektriciteitsmark combineert;
35° nonies "energieopslag": het uitstellen van het uiteindelijke gebruik van elektriciteit tot een later moment dan het moment waarop de elektriciteit is opgewekt, of het omzetten van elektrische energie in een vorm van energie die kan worden opgeslagen, het opslaan van dergelijke energie, en de daaropvolgend omzetting van dergelijke energie in elektrische energie of een andere energiedrager;
35° decies "energieopslagfaciliteit": een installatie waar energieopslag plaatsvindt;]18
36° " tussenpersoon " : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die vrij elektriciteit koopt met het oog op de doorverkoop daarvan aan een andere tussenpersoon of aan een leverancier;
37° " afnemer " : elke eindafnemer, leverancier of tussenpersoon;
38° " eindafnemer " : elke natuurlijke of rechtspersoon die elektriciteit koopt voor eigen gebruik;
39° " residentiële afnemer " : eindafnemer van wie het grootste deel van het elektriciteitsverbruik bestemd is voor huiselijk gebruik;
[18 "39° bis "huishoudelijke afnemer": eindafnemer wiens elektriciteitsverbruik hoofdzakelijk geen huishoudelijke bestemming heeft;]18
40° " beschermde afnemer " : [18 huishoudelijke]18 eindafnemer opgenomen in een categorie zoals bedoeld in artikel 33;
41° " stroomafwaartse afnemer " : eindafnemer en/of producent aangesloten op het distributienet [11 , het transmissienet of het plaatselijk transmissienet]11 via een privénet [6 of een gesloten beroepsnet]6;
[18 41° bis "actieve afnemer " : eindafnemer die één of meerdere activiteiten uitoefent, opgelijst in artikel 35octies, § 1, lid 1, zonder dat ze zijn voornaamste handels- of beroepsactiviteit vormen;]18
42° " in aanmerking komend " : recht verbonden met elke eindafnemer om zijn leverancier te mogen kiezen;
43° " schadegeval " : al de door een eindafnemer geleden schade ingevolge een schadeverwekkende gebeurtenis;
44° " schadeverwekkende gebeurtenis " : elke omstandigheid die schadelijke gevolgen heeft voor één of meerdere eindafnemers;
45° " niet-conformiteit van de levering van elektrische energie " : kenmerk van de levering van elektrische energie waarvan de frequentie of de spanning de tolerantiemarges overschrijdt die bepaald worden door de technische reglementen;
46° " onregelmatigheid van de levering van elektrische energie " : kenmerk van de levering van elektrische energie waarvan de continuïteit niet overeenstemt met de tolerantiemarges bepaald door de technische reglementen;
47° " minister " : de Waalse minister die bevoegd is voor Energie;
48° " CREG " : Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas opgericht door artikel 23 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en door artikel 15 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de gasmarkt en van het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten;
49° " CWaPE " : Commission wallonne pour l'énergie opgericht bij artikel 43;
50°[18 "Administratie": het Departement Energie en Duurzaam Bouwen van de Waalse Overheidsdienst Gebiedsontwikkeling, Wonen, Erfgoed, Energie]18;
51° [9 "overheid" : het Waals Gewest, de gemeenten, O.C.M.W. en provincies alsook de instellingen van openbaar nut bedoeld in artikel 3 van het decreet van 12 februari 2004 betreffende de Regeringscommissaris en de controleopdrachten van de revisoren binnen de instellingen van openbaar nut, met uitzondering van de " Commission wallonne pour l'Energie " (Waalse Energiecommissie), voor zover deze instellingen van openbaar nut publiekrechtelijke rechtspersonen zijn en dat ze uitsluitend door publiekrechtelijke rechtspersonen bezeten worden;]9
52° [12 "ingesloten gemeente": de gemeente waarvan het gehele of een deel van het distributienet dat op haar grondgebied is gelegen, beheerd wordt door een andere beheerder dan de beheerder van het net van de gezamenlijke aangrenzende gebieden;]12
53° " richtlijn 2004/8/EG " : richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 11 februari 2004 betreffende de bevordering van de warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van richtlijn 92/42/EEG " ;
54° " richtlijn 2006/32/EG " : richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 5 april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en de energiediensten en houdende intrekking van richtlijn 93/76/EEG van de Raad;
[6 54°bis "Richtlijn 2009/28/EG" : Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van de Richtlijnen 2001/77/EG en 2003/30/EG;
54°ter [18 " Richtlijn 2014/65/EU": richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/G en Richtlijn 2011/61/EU]18;
[10 54°quater "verordening 2016/679/EU van 27 april 2016" : verordening 2016/679/EU van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens;]10
[18 "54° quinquies "Verordening 2019/943/EU" : Verordening (EU) 2019/943/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit (herziening);
54° sexies "Richtlijn 2019/944/EU": Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU;]18
55° " Elektriciteitswet " : wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt;
56° " Gasdecreet " : Waals decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt;
[18 "56° bis "tariefdecreet": decreet van het Waals Parlement van 19 januari 2017 betreffende de tariefmethodologie die van toepassing is op gas- en elektriciteitsdistributienetbeheerders;]18
57° " sociaal tarief " : speciaal tarief van toepassing op de beschermde afnemers en bepaald door de bevoegde autoriteit;
[10 57°bis [17 "activering van een voorafbetalingsfunctie" : de actie om een slimme meter te plaatsen en de voorafbetaling daarop te activeren of de actie om de voorafbetaling op een reeds geplaatste slimme meter te activeren;]17]10
58° [17 " winterperiode " : de periode tussen 1 november en 31 maart. De Regering mag die periode moduleren naargelang van de klimaatomstandigheden;]17]1
[3 59° [7 "NACE Code": code in de zin van de Statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap;]7 ]3
[3 60° [7 "Primaire NACE-Code": NACE-Code in de zin van dit decreet die betrekking heeft op de hoofdactiviteit van de betrokken persoon, ongeacht zijn rechtsvorm.]7 ]3
[6 61° "ACER" : agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators opgericht door de Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulatoren.]6
[8 62° "elektronisch communicatienetwerk met hoge snelheid": een elektronisch communicatienetwerk dat breedband-toegangsdiensten kan leveren met snelheden van minstens 30 Mbps
63° "fysieke infrastructuur": elk element van een netwerk dat bedoeld is om er andere elementen van een elektronisch communicatienetwerk met hoge snelheid in onder te brengen zonder dat het zelf een actief element van dat netwerk wordt, zoals buizen, masten, kabelgoten, inspectieputten, mangaten, straatkasten, gebouwen of ingangen in gebouwen, antenne-installaties, torens en palen; kabels, met inbegrip van ongebruikte glasvezels (dark fibre), alsook elementen van netwerken die worden gebruikt voor de voorziening met voor menselijke consumptie bestemd water als vermeld in artikel 2, punt 1, van Richtlijn 98/83/EG, zijn geen fysieke infrastructuur;
64° "instantie voor geschillenbeslechting inzake netwerkinfrastructuur" : de instantie voor geschillenbeslechting opgericht door het samenwerkingsakkoord van 10 juli 2017 in het kader van de omzetting van Richtlijn 2014/61/EU;
65° "centraal informatiepunt" : het KLIM-CICC-systeem (Federaal Kabels en leidingen Informatie Meldpunt - Point de Contact fédéral Information Câbles et Conduites) en elk ander centraal elektronisch informatiepunt dat aanleiding geeft tot dezelfde informatierechten en -plichten, opgericht of ontworpen bij decreet of ordonnantie.]8
[10 66° "meetregime": standaard niveau van granulariteit van de meetgegevens die ter beschikking worden gesteld van de markt.]10
[14 67 "mobilisatiemechanisme": het in artikel 42/2 bedoelde financieringsmechanisme voor de mobilisatie van de SGE-vorderingen, uitgevoerd via een beroep op een uitgevende maatschappij;]14
[14 68° "mobilisatieverrichting": een effectieve uitvoeringtoepassing van het mobilisatiemechanisme door de uitgifte van financiële instrumenten;]14
[14 69° "SGE-vordering": de vordering voor steun aan groene energie bestaande uit de rechten en bedragen bedoeld in artikel 42/2, §§ 8 en 9;]14
[14 70° "uitgevende maatschappij": een financieringsmaatschappij die investeert in SGE-vorderingen en die is opgericht met het oog op één of meerdere mobilisatieverrichtingen;]14
[14 71° "afsluitingsdatum": de datum van uitgifte van de financiële instrumenten die betrekking hebben op een mobilisatieverrichting;]14
[14 72° "vaststellingsdatum": de datum waarop de door SGE-vorderingen te dekken kosten definitief vastgesteld worden overeenkomstig artikel 42/2, § 8;]14
[14 73° "datum van overdracht": de in de kaderovereenkomst bepaalde datum van overdracht van een SGE-vordering;]14
[14 74° "kaderovereenkomst": de overeenkomst die overeenkomstig artikel 42/2, § 3, gesloten is tussen de uitgevende maatschappij en de lokale transmissienetbeheerder, alsmede aanvullende overeenkomsten die zijn gesloten in het kader van die overeenkomst, met inbegrip van overeenkomsten voor de overdracht van vorderingen;]14
[14 75° "toeslag groene certificaten": de in artikel 42bis, § 1, bedoelde toeslag;]14
[16 76° dubbele stroommeter: meter die de opname en de injectie van energie afzonderlijk telt, inclusief een slimme meter;]16
[17 77° "gewaarborgde minimale levering" : elektriciteitslevering die wordt gewaarborgd door de activering van een vermogensbegrenzer overeenkomstig de door de Regering bepaalde voorwaarden.]17
[18 "78° "kleine onderneming": onderneming met minder dan vijftig werknemers en een jaaromzet en/of een jaarlijks balanstotaal van ten hoogste 10 miljoen euro;
79° "kleine en middelgrote onderneming": onderneming met minder dan 250 werknemers en een jaaromzet van ten hoogste 10 miljoen euro of een jaarlijks balanstotaal van ten hoogste 43 miljoen euro;
"80° "micro-onderneming": onderneming met minder dan tien werknemers en een jaaromzet en/of een jaarlijks balanstotaal van ten hoogste 2 miljoen euro;
81° "elektriciteitsmarkten": markten voor elektriciteit, onder meer over-the-counter-markten en elektriciteitsbeurzen, markten voor de verhandeling van energie, capaciteit, balancerings- en ondersteunende diensten in alle tijdsbestekken, waaronder termijn-, day-ahead- en intraday-markten;
82° "marktdeelnemer": iedere natuurlijke of rechtspersoon die diensten produceert, aan- of verkoopt in verband met elektriciteit, die deelneemt aan de aggregatie of aan de diensten inzake energie-opslag, met inbegrip van het plaatsen van bestellingen op één of meerdere elektriciteitsmarkten, met inbegrip van de markten voor balanceringsenergie;
83° "energie-efficiëntie": de verhouding tussen de verkregen prestatie, dienst, goederen of energie, en de energie-input;
84° congestie: een situatie waarin niet aan alle verzoeken van marktdeelnemers betreffende handel tussen netgebieden kan worden voldaan, aangezien de fysieke stromen op de netelementen die niet in deze stromen kunnen voorzien daardoor in aanzienlijke mate zouden worden getroffen;
85° "balancering": alle acties en processen in alle tijdsbestekken waarmee de transmissienetbeheerders op bestendige wijze waarborgen dat de netfrequentie binnen een vooraf gedefinieerd stabiliteitsbereik blijft en dat voldoende reserves beschikbaar zijn om de vereiste kwaliteit te garanderen;
86° "controle": controle over een vennootschap in de zin van artikel 1, 14, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;
87° "elektriciteitsbedrijf": een natuurlijke persoon of rechtspersoon die ten minste een van de volgende functies vervult: productie, transmissie, distributie, aggregatie, vraagrespons, energieopslag, levering of aankoop van elektriciteit, en die verantwoordelijk is voor de met deze functies verband houdende commerciële, technische of onderhoudswerkzaamheden, maar die geen eindafnemer is;]18
[19 88° "steunregeling": elk instrument, elke regeling of elk mechanisme dat is ontworpen om het gebruik of de productie van groene elektriciteit te bevorderen door de kosten van dergelijke elektriciteit te verlagen via een verhoging van de verkoopprijs of het aankoopvolume van dergelijke elektriciteit, door middel van een verplichting om dergelijke elektriciteit te gebruiken of een andere stimulans, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, investeringssteun, belastingvrijstellingen of -verlagingen, terugbetaling van belasting, steunregelingen gekoppeld aan de verplichting om elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te gebruiken, met inbegrip van regelingen die gebruik maken van groene certificaten, en directe prijssteunregelingen, met inbegrip van terugleveringstarieven en variabele of vaste premies. ]19
(NOTA : De winterperiode bedoeld in artikel 2, 58° wordt verlengd tot en met 31 maart 2013 door BWG 2013-03-14/02, art. 1)
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2013-12-11/10, art. 14, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(4)<DWG 2014-01-23/05, art. 1, 017; Inwerkingtreding : 01-03-2014>
(5)<DWG 2014-03-27/29, art. 1, 019; Inwerkingtreding : 17-04-2014>
(6)<DWG 2014-04-11/23, art. 2, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(7)<DWG 2014-12-12/04, art. 1, 021; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(8)<DWG 2017-10-26/04, art. 2, 030; Inwerkingtreding : 20-11-2017>
(9)<DWG 2018-05-11/02, art. 1, 031; Inwerkingtreding : 28-05-2018>
(10)<DWG 2018-07-19/38, art. 2, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(11)<DWG 2018-07-17/04, art. 117, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(12)<DWG 2018-11-08/04, art. 1, 034; Inwerkingtreding : 30-11-2018>
(13)<DWG 2019-01-31/22, art. 1, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(14)<DWG 2019-05-02/35, art. 1, 038; Inwerkingtreding : 24-05-2019>
(15)<DWG 2019-05-02/77, art. 2, 040; Inwerkingtreding : 23-09-2019>
(16)<DWG 2020-10-01/15, art. 3, 041; Inwerkingtreding : 01-10-2020>
(17)<DWG 2022-02-17/05, art. 1, 047; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
(18)<DWG 2022-05-05/38, art. 4, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(19)<DWG 2024-04-25/61, art. 2, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 2bis.
<Opgeheven bij DWG 2024-04-25/61, art. 3, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
HOOFDSTUK II. - Aanwijzing van netbeheerders.
Art.3. Elke (...) netbeheerder is eigenaar of houder van een recht om het genot te hebben van de infrastructuren en uitrustingen van het net dat hij wenst te beheren. <DWG 2002-12-19/81, art. 51, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
Eerste afdeling. - Beheerder van het plaatselijke transmissienet
Art.4.Na advies van de "[2 CWaPE]2" en bespreking met de transmissienetbeheerder [1 en van de distributienetbeheerders]1, stelt de [3 Regering]3 de netgedeelten vast die zijn (...) beschouwd als "plaatselijk transmissienet", op grond van het gebruik van betrokken gedeelte voornamelijk voor het vervoer van elektriciteit naar de distributienetten of het verkeer van en naar koppelnetten. <DWG 2002-12-19/81, art. 51BIS, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
Eén enige beheerder zorgt voor het beheer van het plaatselijke transmissienet.
De beheerder van het plaatselijke transmissienet is de transmissienetbeheerder aangewezen overeenkomstig artikel 10 van de wet [1 Elektriciteit]1 [4 ...]4.
Na advies van de "[2 CWaPE]2" en bespreking met de beheerder van het plaatselijke transmissienet [1 en van de distributienetbeheerders]1, mag de [3 Regering]3 de vaststelling wijzigen van de netgedeelten die beschouwd worden als "plaatselijk transmissienet".
[5 Elke vervreemding van de infrastructuur en de uitrusting die deel uitmaken van het lokale transmissienet, door de beheerder van het lokale transmissienet, wordt onderworpen aan de instemming van de Regering, na advies van de "CWaPE". ]5
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,1°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2022-05-05/38, art. 6, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(5)<DWG 2024-04-25/61, art. 4, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Afdeling 2. - Distributienetbeheerders.
Art.5. [1 Het beheer van een elektriciteitsdistributienet wordt verzekerd door een distributienetbeheerder die aangewezen wordt overeenkomstig de volgende bepalingen.]1
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 5, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art.6.§ 1. [2 [3 De distributienetbeheerder is een publiekrechtelijke rechtspersoon die de vorm mag aannemen van een intercommunale.]3]2
§ 2. De zetel, het centrale bestuur en de exploitatiezetel van de netbeheerder zijn gelegen in het Waalse Gewest. Er mag echter worden afgeweken van die bepaling [1 ...]1 voor zover de betrokken beheerder de distributiewerkzaamheid heeft uitgeoefend op dat net bij de inwerkingtreding van voorliggend decreet.
[2 § 3. de distributienetbeheerder mag de vaste activa i.v.m. de activiteit van distributienetbeheerder op geen enkele manier waarborgen, belenen, in pand geven of verpanden, met inbegrip van de infrastructuur van het net, voor andere zaken en activiteiten dan die van distributienetbeheerder.
[3 ...]3]2
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 3, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2018-05-11/02, art. 2, 031; Inwerkingtreding : 28-05-2018>
Art.7.[1 De distributienetbeheerder, alsook de kandidaat-distributienetbeheerder vervult de volgende voorwaarden :
1° de overheid bezit minstens vijfenzeventig percent plus één van de aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen van de distributienetbeheerder en minsten vijfenzeventig percent plus één van de stemrechten;
2° de aandelen die in handen zijn van de gemeenten en de provincies, kunnen ofwel rechtstreeks of via een zuivere financieringsintercommunale bezeten worden;
3° met uitzondering van de overheid en desgevallend hun zuivere financieringsintercommunales mag een producent, een leverancier of een tussenpersoon, of elke andere verbonden vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks, geen aandelen bezitten die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen van de distributienetbeheerder;
4° de raad van bestuur is uitsluitend samengesteld uit onafhankelijke bestuurders in de zin van dit decreet;
5° als aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen van de distributienetbeheerder [2 afzonderlijk in handen zijn ofwel van de overheid]2 die rechtstreeks of onrechtstreeks participaties [2 in de zin van artikel 1, 22, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]2 in het maatschappelijk kapitaal van een producent, leverancier of tussenpersoon bezit,[2 behoudens wanneer het een participatie betreft in een energiegemeenschap, ofwel door de overheid die zelf producent, maar geen zelfopwekker, leverancier of tussen persoon is]2 beletten de statuten van de distributienetbeheerder dat één van deze aandeelhouders individueel, rechtstreeks of onrechtstreeks, een beslissing kan verwerpen, blokkeren of opleggen of een besluitname verhinderen;
6° de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de bezoldiging van de bestuurders en titularissen van een lokale leidinggevende functie zijn van toepassing op de bestuurders en beheerders van de distributienetbeheerder alsook op zijn dochteronderneming(en), ongeacht hun rechtsvorm.
Onder bezoldiging bedoeld in punt 6°, wordt verstaan elk vast en variabel bedrag ontvangen in het kader van de activiteiten uitgevoerd binnen de distributienetbeheerder en, in voorkomend geval, van zijn dochteronderneming.
De Regering kan de bijkomende voorwaarden bepalen betreffende de samenstelling, het bestuur, alsook het besluitvormingsproces van de distributienetbeheerder.]1
----------
(1)<DWG 2018-05-11/02, art. 3, 031; Inwerkingtreding : 28-05-2018>
(2)<DWG 2022-05-05/38, art. 7, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 7bis.[1 Onverminderd artikel 7, mag elke persoon die niet tot de in artikel 7, eerste lid, 1° en 2°, bedoelde categorie van aandeelhouders behoort, rechtstreeks of onrechtstreeks aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen van de distributienetbeheerder bezitten, slechts indien de volgende voorwaarden vervuld zijn :
1° de statuten van de distributienetbeheerder bepalen dat elke beslissing de meerderheid van stemmen vereist uitgebracht door de afgevaardigden van de personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, 1 en 2°;
2° deze statuten bevatten geen enkele bepaling waarbij de aandeelhouders bedoeld in dit artikel, individueel dan wel collectief, een beslissing kunnen verwerpen, blokkeren of opleggen of een besluitname verhinderen;
3° niettegenstaande artikel 1523-12, § 2, van het Waalse Wetboek van de plaatselijke democratie en van de decentralisatie, bepalen de statuten van de distributienetbeheerder dat elke statutaire wijziging, met uitzondering van de bepalingen betreffende de wettelijke bescherming van de minderheidsvennoten, de eenvoudige meerderheid vereist van de stemmen uitgebracht door de afgevaardigden aanwezig op de algemene vergadering en de tweederdemeerderheid van de stemmen uitgebracht door de afgevaardigden van de personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, 1° en 2°;
4° de statuten van de distributienetbeheerder bepalen dat elke persoon die niet tot de in artikel 7, eerste lid, 1° en 2°, bedoelde categorie van aandeelhouders behoort, enkel aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen van de distributienetbeheerder mag kopen of verkopen met de toelating van de Regering, na advies van de "CWaPE"]1
----------
(1)<DWG 2018-05-11/02, art. 4, 031; Inwerkingtreding : 28-05-2018>
Art. 7ter.
<Opgeheven bij DWG 2018-05-11/02, art. 5, 031; Inwerkingtreding : 28-05-2018>
Art.8.§ 1. [3 De distributienetbeheerder verricht de openbaredienstactiviteit i.v.m. het beheer van de exploitatie, de veiligheid, het onderhoud en de ontwikkeling van het distributienet onder de voorwaarden bepaald in artikel 11.
De distributienetbeheerder kan activiteiten van productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen uitvoeren. De aldus geproduceerde elektriciteit wordt uitsluitend gebruikt om zijn eigen installaties te bevoorraden, om de netverliezen te compenseren [7 onder de voorwaarden bepaald in artikel 11, § 2, tweede lid, 9°,]7 en om de eindafnemers te leveren in de gevallen bedoeld in dit decreet.
[6 De distributienetbeheerder kan activiteiten uitvoeren voor het beheer van een lokale CO2-cluster. ]6
Hij kan uitsluitend, rechtstreeks of via zijn dochterondernemingen, activiteiten uitvoeren die onder zijn opdracht van openbare dienst ressorteren zoals bepaald door of krachtens het decreet.
De distributienetbeheerder bezit niet rechtstreeks of onrechtstreeks participaties in het kapitaal van de producenten, leveranciers [4 , tussenpersonen en [5 ...]5-energiegemeenschappen[5 en kan geen lid van laatstgenoemden zijn]5 ]4.]3
[7 § 1/1. In afwijking van paragraaf 1 mag de distributienetbeheerder de activiteiten van thermische energienetbeheerder, productie of levering van thermische energie uitvoeren onder de volgende voorwaarden:
1° de distributienetbeheerder richt een dochteronderneming op die specifiek gewijd is aan het uitvoeren van deze activiteiten. De dochteronderneming wijkt af van artikel 16, Ї 2, 5А ;
2° ten minste 20% van de bestuurders van de dochteronderneming zijn onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 7:87, Ї 1, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen;
3° voor elk thermisch energienet, productie- of leveringsproject richt de dochteronderneming bedoeld in 1А een vennootschap op in de zin van Deel 1, Boek 1, Titel 1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De aldus opgerichte vennootschap kan afwijken van de bepalingen van artikel 16;
4° als een project betrekking heeft op de productie of levering van thermische energie, moet ten minste 25% van het aandelenkapitaal van de vennootschap bedoeld in 3А in handen zijn van een privaatrechtelijk of publiekrechtelijk lichaam dat geen dochteronderneming is en dat geen rechtstreeks of onrechtstreeks belang heeft in het kapitaal van een distributienetbeheerder. Om aan deze verplichting te voldoen, organiseert de dochteronderneming een open, transparante en niet-discriminerende aanbestedingsprocedure. Als er aan het einde van deze periode geen redelijk bod is ontvangen, kan de dochteronderneming van deze verplichting afzien;
5° de dochteronderneming bedoeld in 1А mag de activiteiten van de beheerder van een thermisch energienet, productie of levering van thermische energie uitoefenen en een vennootschap in de zin van 3А oprichten voor zover die activiteiten het voorwerp hebben uitgemaakt van een open, transparante en niet-discriminerende mededingingsprocedure.
Distributienetbeheerders mogen activiteiten voor de opwekking en levering van thermische energie uitvoeren tot 1 juli 2034. De Regering kan, op basis van een door de administratie opgestelde analyse van de marktrijpheid, deze termijn met 10 jaar verlengen.
In het kader van zijn activiteit als beheerder van een thermisch energienet of als producent of leverancier van thermische energie, is de distributienetbeheerder onderworpen aan de rechten en verplichtingen die zijn vastgelegd in het decreet van 15 oktober 2020 betreffende de organisatie van de thermische-energiemarkt en de thermische-energienetten.
Bij het uitvoeren van de activiteiten van netbeheerder van thermische energie, productie of levering van thermische energie, leeft de distributienetbeheerder de verplichtingen, vermeld in paragraaf 2 bis na inzake het voeren van een gescheiden boekhouding om elke kruissubsidiыring tussen gereguleerde en niet-gereguleerde activiteiten te vermijden overeenkomstig artikel 4, Ї 2, eerste lid, 18А, van het Tariefdecreet.
In het kader van haar toezichtsrol kan de CWaPE de betrokken distributienetbeheerder en de Administratie verzoeken om haar alle documenten of informatie te bezorgen met betrekking tot de activiteit van de distributienetbeheerder als beheerder van een thermisch energienet, met inbegrip van al zijn rekeningen.]7
§ 2. [3 De distributienetbeheerder voert geen commerciële activiteit uit i.v.m de energie.
De commerciële activiteiten bedoeld in het eerste lid zijn namelijk de productie van energie en de levering van energie aan de eindafnemers buiten de gevallen bedoeld in het decreet, de energie-audits, de diensten voor energetische efficiëntie, alsook elke ander activiteit die niet rechtstreeks onder de opdracht van openbare dienst van de netbeheerder valt.
In afwijking van het eerste lid, kan de "CWaPE" de toelating geven aan een distributienetbeheerder om, alleen of in partnerschap, namelijk met producenten, leveranciers of tussenpersonen, commerciële activiteiten uit te voeren i.v.m. energie tegen de volgende cumulatieve voorwaarden :
1° ten gevolge van een open transparante en niet-discriminerende procedure van overheidsopdracht, georganiseerd door de distributienetbeheerder,[5 overeenkomstig de, in voorkomend geval, door de CWaPE vastgestelde richtsnoeren om de distributienetbeheerders te helpen bij het waarborgen van de gelijkheid in de procedures voor overheidsopdrachten]5 heeft geen enkele speler van de markt zijn capaciteit bewezen om een dergelijke activiteit te bezitten, te ontwikkelen, te beheren of uit te baten door de indiening van een offerte die een prijs bevat die lager is dan de kost die de distributienetbeheerder zou dragen als hij zelf deze activiteit zou uitoefenen en door het aantonen van zijn capaciteit om een minstens gelijkwaardige dienstkwaliteit te garanderen;
2° de activiteit bedoeld in het eerste lid is technisch en commercieel bijkomend aan de taken van de distributienetbeheerder en[5 nodig]5 zodat hij zijn opdrachten van openbare dienst kan vervullen
[5 § 2/1. De distributienetbeheerder kan niet de eigenaar zijn van uitrustingen voor de opslag van energie, noch kan ze ontwikkelen, beheren of uitbaten
In afwijking van het eerste lid kan de CWaPE een distributienetbeheerder toelaten om eigenaar te zijn van uitrustingen voor de opslag van energie, om ze te ontwikkelen, beheren of uit te baten:
1° ofwel, wanneer het componenten betreft die volledig in het net geïntegreerd zijn, overeenkomstig de richtsnoeren vastgesteld door de CWaPE in dat verband;
2° ofwel wanneer volgende samengevoegde voorwaarden vervuld zijn:
a) als, ten gevolge van een overheidsopdracht, ingericht door de distributienetbeheerder overeenkomstig de, in voorkomend geval door de CWaPE, vastgestelde richtsnoeren om de distributienetbeheerders te helpen bij het waarborgen van de gelijkheid in de procedures voor overheidsopdrachten heeft geen enkele marktdeelnemer zijn capaciteit bewezen om een dergelijke activiteit de ontwikkelen, te beheren of uit te baten;
b) als de activiteit bedoeld in het eerste lid nodig is voor de uitoefening van de taken en verplichtingen van de distributienetbeheerder en deze installaties niet gebruikt worden om elektriciteit te kopen of te verkopen op de elektriciteitsmarkten;
c) na de overeenstemming van de procedure van overheidsopdracht te hebben gecontroleerd, beoordeelt de CWaPE de noodzaak van een dergelijke afwijking rekening houdend met de voorwaarden bedoeld in a) en b) en keurt haar uitoefening goed door de distributienetbeheerder.
Wat punt 3° betreft, bepaalt de CWaPE in haar toestemming, de aldus toegelaten activiteit(en), waarbij erover gewaakt wordt dat hun modaliteiten van uitoefening uitvoerig worden beschreven en namelijk, hun maximale duur die vijf jaar niet overschrijdt, het betrokken geografisch gebied indien nodig, alsook de voorwaarden voor de verlenging van de toestemming en de geleidelijke terugtrekking van de distributienetbeheerder uit deze activiteiten.
De CWaPE organiseert minstens elke vijf jaar een publieke raadpleging over de bestaande uitrustingen voor de opslag van energie om de potentiële beschikbaarheid en het potentieel belang om in deze uitrustingen te investeren, te beoordelen. Wanneer de publieke raadpleging erop wijst dat derden in staat zijn om eigenaars van deze uitrustingen te worden, ze te ontwikkelen, ze uit te baten of te beheren op rendabele wijze, waakt de CWaPE erover dat de distributienetbeheerder geleidelijk zijn activiteiten op dat gebied binnen een termijn van achttien maanden staakt.
In afwijking van lid 4 heeft de publieke raadpleging niet betrekking op de volledig in het net geïntegreerde componenten of op de opslaginstallaties bestaande uit accumulatoren waarvoor de definitieve investeringsbeslissing genomen is voor 4 juli 2019 op voorwaarde dat die opslaginstallaties bestaande uit accumulatoren volgende samengevoegde voorwaarden vervullen:
1° ze worden op het net aangesloten binnen de twee jaar te rekenen van de definitieve investeringsbeslissing;
2° ze worden in het distributienet opgenomen;
3° ze worden enkel gebruik voor het reactief onmiddellijk herstellen van de veiligheid van het netwerk in noodgevallen wanneer een dergelijke herstelmaatregel onmiddellijk van kracht wordt en wordt beëindigd zodra reguliere dispatching in staat is het probleem op te lossen;
4° ze worden niet gebruikt om elektriciteit te kopen of te verkopen op de elektriciteitsmarkten, balancering inbegrepen.
Bij beslissing tot een geleidelijke terugtrekking, besloten door de "CWaPE" ten gevolge van de publieke raadpleging, kan de "CWaPE" de distributienetbeheerder ertoe machtigen om van de marktdeelnemer die de activiteiten overneemt, een redelijke compensatie te krijgen en met name de restwaarde van de investeringen, uitgevoerd in de installaties voor energieopslag, terug te vorderen.
De "CWaPE" kan de toestemming bedoeld in lid 2, 2°, verlengen voor een duur die lager of gelijk is aan vijf jaar als de voorwaarden bedoeld in 2°, a), b) en c) vervuld zijn.
De krachtens deze paragraaf toegelaten activiteit wordt uitgeoefend op een transparante en niet-discriminerende wijze.
§ 2/2. De distributienetbeheerder mag niet eigenaar zijn van oplaadpunten of ze ontwikkelen dan wel beheren of uitbaten, behoudens wanneer hij eigenaar is van privé-oplaadpunten die voor zijn eigen gebruik zijn voorbehouden.
In afwijking van lid 1 kan de Regering een distributienetbeheerder machtigen om eigenaar te zijn van oplaadpunten, om ze te ontwikkelen, te beheren of uit te baten tegen de door de Regering bepaalde voorwaarden. ]5
3° na de overeenstemming van de procedure van overheidsopdracht te hebben gecontroleerd, beoordeelt de "CWaPE" de noodzaak van een dergelijke afwijking rekening houdend met de voorwaarden bedoeld in 1° en 2° en keurt haar uitoefening goed door de distributienetbeheerder.
Wat punt 3° betreft, in haar toestemming, bepaalt de "CWaPE" de aldus toegelaten activiteit(en), waarbij erover gewaakt wordt dat hun modaliteiten van uitoefening uitvoerig worden beschreven en namelijk, hun maximale duur die niet vijf jaar overschrijdt, het betrokken geografisch gebied indien nodig, alsook de voorwaarden voor de verlenging van de toestemming en de geleidelijke terugtrekking van de distributienetbeheerder uit deze activiteiten.
De "CWaPE" kan de toestemming verlengen voor een duur die lager of gelijk is aan vijf jaar als de voorwaarden bedoeld in 1°, 2° en 3° vervuld zijn.
De krachtens dit paragraaf toegelaten activiteit wordt uitgeoefend op een transparante en niet-discriminerende wijze.]3
[2 § 2bis. De distributienetbeheerder houdt in zijn interne boekhouding afzonderlijke rekeningen aan voor zijn distributie-activiteiten en, in voorkomend geval, voor alle andere activiteiten, met inbegrip van [3 de [5 overeenkomstig paragrafen 2 en 2/1]5 toegelaten afwijkende activiteiten]3, op dezelfde manier als of deze activiteiten door juridisch onderscheiden ondernemingen uitgeoefend zouden zijn.
De jaarrekeningen bevatten, in hun bijlage, een toelichting en een resultatenrekening voor elke categorie van activiteiten, alsmede de regels voor de toerekening van de activa en passiva en de opbrengsten en kosten die bij de opstelling van de afzonderlijke rekeningen werden toegepast.
De inkomsten van het eigendom van het distributienet worden in de boekhouding vermeld.
De Regering kan de regels bepalen i.v.m. de transparantie van de boekhouding die op de distributienetbeheerder van toepassing is.]2
§ 3. [5 ...]5
[3 § 4. Elke vervreemding van de infrastructuur en de uitrusting die deel uitmaken van het distributienet, door de distributienetbeheerder, wordt onderworpen aan de instemming van de Regering, na advies van de "CWaPE".]3
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 9, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 6, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2018-05-11/02, art. 6, 031; Inwerkingtreding : 28-05-2018>
(4)<DWG 2019-05-02/77, art. 3, 040; Inwerkingtreding : 23-09-2019>
(5)<DWG 2022-05-05/38, art. 8, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(6)<DWG 2024-03-28/62, art. 34, 051; Inwerkingtreding : 22-07-2024>
(7)<DWG 2024-04-25/61, art. 5, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art.9. <Opgeheven bij DWG 2008-07-17/53, art. 10, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art.10.§ 1. [8 De Regering wijst, na advies van de CWaPE en op voorstel van de gemeente(en) op het grondgebied waarvan het net is gelegen, de distributienetbeheerder aan.
De aanwijzing leeft de volgende voorwaarden na :
1° na een openbare oproep tot kandidaten stelt de gemeente op grond van een transparante en niet- discriminerende procedure en op basis van vooraf bepaalde en bekendgemaakte criteria een distributienetbeheerder voor;
2° de voorgestelde netbeheerder voldoet aan de in dit decreet bedoelde aanwijzingsvoorwaarden en beschikt over de nodige technische en financiële middelen;
3° de gemeente mag niet ingesloten zijn tenzij de distributienetbeheerder voor de gemeente specifiek is. De voorwaarde van niet-insluiting is niet van toepassing op de gemeenten die ingesloten zijn op het moment van de inwerkingtreding van het decreet van 8 november 2018 tot wijziging van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt en het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt;
4° de gemeente mag niet meerdere distributienetbeheerders op haar grondgebied voorstellen voor het beheer van de elektriciteitsdistributienet.
Indien de aangewezen netbeheerder op het moment van zijn aanwijzing niet eigenaar is van het net of geen gebruiksrecht heeft op dat net, geschiedt de aanwijzing onder de opschortende voorwaarde dat de netbeheerder dat eigendoms- of gebruiksrecht verwerft.]8
[6 ...]6.
[1 De Regering keurt de aanwijzings- en hernieuwingsprocedure van de distributienetbeheerder(s) goed.]1
[7 De netbeheerder mag aan zijn dochteronderneming de eigendom van de infrastructuur of van de netuitrusting niet overdragen.]7
§ 2. [2 De distributienetbeheerder wordt aangewezen voor een hernieuwbare termijn van maximum twintig jaar. Zijn mandaat eindigt in geval van ontbinding. [8 ...]8.]2
[6 [7 ...]7]6
[8 De in § 1 bedoelde procedure en voorwaarden zijn van toepassing :
1° wanneer de aanwijzing van een distributienetbeheerder de oorspronkelijk vastgestelde vervaldatum bereikt;
2° wanneer een wijziging van distributienetbeheerder plaatsvindt vóór het verstrijken van de aanwijzing, ongeacht de omstandigheden of de rechtshandeling die tot deze wijziging aanleiding heeft gegeven.
Voor de in het tweede lid, 2°, bedoelde gevallen is de nieuwe aanwijzing geldig tot de vervaldatum die oorspronkelijk is vastgesteld voor de aanwijzing van de vorige distributienetbeheerder.]8
[7 § 3.]7 Na advies van de "[4 CWaPE]4" mag de [5 Regering]5 de netbeheerder ontslaan wegens tekortkoming aan zijn verplichtingen krachtens voorliggend decreet of uitvoeringsbesluiten. [7 Wordt als een ernstige tekortkoming beschouwd, de niet-naleving van de bepalingen betreffende het aandeelhouderschap, de beheerorganen of de opdrachten van de distributienetbeheerders, en in voorkomend geval van hun dochterondernemingen, alsook de herhaalde tekortkoming aan de verplichtingen opgelegd door en krachtens dit decreet. De ernstige tekortkoming wordt vastgesteld na afloop van de termijn vastgelegd door de "CWaPE" om de distributienetbeheerder of zijn dochteronderneming de mogelijkheid te bieden om te voldoen aan de verplichtingen.]7
De [5 Regering]5 bepaalt de ontslagprocedure.
[8 § 4. De Regering kan de aanwijzingsvoorwaarden en -procedure bepalen ongeacht of deze aanwijzing op termijn of voor de vervaldatum van de oorspronkelijke aanwijzing gebeurt.]8
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 11, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 12, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 13, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,1°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(5)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(6)<DWG 2014-04-11/23, art. 7, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(7)<DWG 2018-05-11/02, art. 7, 031; Inwerkingtreding : 28-05-2018>
(8)<DWG 2018-11-08/04, art. 2, 034; Inwerkingtreding : 30-11-2018>
Art. 10bis.[1(vroeger § 3 van artikel 10 wordt artikel 10bis en wordt vervangen)]1 [1§ 1. [2 Als de gemeente ofwel ingesloten is, ofwel bevoorraad wordt door twee distributienetbeheerders, ofwel een andere distributienetbeheerder voorstelt dan degene wiens mandaat lopend is of verstrijkt, kan de Regering]2 die gemeente ertoe machtigen op eigen kosten over te gaan tot de onteigening ten algemenen nutte van het bedoelde distributienet indien zulks nodig is voor de uitvoering van de opdrachten van de voorgedragen netbeheerder. Op vraag van de gemeente kan de machtiging van de Regering betrekking hebben op delen van het net waarvan de gemeente reeds eigenaar is, maar waarop ze een zakelijk of persoonlijk recht heeft toegekend.
[2 ...]2.
[3 ...]3. De onteigeningsvergoeding wordt bepaald op basis van de waarde van het net zoals goedgekeurd door de bevoegde regulerende overheid.
Het plan van het distributienet dat als bijlage moet worden ingediend voor het onteigeningsverzoek bestaat uit de inventaris van de samenstellende elementen van het net die als basis dienen voor de evaluatie van het net door de bevoegde regulerende overheid, alsook, voor wat betreft de goederen opgenomen in het kadaster, uit de overeenstemmende kadastrale documenten.
Binnen de dertig dagen na de ontvangst van de aanvraag is de netbeheerder verplicht om het plan van het net over te maken aan de gemeente die daartoe de aanvraag heeft gedaan in het kader van of met het oog op een onteigeningsprocedure.
§ 2. Als de distributienetbeheerder van wie een deel van het net het voorwerp uitmaakt van de onteigening, een intercommunale is, moet de gemeente die is overgegaan tot de onteigening aan die intercommunale meedelen dat ze zich daaruit terugtrekt. In die veronderstelling, niettegenstaande elke statutaire bepaling, is geen stemming nodig. De gemeente moet aan de intercommunale en aan de andere vennoten de door experts geraamde schade herstellen die veroorzaakt wordt door haar terugtrekking.
In afwijking van artikel L1523-22 van het Waalse Wetboek van de plaatselijke democratie en van de decentralisatie, ingeval van de onteigening van het net, heeft de overname van het net door de gemeente onmiddellijk plaats na de betaling van de provisionele schadevergoeding, zonder dat alle verschuldigde bedragen aan de intercommunale effectief betaald werden aan deze laatste. De inbreng van het net aan de netbeheerder aangesteld onder opschortende voorwaarden kan evenwel slechts plaatsvinden na de overdracht aan die netbeheerder van het personeel dat rechtstreeks toegewezen is voor de distributie op het grondgebied van de gemeente, waarbij de activiteit ondertussen wordt uitgeoefend door de voormalige netbeheerder.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 13, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2018-11-08/04, art. 3, 034; Inwerkingtreding : 30-11-2018>
(3)<DWG 2018-11-22/12, art. 72, 039; Inwerkingtreding : 01-07-2019>
HOOFDSTUK III. - Beheer van de netten.
Art.11.§ 1. Het beheer van het transmissienet en van het plaatselijke distributienet wordt waargenomen door de beheerders aangewezen overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II.
[1 De netbeheerder staat in voor de uitvoering van de opdrachten gedefinieerd in dit decreet op een onafhankelijke, transparante en niet discriminerende manier ten opzichte van elke producent, leverancier, tussenpersoon en eindafnemer.]1
§ 2. [2 De netbeheerder staat in voor de exploitatie, het onderhoud en de ontwikkeling van het net waarvoor hij is aangewezen, onder voorwaarden die op sociaal, technisch en economisch vlak redelijk zijn, met inbegrip van de koppellijnen naar andere elektriciteitsnetten, teneinde de veiligheid en de continuïteit van de voorziening te waarborgen met inachtneming van het milieu en van de energie-efficiëntie. De Regering bepaalt het begrip voorwaarden die op sociaal, technisch en economisch vlak redelijk zijn.]2
[5 ...]5 is de netbeheerder [1 ...]1 [3 ...]3 belast met de volgende taken :
1° de verbetering, de vernieuwing en de uitbreiding van het net, inzonderheid in het kader van het aanpassingsplan, teneinde een adequate capaciteit te waarborgen om aan de behoeften te voldoen;
[2 1°bis de ontwikkeling van het vermogen inzake waarneming, controle en vooruitzichten van de elektriciteitsstromen om het operationeel beheer van het net te verzekeren;]2
2° het technisch beheer van de elektriciteitsstromen op het net en, [2 o.a., in het geval dat deze activiteiten hem worden opgedragen]2, de coördinatie van de inschakeling van de productie-installaties en het bepalen van het gebruik van de koppellijnen teneinde een permanent evenwicht te waarborgen tussen de vraag naar en het aanbod van elektriciteit;
3° met het oog hierop, de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het net waarborgen en, [2 o.a., in het geval dat deze activiteiten hem worden opgedragen]2, toezien op de beschikbaarheid van de nodige ondersteunende diensten en inzonderheid hulpdiensten in geval van defect van productie-eenheden;
4° [1 de telling van de elektriciteitsstr omen op de koppelingspunten met andere netten, op de toegangspunten van de [5 eindafnemers]5 en op de wisselpunten met de elektriciteitsproducenten, [5 de telling van de elektriciteitsvolumes verdeeld tussen actieve afnemers die collectief handelen in éénzelfde gebouw of in het kader van het delen van energie in een energiegemeenschap, evenals bij peer-to-peer uitwisseling]5 alsook het plaatsen en onderhouden van de tellers;]1
5° [1 de uitvoering van de openbare dienst verplichtingen die hem worden opgelegd door of krachtens dit decreet;]1
6° [5 Wat betreft de distributienetbeheerder]5 zorgen voor het onderhoud van de openbare verlichting;
[1 7° het opstellen, bewaren en bijwerken van de plannen van het net, alsook van de inventaris van de samenstellende elementen van het net.]1
[2 8° de voorrang geven aan installaties die hernieuwbare energiebronnen gebruiken [5 en vervolgens]5 aan installaties van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling tijdens het beheer van de congesties;
9° de productie of de aankoop van energie om de verliezen te dekken en om een reservecapaciteit te behouden, volgens doorzichtige en niet-discriminerende procedures door de voorrang te geven aan de groene elektriciteit wanneer ze geen meerkost tot gevolg heeft [5 en door als neutrale marktfacilitator op te treden]5;
10° bij de planning van de ontwikkeling van het net [5 f bij congestiebeheer, efficiëntiemaatregelen onderzoeken inzake energie-, opslag-, flexibiliteitsdienstverlening"]5 en opvang van de productie-installaties [5 om de verhoging, de vervanging van netcapaciteiten of de inzet van injectiebeperkingen als bepaald in de artikelen 25decies, §§ 3 en 4, en 26, §§ 2bis tot 2quinquies, te voorkomen]5;
11° fraude inzake elektrische installaties opzoeken, de installaties die ten gevolge van deze fraude beschadigd zijn, vervangen en rechtstreekse invordering bij de eindafnemer en/of de begunstigden voor de energie die niet betaald werd, de kosten i.v.m. deze energie alsook de technische en administratieve kosten i.v.m. het beheer van de fraude of de beschadiging van de installatie en dit, in het belang van de collectiviteit.]2
[3 12° een rol van marktfacilitator vervullen, namelijk om de energetische overgang uit te voeren.]3
[4 13° [5 het informeren van de CWaPE over elke situatie waarvan hij kennis heeft, met name in het kader van het onderzoek van de machtigings- of kennisgevingsaanvragen bij het delen van energie en die hem op het eerste gezicht onverenigbaar lijkt met de inachtneming, door de netgebruikers, van de verplichtingen die hen bij of krachtens dit decreet worden opgelegd;]5;
14° [5 wat betreft de distributienetbeheerder]5 de nakoming van de verplichtingen die hem bij of krachtens dit decreet zijn opgelegd in het kader van de aanleg en het beheer van slimme meters;
15° de nakoming van de verplichtingen die hem bij of krachtens dit decreet zijn opgelegd in het kader van de flexibiliteitsdiensten.]4
[5 "16° de samenwerking met de transmissienetbeheerder en de andere netbeheerders met het oog op de effectieve deelname van de marktdeelnemers, aangesloten op hun net, aan de detailhandels-, groothandels- en balanceringsmarkten, aan de activiteiten inzake het delen van energie en peer-to-peer handel, evenals voor de vervulling van hun wettelijke of reglementaire opdrachten;
17° het verstrekken, aan de netgebruikers, van de informatie die zij nodig hebben voor een doeltreffende toegang tot het net, gebruik ervan daaronder inbegrepen;
18° wat betreft de distributienetbeheerder, de rol van vervangingsleverancier waarnemen door deze functie desnoods geheel of gedeeltelijk over te dragen aan een derde, via een transparante en niet-discriminerende procedure;
19° [6 ...]6]5
[5 Betreffende 4°, kan enkel de distributienetbeheerder de tellingsgegevens op zijn net inzamelen. Hij kan ze aan de transmissienetbeheerder mededelen, overeenkomstig artikel 35septies, § 4. ]5
[3 Wat punt 12° betreft, na advies van de CWaPE en overleg met de distributienetbeheerders, bepaalt de Regering de omschrijving van deze rol van marktfacilitator en de praktische modaliteiten van zijn uitoefening.
Na advies van de "CWaPE" [5 bepaalt]5 de Regering bijkomende taken [5 ...]5 om de distributienetbeheerder in staat te stellen om het beheer van het net te verzekeren overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid.]3
[5 Betreffende 18° bepaalt de Regering, op voorstel van de CWaPE in overleg tot stand gekomen met de distributienetbeheerders en de leveranciers, de nadere regels voor de uitvoering en, in voorkomend geval, overdracht van deze rol van vervangingsleverancier. Deze nadere regels kunnen afhankelijk van het betrokken type eindafnemers en van de grootte van de in gebreke blijvende leverancier gedifferentieerd worden. ]5
[1 Desgevallend zet het technisch reglement de technische modaliteiten uiteen van de hierboven opgesomde taken, onverminderd voor de Regering om de uitvoeringsbesluiten die ze nodig acht, goed te keuren.]1
[4 § 3. [5 Bij het verwerven van hulpdiensten als bedoeld in paragraaf 2, lid 2, 3°, behandelt de netbeheerder de marktdeelnemers die de aggregatie beoefenen en de producenten op niet-discriminerende wijze. Hij neemt daartoe objectieve, transparante en niet-discriminerende marktgebaseerde regels aan die in coördinatie met de transmissienetbeheerder en de andere betrokken deelnemers uitgewerkt worden. De netbeheerder houdt met name rekening met de dwingende factoren die verband houden met de technische capaciteiten.
De technische vereisten voor de deelname aan de markt worden in samenwerking met de betrokken deelnemers en op voorstel van de netbeheerders door de CWaPE vastgesteld, rekening houdend met de technische kenmerken van bedoelde marketen en de met de capaciteiten van alle marktdeelnemers.
De verplichting tot verwerving van de hulpdiensten op marktgebaseerde procedures is niet van toepassing op de volledig geïntegreerde netwerkcomponenten of wanneer de CWaPE geëvalueerd heeft dat deze niet oordeelkundig is vanuit economisch oogpunt en een afwijking heeft toegestaan. In dat kader zijn artikel 8, paragrafen 2 en 2/1, niet van toepassing. De CWaPE kan richtsnoeren vaststellen om het beroep op de markt voor dit type diensten aan een economische evaluatie te onderwerpen]5.]4
[5 " § 4. Bij het verwerven van de maatregelen als bedoeld in paragraaf 2, lid 2, 10° neemt de netbeheerder objectieve, transparante en niet-discriminerende marktgebaseerde regels aan.
De netbeheerders bepalen, in overleg met de betrokken netgebruikers en na goedkeuring door de CWaPE, de specificaties voor de verworven flexibiliteitsdiensten en, in voorkomend geval, de standaardproducten voor deze diensten zodat een niet-discriminerende toegang en een daadwerkelijke deelname van alle marktdeelnemers worden gewaarborgd.
De verplichting tot verwering op de markt is niet van toepassing wanneer de CWaPE de evaluatie heeft gemaakt dat dit economisch niet doelzaam is of wanneer deze aankoop voor ernstige marktverstoringen of een hogere congestie kan zorgen. In dat kader zijn de procedures bedoeld in artikel 8, paragrafen §§ 2 en 2/1, niet van toepassing. De CWaPE kan richtsnoeren vaststellen om het beroep op de markt voor dit type diensten aan een economische evaluatie te onderwerpen.
De door de netbeheerder overeenkomstig paragraaf 2, tweede lid, 3° en 10° geïdentificeerde behoeften worden op transparante wijze meegedeeld op de site van de netbeheerder.]5
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 14, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 8, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2018-05-11/02, art. 8, 031; Inwerkingtreding : 28-05-2018>
(4)<DWG 2018-07-19/38, art. 4, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(5)<DWG 2022-05-05/38, art. 9, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(6)<DWG 2024-04-25/61, art. 6, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art.12.[1 § 1.]1 Na advies van de "[3 CWaPE]3" bepaalt de [4 Regering]4 de volgende maatregelen om te zorgen voor de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van het beheer van het [6 betrokken]6 net :
1° de regels betreffende de samenstelling en de werking van de beheersorganen van de netbeheerder om te vermijden dat producenten, [1 leveranciers]1 en tussenpersonen [1 alleen of gezamenlijk geen inbreuk kunnen plegen op de onafhankelijkheid van de netbeheerder]1;
2° de vereisten inzake de onafhankelijkheid van het in artikel 16 bedoelde personeel, van de netbeheerder ten aanzien van de producenten, [1 leveranciers]1 en tussenpersonen, namelijk vanuit financieel oogpunt;
3° de voorzorgsmaatregelen die de netbeheerder moet nemen om de vertrouwelijke aard te bewaren van de persoonlijke en handelsinformatie waarvan de netbeheerder op de hoogte is in de uitvoering van zijn taken;
4° de bepalingen om elke onderscheiding te vermijden tussen gebruikers of categorieën gebruikers van het net en, in het bijzonder, elke onderscheiding ten gunste van de netbeheerders alsook van ondernemingen verbonden met die vennoten of met de netbeheerder.
[5 § 1bis.[6 De netbeheerder]6 behandelt commercieel gevoelige informatie waarvan hij kennis krijgt bij de uitoefening van zijn activiteiten vertrouwelijk en verhindert dat informatie over zijn activiteiten, die commercieel gunstig kan zijn, op discriminerende wijze wordt verspreid.
[6 De netbeheerder en zijn personeel maken bovenbedoelde informatie niet over aan marktdeelnemers of aan ondernemingen die verbonden of verwant zijn met een marktdeelnemer. ]6
Hij onthoudt er zich ook van zijn eigen personeel [6 aan marktdeelnemers of aan ondernemingen die verbonden of verwant zijn met een marktdeelnemer]6 over te dragen.
[6 De netbeheerder]6 maakt [6 ...]6 geen misbruik van de commercieel gevoelige informatie die hij van derden heeft verkregen ter gelegenheid van hun toegang tot het net of tijdens de onderhandelingen over hun toegang tot het net.
De informatie die noodzakelijk is voor een efficiënte mededinging en voor een goede marktwerking wordt openbaar gemaakt. Deze verplichting doet geen afbreuk aan de bescherming van de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie.
[6 De netbeheerder maakt iedere gevoelige informatie waarvan hij kennis heeft bij het uitvoeren van zijn activiteiten of die nuttig is voor de uitvoering door de CWaPE van de opdrachten die haar bij of krachtens dit decreet zijn toevertrouwd, aan genoemde CWaPE over.]6
De Regering kan de regels bepalen i.v.m. de vertrouwelijkheid die op de [6 De netbeheerder]6 van toepassing is.]5
[2 § 2. In de Raad van Bestuur van de netbeheerder hebben alleen de onafhankelijke bestuurders toegang tot de vertrouwelijke gegevens.
Worden beschouwd als vertrouwelijke gegevens, met name de volgende gegevens :
1° de informatie per leveringspunt;
2° de geïndividualiseerde gegevens van het toegangscontract;
3° de geïndividualiseerde gegevens van het aansluitingscontract;
4° de aanvragen voor aansluiting of wijziging van vermogen of van aansluitingscapaciteit;
5° alle gegevens die door een netgebruiker worden meegedeeld in het kader van een oriënterende studie, van een detailstudie of van een aansluitingsstudie, behalve wanneer die openbaar werden gemaakt door de gebruiker zelf;
6° de veiligheidsvoorschriften en de toegangsprocedures die van kracht zijn bij de netgebruiker;
7° de planninggegevens zoals bedoeld in het technisch reglement, overgemaakt door de netgebruiker of de leverancier,
8° het schema van de interne installatie van de netgebruiker;
9° de aanvragen voor aansluiting van productie-installaties.
Na advies van de CWaPE kan de Regering andere vertrouwelijke gegevens definiëren.
Onverminderd de onverenigbaarheden die van toepassing zijn op de bestuurders van de netbeheerder, is het voor een bestuurder verboden om aanwezig te zijn op de beraadslaging van een orgaan van de netbeheerder over de onderwerpen waarbij de vennoot die hem heeft voorgesteld een rechtstreeks of onrechtstreeks belang heeft.
§ 3. Als de netbeheerder de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten heeft toevertrouwd aan een dochteronderneming, overeenkomstig artikel 16, § 2, zijn de maatregelen gedefinieerd door de Regering bij toepassing van § 1, 2°, 3° en 4° van toepassing op de voornoemde dochteronderneming en op het personeel daarvan. De maatregelen die bedoeld zijn voor het bewaren van de vertrouwelijkheid van de informatie, zijn evenwel niet van toepassing op de relaties tussen de dochteronderneming en de geassocieerde netbeheerder(s).
De bepalingen van paragraaf 2 zijn eveneens van toepassing op de bestuurders van de dochteronderneming bedoeld in artikel 16, § 2.
De Regering kan onverenigbaarheden formuleren die van toepassing zijn op de bestuurders van die dochteronderneming.]2
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 15, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 16, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,1°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(5)<DWG 2014-04-11/23, art. 9, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(6)<DWG 2022-05-05/38, art. 10, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art.13.[7[8 § 1.]8]7 In overleg met de netbeheerders, [4 en na raadpleging van de [5 beleidsgroep "Energie"]5,]4 [1 besluit de CWaPE]1 een enig technisch reglement op voor het beheer van en de toegang tot de distributienetten alsook een technisch reglement voor het beheer van en de toegang tot het plaatselijke transmissienet. Het technisch reglement wordt[8 ...]8]3 en wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Het bepaalt, o.a. :
1° [1 de minimale technische vereisten voor de aansluiting op het net van de installaties van de gebruikers van dat net [8 met inbegrip van de opslaginstallaties]8, alsook de aansluitingstermijnen;]1
2° de minimale technische vereisten voor de oprichting van de infrastructuren van het net;
3° [1 de minimale technische vereisten voor de installatie van de directe lijnen;]1
4° de procedure en de aanvullende regels betreffende de [1 ...]1 aanvraag om toegang tot het net, met inbegrip van de termijnen waarbinnen de netbeheerder moet antwoorden op die aanvragen;
5° de operationele regels waaraan de netbeheerder onderworpen is bij zijn technisch beheer van de elektriciteitsstromen en bij de maatregelen die hij dient te treffen om het hoofd te bieden aan problemen die de veiligheid en de continuïteit van de voorziening kunnen schaden;
6° [6 ...]6
7° de prioriteit die moet worden gegeven aan de ingraving van elektrische lijnen bij de verbetering, de vernieuwing en de uitbreiding van het net;
8° de ondersteunende diensten die de netbeheerder moet inrichten;
9° de informatie en gegevens die de netgebruikers moeten verstrekken aan de netbeheerder;
10° [1 de samenwerkingsmodaliteiten met de netbeheerders die aan elkaar gekoppeld zijn, de minimale inhoud van de samenwerkingsovereenkomsten, alsook de informatie die moet verstrekt worden door de netbeheerder aan die beheerders, met het oog op het verzekeren van een veilige en efficiënte uitbating, een gecoördineerde ontwikkeling en een wisselwerking tussen de gekoppelde netten;]1
11° [1 de modaliteiten en de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling van installaties van de netgebruiker aan de netbeheerder om te voldoen aan de beheersbehoeften van het net.]1
[2 12° de inlichtingen die door de distributienetbeheerder moeten worden verstrekt aan de leveranciers [8 aan de energiegemeenschappen en aan de vertegenwoordigers van de actieve afnemers die collectief handelen in éénzelfde gebouw]8, met name op het vlak van de telling. Het technisch reglement definieert de prestatiedoelstellingen die de netbeheerder in dat verband moet naleven;
13° de technische en administratieve voorschriften die van toepassing zijn op de privé-netten [4 en op de gesloten beroepsnetten]4 en de technische verplichtingen [4 van die]4 [4 ...]4 netbeheerder;
14° [8 ...]8
15° de minimale inhoud van het aanpassingsplan alsook de goedkeuringsprocedure van dat plan;
16° de nodige maatregelen op het vlak van de informatica die door de netbeheerders, collectief of individueel, moeten worden genomen met het oog op de goede werking van het net.]2
[4 17° de gevallen waarin de schorsing van de toegang, de buitendienststelling of de wegname van een aansluiting, de oplegging van aanpassingen aan de installaties van de netgebruiker, zelfs hun afschaffing door de wegbeheerder worden toegelaten en de desbetreffende modaliteiten.]4
[6 18° de technische bepalingen om een niet-discriminerende toegang tot de flexibiliteit te organiseren met inachtneming van de operationele veiligheidseisen van het net;
19° de informatie die moet worden verstrekt en de regels voor de toegang tot deze in het kader van de levering van flexibiliteitsdiensten.]6
[7 § 2. Overeenkomstig artikel 4.2, derde lid, van Verordening (EU) 2016/631 van de Commissie van 14 april 2016 tot vaststelling van een netcode betreffende eisen voor de aansluiting van elektriciteitsproducenten op het net en Verordening (EU) 2016/1388 van de Commissie van 17 augustus 2016 tot vaststelling van een netcode voor aansluiting van verbruikers is de CWaPE gemachtigd om te bepalen welke eenheden voor de productie van elektriciteit, verbruiksinstallaties aangesloten op een lokaal transmissienet, distributienetinstallaties aangesloten op een transmissienet, distributienetten en verbruikseenheden, moeten worden beschouwd als bestaande in de zin van deze verordeningen, wegens specifieke omstandigheden die verband houden met het verschil tussen de datum van sluiting van het definitieve en het bindende contract voor de aankoop van het hoofdbestanddeel van de productie, het verbruik of de consumptie-eenheid en de datum van goedkeuring door de CWaPE van de eisen van algemene toepassing respectievelijk bedoeld in de artikelen 7 en 6 van die verordeningen.]7
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 17, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 18, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2014-04-11/23, art. 10, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(5)<DWG 2017-02-16/37, art. 62, 028; Inwerkingtreding : 04-07-2017>
(6)<DWG 2018-07-19/38, art. 5, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(7)<DWG 2018-07-17/04, art. 117bis, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(8)<DWG 2022-05-05/38, art. 11, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 13bis.[1 [2 De "MIG" die van toepassing is in het Waalse Gewest wordt uitgewerkt door de distributienetbeheerders na overleg met de leveranciers in samenwerkingsplatform waar het geheel van de leveranciers, toegangsgerechtigden en transmissienetbeheerders worden vertegenwoordigd.]2. De "CWaPE" beschikt over een vetorecht tegen de beslissingen die in dit platform worden genomen. Het vetorecht is van toepassing als er een beslissing wordt genomen die in strijd is met het decreet, zijn uitvoeringsbesluiten of het algemeen belang. De Regering bepaalt de procedure en de modaliteiten voor de uitoefening van het vetorecht.]1
[2 De "CWaPE" [3 , de toegangsgerechtigden en de netbeheerders]3 publiceren een link naar de website waarop de MIG wordt gepubliceerd. De bepalingen van de MIG moeten de bepalingen van dit decreet en van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten naleven.]2
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2014-04-11/23, art. 11, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(2)<DWG 2018-07-19/38, art. 6, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(3)<DWG 2022-05-05/38, art. 12, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art.14.
<Opgeheven bij DWG 2022-05-05/38, art. 13, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art.15.§ 1. [1 In overleg met de CWaPE [6 en na raadpleging van de netgebruikers en de andere betrokken netbeheerders waarvan de resultaten bekendgemaakt worden op de site van de netbeheerder]6 maakt elk van de netbeheerders een aanpassingsplan op van het net waarvan zij het beheer verzekeren, met het oog op het verzekeren van een ononderbroken bevoorrading, van de veiligheid en van de ontwikkeling van dat net [4 onder voorwaarden die op sociaal, technisch en economisch vlak redelijk zijn. De Regering bepaalt het begrip voorwaarden die op sociaal, technisch en economisch vlak redelijk zijn]4.
[6 De CWaPE stelt de richtsnoeren vast om de nadere raadplegingsregels bedoeld in het eerste lid nader te bepalen.]6
[4 Bij het opmaken van hun aanpassingsplan bekijken de netbeheerders o.a. de maatregelen voor een intelligent beheer van het net, [6 voor flexibiliteit, voor opslag]6, voor energie-efficiëntie, voor integratie van de gedecentraliseerde producties en voor buigzame toegang [7 of enige andere alternatieve bron]7 om de versterking van de capaciteit van het net te voorkomen.]4
De technische reglementen preciseren de planning en de uitvoerings- [4 en bijwerkings]4 modaliteiten van het aanpassingsplan.
Het aanpassingsplan van de distributienetten dekt een periode [4 [6 van vijf jaar, en vanaf het vierde jaar van de lopende tariefperiode wordt minstens de dekking van de volgende tariefperiode mogelijk gemaak-6]4. [6 Iedere nieuwe versie van het aanpassingsplan wordt, bij de vaststelling ervan, bekendgemaakt op de website van de distributienetbeheerder.]6.
[4 [6 Jaarlijks legt de lokale transmissienetbeheerder zijn aanpassingsplan voor het lokale transmissienet, gebaseerd op het bestaande vraag en aanbod en op de vooruitzichten dienaangaande, aan de CWaPE voor. Dit plan dekt een periode van tien jaar en houdt rekening met de gegevens opgenomen in het ontwikkelingsplan van de transmissienetbeheerder bedoeld in artikel 13, § 1, lid 2, van de elektriciteitswet.
Elke nieuwe versie van het aanpassingsplan wordt door de lokale transmissienetbeheerder op diens website bekendgemaakt.
Het aanpassingsplan van het lokale transmissienet wijst de marktdeelnemers op de hoofdstructuren die tijdens de tien eerstvolgende jaren dienen te worden aangelegd of opgeschaald. Daarin wordt de omstandige planning opgenomen van alle investeringen waartoe is besloten voor de drie eerstvolgende jaren en wordt eveneens een indicatieve planning opgemaakt van de gezamenlijke projecten die in de vijf eerstvolgende jaren uitgevoerd zouden kunnen worden. Het technisch reglement voorziet in een vereenvoudigde procedure voor het bijwerken ervan]6.]4]1
[6 ...]6
Het aanpassingsplan van het plaatselijke transmissienet wordt opgemaakt parallel met het ontwikkelingsplan bedoeld in artikel 13, § 1, lid 2, van de Elektriciteitswet.
§ 2. Het ontwikkelingsplan bevat een gedetailleerde raming van de behoeften aan distributie- of plaatselijke vervoercapaciteit, met aanduiding van de onderliggende hypothesen [4 rekening houdend met de vermoedelijke evolutie van het verbruik [7 , met inbegrip van de oplaadpunten,]7 en de gedecentraliseerde producties alsook met de maatregelen i.v.m. het intelligente beheer van de netten]4, en bepaalt het investeringsprogramma dat de netbeheerder zich verbindt uit te voeren om aan deze behoeften te voldoen [4 onder voorwaarden die op sociaal, technisch en economisch vlak redelijk zijn]4 [2 en de budgettaire middelen die hij daarvoor wil aanwenden. Elk plan bevat een opvolgingsverslag over de voorgaande plannen.]2.
[4 Het aanpassingsplan bevat tenminste de volgende gegevens :
1° een omschrijving van de bestaande infrastructuur, van haar verouderde staat en van haar gebruiksgraad, met vermelding voor de maavoornaamste structurerende uitrustingen op het niveau van de middenspanning, hun leeftijdspiramide en de vergelijking tussen de piekmetingen en hun technische capaciteit;
2° een schatting en een omschrijving van de capaciteitsbehoeften, rekening houdend met de waarschijnlijke evolutie van de productie, [7 van de opslaginstallaties]7 van het verbruik, [7 van de oplaadpunten]7 [6 ...]6, van de maatregelen van energie-efficiëntie en van [6 flexibilitei]6 en van de uitwisselingen met de andere netten;
3° een beschrijving van de ingezette middelen en van de te verwezenlijken investeringen om in de geschatte behoeften te voorzien, met inbegrip van, [6 de informaticamiddelen en de communicatie-uitrustingen]6 desgevallend, de versterking of de aanleg van interconnecties, evenals een lijst van de belangrijke investeringen waartoe reeds besloten werd, een beschrijving van de nieuwe belangrijke investeringen die tijdens de bedoelde periode verwezenlijkt moeten worden en een kalender voor deze investeringsprojecten;
4° de vaststelling van de nagestreefde kwaliteitsdoelstellingen, in het bijzonder betreffende de duur van de pannes en de kwaliteit van de spanning;
5° de lijst van de acties die tijdens het afgelopen jaar dringend zijn uitgevoerd;
6° [5 het aanlegplan van de slimme meters, met inbegrip van met name de identificatie en de rechtvaardiging van de in artikel 35, § 1, bedoelde prioritaire segmenten of sectoren, alsmede de stand van vordering van de plaatsing van slimme meters en de activering van hun communicatiefunctie;]5
7° de maatregelen genomen in het kader van de bevoorrading en de aansluiting van de productie-eenheden, de identificatie en de kwantificering van de eventuele meerkosten i.v.m. de integratie van de producties van groene elektriciteit, met name de voorrang die gegeven wordt aan de productie-eenheden die hernieuwbare energiebronnen gebruiken, of de kwaliteitswarmtekrachtkoppelingen;
8° op basis van de doelstellingen inzake productie van groene energie, een cartografie van het middenspannings- en hoogspanningsnet dat gebieden in kaart brengt waarvoor een aanpassing nodig is om de producties van groene elektriciteit te integreren overeenkomstig artikel 26;
9° het beleid inzake beperking van de technische en administratieve verliezen.]4
§ 3. [3 Als de CWaPE vaststelt dat het aanpassingsplan niet de mogelijkheid biedt aan de netbeheerder om zijn wettelijke verplichtingen na te komen, gelast ze die om die situatie te verhelpen binnen een redelijke termijn die zij bepaalt.]3
[4 § 4. De netbeheerders dienen de in hun aanpassingsplannen vermelde investeringen uit te voeren, behalve in een geval van overmacht of om dwingende redenen die zij niet onder controle hebben.
§ 5. De CWaPE houdt toezicht op en controleert de uitvoering van de aanpassingsplannen. De CWaPE [6 legt]6 aan de netbeheerders de uitvoering van het geheel of een gedeelte van de investeringen [6 op]6 die krachtens deze aanpassingsplannen uitgevoerd hadden moeten worden.]4 [6 Als laatstgenooemden nog altijd relevant zijn, rekening houdend met de meest recente versie van de aanpassingsplannen.]6
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 20, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 21, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 22, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2014-04-11/23, art. 13, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(5)<DWG 2018-07-19/38, art. 7, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(6)<DWG 2022-05-05/38, art. 14, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(7)<DWG 2024-04-25/61, art. 7, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 15bis.[1 § 1. [2 Privénetten zijn verboden, behalve in volgende gevallen :
1° de privénetten waarvan het verbruik van de stroomafwaartse afnemers tijdelijk is en hoogstens twaalf weken per jaar in beslag neemt, zoals de markten, evenementen, kermissen,...;
2° de privénetten waarvan het verbruik van de residentiële stroomafwaartse afnemers slechts een bestanddeel vormt van een globale dienstverlening die hen [3 door de beheerder van de locatie wordt aangeboden met name in het kader van de bezetting van garages, studentenkamers, kamers in een rust- of vakantiehuis]3;
3° de permanente woningen waarvan de lijst door de Regering wordt bepaald; in dit geval is de beheerder van het privénet de natuurlijke of rechtspersoon die het beheer van de permanente woning waarneemt of diens afgevaardigde;
4° de privénetten gelegen in éénzelfde kantoorgebouw.]2
§ 2. De privénetbeheerder is verantwoordelijk voor de uitbating [2 , het onderhoud en de veiligheid van het privénet]2. [2 De respectieve rechten en verplichtingen van de privénetbeheerder en van de stroomafwaartse afnemer worden bepaald door de Regering, na advies van de CWaPE.]2.
§ 3. [2 De privénetbeheerder sluit een aansluitingscontract met de beheerder van het plaatselijk transmissienet of van het distributienet waarop hij aangesloten is en een toegangscontract met de beheerder van het plaatselijk transmissienet.]2]1
[2 § 4. Het privénet is slechts via één punt aangesloten op het distributienet of het plaatselijk transmissienet, behalve een voorafgaande toestemming van meervoudige aansluiting door de netbeheerder waarop hij aangesloten is.]2
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 23, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 14, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2018-07-17/04, art. 118, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
Art. 15ter.[1 § 1er. [2 De gesloten beroepsnetten zijn onderworpen aan de toekenning van een individuele vergunning verleend door de CWaPE na raadpleging van de distributienetbeheerder en, in voorkomend geval, van de transmissienetbeheerder of de plaatselijke transmissienetbeheerder waarop het gesloten net zich wil aansluiten]2. Ze wordt op de site van de CWaPE bekendgemaakt.
In afwijking van het vorig lid, voor de bestaande gesloten beroepsnetten op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze bepaling of ontstaan uit het afstaan aan derde van een deel van een bestaand intern net op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze bepaling ten gevolge van de verwerving van een deel van de locatie door een andere onderneming, geeft de netbeheerder zijn net aan bij de CWaPE binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze bepaling of van deze verwerving. Via deze aangifte verwerft hij de hoedanigheid van beheerder van gesloten beroepsnet.
Bij de inbedrijfstelling van nieuwe eenheden voor de productie van elektriciteit (noodgroep uitgesloten) binnen een bestaand of toekomstig gesloten beroepsnet moet minstens vijftig percent van de productiecapaciteit van elektriciteit uit een groene bron zijn wanneer het op technisch en economisch vlak gerechtvaardigd is. De energetische valorisatie van de afval die ter plaatste geproduceerd wordt, zal overwogen worden in de gesloten beroepsnetten met inachtneming van de toepasselijke wetgeving en voor zover ze op technisch en economisch vlak gerechtvaardig is.
Voor de gesloten beroepsnetten bedoeld in het tweede lid moet de netbeheerder op eigen kosten de technische overeenstemming laten nakijken door een erkende instelling waarvan het verslag aan de CWaPE wordt overgemaakt binnen het jaar dat zijn net wordt aangegeven.
De voorwaarden, [2 modaliteiten, procedure voor de toekenning van de individuele vergunning [3 , de situaties die niet overeenstemmen met een gesloten beroepsnet]3 [4 zoals met name de privatieve installatie waarmee een netgebruiker uitsluitend met elektriciteit bevoorraadt voor de uitbating van oplaadpunten]4 en de bijdrage die moet worden betaald voor het onderzoek van het dossier]2 worden door de Regering bepaald, na advies van de CWaPE. De vergunning bedoeld in het eerste lid bevat bovendien de aanwijzing van een beheerder van gesloten beroepsnet.
[4 § 1bis. Voor zover dit decreet en de besluiten ervan geen specifieke bepalingen bevatten, wordt het gesloten beroepsnet in het kader van dit decreet en de besluiten ervan gelijkgesteld met het distributienet.
In afwijking van lid 1 wordt de beheerder van het gesloten beroepsnet vrijgesteld van volgende verplichtingen:
1° de verplichtingen bepaald in de artikelen 3 tot 7bis betreffende de aanwijzing van de lokale transmissienet- en de distributienetbeheerders, evenals de verplichtingen bedoeld in de artikelen 10 en 10bis;
2° de verplichting bepaald in artikel 8, § 1, lid 1, om geen participaties in handen te hebben in het kapitaal van producenten, leveranciers, tussenpersonen en energiegemeenschappen en niet lid te zijn van laatstgenoemden, in artikel 8, § 1, lid 2, betreffende de productie-activiteit en in artikel 8, § 1, lid 3, om enkel activiteiten uit te voereen vallend onder zijn opdracht inzake openbare dienstverlening;
3° de verplichting bepaald in artikel 8, § 1, lid 4, om noch rechtstreeks noch onrechtstreeks participaties in handen te hebben in het kapitaal van producenten, leveranciers, tussenpersonen en energiegemeenschappen;
4° de verplichting bepaald in artikel 8, § 2, lid 1, om geen handelsactiviteiten die verwant zijn met energie te verwezenlijken;
5° de verplichting bepaald in artikel 8, § 4, om elke vervreemding van de infrastructuur en van de uitrusting die deel uitmaken van het net aan de instemming van de Regering voor te leggen;
6° de verplichting om het net aan te leggen op grond van een aanpassingsplan dat beantwoordt aan de vereisten vastgesteld bij artikel 15, evenals de verplichtingen betreffende dat aanpassingsplan als bepaald bij artikel 11, § 2, lid 2, 1° en 10° ;
7° de verplichting bepaald in artikel 11, § 2, lid 2, 5°, om de verplichtingen inzake openbare dienstverlening als opgelegd bij artikel 34, § 1, 2°, a), c), d) en j), 4°, b), c), g) en h), 6°, 7° en 11° uit te voeren;
8° de verplichting bepaald in artikel 11, § 2, lid 2, 6°, om een onderhoudsdienst voor te stellen voor de openbare verlichting;
9° de verplichting bepaald bij artikel 11, § 2, lid 2, 14°, om communicerende meters te ontplooien en te beheren overeenkomstig de artikelen 35 tot 35ter;
10° de verplichting bepaald bij artikel 11, § 2, lid 2, 188° betreffende de vervangingsleverancier;
11° [5 ...]5;
12° [5 ...]5;
13° de verplichtingen, bepaald bij en krachtens artikel 12, §§ 1, 2 en 3, opgelegd aan de geïntegreerde elektriciteitsbedrijven;
14° de verplichtingen bepaald krachtens artikel 13 en het technisch reglement, behoudens wat betreft de bepalingen van het technisch reglement die specifiek de gesloten beroepsnetten beogen, overeenkomstig artikel 13, § 1, 13° ;
15° de verplichtingen in verband met de deelname aan de uitwerking van de MIG en de bekendmaking ervan zoals bepaald in artikel 13bis;
16° de verplichting bepaald bij artikel 20 inzake afdracht van de jaarlijkse gewestelijke retributie voor inneming van het openbaar domein;
17° de verplichtingen bepaald bij de artikelen 25bis tot 25nonies betreffende de vergoedingsmechanismen;
18° de verplichting om productie-installaties op hun net aan te sluiten overeenkomstig artikel 25decies;
19° de verplichting bepaald bij artikel 35quater, § 4, om geen leverancier te zijn van flexibiliteitsdiensten.
[5 20° de verplichting om reglementen, contracten en algemene voorwaarden ter goedkeuring voor te leggen aan de CWaPE, zoals bepaald in artikel 43, § 2, tweede lid, 2°;]5
In afwijking van het eerste lid kan de CWaPE de beheerder van het gesloten beroepsnet vrijstellen van de volgende verplichtingen:
1° de verplichting bepaald in artikel 8, § 2/1, om geen eigenaar te zijn van een energieopslaginstallatie, noch deze te ontwikkelen, te beheren of uit te baten;
2° de verplichting bepaald in artikel 8, § 2/2, om geen eigenaar te zijn van oplaadpunten voor elektrische voertuigen, noch ze te ontwikkelen, te beheren of uit te baten;
3° de verplichting bepaald in artikel 11, § 2, lid 2, 9°, om energie te kopen om de verliezen te dekken en een reservecapaciteit in stand te houden;
4° de verplichting bepaald in artikel 11, § 3, met betrekking tot de koop van hulpdiensten;
5° de verplichting om erover te waken dat de tarieven worden goedgekeurd voor inwerkingtreding ervan, overeenkomstig de regels bepaald in het tariefdecreet.
De CWaPE kan, bij beslissing met een algemene draagwijdte, de op de datum van inwerkingtreding van deze paragraaf bestaande gesloten beroepsnetten vrijstellen van de verplichtingen opgelijst in het derde lid.]4
§ 2. [4 De beheerder van een gesloten beroepsnet dient volgende specifieke verplichtingen in acht te nemen]4 :
1° elke beheerder van een gesloten beroepsnet moet bij de CWaPE zijn gesloten beroepsnet aangeven en ook de eventuele ontwikkeling van eenheden voor de productie van elektriciteit die op dit net zijn aangesloten;
2° elke beheerder van een gesloten beroepsnet onthoudt zich, in het kader van deze functie, van elke discriminatie tussen de gebruikers van zijn gesloten beroepsnet;
3° [4 iedere beheerder van een gesloten beroepsnet werkt zijn nettarieven uit volgens een transparante, nauwkeurige en duidelijk omschreven berekeningsmethode. De berekeningsmethode en de tarieven worden op de website van de beheerder van het gesloten beroepsnet voor inwerkingtreding ervan bekendgemaakt.-4;
4° [4 iedere beheerder van een gesloten beroepsnet stelt de nadere regels vast voor de aansluiting op en de toegang tot zijn net via een contract met de gebruikers van het gesloten beroepsnet. In die contracten worden o.a. nader bepaald:
a) de technische minimumeisen voor het ontwerp en de werking van de installaties die aangesloten zijn op het gesloten beroepsnet, de maximale aansluitingsvermogens en de kenmerken van de geleverde voorzieningen;
b) de nadere commerciële regels van de aansluiting op het gesloten beroepsnet en de toegang daartoe;
c) de voorwaarden voor het afsluiten van de aansluiting bij niet-inachtneming van de contractuele verplichtingen of voor de veiligheid van het gesloten beroepsnet]4;
5° iedere beheerder van een gesloten beroepsnet bezorgt de gebruikers van het gesloten beroepsnet dat hij beheert :
a) een gedetailleerde en duidelijke factuur, gebaseerd op hun verbruik of eigen injecties en op [4 de tarieven]4;
b) [4 In voorkomend geval,]4 een juiste verdeling, op hun facturen, van de meerkosten toegepast op de facturen voor transmissie, plaatselijke transmissie en distributie in overeenstemming met de meerkostbeginselen;
c) de mededeling van de relevante gegevens van hun verbruik en/of injecties, evenals de informatie voor een efficiënte toegang tot het net;
6°[4 ...]4
7° [4 ...]4
8° [4 ...]4
9° de beheerder van het gesloten beroepsnet het effectief in aanmerking komen van [4 downstream]4 de afnemer die erom verzoekt, garanderen wanneer geen mandaat is toegestaan overeenkomstig artikel 31, § 1.
[4 § 2bis. Overeenkomstig de procedure als bedoeld in artikel 48bis kan een gebruiker van een gesloten beroepsnet een betwisting aan de CWaPE richten voor iedere betwisting met betrekking tot [5 elke bepaling die door een professionele gesloten netbeheerder wordt opgelegd bij reglement, contract of algemene voorwaarden, alsook met betrekking tot]5 de berekeningsmethode of de tarieven van de beheerder van het gesloten beroepsnet.
De CWaPE maakt richtsnoeren bekend tot vaststelling van duidelijke en transparante criteria op basis waarvan zij de verificatie en de controle van de vaststelling van de berekeningsmethodes van de tarieven en de tarieven van de beheerders van de gesloten beroepsnetten zal verrichten.
De richtsnoeren kunnen met name verwijzen naar begrippen zoals stabiliteit, redelijkheid, proportionaliteit, algemeen belang, belang van de gebruikers van het gesloten beroepsnet. De CWaPE maakt gebruik van een beoordelingsvermogen die zij uitoefent in functie van de concrete omstandigheden die haar worden voorgelegd bij de controle op de inachtneming van de berekeningsmethode van de tarieven en de tarieven van de beheerders van de gesloten beroepsnetten.]4
§ 3. [2 De beheerder van het gesloten beroepsnet sluit een aansluitingscontract met de netbeheerder waarop hij aangesloten is. In de gevallen bedoeld in het technisch Reglement, sluit de beheerder van het gesloten beroepsnet een toegangscontract met de netbeheerder waarop hij aangesloten is.]2
§ 4. Behoudens voorafgaandelijke toelating van de beheerder van het lokale transmissienet of uitdrukkelijke overeenkomst in het aansluitingscontract met duidelijke vermelding van de modaliteiten is er maar één aansluiting tussen het distributienet [2 , het (plaatselijk) transmissienet]2 en het gesloten beroepsnet. Deze bepaling geldt niet voor noodvoedingen.]1
[4 § 5. Bij ontstentenis van de vaststelling door de beheerder van het gesloten beroepsnet van eisen inzake de algemene toepassing krachtens artikelen 6.1 van Verordening (EU) 2016//1388 van de Commissie van 17 augustus 2016 tot vaststelling van een netcode voor aansluiting van verbruikers en 7.1 van Verordening (EU) 2016/631 van de Commissie van 14 april 2016 tot vaststelling van een netcode betreffende eisen voor de aansluiting van elektriciteitsproducenten op het net zijn de eisen van de beheerder van een distributienet, een lokaal transmissienet of een transmissienet waarop het gesloten beroepsnet aangesloten is standaard daarin van toepassing. Hoe dan ook zijn deze zelfde bepalingen van toepassing op het aansluitingspunt.]4
----------
(1)<DWG 2014-04-11/23, art. 15, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(2)<DWG 2018-07-17/04, art. 119, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(3)<DWG 2019-05-02/77, art. 4, 040; Inwerkingtreding : 23-09-2019>
(4)<DWG 2022-05-05/38, art. 15, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(5)<DWG 2024-04-25/61, art. 8, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 15quater.
<Opgeheven bij DWG 2014-04-11/23, art. 16, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
Art.16.[1 § 1. [3 De distributienetbeheerder beschikt over voldoende en geschoold personeel dat rechtstreeks afhangt van de distributienetbeheerder en dat niet voor een producent, leverancier, tussenpersoon of elke andere verbonden vennootschap werkt, om de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 11 te verzekeren. Mits instemming van de "CWaPE" mag hij, alleen of in samenwerking met één of meerdere distributienetbeheerders, het geheel of een gedeelte van de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten bedoeld in artikel 11 evenwel toevertrouwen aan een dochteronderneming opgericht overeenkomstig paragraaf 2.]3
§ 2. [3 ...]3
[3 De dochteronderneming bedoeld in paragraaf 1 vervult de volgende voorwaarden :]3
1° de dochteronderneming vormt een juridische entiteit die losstaat van elke producent, leverancier of tussenpersoon;
2° [3 de dochteronderneming is honderd percent in het bezit van de distributienetbeheerder(s) die haar, geheel of gedeeltelijk, de dagelijkse uitbating van hun activiteit hebben toevertrouwd, en, in voorkomend geval, de aandeelhouders ervan. De drempels van bezit van het maatschappelijk kapitaal van de dochteronderneming [4 Als de dochteronderneming in handen is van de aandeelhouders van de distributienetbeheerder(s), leven]4 leven de voorschriften van artikel 7, eerste lid, 1° en 2° van dit decreet na.]3
[2 2°bis [3 ingeval aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen van de dochteronderneming afzonderlijk bezeten zouden worden [4 ofwel]4 door de overheid die rechtstreeks of onrechtstreeks participaties in het maatschappelijk kapitaal van een producent, leverancier of tussenpersoon bezit [4 in de zin van artikel 1,22, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, behoudens wanneer het een participatie betreft in een energiegemeenschap, ofwel overheden die zelf producenten maar niet zelfproducenten, leveranciers of tussenpersonen zijn]4, beletten haar statuten dat één van deze aandeelhouders individueel, rechtstreeks of onrechtstreeks, een beslissing kan verwerpen, blokkeren of opleggen of een besluitname verhinderen;]3]2
[3 2°ter de dochteronderneming bezit niet rechtstreeks of onrechtstreeks aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen van de producenten, leveranciers of tussenpersonen;]3
3° de statuten daarvan passen strikte regels toe van corporate governance die minstens het volgende voorzien :
a) [3 de raad van bestuur is uitsluitend samengesteld uit bestuurders]3 in de betekenis van artikel 2, 20°, [3 en deze worden]3 voorgedragen [3 onder de leden van de raad of de raden van bestuur van de beheerder(s)]3;
b) [4 ...]4
c) de raad van bestuur richt in zijn midden de volgende comités op [3 ...]3 die de raad van bestuur bijstaan in zijn beslissingen of die een adviserende bevoegdheid hebben :
- een auditcomité, belast met het onderzoek van de rekeningen en de controle van het budget;
[4 ...]4
- een comité voor benoemingen en vergoedingen, belast om voorstellen te doen aan de raad van bestuur over de aanwerving van de persoon die belast zal worden met de algemene leiding en met de kaderleden die rechtstreeks aan die persoon rapporteren, alsook met hun vergoeding;
4° [3 ...]3
5° [2 [3 de dochteronderneming mag geen]3 andere activiteiten uitvoeren dan die welke verbonden zijn met de dagelijkse uitbating van de activiteiten die uitgeoefend worden in de sectoren van het gas en de elektriciteit door de geassocieerde netbeheerder(s).
[3 6° om de dagelijkse uitbating van de activiteiten toevertrouwd door de distributienetbeheerder(s) te verzekeren, beschikt de dochteronderneming over voldoende en geschoold personeel dat rechtstreeks afhangt van de dochteronderneming en dat niet voor een producent, leverancier, tussenpersoon of elke andere verbonden vennootschap werkt.]3
[3 ...]3]2
§ 3. De statuten van de dochteronderneming en de overeenkomst van aandeelhouders, alsook de lijst van de bestuurders en van het leidinggevend personeel worden overgemaakt [3 aan de minister en aan de "CWaPE"]3 binnen de drie maanden volgend op de oprichting van de dochteronderneming.
Elke wijziging van het aandeelhouderschap van de dochteronderneming, van haar statuten, van de overeenkomst van aandeelhouders [3 en]3 van de raad van bestuur worden ter informatie overgemaakt [3 aan de minister en aan de "CWaPE"]3.]1
[2 § 4. [3 De dochteronderneming die met de uitoefening van de opdracht wordt belast overeenkomstig paragraaf 2, mag de aldus toevertrouwde uitoefening van hun opdrachten en verplichtingen niet aan een substructuur overdragen.]3]2
[3 § 5. Elke aandeelhouder van de distributienetbeheerder die niet tot de in artikel 7, eerste lid, 1° en 2°, bedoelde categorie van aandeelhouders behoort, mag rechtstreeks of onrechtstreeks aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen van de dochteronderneming opgericht door deze distributienetbeheerder bezitten, als de volgende voorwaarden vervuld zijn :
1° de statuten van de dochteronderneming bepalen dat elke beslissing de meerderheid van stemmen vereist, uitgebracht door de afgevaardigden van de personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, 1°en 2°;
2° deze statuten bevatten geen enkele bepaling waarbij de aandeelhouders bedoeld in deze paragraaf, individueel dan wel collectief, een beslissing kunnen verwerpen, blokkeren of opleggen of een besluitname verhinderen;
3° niettegenstaande artikel 1523-12, § 2, van het Waalse Wetboek van de plaatselijke democratie en van de decentralisatie, bepalen de statuten van de dochteronderneming dat elke statutaire wijziging, met uitzondering van de bepalingen betreffende de wettelijke bescherming van de minderheidsvennoten, de eenvoudige meerderheid vereist van de stemmen uitgebracht door de afgevaardigden aanwezig op de algemene vergadering en de tweederde meerderheid van de stemmen uitgebracht door de afgevaardigden van de personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, 1° en 2°";
4° de statuten van de dochteronderneming bepalen dat elke persoon die niet tot de in artikel 7, eerste lid, 1° en 2°, bedoelde categorie van aandeelhouders behoort, enkel aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen van de dochteronderneming mag kopen of verkopen met de toelating van de Regering, na advies van de "CWaPE".]3
[3 § 6. Voor het overige, zijn de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en van de decentralisatie toepasselijk op de distributienetbeheerders van toepassing op de dochteronderneming opgericht overeenkomstig paragraaf 2.]3
[3 § 7. De distributienetbeheerder en zijn dochteronderneming opgericht overeenkomstig paragraaf 2 kunnen de uitvoering van sommige punctuele werken aan een onderaannemer toevertrouwen zonder dat deze werken betrekking kunnen hebben op het geheel van één van de rubrieken van de taken opgesomd in artikel 11, § 2, tweede lid. De distributienetbeheerder, of in voorkomend geval, zijn dochteronderneming, is geacht houder te zijn van de opdrachten en verplichtingen die voortvloeien uit dit decreet.]3
[3 § 8. In afwijking van paragraaf 2, kan de distributienetbeheerder evenwel, na goedkeuring van de "CWaPE", aan een dochteronderneming opgericht met andere openbare of privé vennoten, andere taken dan die bedoeld in artikel 11 toevertrouwen, voor zover zij door of krachtens de wettelijke en reglementaire bepalingen voorzien zijn.
In afwijking van het vorig lid, wordt de goedkeuring van de "CWaPE" niet vereist voor de taken toevertrouwd door de distributienetbeheerders aan het platform voor informatie-uitwisseling opgericht krachtens artikel 1, 11°, van het decreet van 30 april 2009 betreffende de informatie, de coördinatie en de organisatie van de werven onder, op of boven de wegen of waterlopen, op de datum van inwerkingtreding van dit decreet.]3
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 24, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 17, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2018-05-11/02, art. 9, 031; Inwerkingtreding : 28-05-2018>
(4)<DWG 2022-05-05/38, art. 16, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 16/1. [1 De beheerder van het plaatselijke transmissienet beschikt over voldoende en geschoold personeel dat rechtstreeks afhangt van hem en dat niet voor een producent, leverancier of tussenpersoon of elke andere verbonden persoon werkt, om de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 11 te verzekeren, onverminderd de mogelijkheid om beroep te doen op onderaannemers voor de uitvoering van een deel van de taken en werken. Hij mag evenwel het geheel of een gedeelte van de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten toevertrouwen aan een dochteronderneming overeenkomstig de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2018-05-11/02, art. 10, 031; Inwerkingtreding : 28-05-2018>
Art. 16bis.[1 § 1. De leden van de beheersorganen en het personeel van de netbeheerder zijn gehouden door het beroepsgeheim. Ze mogen aan geen enkele persoon de vertrouwelijke inlichtingen verspreiden waarvan ze kennis hebben als gevolg van hun functies bij de netbeheerder in het kader van de uitvoering van de taken bedoeld in artikel 11, behalve wanneer ze opgeroepen worden om te getuigen in de rechtspraak en onverminderd mededelingen aan de beheerders van andere netten, aan de CWaPE of andere regulatoren [2 aan de Minister of aan derden [3 ,]3 die handelen onder dekking van het beroepsgeheim, die uitdrukkelijk voorzien of toegestaan zijn door wettelijke of reglementaire bepalingen. ]2.
Elke inbreuk op dit artikel wordt bestraft met de straffen die voorzien zijn door artikel 458 van het Strafwetboek.
Als de netbeheerder de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten toevertrouwd heeft aan een dochteronderneming, zijn de leden van de beheersorganen en het personeel van die dochteronderneming onderworpen aan dezelfde verplichting inzake het beroepsgeheim. Die verplichting is evenwel niet geldig in de relaties tussen de dochteronderneming en de geassocieerde netbeheerder(s).
§ 2. De netbeheerder en, desgevallend, de dochteronderneming bedoeld in artikel 16, definiëren de procedure en de aanwervingsvoorwaarden van hun eigen personeel.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 25, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2022-05-05/38, art. 17, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(3)<DWG 2024-04-25/61, art. 9, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
HOOFDSTUK IV. - Rechten en verplichtingen van de netbeheerder.
Art.17. [1 (vroeger artikel 17 wordt artikel 20bis)]1
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 26, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Afdeling 1. - [1 Rechten en verplichtingen van de netbeheerder op het openbaar domein.]1
----------
(1)
Art.18.§ 1. De netbeheerder mag onder of boven het openbaar domein alle werken uitvoeren die nodig zijn voor de installatie, de werking en het onderhoud van de infrastructuren van voornoemd net met inachtneming van de vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen [1 , en onder de voorwaarden gedefinieerd in deze sectie]1.
§ 2. Het Gewest [2 en de publiekrechtelijke rechtspersonen die daarvan afhangen]2, de provincies en de gemeenten mogen de vestiging of het tracé van de op hun openbaar domein gelegen netinfrastructuren alsmede de desbetreffende werken wijzigen. De aldus aangebrachte wijzigingen zijn voor rekening van de netbeheerder als ze worden opgelegd ofwel om een reden i.v.m. de openbare veiligheid, ofwel om de schoonheid van een site te bewaren, ofwel in het belang van een openbare dienst of van de waterlopen, kanalen en openbare wegen, ofwel wegens wijzigingen aangebracht aan de toegangen van de eigendommen gelegen langs de openbare weg. In de andere gevallen zijn ze voor rekening van het Gewest [2 of van de publiekrechtelijke rechtspersonen die daarvan afhangen]2, de provincie of de gemeente die dan om een voorafgaande kostenraming mogen verzoeken en, in geval van onenigheid over de prijs van de uit te voeren werken, zelf mogen overgaan tot deze uitvoering.
In afwijking van het vorige lid zijn de kosten van de werken voor rekening van het Waalse Gewest [3 of een publiekrechtelijke rechtspersoon die daarvan afhangt]3, wanneer de netbeheerder door dit laatste wordt belast met wijzigingen op zijn domein of in het kader van zijn bevoegdheden [3 of van de publiekrechtelijke persoon die daarvan afhangt]3. Wanneer privaatrechtelijke rechtspersonen lid zijn van de netbeheerder, zijn de kosten van de werken enkel voor rekening van het Waalse Gewest op voorwaarde dat de netbeheerder zich ertoe verbindt de hele schuldvergelijking gedragen door het Waalse Gewest aan de publiekrechtelijke personen die hem samenstellen, toe te kennen.
[4 § 3. [5 De netbeheerder of de privé-netbeheerder]5 laat de toegang toe tot zijn fysieke infrastructuren aan elke operator van elektronische communicatie met het oog op de aanleg van elementen van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid in antwoord op een redelijke aanvraag om toegang volgens billijke en redelijke modaliteiten en voorwaarden, met inbegrip van het prijsniveau. Deze schriftelijke aanvraag maakt uitvoerig melding van de elementen van het project waarvoor de toegang wordt aangevraagd, met inbegrip van een nauwkeurig tijdschema. De Regering bepaalt de procedure, de billijke en redelijke modaliteiten en voorwaarden van deze toegang.
Binnen twee maanden na ontvangst van de volledige aanvraag bezorgt [5 de netbeheerder of de privé-netbeheerder]5 zijn beslissing aan de operator van elektronische communicatie. Elke weigering van toegang is gegrond op objectieve, transparante en evenredige criteria zoals:
1° de technische capaciteit van de infrastructuur waaraan de toegang werd gevraagd;
2° de beschikbare ruimte om de elementen van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid op te nemen, met inbegrip van de toekomstige behoeften van de operator van elektronische communicatie die op voldoende wijze door laatstgenoemde werden bewezen;
3° overwegingen inzake veiligheid en openbare gezondheid;
4° de integriteit en de veiligheid van het net;
5° het risico op ernstige interferentie tussen de geplande diensten van elektronische communicatie en de andere diensten verstrekt met behulp van dezelfde fysieke infrastructuren;
6° de vraag of [5 de netbeheerder of de privé-netbeheerder]5 beschikt over levensvatbare alternatieve middelen voor het verlenen van wholesaletoegang tot de fysieke netwerkinfrastructuur die geschikt zijn voor het aanbieden van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid, op voorwaarde dat de toegang onder billijke en redelijke voorwaarden wordt verleend;
7° het evenredig gebruik van de beschikbare ruimte en ervoor zorgen dat [5 de netbeheerder of de privé-netbeheerder]5 eigenaars van de fysieke infrastructuur kunnen beschikken over een voldoende reserveruimte voor hun eigen toekomstige investeringen;
8° het risico voor de veiligheid van de communicatiesystemen van de meters en slimme netten in geval van toegang tot de infrastructuur van [5 de netbeheerder of de privé-netbeheerder]5 door derde personeel.
Indien uiterlijk twee maanden vanaf de datum van ontvangst van het verzoek, toegang wordt geweigerd of geen overeenstemming wordt bereikt over specifieke eisen en voorwaarden, met inbegrip van de prijs, heeft elke partij het recht deze kwestie door te verwijzen naar de instantie voor geschillenbeslechting inzake netwerkinfrastructuur.
§ 4. De minimuminformatie betreffende de fysieke infrastructuren worden verstrekt:
1° langs de elektronische weg, door het centraal informatiepunt;
2° als deze informatie niet beschikbaar is via het centraal informatiepunt, op gewoon verzoek, door de netbeheerder, [5 de netbeheerder of de privé-netbeheerder]5 aan elke operator van elektronische communicatie met hoge snelheid die de toegang tot de fysieke infrastructuren wenst te vragen.
De minimuminformatie bedoeld in het eerste lid heeft betrekking op :
1° locatie en route;
2° aard en huidig gebruik van de infrastructuur;
3° een contactpunt.
De Regering bepaalt de modaliteiten van de aanvraag.
De toegang tot de minimuminformatie kan beperkt worden om redenen betreffende de veiligheid en integriteit van de netwerken, de nationale veiligheid, de volksgezondheid of de veiligheid, de vertrouwelijkheid en de bescherming van handels- en bedrijfsgeheimen.
§ 5. Op specifiek, schriftelijk verzoek van een onderneming die openbare communicatienetwerken aanbiedt of waaraan vergunning voor het aanbieden van openbare communicatienetwerken is verleend, gaat de netbeheerder,[5 de netbeheerder of de privé-netbeheerder]5, in op redelijke verzoeken tot inspecties ter plaatse van specifieke elementen van zijn fysieke infrastructuren, onverminderd de beperkingen omschreven in paragraaf 4, vierde lid. In dat verzoek worden de elementen van het betrokken netwerk gespecificeerd met het oog op de aanleg van elementen van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid.
Inspecties ter plaatse van de gespecificeerde elementen van de fysieke infrastructuur moeten uiterlijk één maand vanaf de datum van ontvangst van het schriftelijk verzoek worden toegestaan, waarbij evenredige, niet-discriminerende en transparante voorwaarden worden gehanteerd. De personen die de toestemming gekregen hebben moeten de procedures en veiligheidsmaatregelen die hun worden meegedeeld, naleven.
Wanneer een geschil ontstaat in verband met de in de paragrafen 3, 4 en 5 vermelde rechten en verplichtingen, heeft elke partij bij het geschil het recht het geschil door te verwijzen naar de instantie voor geschillenbeslechting inzake netwerkinfrastructuur, onverminderd de mogelijkheid voor elke partij om de zaak aanhangig te maken bij een rechtbank.
De ondernemingen die openbare communicatienetwerken aanbieden of waaraan vergunning voor het aanbieden van openbare communicatienetwerken is verleend, nemen de nodige maatregelen ter bescherming van vertrouwelijkheid en handels- en bedrijfsgeheimen.]4
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 28, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 29, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 30, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2017-10-26/04, art. 3, 030; Inwerkingtreding : 20-11-2017>
(5)<DWG 2022-05-05/38, art. 18, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art.19. <Opgeheven bij DWG 2009-04-30/77, art. 49, 010; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 31-12-2012 ; overgangsbepalingen : art. 51>
Art.20.De netbeheerder moet een jaarlijkse [2 gewestelijk]2 retributie betalen aan de gemeenten wegens bezetting van het openbaar domein door het net waarvoor hij voor het beheer zorgt [4 In geval van fusie van distributienetbeheerders, kan door de distributienetbeheerder een jaarlijkse gewestelijke retributie worden bepaald die overeenstemt met de geografische zone die is aangesloten door de voormalige distributienetbeheerders die op 31 december 2012 bestaan. In dit geval zijn de parameters van de formule waarmee rekening moet worden gehouden voor het opmaken van de retributie degenen die betrekking hebben op de geografische zone die is aangesloten door de voormalige distributienetbeheerder.]4.
Voor het jaar n en voor een bepaalde gemeente wordt het bedrag van de in het vorige lid bedoelde retributie vastgesteld volgens de volgende formule :
R = M x kWuGR x (0,6 K + 0,4 L)
Waarbij :
1° M = een vast bedrag inbegrepen [2 tussen 0,0005 en 0,0025 euro]2 per kWu dat wordt vastgesteld door de [3 Regering]3;
2° kWuGR = het totale volume elektriciteit gebracht op het bedoelde net verminderd met de elektriciteit overgedragen op een net voor het jaar n-l [1 en met de elektriciteit afgenomen door de gemeente als eindafnemer]1;
3° [K = het aantal kWu gemeten door de netbeheerder op het grondgebied van de gemeente [1 , behalve het verbruik van de gemeente die optreedt als eindafnemer]1, gedeeld door kWuGR]; <DWG 2002-12-19/81, art. 55, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
4° L = de lengte van de [door de wegbeheerder beheerde] elektrische lijnen geplaatst op het grondgebied van de gemeente gedurende het jaar n-l, gedeeld door de lengte van de elektrische lijnen beheerd door de netbeheerder in kwestie voor het bovenvermelde jaar. <DWG 2002-12-19/81, art. 55, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
[2 Het bedrag van de te betalen bijdrage wordt bepaald op basis van een verklaring die door de netbeheerder wordt overgemaakt. De Regering mag dat bedrag indexeren op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen.]2
Bij de installatie van nieuwe netinfrastructuren wordt de retributie betaald aan de gemeenten door de netbeheerder vanaf het aanslagjaar van het jaar volgend op de in artikel 19 bedoelde kennisgeving of vergunning.
[4 De netbeheerder wentelt de bijdrage van het jaar "n" op verspreide wijze af op het jaar "n" door de toegangsgerechtigden een extralast aan te rekenen voor het gebruik van het net door hun eindafnemers op basis van de kWu gefactureerd in het jaar "n".]4
De [3 Regering]3 bepaalt [de procedure en] de modaliteiten voor de inning van de retributie en het beroep van de netbeheerder [en van de gemeente]. <DWG 2002-12-19/81, art. 55, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
[1 De leverancier ziet ervan af om de sommen die verschuldigd zijn als retributie bedoeld bij dit artikel aan te rekenen aan de gemeenten die optreden als eindafnemer.]1
----------
(1)<DWG 2008-03-05/37, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 29-03-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 31, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2014-04-11/23, art. 18, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
Afdeling 2. - [1 Rechten van de netbeheerder op de privé-eigendommen.]1
----------
(1)
Onderafdeling I. [1 - Installatie van bovengrondse elektrische lijnen.]1
----------
(1)
Art. 20bis.[1 (vroeger artikel 17 wordt artikel 20bis)]1 [1 Om de in het technisch reglement bedoelde voorschriften na te komen mag de netbeheerder :
1° dragers en verankeringen voor bovengrondse elektrische lijnen voorgoed plaatsen op de buitenmuren en gevels die op de openbare weg uitkomen;
2° bovengrondse elektrische lijnen zonder verbinding, noch aanraking laten installeren boven private eigendommen;
3° de takken van de bomen inkorten die zich vlakbij de bovengrondse elektrische lijnen bevinden en die kortsluitingen zouden kunnen veroorzaken of schade aanrichten aan de installaties. Behalve dringende noodzaak is het recht om de boomtakken in te korten evenwel afhankelijk van de weigering van de eigenaar om tot het snoeien over te gaan, ofwel van het feit dat hij gedurende één maand het verzoek om ertoe over te gaan [1 zonder gevolg laat]1.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 26, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Onderafdeling II. [1 - Verklaring van openbaar nut.]1
----------
(1)
Art.21.§ 1. De [4 Regering]4 mag na onderzoek verklaren dat het van algemeen nut is netinfrastructuren onder, op of boven onbebouwde privé-terreinen aan te leggen.
Met deze verklaring van algemeen nut mag de netbeheerder in het belang van wie ze wordt gedaan, dergelijke installaties onder, op of boven deze private terreinen oprichten, erop toezicht houden en de voor hun werking en onderhoud nodige werken uitvoeren onder de in voornoemde verklaring bepaalde voorwaarden.
De werken mogen slechts beginnen na afloop van een termijn van twee maanden te rekenen van het moment waarop de betrokken eigenaars [1 , houders van zakelijk recht]1 en huurders daarvan bij ter post aangetekende brief in kennis worden gesteld.
[2 (vroeger artikel 22, L1 wordt artikel 21, § 1bis)]2 [2 § 1bis. De gedeeltelijke bezitneming van het [2 privéfonds]2 moet het gebruik waarvoor dit laatste wordt bestemd, in acht nemen. De bezitneming heeft geen ontzetting als gevolg maar vestigt een wettelijke erfdienstbaarheid van algemeen nut die elke handeling van dien aard dat ze nadelig is voor de installaties voor distributie van elektriciteit of voor hun exploitatie, verbiedt.]2
§ 2. [3 de netbeheerder, begunstigde van de erfdienstbaarheid voorzien in § 1bis]3 moet een toelage betalen ten gunste van de eigenaar van het met deze erfdienstbaarheid bezwaarde fonds of van de houders van aan dit erf gebonden zakelijke rechten.
De toelage kan het voorwerp uitmaken van een enige betaling. In dat geval wordt ze beschouwd als forfaitaire toelage : ze is ook betaalbaar in de vorm van een vooruit te betalen jaarlijkse retributie.
§ 3. De [4 Regering]4 bepaalt :
1° de voor de in § 1 bedoelde verklaring van algemeen nut te volgen procedure, met name de vorm van de aanvraag, de documenten die erbij moeten worden gevoegd, de behandeling van het dossier en de onderzoeken die uitgevoerd moeten worden door de met een dergelijke aanvraag belaste overheden, de termijnen waarin de bevoegde overheid moet beslissen en haar beslissing mededelen aan de aanvrager en de voor het onderzoek van het dossier te betalen retributie;
2° de wijze van berekening van de in § 2 bedoelde retributies alsmede de wijze voor het indexeren ervan.
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 35, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 36, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 37, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art.22. [1 (vroeger lid 1 wordt artikel 21, § 1bis)]1
De eigenaar van het [2 met een erfdienstbaarheid zoals die bedoeld in artikel 21, § 1bis]2 bezwaarde erf mag binnen de door de [3 Regering]3 bepaalde termijn de Minister op de hoogte brengen dat hij aan de [2 netbeheerder]2 verzoekt om het betrokken terrein aan te kopen. Als geen minnelijke verkoopschikking kan worden getroffen tussen de eigenaar van het bezwaarde erf en de netbeheerder zijn de bepalingen van artikel 25 van toepassing.
[2 De Regering bepaalt de rechten en verplichtingen van de eventuele houder van zakelijk recht of van de eventuele huurder in het kader van de verkoop van dat fonds.]2
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 36, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 38, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art.23. [1 § 1. Als de eigenaar van het bezwaarde erf of diegene die het recht heeft om daar gebouwen op te plaatsen, beslist om daarop te bouwen, maakt hij zijn beslissing bekend aan de netbeheerder via een aangetekend schrijven. De netbeheerder zal verplicht zijn om de netinfrastructuren te verplaatsen of te verwijderen indien de betrokkene dat vraagt.
§ 2. Als hij de verplaatsing van de infrastructuren vraagt om op het bezwaarde erf te bouwen, mag de betrokkene pas zes maanden na de in § 1 bedoelde kennisgeving starten met de werken. Desgevallend kan de minister een bijkomende termijn toekennen aan de netbeheerder om deze de mogelijkheid te bieden om de vereiste vergunningen te bekomen voor die verplaatsing. Hij brengt de eigenaar van het erf daarvan op de hoogte.
De kosten van de verplaatsing of van de verwijdering van de netinfrastructuren zijn ten laste van de netbeheerder.
§ 3. Als de betrokkene niet vraagt dat de infrastructuren worden verplaatst, behoudt de netbeheerder het recht om toezicht uit te oefenen op die installaties en om de werken uit te voeren die nodig zijn voor de werking daarvan, alsook voor het onderhoud en de herstelling daarvan.
§ 4. Op het ogenblik van de ontvangst van de kennisgeving bedoeld in § kan de netbeheerder aan de eigenaar van het bezwaarde erf voorstellen om het terrein te kopen. Hij brengt de minister daarvan op de hoogte. Indien niet tot een minnelijke schikking wordt gekomen, zijn de bepalingen van artikel 25 van toepassing.]1
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 39, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art.24. <Opgeheven bij DWG 2008-07-17/53, art. 40, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art.25.De netbeheerder voor wie een besluit van de [1 Regering]1 tot verklaring van algemeen nut is genomen, mag op eigen verzoek en binnen de perken van dat besluit door de [1 Regering]1 gemachtigd worden om namens het Gewest maar op eigen kosten voort te gaan met de nodige onteigeningen. [2 ...]2.
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2018-11-22/12, art. 73, 039; Inwerkingtreding : 01-07-2019>
Afdeling III. [1 - Vergoedingsplichten.]1
----------
(1)
Onderafdeling I. [1 - Vergoeding voor een langdurige stroomonderbreking.]1
----------
(1)
Art. 25bis.[1 § 1. Elke niet geplande stroomonderbreking die langer duurt dan zes opeenvolgende uren en die ontstaan is op een distributienet of een plaatselijk transmissienet geeft aanleiding tot een vergoeding ten laste van de netbeheerder door wie de onderbreking of het aanblijven daarvan zijn opgetreden, ten voordele van de eindafnemer die aangesloten is op het distributienet.
Die vergoeding is niet verschuldigd als de stroomonderbreking en het aanhouden daarvan gedurende meer dan zes opeenvolgende uren veroorzaakt werden door een geval van overmacht.
§ 2. [4 De in paragraaf 1 bedoelde vergoeding is van rechtswege verschuldigd, zonder dat de eindafnemer een vergoedingsaanvraag hoeft in te dienen bij de netbeheerder waarop hij is aangesloten]4.
Om de aanvraag van de betrokken afnemers te vergemakkelijken, stelt de netbeheerder aan de eindafnemers een formulier ter beschikking voor de aanvraag van de vergoeding, dat werd goedgekeurd door de CWaPE. Dat formulier is met name beschikbaar op de internetsite van de netbeheerder.
De vergoeding is vastgesteld op 100 euro voor elke [3 schijf van zes uur aangesneden na de eerste zes uur onderbreking]3.
De aansluitingscontracten kunnen een hoger bedrag voorzien.
§ 3. [4 De netbeheerder stelt de eindafnemer binnen 30 kalenderdagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de dag waarop de onderbrekingsperiode is geëindigd, in kennis van de inleiding van de vergoedingsprocedure en vraagt de bankrekening op waarop de vergoeding moet worden gestort.]4
[4 Binnen de dertig dagen volgend op de datum van het aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel zoals bedoeld in § 2, " vervangen door de woorden "Binnen de dertig dagen volgend op de mededeling van deze informatie door de eindafnemer,]4, wordt de vergoeding gestort op de bankrekening van de eindafnemer door de netbeheerder bij wie de eindafnemer is aangesloten. Die netbeheerder wordt in de rechten van de eindafnemer gesteld ten opzichte van de netbeheerder door wiens toedoen de onderbreking of het aanhouden daarvan zijn opgetreden. Deze laatste vergoedt de netbeheerder die de eindafnemer heeft vergoed binnen de dertig kalenderdagen volgend op de aanvraag die aan hem werd gericht.
Als de stroomonderbreking en het aanhouden daarvan veroorzaakt werden door twee verschillende netbeheerders, wordt tussen beiden een solidariteit gecreëerd voor de betaling van de vergoeding, waarvan de kosten tussen beiden in gelijke delen worden verdeeld.
[4 § 3bis. Indien de onderbreking van de levering en het voortduren ervan gedurende meer dan zes opeenvolgende uren beide worden veroorzaakt door overmacht, maakt de netbeheerder binnen dertig kalenderdagen vanaf de dag die volgt op de dag waarop de onderbrekingsperiode is afgelopen, op zijn website bekend waarom de onderbreking niet zal worden vergoed, op basis van feitelijke elementen die dit ontbreken van vergoeding rechtvaardigen en van elk gedetailleerd verslag, met name gestaafd door technische elementen, weerberichten, foto's of notulen, over de omstandigheden van het betrokken incident.]4
§ 4. In geval van betwisting over de duur en de oorsprong van de stroomonderbreking en het aanhouden daarvan [3 beslist de CWaPE]3 binnen de [3 zestig]3 kalenderdagen, [3 te rekenen van de dag waarop het dossier door de CWaPE ontvankelijk is verklaard]3 op vraag van de meest gerede partij.]1
[3 Als de CWaPE beslist over de gegrondheid van de vergoedingsaanvraag, maar de netbeheerder het verschuldigde bedrag zonder gegronde reden niet binnen dertig kalenderdagen na ontvangst van het advies aan de eindafnemer betaalt, kan de CWaPE hem gelasten om over te gaan tot de betaling van de vergoeding.]3
[2 Op straffe van onontvankelijkheid moet de klacht aan de CWaPE worden bekendgemaakt binnen een termijn van één jaar vanaf de betekening van de betwiste beslissing of, bij gebrek aan beslissing, vanaf de uiterste datum waarop de netbeheerder diende uitspraak te doen over de vergoedingsaanvraag.]2
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 19, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2018-07-17/04, art. 120, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(4)<DWG 2022-05-05/38, art. 19, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Onderafdeling II. - [1 Vergoeding verschuldigd ingevolge een administratieve vergissing, een laattijdige aansluiting of een vertraging van het eenheidsloket]1
----------
(1)
Art. 25ter.[1 § 1. Elke niet elektriciteitsvoorziening die een schending vormt van dit decreet of van de uitvoeringsbesluiten daarvan ingevolge een administratieve vergissing die begaan werd door de distributienetbeheerder, verplicht die beheerder om aan de eindafnemer een forfaitaire dagvergoeding te betalen van 125 euro tot de herstelling van de voeding, met een maximum van 1875 euro. De kosten van de sluiting en de herstelling van de voeding worden eveneens gedragen door de [3 distributienetbeheerder]3 beheerder, en kunnen niet worden doorberekend aan de eindafnemer.
Buiten het geval bedoeld in lid 1 heeft elke eindafnemer bovendien recht op een maandelijkse forfaitaire vergoeding van 100 euro ten laste van de distributienetbeheerder, aangezien die niet op een correcte wijze gevolg heeft gegeven aan een aanvraag tot verandering van leverancier door een leverancier op vraag van de eindafnemer, kan het contract gesloten met de nieuwe leverancier niet effectief in werking treden op de door de partijen overeengekomen datum.
§ 2. De eindafnemer richt de vergoedingsaanvraag tot de [3 distributienetbeheerder]3 bij wie hij is aangesloten, via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel, binnen de [2 zestig]2 kalenderdagen volgend op het optreden van de niet stroomvoorziening of op de kennisname door de eindafnemer van de vergissing in de procedure betreffende de verandering van leverancier. De eindafnemer vermeldt daarop de gegevens die nodig zijn voor de behandeling van zijn aanvraag. Om [3 de aanvraag van de betrokken eindafnemer]3 te vergemakkelijken, stelt [3 distributienetbeheerder]3 aan de eindafnemers een formulier ter beschikking voor de aanvraag van de vergoeding, dat werd goedgekeurd door de CWaPE. Dat formulier is met name beschikbaar op de internetsite van de [3 distributienetbeheerder]3.
De [3 distributienetbeheerder]3 [3 vergoedt de eindafnemer binnen de dertig kalenderdagen]3 volgend op de ontvangst van de vergoedingsaanvraag.
Als de [3 distributienetbeheerder]3 meent dat de niet stroomvoorziening of de vergissing in de procedure betreffende de verandering van leverancier het gevolg is van een vergissing van een leverancier, meldt hij [3 dat aan de eindafnemer binnen de dertig kalenderdagen]3 volgend op de ontvangst van de vergoedingsaanvraag, en richt hij de aanvraag, binnen dezelfde termijn, rechtstreeks tot die leverancier.
De leverancier is verplicht om de vergoedingsaanvraag te behandelen en, desgevallend, de vergoeding te storten binnen dezelfde termijnen als die welke van toepassing zijn op de [3 distributienetbeheerder]3.
§ 3. Bij ontstentenis van een antwoord vande[3 distributienetbeheerder]3 of van de leverancier binnen de vereiste termijnen, of in geval van een weigering van de vergoeding, [3 kan de eindafnemer zich richten tot de]3 Gewestelijke Bemiddelingsdienst zoals bedoeld in artikel 48. [2 Op straffe van onontvankelijkheid moet deze klacht maximum binnen drie maanden vanaf de betekening van de betwiste beslissing worden ingediend of, bij gebrek aan beslissing, vanaf de uiterste datum waarop de distributienetbeheerder, of in voorkomend geval, de leverancier, diende uitspraak te doen over de vergoedingsaanvraag.]2.
Opdat de aanvraag ontvankelijk zou zijn, moet de aanvrager [2 binnen de termijn bedoeld in het eerste lid]2 het schriftelijke bewijs leveren dat hij vooraf zonder succes heeft geprobeerd om de betaling van de vergoeding rechtstreeks te bekomen bij de netbeheerder en de leverancier.
De Gewestelijke Bemiddelingsdienst behandelt het dossier. [2 De gewestelijke bemiddelingsdienst bepaalt de termijn waarbinnen de informatie overgemaakt moet worden, bij gebrek is de termijn vastgelegd op 15 kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag. Binnen dertig kalenderdagen na ontvangst van het dossier of van de aanvullende gegevens,]2 als die meent dat de vergoedingsaanvraag gegrond is, stelt deze [2 ...]2 een adviesvoorstel op dat deze via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel aan de netbeheerder bekendmaakt. Deze laatste beschikt over vijftien kalenderdagen volgend op de ontvangst van de kennisgeving om zijn bemerkingen te formuleren die hij via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel aan de Gewestelijke Bemiddelingsdienst richt. Als deze vaststelt dat de niet voorziening of de vergissing in de procedure betreffende de verandering van leverancier het gevolg is van een vergissing van een leverancier, geeft hij aan die leverancier kennis van het adviesvoorstel, overeenkomstig artikel 31bis, § 2, lid 1. Hij brengt de eindafnemer daarvan op de hoogte.
Binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van de bemerkingen van de netbeheerder of van de leverancier wordt het definitieve advies van de Gewestelijke Bemiddelingsdienst via een aangetekend schrijven bekendgemaakt aan de netbeheerder, aan de eindafnemer en aan de betrokken leveranciers.
Indien de netbeheerder of de leverancier geen bemerkingen meedeelt binnen de 50 kalenderdagen na de kennisgeving van het voorstel van advies bedoeld in het vorige lid, wordt het definitieve advies van de Gewestelijke Bemiddelingsdienst onverwijld via aangetekend schrijven bekendgemaakt aan de betrokken netbeheerder, eindafnemer en leverancier. In de mate van het mogelijke vermeldt het advies duidelijk wie, van de netbeheerder tot de leverancier, verantwoordelijk is voor de niet voorziening van elektriciteit.
Als de persoon die door de Gewestelijke Bemiddelingsdienst werd aangewezen als verantwoordelijke, zonder gegronde reden afziet van de verschuldigde betaling aan de eindafnemer binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van het definitief advies, kan de CWaPE hem gelasten om over te gaan tot die betaling. [2 ...]2.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 21, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2022-05-05/38, art. 20, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 25quater.[1 § 1. [5 Elke natuurlijke of rechtspersoon die om aansluiting heeft verzocht,]5 heeft recht op een forfaitaire dagvergoeding ten laste van de netbeheerder als deze de effectieve aansluiting [5 , met inbegrip van de wijziging van de bestaande aansluiting,]5 niet heeft gerealiseerd binnen de volgende termijnen :
1° voor de aansluiting [5 bij laagspanning voor een onderschreven vermogen van 56 kVA of minder]5, binnen een termijn van dertig kalenderdagen [2 die, behalve [5 andersluidend verzoek van de aansluitingsaanvrager aanvaard door de netbeheerder]5, begint te lopen vanaf de datum waarop de betaling van het bedrag van het aansluitingsaanbod door de [4 distributienetbeheerder]4 is ontvangen]2. [3 De termijn wordt opgeschort tijdens de periode tussen de aanvraag en de ontvangst van de vereiste vergunningen en toelatingen]3; [4 Indien een versterking of uitbreiding van het net voorafgaand aan de aansluitingswerkzaamheden onontbeerlijk is, wordt de termijn verlengd tot zestig kalenderdagen.]4
2° voor de [4 [5 andere aansluitingen bij laagspanning]5]4, binnen de termijn vermeld in het schrijven dat door de netbeheerder aan de afnemer werd gericht, en waarin de technische en financiële voorwaarden van de aansluiting worden vermeld. [2 die, behalve [5 andersluidend verzoek van de aansluitingsaanvrager aanvaard door de netbeheerder]5, begint te lopen vanaf de datum waarop de betaling van het bedrag van het aansluitingsaanbod door de netbeheerder is ontvangen]2. [3 De termijn wordt opgeschort tijdens de periode tussen de aanvraag en de ontvangst van de vereiste vergunningen en toelatingen]3;
3° voor de [4 [5 aansluitingen bij hoogspanning]5]4, binnen de termijn vermeld in het aansluitingscontract [2 , [5 die, behalve andersluidend verzoek van de aansluitingsaanvrager aanvaard door de netbeheerder, begint te lopen]5 vanaf de datum waarop de betaling van het bedrag van het aansluitingsaanbod door de netbeheerder is ontvangen]2. [3 De termijn wordt opgeschort tijdens de periode tussen de aanvraag en de ontvangst van de vereiste vergunningen en toelatingen.]3
De verschuldigde dagvergoeding bedraagt 25 euro voor [5 de aanvragers van een laagspanningsaansluiting voor een onderschreven vermogen van 56 kVA of minder]5, 50 euro voor [5 de andere aanvragers van een laaspanningsaansluiting]5 en 100 euro voor [5 de aanvragers van een hoogspanningsaansluiting]5.
[2 In de onderstaande gevallen is geen enkele vergoeding verschuldigd :
1° indien de niet-naleving bedoeld hierboven voortvloeit uit de niet uitvoering door de [4 [5 de aansluitingsaanvrager]5]4 van de werken te zijner laste;
2° als de verplichtingen die voorafgaan aan de uitvoering van de aansluiting door [4 [5 de aansluitingsaanvrager]5]4 niet worden nageleefd.]2
[5 De in deze paragraaf bedoelde termijnen kunnen in onderling overleg tussen de netbeheerder en elke natuurlijke of rechtspersoon die om aansluiting heeft verzocht, worden verlengd.]5
§ 2. De [5 natuurlijke of rechtspersoon die om aansluiting heeft verzocht]5 richt de vergoedingsaanvraag tot de netbeheerder bij wie hij is aangesloten, via een aangetekend schrijven, [3 binnen de zestig kalenderdagen na de effectieve aansluiting]3. De [5 natuurlijke of rechtspersoon die om aansluiting heeft verzocht]5 vermeldt daarin de gegevens die nodig zijn voor de behandeling van zijn aanvraag. Om [4 de aanvraag van de betrokken eindafnemer]4 te vergemakkelijken, stelt de netbeheerder aan de [5 natuurlijke of rechtspersonen die om aansluiting heeft verzocht]5 een formulier ter beschikking voor de vergoedingsaanvraag, dat werd goedgekeurd door de CWaPE. Dat formulier is met name beschikbaar op de internetsite van de netbeheerder.
De netbeheerder [4 vergoedt de eindafnemer]4 binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van de vergoedingsaanvraag.
§ 3. Bij ontstentenis van een antwoord van de netbeheerder of van de leverancier binnen de vereisten termijnen, of in geval van weigering van de vergoeding,[4 kan [5 de aansluitingsaanvrager]5 zich richten tot de ]4 Gewestelijke Bemiddelingsdienst zoals bedoeld in artikel 48. [2 Op straffe van onontvankelijkheid moet deze klacht maximum binnen drie maanden worden ingediend vanaf de betekening van de betwiste beslissing of, bij gebrek aan beslissing, vanaf de uiterste datum waarop de netbeheerder diende uitspraak te doen over de vergoedingsaanvraag.]2
Opdat de aanvraag ontvankelijk zou zijn, moet de aanvrager [2 binnen de termijn bedoeld in het eerste lid]2 het schriftelijke bewijs leveren dat hij vooraf zonder succes heeft geprobeerd om de betaling van de vergoeding rechtstreeks te bekomen bij de netbeheerder en de leverancier.
[2 De Gewestelijke Bemiddelingsdienst behandelt het dossier. Hij kan op schriftelijke wijze bijkomende informatie vorderen van de aanvrager, de netbeheerder [4 ...]4. De gewestelijke bemiddelingsdienst bepaalt de termijn waarbinnen de informatie overgemaakt moet worden, bij gebrek is de termijn vastgelegd op 15 kalenderdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag. Binnen dertig kalenderdagen na ontvangst van het dossier of van de aanvullende gegevens, als hij meent dat de vergoedingsaanvraag gegrond is, stelt hij een adviesvoorstel op dat hij via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel aan de netbeheerder bekendmaakt. Deze laatste beschikt over vijftien kalenderdagen volgend op de ontvangst van de kennisgeving om zijn bemerkingen te laten gelden. Hij richt zijn bemerkingen aan de Gewestelijke Bemiddelingsdienst via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel.]2
Binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van de opmerkingen van de netbeheerder wordt het definitieve advies van de Gewestelijke Bemiddelingsdienst via aangetekende schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel bekendgemaakt aan de netbeheerder en aan de [5 aanvrager]5. Indien de netbeheerder geen bemerkingen meedeelt binnen de 50 kalenderdagen na de kennisgeving van het voorstel van advies bedoeld in het vorige lid, wordt het definitieve advies van de Gewestelijke Bemiddelingsdienst onverwijld via aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel bekendgemaakt aan de netbeheerder en de [5 aanvrager]5.
Als het definitief advies besluit tot de noodzaak, voor de netbeheerder, om de [5 aanvrager]5 te vergoeden, maar de eindafnemer zonder gegronde reden afziet van de verschuldigde betaling aan de eindafnemer binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van het definitief advies, kan de CWaPE hem gelasten om over te gaan tot die betaling. [2 ...]2.
§ 4. niet vertaald.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 22, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2018-07-17/04, art. 120bis, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(4)<DWG 2022-05-05/38, art. 21, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(5)<DWG 2024-04-25/61, art. 10, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 25quater/1.[1 § 1. Elke producent die een fotovoltaïsche installatie bezit met een vermogen van 10 kVA of minder, aangesloten op het distributienet laagspanning, en die een aanvraagformulier voor de inbedrijfstelling van deze installatie heeft ingediend, heeft recht op een dagelijkse forfaitaire vergoeding [2 van tien euro per dag vertraging]2 die ten laste valt van de wegbeheerder als deze het dossier in de databank van [3 de Administratie]3 niet heeft ingevoerd, zijn toestemming voor de inbedrijfstelling niet heeft meegedeeld en, in voorkomend geval, het recht tot compensatie aan de producent niet heeft toegekend binnen 45 kalenderdagen te rekenen van de ontvangst van het volledige formulier. [2 Het bedrag van de forfaitaire vergoeding wordt jaarlijks aangepast aan de index van de consumptieprijzen door het te vermenigvuldigen met de index van de consumptieprijzen voor de maand december van het jaar n-1 en door het te delen door de index van de consumptieprijzen van de maand december 2017.]2
Er is geen vergoeding verschuldigd als de verplichtingen die voorafgaan aan de inbedrijfstelling door de [4 producent]4 niet zijn nageleefd of als de aanvraag onontvankelijk is.
§ 2. De eindafnemer richt de vergoedingsaanvraag tot de [4 distributienetbeheerder]4 bij wie hij is aangesloten, via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel, binnen de dertig kalenderdagen volgend op de overschrijding van de termijn bedoeld in § 1. De eindafnemer vermeldt daarin de gegevens die nodig zijn voor de behandeling van zijn aanvraag. Om de aanvraag van de betrokken afnemers te vergemakkelijken, stelt de [4 distributienetbeheerder]4 aan de producenten een formulier ter beschikking voor de vergoedingsaanvraag, dat werd goedgekeurd door de CWaPE. Dat formulier is met name beschikbaar op de internetsite van de [4 distributienetbeheerder]4.
De [4 distributienetbeheerder]4 vergoedt de [4 producent]4 binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van de vergoedingsaanvraag.
§ 3. Bij ontstentenis van een antwoord van de [4 distributienetbeheerder]4 of van de leverancier binnen de vereisten termijnen, of in geval van weigering van de vergoeding, kan de afnemer zich richten tot de Gewestelijke Bemiddelingsdienst zoals bedoeld in artikel 48. Op straffe van onontvankelijkheid moet deze klacht maximum binnen drie maanden worden ingediend vanaf de betekening van de betwiste beslissing of, bij gebrek aan beslissing, vanaf de uiterste datum waarop de [4 distributienetbeheerder]4 diende uitspraak te doen over de vergoedingsaanvraag.
Opdat de aanvraag ontvankelijk zou zijn, moet de aanvrager het schriftelijke bewijs leveren dat hij vooraf zonder succes heeft geprobeerd om de betaling van de vergoeding rechtstreeks te bekomen bij de [4 distributienetbeheerder]4.
De Gewestelijke Bemiddelingsdienst behandelt het dossier. Hij kan op schriftelijke wijze bijkomende informatie vorderen van de aanvrager [4 ...]4 [4 of]4 de [4 distributienetbeheerder]4. De gewestelijke bemiddelingsdienst bepaalt de termijn waarbinnen de informatie overgemaakt moet worden, bij gebrek is de termijn vastgelegd op 15 kalenderdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag. Binnen dertig kalenderdagen na ontvangst van het dossier of van de aanvullende gegevens, als hij meent dat de vergoedingsaanvraag gegrond is, stelt hij een adviesvoorstel op dat hij via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel aan de [4 distributienetbeheerder]4 bekendmaakt. Deze laatste beschikt over vijftien kalenderdagen volgend op de ontvangst van de kennisgeving om zijn bemerkingen te laten gelden. Hij richt zijn bemerkingen aan de Gewestelijke Bemiddelingsdienst via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel.
Binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van de opmerkingen van de [4 distributienetbeheerder]4 wordt het definitieve advies van de Gewestelijke Bemiddelingsdienst via aangetekende schrijven of door elk door de Regering conform verklaard middel bekendgemaakt aan de netbeheerder en aan [4 de producent]4. Indien de netbeheerder geen bemerkingen meedeelt binnen de 50 kalenderdagen na de kennisgeving van het voorstel van advies bedoeld in het vorige lid, wordt het definitieve advies van de Gewestelijke Bemiddelingsdienst onverwijld via aangetekend schrijven of door elk door de Regering conform verklaard middel bekendgemaakt aan de netbeheerder en de producent.
Als het definitief advies besluit tot de noodzaak, voor de netbeheerder, om de producent te vergoeden, maar de eindafnemer zonder gegronde reden afziet van de verschuldigde betaling aan de producent binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van het definitief advies, kan de CWaPE hem gelasten om over te gaan tot die betaling.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2014-04-11/23, art. 23, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(2)<DWG 2018-07-17/04, art. 121, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(3)<DWG 2019-01-31/22, art. 2, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(4)<DWG 2022-05-05/38, art. 22, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Onderafdeling III. [1 - Vergoeding van de schade veroorzaakt door de onderbreking, de niet conformiteit of de onregelmatigheid van de stroomvoorziening.]1
----------
(1)
Art. 25quinquies.[1 Onverminderd gunstigere contractbepalingen voor de eindafnemer, maakt elke rechtstreekse schade, lichamelijk of materieel, geleden door de eindafnemer die aangesloten is op het distributienet, ingevolge de onderbreking, de niet conformiteit of de onregelmatigheid van de stroomvoorziening, het voorwerp uit van een schadevergoeding door de verantwoordelijke distributienetbeheerder of plaatselijke transmissienetbeheerder, volgens de modaliteiten voorzien in deze subsectie.
De vergoedingsverplichting in uitgesloten in geval van overmacht. Ze is ook niet van toepassing als de stroomonderbreking aan de oorsprong van de schade gepland was of het gevolg is van een administratieve vergissing.
De rechtstreekse lichamelijke schade wordt integraal vergoed.
De vergoeding van de rechtstreekse materiële schade is geplafonneerd, per schadeverwekkende gebeurtenis, op 2.000.000 euro voor het geheel van de schadegevallen. Als het totale bedrag van de schadevergoedingen dat plafond overschrijdt, is de schadevergoeding die verschuldigd is aan elke eindafnemer beperkt tot dat bedrag.
Voor de vergoeding van de rechtstreekse materiële schade geldt eveneens een franchise [2 ,ten laste van de eindafnemer,]2 van 100 euro per schadegeval.
De toepassing van het plafond van de schadevergoeding en van de individuele franchise is uitgesloten in geval van een zware fout van de netbeheerder.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
(2)<DWG 2018-07-17/04, art. 122, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
Art. 25sexies.[1 § 1. De eindafnemer die het slachtoffer is van schade zoals gedefinieerd in het vorige artikel, geeft het schadegeval aan via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel aan de netbeheerder bij wie hij is aangesloten, uiterlijk binnen de negentig kalenderdagen volgend op het optreden van de schadeverwekkende gebeurtenis of, tenminste, te rekenen vanaf de kennisgeving van het schadegeval als de eindafnemer daar nadien kennis heeft van genomen, zonder dat de aangifte van het schadegeval meer dan zes maanden na het optreden van de schadeverwekkende gebeurtenis kan plaatsvinden. Om de aanvraag van de betrokken afnemers te vergemakkelijken, stelt de [3 distributienetbeheerder]3 aan de eindafnemers een formulier ter beschikking voor de vergoedingsaanvraag, dat werd goedgekeurd door de CWaPE. Dat formulier is met name beschikbaar op de internetsite van de netbeheerder.
Als de eindafnemer binnen de termijn bedoeld [2 in het eerste lid]2 de aangifte van het schadegeval verkeerdelijk aan zijn leverancier heeft gericht, wordt die aangifte geacht gericht te zijn geweest binnen de vereiste termijn. De leverancier maakt de aangifte van het schadegeval onverwijld over aan de netbeheerder [2 en licht de afnemer daarover in]2.
§ 2. De benadeelde eindafnemer voegt bij de aangifte van het schadegeval elk stuk en elk document dat het mogelijk maakt om de waarheid over het schadegeval vast te stellen alsook de geleden schade.
§ 3. De netbeheerder meldt ontvangst van de aangifte van het schadegeval binnen de vijftien kalenderdagen volgend op het aangetekend schrijven bedoeld in § 1.
Binnen de zestig kalenderdagen volgend op de verzending van het ontvangstbewijs informeert hij de eindafnemer over het vervolg dat deze zal geven aan de aangifte van het schadegeval.
Als blijkt dat de schadeverwekkende gebeurtenis zijn oorsprong niet vindt op zijn net, [3 deelt de distributienetbeheerder] dat mee aan de eindafnemer]3 binnen dezelfde termijn, en maakt hij de aangifte over aan de netbeheerder die aan de oorsprong ligt, naargelang van het geval, van de stroomonderbreking, de niet conformiteit of de onregelmatigheid van de stroomvoorziening. Deze laatste conformeert zich aan de procedure beschreven in deze paragraaf.
Desgevallend [3 vergoedt de betrokken netbeheerder de benadeelde eindafnemer]3 binnen de zes maanden volgend op de uiterlijke datum voor de kennisgeving van een aangifte van een schadegeval.
[3 In geval van weigering van vergoeding dient het antwoord van de netbeheerder met feiten te worden gestaafd.
Het gaat vergezeld van een gedetailleerd verslag, ondersteund door technische elementen, weerberichten, foto's of notulen, over de omstandigheden van het schadebrengende feit.]3
In geval van betwisting over de aard van de fout spreekt de CWaPE een ad vies uit binnen de zestig kalenderdagen, op vraag van de meest gerede partij. [2 Het zich voordoen van het voorval laat een tekortkoming van de netbeheerder vermoeden, die op zijn beurt met elk bewijskrachtig middel moet aantonen dat het voorval te wijten is aan een geval van overmacht, een noodsituatie zoals bedoeld in de technische reglementen, een geval van geplande onderbreking of een administratieve vergissing.]2. Die adviesprocedure schort de termijnen voorzien in het vorig lid niet op.]1 [2 Op straffe van onontvankelijkheid moet de klacht aan de CWaPE worden bekendgemaakt binnen een termijn van één jaar vanaf de betekening van de betwiste beslissing of, bij gebrek aan beslissing, vanaf de uiterste datum waarop de distributienetbeheerder diende uitspraak te doen over de vergoedingsaanvraag.]2
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 24, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2022-05-05/38, art. 23, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Onderafdeling III/1. [1 Vergoeding in geval van injectiebeperking bij laagspanning ]1
----------
(1)
Art. 25sexie/1.[1 Op basis van een voorstel van de CWaPE kan de Regering in overleg met de netbeheerders en de betrokken actoren een vergoedingsregeling instellen voor injectiebeperkingen van de installaties voor de productie [2 ...]2 van groene elektriciteit die zijn aangesloten op laagspanning. Deze vergoedingsregeling kan voorzien in afwijkingen voor injectiebeperkingen van korte duur. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 25, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(2)<DWG 2024-04-25/61, art. 11, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Onderafdeling IV. [1 Gemeenschappelijke bepalingen voor de onderafdelingen I sexies tot en met III/1" ]1
----------
(1)
Art. 25septies.[1 § 1. De bepalingen van de [4 onderafdeling I tot III/1]4verhinderen de toepassing van andere wettelijke bepalingen niet die het mogelijk maken om de verantwoordelijkheid van de netbeheerder in vraag te stellen. De gezamenlijke toepassing van verschillende verantwoordelijkheidsstelsels kan in ieder geval niet leiden tot een schadevergoeding van de eindafnemer die groter is dan de integrale herstelling van het geleden nadeel.
§ 2. De netbeheerders stellen alle vormen van financiële waarborg samen die hen de mogelijkheid bieden om de schadevergoedingen bedoeld in de artikelen 25bis tot 25quinquies te verzekeren. [3 ...]3.
Vóór 31 maart van elk jaar verstrekken de netbeheerders aan de CWaPE het bewijs van het bestaan van zo'n financiële waarborg.
§ 3. [2 De bedragen bepaald in de artikelen 25bis tot 25quinquies worden jaarlijks van rechtswege geïndexeerd door die te vermenigvuldigen met het indexcijfer van de consumptieprijzen voor de maand juni van het jaar n-1 en die te delen door het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand juni 2008.]2
§ 4. De artikelen 25bis tot 25septies worden integraal opgenomen in de reglemententen en aansluitingscontracten die van toepassing zijn op [4 de eindafnemers die aangesloten]4 zijn op het distributienet.
§ 5. Vóór 31 maart van elk jaar richten de netbeheerders aan de CWaPE een rapport waarin melding wordt gemaakt van het aantal vergoedingsaanvragen die gebaseerd zijn op de artikelen 25bis tot [4 25sexies/1]4 en die ontvangen werden tijdens het voorbije jaar, alsook het vervolg dat daaraan werd gegeven.
De CWaPE maakt daartoe een modelrapport op.
Voor de distributienetbeheerder wordt het in lid 1 bedoelde rapport gericht aan elke gemeenteraad van de gemeenten op het grondgebied waarvan deze actief is.
Minstens één maal per jaar plaatst de raad van bestuur van de netbeheerder op de agenda van zijn beraadslagingen de discussie over een bijgewerkt rapport betreffende het aantal vergoedingsaanvragen die gegrond zijn op de artikelen 25bis tot [4 25sexies/1]4 vervolgt dat daaraan werd gegeven.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2011-10-27/04, art. 12, 012; Inwerkingtreding : 04-12-2011>
(3)<DWG 2018-07-17/04, art. 123, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(4)<DWG 2022-05-05/38, art. 27, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Onderafdeling V. [1 - Schadevergoeding ingevolge schade veroorzaakt door de werken.]1
----------
(1)
Art. 25octies. [1 De netbeheerder is verplicht om de schade te herstellen die veroorzaakt werd door de werken waartoe hij is overgegaan tijdens de oprichting of de uitbating van zijn installaties, alsook om de schade te vergoeden die veroorzaakt werd aan derden, ofwel als gevolg van die werken, ofwel als gevolg van het gebruik van het met de erfdienstbaarheid bezwaarde erf. De schadevergoedingen uit hoofde van de schade die veroorzaakt werd, zijn volledig ten laste van die netbeheerder. Ze zijn verschuldigd aan de personen die die schade hebben geleden. Het bedrag daarvan wordt bepaald door een minnelijke schikking of door de rechtbanken.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Onderafdeling VI. - [1 Informatie van de Gewestelijke Bemiddelingsdienst]1
----------
(1)
Art. 25nonies. [1 Binnen een termijn van 60 dagen te rekenen van de kennisgeving van het advies uitgebracht krachtens de bepalingen van dit hoofdstuk, stelt de netbeheerder de Gewestelijke Bemiddelingsdienst in kennis van de gevolgen die aan zijn advies of aan dat van de CWaPE gegeven worden.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2014-04-11/23, art. 25, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
HOOFDSTUK IVbis. - [1 Aansluiting op de netten]1
----------
(1)
Art. 25decies.[1 § 1. Transparante en efficiënte procedures worden door de netbeheerders bepaald en bekendgemaakt voor de niet-discriminerende aansluiting van [3 productie- en opslaginstallaties op hun net]3.
§ 2. De beheerder van het plaatselijke transmissienet [2 of distributienet]2 mag de aansluiting van [3 een productie- of opslaginstallatie]3 niet weigeren wegens eventuele beperkingen van de beschikbare capaciteiten van het net, zoals congesties op afgelegen delen van het net of in het net stroomopwaarts of om de reden dat deze aansluiting bijkomende kosten zou teweegbrengen die zouden voortvloeien uit de eventuele verplichting om de capaciteit van de elementen van het net in het gebied gelegen in de nabijheid van het aansluitingspunt op te voeren.
§ 3.[3 De aansluiting van productie- of opslaginstallaties op het midden- en hoogspanningsnet maakt het voorwerp uit van een voorafgaande studie door de netbeheerder.
De voorafgaande studie levert de beste ramingen op van het volume energie dat niet wordt geproduceerd ten gevolge van injectiebeperkingen die door de netbeheerder kunnen worden opgelegd om congestie te verlichten, en van het volume energie dat niet wordt geproduceerd ten gevolge van injectiebeperkingen waarvoor geen financiële compensatie overeenkomstig artikel 26, § 2 bis, wordt verleend.
In voorkomend geval bevat de voorafgaande studie ook de informatie die nodig is om de in artikel 26, lid 2 ter, bedoelde kosten-batenanalyse uit te voeren.
De netbeheerders dienen de informatie te verstrekken i.v.m. de aansluiting en de toegang van de productie- en opslaginstallaties tot de netten.
Op voorstel van de CWaPE in overleg met de netbeheerders en de betrokken actoren zal de Regering de berekenings- en uitvoeringsmodaliteiten van de voorafgaande studie bepalen]3.
§ 4. [3 Om de veiligheid van het net te garanderen wat betreft de productie- of opslaginstallaties met een gecombineerd vermogen hoger dan 250 kVa, moet de netgebruiker in staat zijn om zijn productie te verminderen in geval van congestie. Na advies van de CWaPE en overleg met de netbeheerders en de betrokken actoren kan de Regering de modaliteiten voor de uitvoering van deze verplichting bepalen.]3.
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2014-04-11/23, art. 27, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(2)<DWG 2018-07-17/04, art. 124, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(3)<DWG 2022-05-05/38, art. 28, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
HOOFDSTUK V. - Toegang tot de netten.
Art.26.§ 1. [6 De toegang tot de netten wordt geregeld. De producenten, leveranciers en eindafnemers hebben een recht van toegang tot de netten tegen de in het tariefdecreet gepubliceerde regels.]6.
[1 Alle eindafnemers komen in aanmerking. [3 Ze worden uitsluitend bevoorraad door een net dat door een netbeheerder wordt uitgebaat, behalve uitzondering vermeld in het decreet voor een privénet, een gesloten beroepsnet of een directe lijn [5 alsook een pilootproject, goedgekeurd door de CWaPE overeenkomstig artikel 27, dat een alternatief net vormt voor het openbare net dat door een netbeheerder wordt geëxploiteerd, of dat erop gericht is de veralgemening van een nieuw tariferingsbeginsel voor distributienetten te testen]5.]3.
De distributienetbeheerders hebben toegang tot de netten waaraan ze gekoppeld zijn voor de hoeveelheid energie die ze gebruiken als leverancier of als eindafnemer.
In hun hoedanigheid van distributienetbeheerder sluiten ze een samenwerkingsovereenkomst met de netbeheerders waaraan ze gekoppeld zijn. Die samenwerkingsovereenkomst wordt overgemaakt aan de CWaPE, die amendementen kan voorstellen om redenen van algemeen belang.]1
§ 2. [1 De netbeheerders garanderen een niet discriminerende en transparante toegang tot hun net. Ze mogen de toegang daartoe alleen weigeren in de volgende gevallen :]1
1° de veiligheid van het net wordt bedreigd;
2° de beheerder van het betrokken net niet over de nodige technische capaciteit beschikt om voor de transmissie [1 van de elektriciteit]1 op zijn net te zorgen;
3° de aanvrager niet voldoet aan de [1 voorschriften van het technisch reglement]1;
4° de toegang tot het betrokken net de uitvoering van een openbare dienstverplichting vanwege de beheerder van voornoemd net belemmert.
De beslissing tot weigering [1 is]1 behoorlijk met redenen omkleed [1 ...]1 [3 gerechtvaardigd door objectieve criteria die technisch en economisch gegrond zijn]3 en [6 aan de netgebruiker]6 medegedeeld worden. [1 ...]1. [3 Deze beslissing kan aan de Gewestelijke Bemiddelingsdienst of aan de geschillenkamer bedoeld in de [6 48 en 49]6 worden onderworpen.]3
[3 Binnen 30 dagen na de weigering van toegang bedoeld in het eerste lid, 1°, 2° en 4°, maakt de netbeheerder de relevante informatie over aan de CWaPE i.v.m. de noodzakelijke maatregelen om het net aan te passen.]3
[3 § 2bis. [6 Op voorstel van de CWaPE bepaalt de Regering de criteria voor het bepalen, overeenkomstig artikel 11, § 2, tweede lid, 8°, van de volgorde van prioriteit voor de injectiebeperkingen die aan productie- en opslaginstallaties worden opgelegd ter ontlasting van de congestie.
Voor aansluitingen op het midden- en hoogspanningsnet van productie- en opslageenheden met een vermogen van meer dan 250 kVA wordt in het contract vermeld:
1° de injectie- en, in voorkomend geval, de onttrekkingscapaciteit ;
2° op basis van de voorgaande studie, het geraamde volume energie dat niet geproduceerd wordt ten gevolge van injectiebeperkingen, uitgedrukt in MWh/tijdseenheid, die door de netbeheerder(s) opgelegd kunnen worden om congestie te verlichten, zowel onder normale netwerkomstandigheden als in het geval van het uitvallen van een netwerkelement dat een kritisch effect heeft op de werking van het netwerk, rekening houdend met de investeringen die voorzien zijn in de plannen voor de aanpassing van het distributie-, het lokale transmissie- en het transportnet, en met alle andere middelen die worden ingezet om geheel of gedeeltelijk aan de aansluitingsaanvraag te voldoen;
3° op basis van de voorafgaande studie, de contractuele drempel waaronder het volume aan energie dat niet geproduceerd wordt ten gevolge van injectiebeperkingen, niet onderworpen is aan een financiële compensatie. Het wordt berekend op basis van de raming, in het stadium van de voorgaande studie, en begrensd op vijf procent van het verwachte productievolume van de productie- en opslaginstallatie, van het volume energie dat niet wordt geproduceerd ten gevolge van injectiebeperkingen die door de netbeheerder(s) kunnen worden opgelegd om congestie te verlichten, zowel onder normale systeemomstandigheden als in het geval van het uitvallen van een systeemelement dat een kritisch effect heeft op de werking van het systeem.]6.
§ 2ter. [6 Voor productie- en opslaginstallaties met een vermogen van meer dan 250 kVA die na de datum van inwerkingtreding van deze bepaling in gebruik zijn genomen, wordt aan de producent van groene elektriciteit een financiële vergoeding toegekend. Deze financiële vergoeding dekt de inkomstenderving ten gevolge van de door de netbeheerder opgelegde injectiebeperkingen, wanneer het aldus beperkte energievolume groter is dan het enige contractuele bedrag bedoeld in § 2bis.
In afwijking van lid 1 kan de netbeheerder, wanneer het geraamde volume energie dat niet wordt geproduceerd ten gevolge van injectiebeperkingen groter is dan een onredelijk geacht volume, beschikken over een extra volume energie dat niet wordt geproduceerd ten gevolge van injectiebeperkingen waarvoor geen financiële compensatie geldt, indien dit nodig is voor de tijd die nodig is om de investeringen te doen die op grond van de kosten-batenanalyse bedoeld in het volgende lid, economisch verantwoord worden geacht. De hoeveelheid energie die als gevolg van de onredelijk geachte injectiebeperkingen niet wordt geproduceerd, komt overeen met vijftien procent van het verwachte productievolume van de productie- en opslagfaciliteit.
Indien uit een voorafgaande studie blijkt dat injectiebeperkingen onder normale netvoorwaarden te verwachten zijn of dat het volume energie dat als gevolg van injectiebeperkingen niet wordt geproduceerd, groter is dan het in het vorigelid bedoelde onredelijk geachte volume, voert de CWaPE een kosten-batenanalyse uit. Het doel van deze analyse is de economische rechtvaardiging te onderzoeken van een project ter versterking van het netwerk om extra injectiecapaciteit voor groene elektriciteit te leveren.
De termijn voor de uitvoering van investeringen die op grond van een kosten-batenanalyse economisch verantwoord worden geacht, is beperkt tot vijf jaar. Deze termijn kan worden verlengd door een gemotiveerde beslissing van de CWaPE wanneer de vertraging in de aanpassing van het net te wijten is aan omstandigheden die de netbeheerder niet beheerst.
Indien de in § 2bis, tweede lid, 3°, bedoelde contractuele drempel en het extra volume energie dat niet wordt geproduceerd ten gevolge van injectiebeperkingen en waarvoor geen financiële compensatie verschuldigd is, het gevolg zijn van het in aanmerking nemen van meerdere beperkende elementen van het net, worden zij verdeeld over de betrokken netbeheerders met het oog op de verdeling van de financiële compensatieverplichting overeenkomstig § 2septies]6
§ 2quater. [6 Wanneer in de voorafgaande studie verwachte injectiebeperkingen ter verlichting van congestie worden vastgesteld, kunnen op midden- en hoogspanning aangesloten productie- en opslaginstallaties met een vermogen van meer dan 56 en minder dan of gelijk aan 250 kVA die na de datum van inwerkingtreding van deze bepaling in bedrijf zijn gesteld, in aanmerking komen voor de in de leden 2 bis en 2 ter bedoelde regeling, op voorwaarde dat de netgebruiker in staat is zijn injectie in geval van congestie te beperken.
§ 2quinquies. Op voorstel van de CWaPE stelt de Regering, in overleg met de netbeheerders en de betrokken actoren, de modaliteiten vast voor de uitvoering van de bepalingen bedoeld in de paragrafen 2bis, 2ter en 2quater, alsmede de overgangsbepalingen die van toepassing zijn op productie-installaties waarvan het contract is gesloten vóór de inwerkingtreding van deze bepaling.
§ 2sexies. [7 ...]7]6.
§ [2septies]. De compensatie is verschuldigd door de distributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijke transmissienet in functie van de infrastructuur [6 die de injectiebeperking veroorzaakt]6.]3
[2 § 3. De plaatsing van een individuele elektriciteitsteller is verplicht voor [6 elke woning die]6nieuw is of het voorwerp uitmaakt van grote renovatiewerken, dat wil zeggen :
1° ofwel wanneer de woning of het gebouw het voorwerp uitmaakt van werken aan minstens een vierde van het omhulsel van het gebouw;
2° ofwel wanneer de totale kostprijs van de renovatie die betrekking heeft op het omhulsel of op de energie-installaties meer bedraagt dan 25 % van de waarde van het gebouw. In de waarde van het gebouw is de waarde van de grond waarop het gebouw gelegen is, niet inbegrepen.
[3 [6 Elke eindafnemer die aangesloten is]6 op het openbare distributienet [4 of]4, in voorkomend geval, [6 elke stroomopwaartse afnemer die aangesloten is op het privénet op het gesloten beroepsnet]6, heef het recht om de plaatsing van een individuele elektriciteitsteller te eisen [4 in voorkomend geval, intelligent]4.
Er kan van de vorige leden worden afgeweken in geval van technische onmogelijkheden en in functie van de uitzondering omschreven in het technisch reglement [4 [6 ...]6.]4.
Uiterlijk 1 januari 2024 moet de eigenaar van een flatgebouw dat niet met individuele elektriciteitstellers is uitgerust, op eigen kosten, het flatgebouw laten renoveren om er individuele elektriciteitstellers te laten plaatsen.]3]2
[1 § 4. Elke eindafnemer is verplicht om minstens één maal per jaar aan de netbeheerder de toestemming te geven om de indexen van de teller(s) op te schrijven die overeenstemmen met het/de aansluitingspunt(en) waarvan hij houder is, of om die aan hem mee te delen op zijn verzoek. Na advies van de CWaPE kan de Regering de gevolgen bepalen voor de afnemer die die verplichting niet naleeft.]1 [3 De [6 stroomafwaartse]6 afnemer mag, volgens de modaliteiten bepaald door de distributienetbeheerder [6 ,onder meer via een geschikte interface,]6 en op basis van een periodiciteit die minstens drie maanden bedraagt, zijn indexopmetingen meedelen voor informatie doeleinden of voor een simulatie van het verbruik of een aanpassing van de voorschotten.]3
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 42, 1° tot 6° en 7°, §4, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 42, 7°, §3, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
(3)<DWG 2014-04-11/23, art. 28, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(4)<DWG 2018-07-19/38, art. 8, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(5)<DWG 2018-07-17/04, art. 125, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(6)<DWG 2022-05-05/38, art. 29, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(7)<DWG 2024-04-25/61, art. 12, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art.27.[1 § 1. Overeenkomstig paragraaf 2 kan de CWaPE toestemming verlenen voor de ontwikkeling van pilootprojecten die alternatieve netten vormen voor het openbare net dat door een netbeheerder wordt geëxploiteerd of pilootprojecten die erop gericht zijn de veralgemening van een nieuw tariferingsbeginsel voor distributienetten te testen
§ 2. Deze projecten moeten met name aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° de studie van de uitvoering van optimale technologische oplossingen voor de Waalse elektriciteitsmarkt tot doel hebben, met name op het vlak van energie-efficiëntie, flexibiliteit [2 ...]2, optimalisering van de ontwikkeling, beheer van de gedecentraliseerde productie en bevordering van de lokale autoconsumptie en korte circuits;
2° innovatief zijn ;
3° onverminderd paragraaf 1, niet tot gevolg of tot doel hebben af te wijken van de verplichtingen die bij of krachtens dit decreet aan de actoren van de gewestelijke elektriciteitsmarkt worden opgelegd, tenzij wordt aangetoond dat het noodzakelijk is af te wijken van deze regels voor de goede werking van het project of om de doelstellingen nagestreefd door dit project te bereiken;
4° niet als hoofddoel hebben dat de deelnemers aan het pilootproject alle vormen van belastingen en lasten die zij verschuldigd zouden zijn indien zij buiten de omtrek van het pilootproject vielen, geheel of gedeeltelijk ontwijken;
5° op niet-discriminerende wijze reproduceerbaar zijn op de gehele Waalse markt.
6° de resultaten van het pilootproject bekendmaken;
7° beperkt zijn in de tijd en niet langer dan vijf jaar.
§ 3. De CWaPE kan aan haar beslissing tot machtiging voorwaarden verbinden die afwijken van de paragraaf 2, 3 en 4°.
§ 4. [2 De Regering kan, op voorstel van de CWaPE, de voorwaarden]2, de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van de vergunning alsook de verplichtingen waaraan de houder van een dergelijke vergunning is onderworpen, bepalen.
In afwijking van het vorig lid kan de CWaPE [2 de vergunningscriteria, de inhoud van het aanvraag dossier nader bepalen en]2 aanvragen goedkeuren die worden ingediend voordat de regering de voorwaarden, modaliteiten en procedures voor de toekenning van een vergunning heeft vastgesteld, mits deze aanvragen voldoen aan de voorwaarden bedoeld in paragraaf 2.]1
----------
(1)<DWG 2018-07-17/04, art. 126, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(2)<DWG 2022-05-05/38, art. 30, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art.28.
<Opgeheven bij DWG 2014-04-11/23, art. 29, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
Art.29.[1 § 1. Onverminderd de bepalingen die van toepassing zijn voor de ruimtelijke ordening is de installatie van nieuwe directe lijnen onderworpen aan de voorafgaande toekenning van een individuele toelating die afgeleverd wordt door [2 ...]2 de CWaPE [2 ...]2 en die op de site van de CWaPE beschikbaar is.
[3 ...]3
[2 Onverminderd de eventuele toepassing van de administratieve geldboete bedoeld in artikel 53 kan de CWaPE een directe lijn regulariseren die zonder voorafgaande toelating is gebouwd en die voldoet aan de voorwaarden om een toelating te krijgen. In geval van weigering kan de CWaPE de ontmanteling van de betrokken lijn bevelen.]2
§ 2. [2 Na advies van de CWaPE bepaalt de Regering de objectieve en niet-discriminerende criteria, alsook de toekennings- of de regularisatieprocedure voor de toelatingen bedoeld in paragraaf 1, [3 de situaties die niet overeenstemmen met een directe lijn]3 [4 ,zoals met name de aansluiting van een gebruiker op een oplaadpunt dat eigendom is van een derde en dat wordt gevoed door de productie-installaties van deze laatste,]4 de bijdrage die moet worden betaald voor het onderzoek van het dossier, alsook de rechten en verplichtingen van de houder van de toelating.]2
§ 3. De houder van een toelating zoals bedoeld in paragraaf 1 is onderworpen aan de artikelen 18 tot 23.]1
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 44, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 30, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2019-05-02/77, art. 5, 040; Inwerkingtreding : 23-09-2019>
(4)<DWG 2022-05-05/38, art. 31, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
HOOFDSTUK VI. [1 Leveranciers, tussenpersonen en marktspelers die bij de aggregatie betrokken zijn ]1.
----------
(1)
Art.30.§ 1. [2 ...]2
§ 2. [2 Onverminderd § 5 is elke leverancier van elektriciteit en elke persoon die zelf instaat voor zijn eigen elektriciteitsvoorziening onderworpen aan de voorafgaande toekenning van een vergunning die afgeleverd wordt door [5 de CWaPE]5.]2
§ 3. [Er bestaan [5 twee]5 categorieën leveringsvergunningen :
1° de algemene vergunning;
2° de beperkte vergunning [5 toegekend in één van de volgende situaties]5 :
- voor een maximaal vermogen;
- [5 ...]5 voor een levering binnen een beperkt en wel afgebakend geografisch gebied;
- [2 aan bepaalde afnemers]2. [1 ...]1
[1 - voor zijn eigen levering [5 , met uitzondering van autoproductie bedoeld in artikel 31, § 2, tweede lid, 1]5. De toekenning van deze vergunning wordt vereist voor [2 de producent]2 die de transmissienetten, de plaatselijke transmissie- en/of distributienetten gebruikt om andere zetels of inrichtingen in het Waalse Gewest van elektriciteit te voorzien, alsook voor de afnemer die zichzelf van elektriciteit voorziet, o.a. bij een beurs;]1
3° [5 ...]5.
[9 4° de naleving van de toepasselijke regels inzake transactie en balancering.]9
De kenmerken van de [5 twee]5 bovenbedoelde categorieën worden nader bepaald door de Regering.] <DWG 2005-02-03/39, art. 131, 004; Inwerkingtreding : 11-03-2005>
[Na advies van de CwaPE' bepaalt de [4 Regering]4 voor elke vergunningscategorie de toekennings-, herzienings of intrekkingscriteria alsook de geldigheidsduur van de vergunning, met inachtneming van de voorwaarden bedoeld in deze paragraaf.] <DWG 2005-02-03/39, art. 131, 004; Inwerkingtreding : 11-03-2005>
Deze criteria hebben met name betrekking op :
1° de professionele betrouwbaarheid en ervaring van de aanvrager, zijn technische en financiële capaciteiten en de kwaliteit van zijn organisatie;
2° de juridische en beheersautonomie van de aanvrager ten aanzien van de netbeheerders;
3° de naleving van de in artikel 34, 2°, bedoelde openbare dienstverplichtingen.
[1 De Regering [7 kan de aanvragers]7 van een beperkte leveringsvergunning [5 bedoeld in paragraaf 3, eerste lid, 2°, alsook de leveranciers die houder zijn van een leveringsvergunning toegekend op federaal vlak, in de andere Gewesten of in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte,]5 vrijstellen van sommige van deze toekenningscriteria.]1
§ 4. Na advies van de "[3 CWaPE]3" bepaalt de [4 Regering]4 :
1° de procedure voor de toekenning van de in § 2 bedoelde vergunning, met name de vorm van de aanvraag, de behandeling van het dossier, [2 alsook]2 de termijnen waarin [5 de CWaPE]5 moet beslissen en zijn beslissing mededelen aan de aanvrager [2 ...]2;
2° wat er met de vergunning gebeurt in geval van [2 de verzakingsvoorwaarden,]2 controlewijziging, fusie of splitsing van de houder van de vergunning en, in voorkomend geval, de te vervullen voorwaarden en de te volgen procedures voor het behoud of de hernieuwing van de vergunning in deze gevallen. In geval van fusie tussen de leveranciers die houder zijn van vergunningen, wordt de vergunning [2 van rechtswege]2 verleend aan de gefusioneerde eenheid.
[5 De Regering kan een vereenvoudigde procedure voorzien voor de leveranciers die houder zijn van [7 een leveringsvergunning van gas of elektriciteit toegekend op Waals gewestelijk vlak,]7 federaal vlak, in de andere Gewesten of in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte [7 alsook voor de aanvragers van een beperkte leveringsvergunning bedoeld in paragraaf 3, eerste lid, 2°]7.]5
[7 Onverminderd artikel 29, § 2, kan de regering, na advies van de CWaPE, voorzien in een gezamenlijk stelsel van beperkte leveringsvergunning en individuele toelating voor de aanleg van een directe lijn]7
[2 § 5. Wanneer, overeenkomstig dit decreet, de distributienetbeheerder een leveringsactiviteit uitoefent, is het niet nodig om voor die activiteit een leveringsvergunning te bekomen.
De hoeveelheden elektriciteit die verbruikt worden door de eindafnemers, die niet zelf werden opgewekt [9 , niet worden gedeeld tussen deelnemers aan een energiegemeenschap of tussen actieve, collectief handelende afnemers, niet worden uitgewisseld op "peer-to-peer"-basi]9 en niet gefactureerd werden door een leverancier, worden aan die eindafnemers gefactureerd bij wijze van levering, door de netbeheerder bij wie ze zijn aangesloten.]2
[6 § 6. De levering van elektriciteit aan een persoon die gebruik maakt van een [9 ...]9 oplaadpunt is een activiteit waarvoor geen vergunning voor de levering van elektriciteit vereist is, mits voor de voeding van dat oplaadpunt een vergunning voor de levering van elektriciteit is afgegeven [9 of wanneer het oplaadpunt wordt gevoed door een stroomopwekkingsinstallatie en beide stroomafwaarts van hetzelfde toegangspunt gelegen zijn.]9]6
[8 Elk publiek toegankelijk oplaadpunt moet voorzien in de mogelijkheid van een ad hoc oplading voor de gebruikers van elektrische voertuigen zonder een overeenkomst te sluiten met de betrokken elektriciteitsleverancier of -exploitant.]8
[9 § 7. De verkoop aan gebruikers van een commercieel gesloten systeem van elektriciteit die is opgewekt door de exploitant van het commerciële gesloten systeem of door een stroomafwaartse afnemer van de exploitant van het commerciële gesloten systeem binnen dat commerciële gesloten systeem, met uitzondering van elektriciteit die is opgewekt door een installatie die door een derde wordt geëxploiteerd en via een directe lijn op het commerciële gesloten systeem is aangesloten, valt niet onder een vergunning voor de levering van elektriciteit.
§ 8. De verkoop van door de privé-netbeheerder of een stroomafwaartse afnemer van de laatstgenoemde binnen het privé-net opgewekte elektriciteit aan gebruikers van een privé-net, met uitzondering van elektriciteit die wordt opgewekt door een installatie die door een derde wordt geëxploiteerd en via een directe lijn op het particuliere net is aangesloten, mag niet onder een vergunning voor de levering van elektriciteit vallen.]9
----------
(1)<DWG 2007-10-04/38, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 05-11-2007>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 45, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,1°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(5)<DWG 2014-04-11/23, art. 31, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(6)<DWG 2018-07-19/38, art. 9, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(7)<DWG 2018-07-17/04, art. 126bis, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(8)<DWG 2019-05-02/77, art. 6, 040; Inwerkingtreding : 23-09-2019>
(9)<DWG 2022-05-05/38, art. 33, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art.31.[2 § 1. [3 Elke eindafnemer is vrij om zijn leverancier(s) te kiezen volgens de modaliteiten bepaald in het technisch reglement.]3. [4 ...]4.]2
[5 Elke eindafnemer vrij meer dan één leveringscontract tegelijk te sluiten, mits de vereiste aansluit- en meetpunten zijn aangelegd. De Regering kan de precieze voorwaarden voor de toepassing van dit lid vaststellen.]5
[4 In een privé-net of een gesloten beroepsnet kunnen de stroomafwaartse afnemers die aangesloten zijn op dit net de betrokken netbeheerder machtigen om in hun naam en voor hun rekening, hun in aanmerkingneming uit te.
Evenzo kunnen de deelnemers aan een [5 ...]5 energiegemeenschap bedoelde gemeenschap machtigen om in hun naam en voor hun rekening, hun in aanmerkingneming voor het deel [5 elektriciteit die aan het net wordt onttrokken en niet aan hen wordt toegewezen als gevolg van het delen van energie binnen de gemeenschap ]5 uit te oefenen.
De in de [5 de leden 3 en 4]5 bedoelde volmacht wordt uitdrukkelijk voorzien.]4
[2 § 2.]2 [1 Elke eindafnemer dient beroep te doen op een leverancier die een leveringsvergunning heeft die in overeenstemming [5 met artikel 30]5 werd afgeleverd indien hij zelf geen vergunning bezit om zijn eigen levering te verzekeren, zoals in de gevallen voorzien in artikel 30, § 3, lid 1, 2°, vierde streepje.
Deze verplichting geldt evenwel niet voor de eindafnemer die :
1° alle of een deel van de elektriciteit die hij verbruikt zelf produceert, [5 en alleen voor de hoeveelheid elektriciteit die wordt verbruikt op de plaats van de installatie;]5;
2° door of krachtens onderhavig decreet, door een distributienetbeheerder wordt bediend.]1
[3 3° een [5 ...]5 oplaadpunt gebruikt om zijn elektrisch voertuig op te laden;]3
[4 4° [5 een activiteit op het gebied van energiedeling uitvoert en alleen voor de hoeveelheid gedeelde elektriciteit die daadwerkelijk wordt verbruikt]5.]4
[5 5° die aangesloten is op een gesloten beroepsnet of die de beheerder is van een gesloten beroepsnet, en alleen voor de hoeveelheid elektriciteit die in dit net wordt opgewekt door de beheerder van het gesloten beroepsnet of door een stroomafwaartse afnemer van dit net, met uitzondering van de elektriciteit die wordt opgewekt door een installatie die door een derde wordt geëxploiteerd en in een directe lijn met het gesloten beroepsnet is verbonden, en die aan hem wordt toegewezen;
6° die aangesloten is op een privénet of die de beheerder is van een privénet, en alleen voor de hoeveelheid elektriciteit die in dit net wordt opgewekt door de beheerder van het privénet of door een stroomafwaartse afnemer van dit net, met uitzondering van de elektriciteit die wordt opgewekt door een installatie die door een derde wordt geëxploiteerd en in een directe lijn met het privénet is verbonden, en die aan hem wordt toegewezen.]5
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 46, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 32, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2018-07-19/38, art. 10, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(4)<DWG 2019-05-02/77, art. 7, 040; Inwerkingtreding : 23-09-2019>
(5)<DWG 2022-05-05/38, art. 34, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 31bis.[1 § 1. Elke onderbreking van de elektriciteitslevering die [2 ...]2 in strijd met de bepalingen van onderhavig decreet of van de uitvoeringsbesluiten ervan wordt uitgevoerd, of ten gevolge van een beheer- of facturatiefout uit hoofde van de leverancier [2 ...]2, verplicht deze om de eindafnemer een forfaitaire vergoeding van 125 euro per dag te betalen tot de stroomverbinding wordt hersteld, wat op onbetwistbare wijze door de leverancier aan de netbeheerder wordt betekend.
De netbeheerder herstelt de stroomverbinding binnen de termijnen die het technisch reglement voorziet. Bij ontstentenis[3 kan de eindafnemer]3 beroep doen op de toepassing van artikel 25ter.
De vergoeding is geplafonneerd op 1875 euro. De leverancier betaalt ook de kosten voor de sluiting en de herstelling van de stroomverbinding, zonder dat hij deze op de eindafnemer kan verhalen.
§ 2. Behoudens het geval bedoeld in § 1, heeft elke eindafnemer ook recht op een forfaitaire vergoeding van 100 euro per maand ten laste van de leverancier wanneer de overeenkomst niet van kracht kan worden op de datum die de partijen waren overeengekomen omdat de leverancier geen correct gevolg heeft gegeven aan de overeenkomst met de eindafnemer.
§ 3. De eindafnemer stuurt het verzoek tot vergoeding via aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel naar de leverancier, binnen de dertig dagen na, afhankelijk van het geval :
1° het ontstaan van de onderbreking bedoeld in § 1;
2° de kennisneming door de eindafnemer van de fout in de procedure van verandering van leverancier, in toepassing van § 2.
De eindafnemer vermeldt alle vereiste gegevens voor de verwerking van zijn vraag in zijn brief. Om de aanpak van de betrokken afnemer te vergemakkelijken, stelt de leverancier een door de CWaPE goedgekeurd aanvraagformulier voor de vergoeding ter beschikking van de eindafnemers. Dit formulier is ook beschikbaar op de website van de leverancier.
De leverancier vergoedt de afnemer binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot vergoeding.
§ 4. Indien de leverancier oordeelt dat de onderbreking of de fout in de procedure van verandering van leverancier uit een fout van de netbeheerder voortvloeit, licht hij de afnemer binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot vergoeding in en stuurt de aanvraag binnen dezelfde termijn rechtstreeks naar de netbeheerder.
De netbeheerder moet de aanvraag tot vergoeding behandelen en de vergoeding desgevallend storten binnen dezelfde termijnen als deze die voor de leverancier gelden.
§ 5. Bij ontstentenis van een antwoord van de leverancier of de netbeheerder binnen de vereiste termijnen of bij weigering van de vergoeding kan de afnemer het dossier indienen bij de Regionale bemiddelingsdienst bedoeld in artikel 48.
De procedure die in artikel 25ter, § 3, wordt beschreven, is van toepassing.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 47, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 33, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2022-05-05/38, art. 35, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 31ter.[1 § 1. Elke facturatiefout ten koste van de eindafnemer van het laagspanningsnet verplicht de leverancier om deze eindafnemer een vergoeding te betalen waarvan het bedrag gelijk is aan dat van de tussentijdse factuur van de [3 eindafnemer]3, teruggebracht tot een maand verbruik en voor het lopende jaar en dit, in volgende gevallen :
1° ofwel wanneer de klacht die een eindafnemer via aangetekend schrijven heeft gestuurd om het bedrag te betwisten van de factuur die hij heeft betaald, niet behandeld is binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst;
2° ofwel wanneer de leverancier, naar aanleiding van een klacht via aangetekend schrijven van een eindafnemer die de factuur heeft betaald, bevestigt aan de [3 eindafnemer]3 dat er een facturatiefout werd begaan, ongeacht de oorsprong, maar zich onthoudt van de verzending van een factuur tot rechtzetting naar de eindafnemer en desgevallend van de verschuldigde terugbetaling binnen de dertig kalenderdagen na de erkenning van de fout, onder voorbehoud van het geval bedoeld in paragraaf 3.
§ 2. De eindafnemer stuurt een aanvraag tot vergoeding naar de leverancier via aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel, binnen de dertig kalenderdagen na de overschrijding van de termijnen voorzien in § 1.
De eindafnemer vermeldt alle vereiste gegevens voor de verwerking van zijn vraag in zijn brief. Om de aanpak van de betrokken [3 eindafnemer]3 te vergemakkelijken, stelt de leverancier een door de CWaPE goedgekeurd aanvraagformulier voor de vergoeding ter beschikking van de eindafnemers. Dit formulier is ook beschikbaar op de website van de leverancier.
De leverancier vergoedt de [3 eindafnemer]3 binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot vergoeding.
§ 3. Indien de leverancier oordeelt dat de overschrijding van de termijnen voorzien in § 1 aan de netbeheerder te wijten is, licht hij de eindafnemer binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot vergoeding in en stuurt de aanvraag binnen dezelfde termijn rechtstreeks naar de netbeheerder.
De netbeheerder moet de aanvraag tot vergoeding behandelen en de vergoeding desgevallend storten binnen dezelfde termijnen als deze die voor de leverancier gelden.
De vergoeding is niet verschuldigd bij miskenning door de eindafnemer van de plicht bedoeld in artikel 26, § 4, of, desgevallend, de verkeerde mededeling door de eindafnemer van de gegevens voor de redactie van de factuur.
[2 De leverancier dient zijn facturatie recht te zetten binnen een termijn van 2 maanden te rekenen van de ontvangst van de verbeteringen op straffe van toepassing van de vergoeding bedoeld in dit artikel. De rechtzetting slaat op de hele periode waarop de vergissing betrekking heeft.]2
§ 4. Bij ontstentenis van een antwoord van de leverancier of de netbeheerder binnen de vereiste termijnen of bij weigering van de vergoeding kan de [3 eindafnemet ]3 het dossier indienen bij de Regionale bemiddelingsdienst bedoeld in artikel 48.
De procedure die in artikel 25ter, § 3, wordt beschreven, is van toepassing.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 47, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 34, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2022-05-05/38, art. 36, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 31quater.[1 § 1. Voor 31 maart van elk jaar sturen de leveranciers de CWaPE een rapport met het aantal aanvragen tot vergoeding op basis van de artikelen 31bis en 31ter die ze in de loop van het voorbije jaar ontvangen hebben, alsook het gevolg dat eraan werd gegeven.
De CWaPE maakt hiervoor een rapportmodel.
§ 2. De artikelen 31bis en 31ter vormen geen hindernis voor de toepassing van andere wettelijke bepalingen die het mogelijk maken om de aansprakelijkheid van de leverancier aan de kaak te stellen. De samengevoegde toepassing van verschillende aansprakelijkheidsstelsels mag in geen geval leiden tot een vergoeding van de eindafnemer die hoger is dan de integrale vergoeding van de geleden schade.
De bedragen bedoeld in de artikelen 31bis en 31ter worden jaarlijks van rechtswege geïndexeerd door deze te vermenigvuldigen met de index van de consumptieprijzen voor de maand juni van het jaar [2 n-1]2 en te delen door de index van de consumptieprijzen van de maand juni [2 2008]2.]1
[3 § 3. Binnen een termijn van 60 dagen te rekenen van de kennisgeving van het advies uitgebracht krachtens één van de bepalingen van dit hoofdstuk, stelt de leverancier de Gewestelijke Bemiddelingsdienst in kennis van de gevolgen die aan zijn advies of aan dat van de CWaPE gegeven worden.]3
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 47, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
(2)<DWG 2011-10-27/04, art. 13, 012; Inwerkingtreding : 04-12-2011>
(3)<DWG 2014-04-11/23, art. 35, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
Art.32.Elke activiteit als tussenpersoon moet het voorwerp uitmaken van een voorafgaande melding [1 aan de CWaPE]1. Deze vermeldt :
1° de naam, de voornaam, het beroep, de woonplaats en de nationaliteit van de aangever;
2° als het gaat om een maatschappij, de handelsnaam of de benaming, de rechtsvorm, de maatschappelijke zetel, de statuten en, in voorkomend geval, de documenten waarin de bevoegdheden van de aangever(s) worden beschreven.
----------
(1)<DWG 2014-04-11/23, art. 36, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
Art. 32bis.[1. Elke netgebruiker heeft het recht om onafhankelijk van zijn leveringscontract en zonder discriminerende behandeling elektriciteitsdiensten, met inbegrip van aggregatie, aan te kopen en te verkopen bij het elektriciteitsbedrijf van zijn keuze.
De marktspelers die aan aggregatie doen, moeten hun klanten volledig informeren over de contractvoorwaarden die zij aanbieden. ]1
----------
(1)<DWG 2022-05-05/38, art. 37, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 32ter.[1 Elke wijziging van leverancier of marktspeler die aggregatie toepast met inachtneming van de contractuele voorwaarden, wordt van kracht binnen een termijn van ten hoogste drie weken na de datum van het verzoek van de netgebruiker.
Uiterlijk in 2026 moet de technische procedure voor het veranderen van leverancier of van marktspeler die aggregatie toepast, binnen maximaal 24 uur worden uitgevoerd voor gebruikers die zijn uitgerust met een communicerende meter met een geactiveerde communicatiefunctie of een meter die meetgegevens in elektronische vorm doorgeeft.
De in de leden 1 en 2 genoemde termijnen laten de uitdrukkelijke wens van de gebruiker om de aanvang van zijn nieuwe contract op een latere datum te vragen, onverlet.
Aan huishoudelijke afnemers en kleine ondernemingen mogen geen kosten in rekening worden gebracht wanneer zij van leverancier of marktdeelnemer veranderen die aan aggregatie doet. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 1, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
HOOFDSTUK VII. - [1 Sociale bepalingen.]1
----------
(1)
Art.33.[1 § 1er. De residentiële afnemers die tot een van de volgende categorieën behoren, zijn beschermde afnemers :
1° elke verbruiker beschouwd als een beschermde afnemer die het specifiek sociaal tarief geniet bij of krachtens de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt;
2° elke verbruiker die het voorwerp uitmaakt van een beslissing tot opvoedingsbegeleiding van financiële aard genomen door een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of van een opvolging uitgevoerd door een instelling erkend krachtens het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling en door de schuldbemiddelaars bedoeld in artikel 1675/17 van het Gerechtelijk Wetboek;
3° [2 ...]2
§ 2. Na advies van de "CWaPE" bepaalt de Regering de procedure en de modaliteiten inzake toekenning en verlies van het statuut van beschermde afnemer. Zij kan de lijst van de beschermde afnemers uitbreiden met andere categorieën eindafnemers.]1
[3 § 3. Elke beschermde afnemer als bedoeld in lid 1 is een "kwetsbare afnemer" in de zin van Richtlijn 2019/944/EU. De Regering kan de lijst van kwetsbare afnemers uitbreiden [4 ...]4 rekening houdend met criteria zoals inkomensniveau, aandeel van de energie-uitgaven in het beschikbare inkomen, energie-efficiëntie van de woning, sterke afhankelijkheid van elektrische apparatuur om gezondheidsredenen.]3
----------
(1)<DWG 2014-04-11/23, art. 38, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(2)<DWG 2018-07-17/04, art. 127, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(3)<DWG 2022-05-05/38, art. 40, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(4)<DWG 2024-04-25/61, art. 13, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 33bis.[1 De distributienetbeheerder levert elektriciteit tegen het sociaal tarief aan de beschermde afnemer bedoeld in artikel 33, § 1, 2° [2 ...]2, en § 2, behalve als de afnemer vraagt om door een leverancier van zijn keuze geleverd te worden tegen het commercieel tarief.
De distributienetbeheerder wordt ertoe gemachtigd elektriciteit tegen het sociaal tarief te leveren aan de beschermde afnemer bedoeld in artikel 3, § 1, van dit decreet, als de afnemer erom vraagt.
De overheveling van de afnemer [3 beschermde]3 naar de distributienetbeheerder heeft de automatisch opzegging van het lopende leveringscontract tot gevolg zonder opzeggingskosten of -vergoeding.]1
----------
(1)
Art. 33bis/1.[1 De vervaldatum van de factuur voor het elektriciteitsverbruik mag niet korter zijn dan vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van afgifte. Bij niet-betaling van het gefactureerde bedrag zendt de leverancier een aanmaning. De nieuwe vervaldag mag niet korter zijn dan tien dagen. In de herinnering wordt de klant gewezen op de nieuwe vervaldag, op de mogelijkheid om een beroep te doen op de O.C.M.W. of op een erkende schuldbemiddelaar en op de procedure die wordt gevolgd indien de afnemer er niet in slaagt de betaling van de factuur op te lossen. Indien de afnemer niet reageert, dient de leverancier hem per aangetekende brief en per post in gebreke te stellen. In geval van een ingebrekestelling door de afnemer is de leverancier verplicht de afnemer uit te nodigen contact op te nemen met de leverancier om een redelijk betalingsplan af te sluiten en de afnemer te wijzen op de mogelijkheid zich bij zijn onderhandelingen te laten bijstaan door een O.C.M.W. of een schuldbemiddelingsdienst. De leverancier stelt de afnemer in kennis van de termijn waarbinnen hij met de afnemer een redelijk betalingsplan moet sluiten.
Na het verstrijken van de termijn van vijftien dagen na ontvangst van de aangetekende aanmaning, die slechts betrekking kan hebben op een bedrag dat hoger is dan de door de regering vastgestelde minimumschuld, wordt de afnemer in gebreke gesteld indien hij niet reageert of weigert een redelijk betalingsplan af te sluiten.
De regering stelt de vorm en de inhoud vast van de formulieren die de leverancier moet bijvoegen bij de aanmaningsbrieven en verklaringen van niet-betaling die hij de afnemer krachtens de leden 1 en 4 zendt. Op deze formulieren wordt met name uitdrukkelijk en leesbaar vermeld dat de afnemer een of meer van de volgende keuzes kan maken, waarbij elk van deze keuzes in een korte paragraaf wordt toegelicht:
- de activering van de voorafbetalingsfunctie aanvragen. Indien de afnemer hiermee uitdrukkelijk schriftelijk instemt, kan de leverancier de netbeheerder om activering van de voorafbetaling verzoeken. In dit geval wordt de voorafbetaling automatisch gekoppeld aan een vermogensbegrenzing in geval van niet-oplading, ten einde een gegarandeerde minimumlevering van elektriciteit aan de beschermde afnemer te waarborgen. In geval van niet-betaling van het verbruik onder de vermogensbegrenzer kan de leverancier de procedure in werking stellen die is voorzien in geval van niet-beantwoording van dit formulier;
- verzoeken om het afsluiten van een redelijk betalingsplan;
- het O.C.M.W. om hulp vragen;
- een beroep doen op de bemiddelingsdienst van de CWaPE;
- de inleiding van een schuldbemiddelingsprocedure aanvragen;
- de aanhangigmaking van zaken bij de vrederechter aanvragen door middel van een gezamenlijk verzoek.
De leverancier stelt de afnemer in gebreke van betaling per brief en met bijvoeging van het in lid 3 bedoelde formulier op de hoogte. [2 De leverancier kan een geautomatiseerde versie van het formulier aanbieden. In dit geval wordt dit aangegeven op het papieren formulier.]2 In deze brief wordt de afnemer er tevens op gewezen dat zijn naam, voornaam, postadres, telefoonnummer en, in voorkomend geval, zijn e-mailadres binnen tien dagen na ontvangst van de brief aan het O.C.M.W. zullen worden meegedeeld, zodat hij de hulp van deze instantie kan inroepen bij de onderhandelingen over een redelijk betalingsplan, financiële steun of begeleidingsmaatregelen. De afnemer kan binnen vijf dagen per brief bezwaar maken.
Hij bepaalt voorts dat de leverancier binnen dertig kalenderdagen na ontvangst van de brief en bij gebreke van antwoord op de bij de ingebrekestelling en de verklaring van niet-betaling gevoegde formulieren, de netbeheerder verzoekt om activering van de voorafbetalingsfunctie, met gewaarborgde minimumlevering voor beschermde afnemers, dan wel de zaak aanhangig maakt bij de vrederechter [2 om elke maatregel te vragen die gericht is op de terugbetaling van de schuld, de activering van de vooruitbetaling of de beëindiging van het leveringscontract. De beslissing van de rechter kan voorzien in de automatische beëindiging van het contract indien geen maatregelen worden genomen om de schuld terug te betalen of de vooruitbetaling te activeren.]2 De leverancier stelt de afnemer tevens in kennis van zijn recht om te weigeren de voorafbetaling te activeren en van de gevolgen van een eventuele ingebrekestelling. Deze termijn wordt op verzoek van het O.C.M.W. met maximaal dertig dagen verlengd, terwijl een sociaal-budgettaire analyse wordt uitgevoerd, een beslissing over financiële bijstand wordt genomen en met de leverancier over een redelijk betalingsplan wordt onderhandeld.
Indien tussen de afnemer en zijn leverancier een redelijk betalingsplan wordt overeengekomen, wordt op elk ogenblik tijdens de procedure de niet-betalingsprocedure of de ingebrekestellingsprocedure opgeschort. De leverancier stelt de afnemer schriftelijk in kennis van het afgesloten betalingsplan of van eventuele wijzigingen daarvan.
In geval van niet-naleving van de gekozen procedure in het bij de ingebrekestelling en verklaring van niet-betaling gevoegde formulier of in geval van niet-naleving van het redelijke betalingsplan, verzoekt de leverancier de netbeheerder om activering van de voorafbetalingsfunctie, met gewaarborgde minimumlevering voor beschermde afnemers, of wendt hij zich tot de vrederechter om de ontbinding van het leveringscontract te vorderen.
In het kader van haar jaarverslag bezorgt de CWaPE de Waalse regering en het Waalse parlement een verslag over de procedures voor de vrederechter in geval van wanbetaling. In dit verslag wordt een overzicht gegeven van het aantal gevallen, de gemiddelde behandelingstijd, de betrokken leveranciers, het resultaat van de betrokken vonnissen en de bedragen van de onbetaalde schulden waarvoor de procedure werd ingeleid.
Overeenkomstig de Europese wetgeving heeft de afnemer te allen tijde de mogelijkheid een nieuw leveringscontract te sluiten.
[2 Elk vonnis dat de beëindiging van het contract vaststelt, geeft de betrokken distributienetbeheerder automatisch het recht om de levering af te sluiten, met inbegrip van de toegang tot de meter, indien nodig met de hulp van de politie.]2
[2 Als de afnemer woonachtig is op het verbruiksadres, mag de leverancier niet overgaan tot de afsluiting tot een maand nadat het besluit tot beыindiging aan het gezin is betekend. De leverancier moet het OCMW in de gemeente waar de afnemer woont, schriftelijk of elektronisch op de hoogte brengen van zijn beslissing om deze afsluiting uit te voeren in uitvoering van dit vonnis, tenzij het gezin eerder heeft geweigerd om zijn naam op te geven.]2
De Regering kan de wijze van toepassing van dit artikel nader bepalen, met uitzondering van die bedoeld in lid 8.]1
----------
(1)<DWG 2022-02-17/05, art. 3, 047; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
(2)<DWG 2024-04-25/61, art. 14, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 33bis/2. [1 Tijdens weekend- en avondperiodes mag de levering van elektriciteit door de distributienetbeheerder niet worden onderbroken als gevolg van het gebruik van de voorafbetalingsfunctie. De Regering bepaalt deze periodes en de invorderingsmodaliteiten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2018-07-19/38, art. 11, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
Art. 33bis/3. [1 § 1. Geen elektriciteit kan worden afgesloten zonder toestemming van de Vrederechter.
De leverancier kan de netbeheerder verzoeken om activering van de voorafbetalingsfunctie in de gevallen bedoeld in artikel 33 bis/1. Activering van de voorafbetalingsfunctie kan niet worden opgelegd indien de afnemer op gezamenlijk verzoek heeft verzocht de zaak aan de vrederechter voor te leggen of indien hij deze activering heeft geweigerd. In dit laatste geval wendt de leverancier zich door middel van een gemeenschappelijk verzoek tot de vrederechter.
Voor beschermde afnemers wordt, wanneer de vooruitbetaling bij besluit van de vrederechter wordt geactiveerd, deze automatisch gekoppeld aan een vermogensbegrenzer om een gegarandeerde minimumlevering van elektriciteit te waarborgen. Deze gewaarborgde minimumlevering geldt voor een vermogen van tien ampère en wordt aan de beschermde afnemer gegarandeerd voor een periode van zes maanden, onverminderd een langere periode die door de vrederechter wordt vastgesteld. De beschermde afnemer wordt door zijn distributienetbeheerder bevoorraad zodra zijn leverancier hem in gebreke heeft gesteld.
§ 2 Paragraaf 1 is niet van toepassing wanneer afsluiting vereist is op grond van het feit dat de veiligheid van goederen of personen of de goede werking van het distributienet ernstig wordt bedreigd. Paragraaf 1 is evenmin van toepassing indien de afsluiting nodig is ten gevolge van de regularisatieprocedure bij een verhuizing of bij een verbreking van de verzegeling.
§ 3. Elke afsluiting die zonder toestemming van de vrederechter op basis van dit artikel wordt uitgevoerd, is het voorwerp van een informatieve maatregel per brief, waarin aan de afnemer de precieze redenen worden meegedeeld die de afsluiting rechtvaardigen, evenals de duur ervan. Een kopie van de brief wordt aan het CWaPE toegezonden.
§ 4. Het feit dat een gezin de vooruitbetaling niet vrijwillig activeert, doet geen afbreuk aan de toekenning van steun waarin andere wetgeving voorziet.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-02-17/05, art. 4, 047; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
Art. 33bis/4. [1 Onverminderd artikel 33bis/3 mag een afnemer niet worden afgesloten tijdens de winterperiode, tijdens welke de distributienetbeheerder zorgt voor de bevoorrading van de afnemer. Dit verbod op afsluiting van een afnemer betreft verzoeken om afsluiting met toestemming van de vrederechter en verzoeken om afsluiting van een afnamepunt waarvan het contract tijdens de winterperiode afloopt. Wanneer de reden voor het verzoek om een afnamepunt af te sluiten het aflopen van de overeenkomst tijdens de winterperiode is, wordt het verzoek om af te sluiten uitgevoerd aan het einde van de winterperiode, tenzij de consument een nieuwe leveringsovereenkomst heeft voor het betrokken afnamepunt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-02-17/05, art. 5, 047; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
Afdeling II. [1 - Plaatselijke commissies voor energie.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 53, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art. 33ter.[1 § 1. Op initiatief van de voorzitter van de raad voor maatschappelijke[2 actie]2 wordt in elke gemeente een plaatselijke commissie inzake bericht van onderbreking ingevoerd, afgekort " Plaatselijke commissie voor energie ", samengesteld uit :
1° een vertegenwoordiger aangeduid door de raad voor maatschappelijke [2 actie]2;
2° een vertegenwoordiger die instaat voor de sociale energetische begeleiding bij het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
3° van een vertegenwoordiger van de netbeheerder bij wie de afnemer is aangesloten [2 behalve als deze vertegenwoordiger als leverancier van de afnemer tussenkomt]2.
[2 Binnen zes maanden na de hernieuwing van de raad voor maatschappelijke actie]2 dient de Voorzitter van de raad voor maatschappelijke [2 actie]2 [2 de CWaPE]2 de naam te sturen van de personen die werden aangeduid om in deze commissie te zetelen [3 alsook de naam van hun plaatsvervangers]3.
§ 2. De commissie vergadert op elk verzoek van de netbeheerder, [2 de leverancier of het O.C.M.W.]2 of van de afnemer. Ze spreekt zich met name uit :
1° over de eventuele intrekking van de gewaarborgde minimale levering van elektriciteit van de [3 afnemer]3 die de gewaarborgde minimale levering geniet; bij beslissing om deze in te trekken, verduidelijkt de commissie de datum van uitwerking; bij beslissing om de levering te behouden, stelt de commissie desgevallend een afbetalingsplan op [2 , het O.C.M.W. kan aan de afnemer een sociale energetische begeleiding voorstellen]2;
2° over de totale of gedeeltelijke kwijtschelding van schulden van de [3 afnemer]3 ten overstaan van de netbeheerder handelend als leverancier.
[2 3° over het voorstel tot sluiting van een redelijk betalingsplan gericht aan een residentiële afnemer of onderhandeld met het O.C.M.W.;]2
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen. De afnemer wordt ten minste vijftien dagen voor de vergadering uitgenodigd om zich aan te bieden om te worden gehoord. Hij kan zich desgevallend laten bijstaan of vertegenwoordigen door een persoon van zijn keuze. De commissie beraadslaagt achter gesloten deuren.
[2 Minstens vijftien dagen voor de vergadering wordt de leverancier uitgenodigd om deel te nemen aan de vergadering in geval van aanhangigmaking bij de Commissie met betrekking tot een betalingsplan of met betrekking tot de te nemen maatregelen wanneer het onmogelijk is om een budgetmeter te plaatsen om technische, medische, structurele of sociale redenen.]2
De beslissing wordt binnen de zeven dagen aan de afnemer en de netbeheerder betekend.
§ 3. De Regering definieert de werkingsmodaliteiten en -procedure van de commissie en kan de samenstelling ervan uitbreiden met elke persoon die er belang bij heeft om daar vertegenwoordigd te zijn.
§ 4. Voor 31 maart van elk jaar sturen de netbeheerders [2 en de leveranciers]2 de CWaPE een rapport met de vermelding, per gemeente, van het aantal oproepingen dat de plaatselijke commissie voor energie in het afgelopen jaar heeft verstuurd, alsook het gevolg dat eraan werd gegeven.
Voor 31 maart van elk jaar [2 mogen de plaatselijke commissies voor energie de gemeenteraad een rapport sturen]2 met de vermelding van het aantal oproepingen dat de commissie in het afgelopen jaar heeft verstuurd, alsook het gevolg dat eraan werd gegeven.
Indien zou blijken dat een bepaalde gemeente geen plaatselijke commissie voor energie heeft samengesteld of niet reageert op de oproepingen van de netbeheerder, kan de minister, na advies van de CWaPE, en opgesteld zoals volgt het verzenden van een herinnering en een ingebrekestelling aan de burgemeester en de voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, beslissen dat de vergoeding bedoeld in artikel 20 niet aan de gemeente moet worden betaald voor het lopende boekjaar of het volgende boekjaar.
§ 5. De plaatselijke commissies voor energie zijn onder meer belast met de voorlichting betreffende de sociale maatregelen inzake energievoorziening en de geldende tarieven, inzake de sociale energetische begeleiding en de preventieve actieplannen inzake energie.
[2 ...]2.]1
[2 § 6. De beslissingen van de plaatselijke commissies voor energie kunnen het voorwerp uitmaken van een beroep bij de vrederechter van de plaats waar de aansluiting van de betrokken afnemer gelegen is.]2
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 53, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 41, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2022-05-05/38, art. 42, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 33ter TOEKOMSTIG RECHT. [1 § 1. Op initiatief van de voorzitter van de raad voor maatschappelijke[2 actie]2 wordt in elke gemeente een plaatselijke commissie inzake bericht van onderbreking ingevoerd, afgekort " Plaatselijke commissie voor energie ", samengesteld uit :
1° een vertegenwoordiger aangeduid door de raad voor maatschappelijke [2 actie]2;
2° een vertegenwoordiger die instaat voor de sociale energetische begeleiding bij het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
3° [3 van een vertegenwoordiger van de sociale leverancier bij wie de afnemer is aangesloten]3]2.
[2 Binnen zes maanden na de hernieuwing van de raad voor maatschappelijke actie]2 dient de Voorzitter van de raad voor maatschappelijke [2 actie]2 [2 de CWaPE]2 de naam te sturen van de personen die werden aangeduid om in deze commissie te zetelen.
§ 2. De commissie vergadert op elk verzoek van de netbeheerder [2 [3 ...]3 of het O.C.M.W.]2 of van de afnemer. Ze spreekt zich met name uit :
1° over de eventuele intrekking van de gewaarborgde minimale levering van elektriciteit van de beschermde afnemer die de gewaarborgde minimale levering geniet; bij beslissing om deze in te trekken, verduidelijkt de commissie de datum van uitwerking; bij beslissing om de levering te behouden, stelt de commissie desgevallend een afbetalingsplan op [2 , het O.C.M.W. kan aan de afnemer een sociale energetische begeleiding voorstellen]2;
2° over de totale of gedeeltelijke kwijtschelding van schulden van de beschermde afnemer ten overstaan van de netbeheerder handelend als leverancier.
[2 3° [3 ...]3]2
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen. De afnemer wordt ten minste vijftien dagen voor de vergadering uitgenodigd om zich aan te bieden om te worden gehoord. Hij kan zich desgevallend laten bijstaan of vertegenwoordigen door een persoon van zijn keuze. De commissie beraadslaagt achter gesloten deuren.
[2 [3 ...]3]2
De beslissing wordt binnen de zeven dagen aan de afnemer en de netbeheerder betekend.
§ 3. De Regering definieert de werkingsmodaliteiten en -procedure van de commissie en kan de samenstelling ervan uitbreiden met elke persoon die er belang bij heeft om daar vertegenwoordigd te zijn.
§ 4. Voor 31 maart van elk jaar sturen de netbeheerders [2 [3 ...]3]2 de CWaPE een rapport met de vermelding, per gemeente, van het aantal oproepingen dat de plaatselijke commissie voor energie in het afgelopen jaar heeft verstuurd, alsook het gevolg dat eraan werd gegeven.
Voor 31 maart van elk jaar [2 mogen de plaatselijke commissies voor energie de gemeenteraad een rapport sturen]2 met de vermelding van het aantal oproepingen dat de commissie in het afgelopen jaar heeft verstuurd, alsook het gevolg dat eraan werd gegeven.
Indien zou blijken dat een bepaalde gemeente geen plaatselijke commissie voor energie heeft samengesteld of niet reageert op de oproepingen van de netbeheerder, kan de minister, na advies van de CWaPE, en opgesteld zoals volgt het verzenden van een herinnering en een ingebrekestelling aan de burgemeester en de voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, beslissen dat de vergoeding bedoeld in artikel 20 niet aan de gemeente moet worden betaald voor het lopende boekjaar of het volgende boekjaar.
§ 5. De plaatselijke commissies voor energie zijn onder meer belast met de voorlichting betreffende de sociale maatregelen inzake energievoorziening en de geldende tarieven, inzake de sociale energetische begeleiding en de preventieve actieplannen inzake energie.
[2 ...]2.]1
[2 § 6. De beslissingen van de plaatselijke commissies voor energie kunnen het voorwerp uitmaken van een beroep bij de vrederechter van de plaats waar de aansluiting van de betrokken afnemer gelegen is.]2
(1)
Afdeling III. [1 - Sociale energetische begeleiding.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 53, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art. 33quater.[1 Elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn moet een sociale energetische begeleiding verzekeren.
[2 Deze begeleiding bestaat uit preventieve en curatieve acties. Ze wordt voorgesteld aan residentiële afnemers met betalingsproblemen en bij voorrang aan de beschermde afnemers.]2
De Regering definieert de modaliteiten van de sociale energetische begeleiding.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 53, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 42, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
Afdeling IV. - [1 Preventieve actieplannen inzake energie.]1
----------
(1)
Art. 33quinquies. [1 Elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kan zich verbinden in een preventief actieplan inzake energie dat hulpverlening aan een doelpubliek nastreeft teneinde zijn energiegebruik en verbruiksbeheer te verbeteren, met name door het tot stand brengen van een informatie- en sensibiliseringsprogramma dat specifiek voor hem ontworpen en bedacht wordt.
De Regering definieert de modaliteiten en de financiering van de preventieve actieplannen inzake energie.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 53, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art. 33quinquies_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP.
HOOFDSTUK VIII. - Openbare dienstverplichtingen.
Art.34.[12 § 1.]12 [1 [10 Na advies van de CWaPE legt de Regering duidelijk gedefinieerde, transparante en non discriminerende openbare dienstverplichtingen op aan de distributienetbeheerders en/of de beheerder van het plaatselijk transmissienet, afhankelijk van het geval. De naleving van deze verplichtingen maakt het voorwerp uit van een controle door de CWaPE, met uitzondering van de verplichtingen bedoeld in punt 4°, b), en d) tot g), waarvan de controle door de Administratie wordt uitgevoerd. De regering legt onder meer de volgende verplichtingen op :]10
1° de veiligheid, regelmaat en kwaliteit van de elektriciteitsleveringen verzekeren;
2° inzake dienstverlening aan de gebruikers :
a) de aansluiting op het net verzekeren van elke eindafnemer die [16 binnen tien dagen]16 erom verzoekt, tegen de prijzen die [15 worden bekendgemaakt en die door de bevoegde overheid worden goedgekeurd]15;
b) [5 de meet- en teltoestellen installeren en het geheel van de meet- en telgegevens beheren die nodig zijn voor het beheer van het net en de marktprocessen]5
c) een doeltreffende klachtendienst verzekeren;
d) eerbiedigen van de doelstellingen inzake prestaties die de CWaPE in overleg met de netbeheerders heeft gedefinieerd, op zijn minst wat betreft de gegevensuitwisseling met de leveranciers, de aanvragen voor aansluiting of wijziging van de aansluiting [5 , met inbegrip van de plaatsing van de budgetmeters [9 of de activering van de voorafbetalingsfunctie]9, het beheer van de klachten van de gebruikers van het net en het beheer van de vergoedingsaanvragen en de procedure die er recht op geeft, de respectievelijke prestaties van elke distributienetbeheerder t.o.v. deze doelstellingen wordt jaarlijks bekendgemaakt door de CWaPE]5;
e) [5 ...]5;
f) de mededeling [16 gratis]16 verzekeren van de meetgegevens [15 worden bekendgemaakt en die door de bevoegde overheid worden goedgekeurd]15;
g) de last dragen betreffende de financiële waarborg die artikel 25septies, § 2 oplegt, met uitzondering van de last voor de waarborg die wordt samengesteld om de vergoedingen bij zware fout te verzekeren, alsook de beheerkosten van de vergoedingsmechanismen van afdeling III van hoofdstuk IV;
h) de voorlichting verzekeren van elke eindafnemer die is aangesloten op het laagspanningsnet [9 uitgerust met een teller met verschillende tariefuurperiodes, over het precieze tijdstip van de overgang tussen deze periodes]9, op zijn minst bij de opname van de meterstand of bij aanvraag van de meterstand en via een bijgewerkte en gepaste publicatie van deze gegevens op de website van de distributienetbeheerder;
[5 i) de indexopmetingen van [15 de eindafnemers]15 valideren en overmaken aan de leverancier op basis van een periodiciteit die minstens drie maanden bedraagt, voor informatie doeleinden of voor een simulatie van het verbruik of voor aanpassingen van de voorschotten rekening houdend met het afvlakken van het verbruik over 12 maanden;]5
[5 j) [9 de nodige maatregelen aannemen en uitvoeren opdat voor de elektriciteitsvoorziening van een oplaadpunt met een andere leverancier dan de elektriciteitsleverancier een contract kan worden gesloten met betrekking tot de plaats waar dit oplaadpunt zich bevindt.]9]5
[15 k) eindafnemers een gratis telefoonnummer ter beschikking stellen voor alle nuttige vragen in verband met de taken van de netwerkbeheerders en, wat de distributienetbeheerder betreft, ook in verband met het gebruik en de functies van de communicerende meter.]15
[16 l) Behalve in gevallen van bewezen kwade trouw van de eindafnemer, waarbij de meterstanden over een periode van meerdere jaren zijn geschat, mogen rectificaties van de meetgegevens en de daaruit voortvloeiende facturering geen betrekking hebben op een periode van meer dan vierentwintig maanden voorafgaand aan de laatste werkelijke meterstand. De totale hoeveelheid elektriciteit die tussen de laatste twee werkelijke meterstanden wordt verbruikt, wordt door de distributienetbeheerder verdeeld over de volledige periode tussen de twee werkelijke standen, en alleen het verbruik dat overeenstemt met de laatste 24 maanden kan aan de eindafnemer worden gefactureerd. Een rechtzetting en gunste van de netgebruiker gaat verder dan de periode van 24 maanden die voorafgaat aan de laatste werkelijke meterstand.
In geval van bewezen kwade trouw van de eindafnemer en indien de distributienetbeheerder niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen uit hoofde van de wettelijke en reglementaire teksten die op hem van toepassing zijn, in het bijzonder met betrekking tot het verzamelen van meet- of telgegevens en telapparatuur, zoals voorzien door dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, kan de rechtzetting niet langer duren dan een periode van 5 jaar.]16
3° op sociaal niveau, [15 wat betreft de distributienetbeheerder]15 met name :
a) de door de Regering gedefinieerde maatregelen nemen wanneer een eindafnemer verzuimt te betalen aan zijn leverancier;
b) de levering van elektriciteit aan de beschermde afnemers tegen het sociaal tarief verzekeren [5 . Het eventueel verschil vastgesteld tussen het sociaal tarief toegepast op de gewestelijke beschermde afnemer bedoeld in artikel 33, § 1, 2°, en het sociaal tarief toegepast op de federaal beschermde afnemer bedoeld in artikel 33, § 1, 1° en 3°, blijft ten laste van de distributienetbeheerder;]5;
c) [14 zorgen voor de activering van de voorafbetalingsfunctie overeenkomstig artikel 33bis/3. De Regering bepaalt het tijdschema en de modaliteiten voor de activering en deactivering, op vrijwillige basis en op basis van een rechterlijke beslissing, door de netbeheerder. Als de distributienetbeheerder, om redenen die voortvloeien uit gebreken die aan hem toe te schrijven zijn, de activeringstermijn vastgelegd door de Regering overschrijdt, zal hij de leverancier die de activeringsaanvraag voor de voorafbetalingsfunctie heeft ingediend, een forfaitaire tegemoetkoming verschuldigd zijn waarvan de berekeningsmethode van het bedrag wordt bepaald door de Regering na advies van de CWaPE.]14
d) tijdelijk en in specifieke gevallen die de Regering na advies van de CWaPE voorziet, de levering verzekeren aan eindafnemers die tijdelijk geen leveringsovereenkomst hebben [5 ...]5;
e) ten minste eenmaal per jaar een vergadering organiseren met de plaatselijke commissies voor energie die actief zijn op hun grondgebied, met name om de jaarlijkse balans van hun activiteit op te maken, inclusief de eventuele moeilijkheden waarmee ze werden geconfronteerd in het kader van de activiteit van de plaatselijke commissies voor energie;
4° inzake milieubescherming, met name :
a) voorrang geven [5 inzake toegang en aansluiting]5 aan milieuvriendelijke elektriciteit;
b) [10 de Administratie]10 een minimale jaarlijkse hoeveelheid groene getuigschriften voorstellen;
c) voor de distributienetbeheerders : milieuvriendelijke elektriciteit die wordt geproduceerd door op hun grondgebied gevestigde installaties en die de producenten van milieuvriendelijke elektriciteit niet kunnen verkopen, tegen de marktprijs en binnen de grenzen van hun eigen behoeften aankopen;
d) [6 voor de beheerder van het plaatselijk transmissienet, steun verlenen aan de productie van milieuvriendelijke elektriciteit, onder de vorm van een aankoopverplichting van groene certificaten tegen een prijs die de Regering vastlegt;]6
[3 e) [6 voor de beheerder van het lokale transmissienet, de financiële lasten dekken, alsook de eraan verbonden kosten, die voortvloeien uit de toepassing van artikel 42 met het oog op het in reserve plaatsen van groene certificaten, volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 42, § 9, en op vraag van de personen belast met de opdracht bedoeld in artikel 42, § 1, handelen in het effectief beheer van de groene certificaten die in reserve worden geplaatst, met inachtneming van de voorwaarden bedoeld in artikel 42;]6 ]3
[3 f) [6 voor de beheerder van het lokale transmissienet, de inkoopkosten van de groene certificaten dekken die de personen belast met de opdracht bedoeld in artikel 42, § 1 [7 en in artikel 42/1, § 1]7, niet zouden kunnen verkopen op de markt van de groene certificaten, [11 of die hun zouden worden ingekocht krachtens artikel 42, § 6, 2° of artikel 42/1, [13 § 7, en]13 § 7bis]11 met het oog op de [11 verwijdering]11 ervan uit de gegevensbank die door [10 de Administratie]10 wordt bijgehouden.]6 ]3
[4 e) (lezen g) voor de distributienetbeheerders, de in artikel 37, § 2, van dit decreet bedoelde productiesteun verlenen;]4
[5 h) de voorrang geven aan milieuvriendelijke elektriciteit om de verliezen te dekken wanneer ze geen meerkost tot gevolg heeft overeenkomstig artikel 11, § 2, tweede lid, 9°;]5
[11 i) voor de lokale transmissienetbeheerder, de kosten gebonden aan de in artikel 42/2 bedoelde mobilisatieverrichtingen dekken, met inbegrip van de kosten gebonden aan de aankopen van groene certificaten bedoeld in de punten d) en f) en betrokken bij een mobilisatieverrichting.]11
5° inzake het rationele gebruik van energie :
a) alle maatregelen nemen ter bevordering van het rationele gebruik van energie voor [15 alle categorieën eindafnemers]15 en in dit opzicht de complete voorlichting van de gebruikers van het net verzekeren;
b) tariefformules die het rationele gebruik van energie bevorderen aan de afnemers voorstellen, met uitzondering van de afnemers die deelnemen aan de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten;
c) het publiek ten minste éénmaal per jaar inlichten over de bestaande premies voor het rationele gebruik van energie of hernieuwbare energie en over de belastingsverminderingen terzake;
d) energiediensten tegen competitieve prijzen aanbieden, inzonderheid voor sociaal zwakkere residentiële afnemers;
6° op verzoek van elke eindafnemer een aan zijn verbruiksprofiel aangepaste meter plaatsen, tegen het tarief dat is[15 worden bekendgemaakt en die door de bevoegde overheid worden goedgekeurd"]15. [9 ...]9;
7°[15 Voor de distributienetbeheerder,]15 inzake openbare verlichting : het onderhoud en de verbetering van de energetische doeltreffendheid van de openbare verlichtingsinstallaties;
8° de voorlichting van de gebruikers van het net inzake de vrijmaking van de energiemarkt verzekeren, met name via de verspreiding van boodschappen van de minister;
9° de administratieve en technische interventies betreffende de openbare dienstverplichtingen verzekeren, behoudens uitzondering die de Regering na advies van de CWaPE uitdrukkelijk identificeert;]1
[5 10° een financiële compensatie van de producent van milieuvriendelijke elektriciteit verzekeren overeenkomstig artikel 26, § 2ter tot quinquies.]5
[9 11° [15 Voor de distributienetbeheerder,]15 [15 de gebruikers individueel informeren en bewustmaken]15 over het gebruik, de kenmerken, de functionaliteiten en de doelstellingen van de slimme meters na de plaatsing van laatstgenoemden en tijdens de eerste activering van de voorafbetalingsfunctie voor de afnemer.]9
[12 § 2. Elke residentiële afnemer kan zijn distributienetbeheerder vragen om een dubbele stroommeter te installeren.
Tot 31 december 2023 en binnen de grenzen van de overheidskredieten die voor de terugbetaling van deze verplichting zijn toegekend, wordt via de distributienetbeheerder aan de residentiële afnemer een premie toegekend die de kosten van de installatie van de in lid 1 bedoelde dubbele stroommeter dekt.
De administratie verstrekt de distributienetbeheerder een begrotingsvoorschot voor de financiering van de in lid 2 bedoelde premie.
Elke netbeheerder bezorgt de administratie tegen de tiende dag van elke maand een elektronisch bestand dat per email met bericht van ontvangst wordt overgemaakt. Dit bestand bevat een lijst van de plaatsingen die de afgelopen maand zijn gedaan en de gedetailleerde gegevens daarvan, met inbegrip van de kosten.
De distributienetbeheerder bezorgt de administratie elk kwartaal in 3 exemplaren een schuldvorderingsverklaring, samen met een lijst van de uitgaven en de bewijsstukken betreffende de toegekende premies.
Na ontvangst van de lijst van de uitgaven controleert de administratie de schuldvorderingsverklaring. Na bepaling van het bedrag van de in aanmerking komende uitgaven keurt de administratie de uitgaven goed in mindering op het in lid 3 bedoelde voorschot of brengt zij dit bedrag in voorkomend geval in vereffening.
De netbeheerder vermeldt op zijn schuldvorderingsverklaring het nummer van de financiële rekening waarvan hij houder is en neemt er de melding "bedrag voor waar en oprecht verklaard" in op.
De Regering of haar afgevaardigde kan de modaliteiten tot toepassing van deze paragraaf bepalen.
§ 3. Vanaf 1 oktober 2020 tot 31 december 2023 kennen de distributienetbeheerders als openbare dienstverplichting jaarlijks, voor rekening van het Waals Gewest, een premie toe aan de residentiële autoproducerende afnemers die een installatie voor de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen hebben met een netto-ontwikkelbaar vermogen van minder dan of gelijk aan 10 kW en die niet genieten van het sociaal tarief.
Vanaf 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2021 bedraagt het bedrag van de premie voor de in lid 1 bedoelde afnemers die niet over een dubbele stroommeter beschikken, 100 procent van de capaciteitstermijn en 54,27 procent van de capaciteitstermijn voor de jaren 2022 en 2023.
Vanaf 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2021 bedraagt het bedrag van de premie voor de in lid 1 bedoelde afnemers die zijn uitgerust met een dubbele stroommeter 100 procent van het verschil tussen de factuur voor de netkosten en het totale bedrag van de netkosten die zonder de capaciteitstermijn als netto-afname in rekening zouden zijn gebracht, en 54,27 procent van dit bedrag voor de jaren 2022 en 2023.
Elke distributienetbeheerder is verplicht de premie binnen een maand na verzending van de afrekeningsfactuur aan de leverancier toe te kennen.
De administratie verstrekt de distributienetbeheerder een begrotingsvoorschot om de betaling van de in lid 1 bedoelde premies te financieren.
Elke netbeheerder bezorgt de administratie tegen de tiende dag van elke maand een elektronisch bestand dat per email met bericht van ontvangst wordt overgemaakt. Dat bestand bevat de lijst van de premies die de vorige maand zijn uitgekeerd, alsook de uitvoerige gegevens die daarop betrekking hebben.
De netbeheerder bezorgt de administratie elk kwartaal in 3 exemplaren een schuldvorderingsverklaring, samen met een lijst van de uitgaven en de bewijsstukken betreffende de daadwerkelijk betaalde premies.
Zodra de uitgavenlijst door de administratie in ontvangst genomen wordt, wordt ze samen met de bijgevoegde bewijsstukken door haar nagekeken. Na bepaling van het bedrag van de in aanmerking komende uitgaven keurt de administratie de uitgaven goed in mindering op het in lid 1 bedoelde voorschot of brengt zij dit bedrag in voorkomend geval in vereffening.
De netbeheerder vermeldt op zijn schuldvorderingsverklaring het nummer van de financiële rekening waarvan hij houder is en neemt er de melding "bedrag voor waar en oprecht verklaard" in op.
De Regering of haar afgevaardigde kan de modaliteiten tot toepassing van deze paragraaf bepalen.]12
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 54, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008, met uitzondering van art. 34, 2°, h, met inwerkingtreding : 01-01-2009>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2013-12-11/10, art. 15, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(4)<DWG 2014-01-23/05, art. 2, 017; Inwerkingtreding : 01-03-2014>
(5)<DWG 2014-04-11/23, art. 43, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(6)<DWG 2014-12-12/04, art. 2, 021; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(7)<DWG 2017-06-29/16, art. 1, 029; Inwerkingtreding : 14-08-2017>
(8)<DWG 2018-05-11/02, art. 11, 031; Inwerkingtreding : 28-05-2018>
(9)<DWG 2018-07-19/38, art. 12, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(10)<DWG 2019-01-31/22, art. 3, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(11)<DWG 2019-05-02/35, art. 2, 038; Inwerkingtreding : 24-05-2019>
(12)<DWG 2020-10-01/15, art. 2, 041; Inwerkingtreding : 01-10-2020>
(13)<DWG 2021-03-18/16, art. 1, 042; Inwerkingtreding : 10-04-2021>
(14)<DWG 2022-02-17/05, art. 6, 047; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
(15)<DWG 2022-05-05/38, art. 43, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(16)<DWG 2024-04-25/61, art. 15, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 34bis.[5 § 1.]5 [1 [4 Na advies van de CWaPE legt de Regering duidelijk gedefinieerde, transparante en non discriminerende openbare dienstverplichtingen op aan de leveranciers, waarvan de inachtneming door de CWaPE wordt gecontroleerd. De naleving van deze verplichtingen maakt het voorwerp uit van een controle door de CWaPE, met uitzondering van de verplichtingen bedoeld in punt 3°, a), waarvan de controle door de Administratie wordt uitgevoerd. De Regering legt onder meer de volgende verplichtingen op:]4
1° de regelmaat en kwaliteit van elektriciteitsleveringen verzekeren;
2° inzake dienstverlening aan de afnemers :
a) een duidelijke, transparante, non discriminerende en controleerbare facturatie van de elektriciteitsleveringen [6 kosteloos]6 verzekeren [6 en zorgen voor nauwkeurige, duidelijke en volledige informatie over het onderwerp]6;
b) een doeltreffende [6 eenvoudige, eerlijke en snelle]6 klachtendienst verzekeren;
c) eerbiedigen van de doelstellingen [2 en communiceren met de indicatoren]2 inzake prestaties die de CWaPE in overleg met de leveranciers heeft gedefinieerd, op zijn minst wat de kwaliteit van de dienstverlening aan de afnemers, de opvolging van de aanvragen voor levering, de kwaliteit van de aan de netbeheerders te leveren informatie, de toegankelijkheid van de informatiediensten voor de afnemers, de kwaliteit van de facturatie, het beheer van de aanvragen tot vergoeding, de opvolging van de verandering van leverancier, de opvolging van verhuizingen en het klachtenbeheer betreft. De CWaPE publiceert de respectieve prestaties van elke leverancier jaarlijks op haar internetsite tegenover deze doelstellingen. Op voorstel van de CWaPE legt de Regering de invoering van een systeem van kwaliteitscontrole op, per categorieën leveranciers die hij aanduidt;
d) in de precontractuele fase de perfecte voorlichting van de [6 eindafneme]6 over de contractuele voorwaarden verzekeren, met name de kenmerken van het product, de prijs van de leveringen [6 en aangeboden dienst, de mogelijkheid om facturen en factureringsgegevens langs elektronische weg te ontvangen]6, de aanvaardingsvoorwaarden van een [2 ...]2 betalingsplan en het al dan niet bindende karakter van de ingediende documenten [6 De algemene voorwaarden zijn [7 leesbaar,]7 billijk en transparant, zijn in duidelijke en ondubbelzinnige bewoordingen gesteld en bevatten geen niet-contractuele belemmeringen voor de uitoefening van de rechten van de afnemers;]6
[6 e) op niet-discriminerende wijze een ruime keuze aan betaalmethoden aanbieden;
f) de eindafnemers [7 zichtbaar en]7 tijdig in kennis stellen van eventuele wijzigingen in de contractvoorwaarden of prijsaanpassingen en van hun mogelijkheid om de overeenkomst op te zeggen;
g) een eerlijke en niet-discriminerende behandeling van afnemers, ongeacht de wijze waarop zij betalen of het bestaan van elektriciteitsleveringscontracten, ook via aggregatie, waarborgen;
h) voor leveranciers met ten minste 200 000 eindafnemers op het nationale grondgebied, wanneer de technische regeling operationeel zal zijn, een contract voor dynamische prijsstelling aanbieden en ervoor zorgen dat de eindafnemer volledig wordt geïnformeerd over de mogelijkheden, kosten en risico's die aan een dergelijk contract verbonden zijn, alsmede over de noodzaak een communicerende meter te installeren waarvan de communicatiefunctie is geactiveerd, of een meter die meetgegevens in elektronische vorm doorgeeft. Leveranciers verkrijgen de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van elke eindafnemer voordat laatstgenoemde overschakelt op een elektriciteitscontract met dynamische prijsstelling;]6
3° inzake milieubescherming, met name :
a)[4 de Administratie]4 een minimale jaarlijkse hoeveelheid groene getuigschriften voorstellen;
b) het saldo van de milieuvriendelijke elektriciteit die wordt geproduceerd door in het Waals Gewest gevestigde installaties en die de producenten van milieuvriendelijke elektriciteit niet hebben kunnen verkopen, ook niet aan de beheerder van het distributienet, tegen de marktprijs en binnen de grenzen van hun eigen behoeften aankopen;
4° op sociaal niveau :
a) op zijn minst een bindende offerte overmaken aan elke residentiële afnemer die dat vraagt, tegen niet-discriminerende voorwaarden, behalve indien de leverancier in het kader van de toegekende vergunning uitdrukkelijk [4 aan de Administratie]4 verklaart dat hij enkel overeenkomsten met niet-residentiële afnemers afsluit;
b) de maatregelen toepassen die de regering bepaalt wanneer een eindafnemer [2 betalingsmoeilijkheden heeft]2 tegenover zijn leverancier [2 , namelijk, een redelijk betalingsplan voorstellen;]2
[2 c) in het kader van de procedure van niet-naleving van het betalingsplan, indien het onmogelijk is om een budgetmeter te plaatsen om technische, medische, structurele of sociale redenen bevestigd door de netbeheerder, dient de leverancier voor de plaatselijke commissie voor energie een aanvraag in tot onderbreking voor wanbetaling, de plaatsingstermijn van de budgetmeter wordt opgeschort tot de beslissing van de plaatselijke commissie voor energie;
d) overgaan tot een aanpassing van de voorschotfacturen van [6 de eindafnemer]6 op basis van de indexen opgemeten door [6 de eindafnemer]6 en gevalideerd door de distributienetbeheerder rekening houdend met het afvlakken van het verbruik over 12 maanden;]2
5° inzake het rationele gebruik van energie :
a) alle maatregelen nemen ter bevordering van het rationele gebruik van energie voor alle categorieën [6 eindafnemers]6 en hen een volledige informatie verzekeren, met name door op de factuur de gegevens te vermelden van een dienst of een site waar ze informatie over het rationele gebruik van energie kunnen vinden;
b) tariefformules die het rationele gebruik van energie bevorderen aan de afnemers voorstellen, met uitzondering van de afnemers die deelnemen aan de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten;
c) de afnemers ten minste éénmaal per jaar inlichten over de bestaande premies voor het rationele gebruik van energie of hernieuwbare energie en over de belastingsverminderingen terzake;
6° de voorlichting van de afnemers inzake de vrijmaking van de energiemarkt verzekeren, met name via de verspreiding van boodschappen van de minister. "
In afwijking op lid 1 wordt aan de houders van een leveringsvergunning met het oog op hun eigen levering, in de gevallen bedoeld in artikel 30, § 3, 2°, vierde streepje, in termen van openbare dienstverplichting, enkel de voorstelling aan de CWaPE van een minimale jaarlijkse hoeveelheid groene getuigschriften opgelegd. Na advies van de CWaPE kan de Regering hen desgevallend andere openbare dienstverplichtingen opleggen.]1
[3 Met betrekking tot lid 1, 4°, a), wordt de bedoelde verplichting aan de leverancier opgelegd voor ten minste alle soorten meetregimes.]3
[5 § 2. De leverancier vermeldt op de regularisatiefactuur van de begunstigden van de in artikel 34, § 3, eerste lid, bedoelde premie zowel het bedrag van de toegekende premie als de uiteindelijke betaling ervan door de Regering.]5
----------
(1)
Art. 34ter.[1 Na advies van de CWaPE kan de Regering de beheerder van het privé-net [3 en de beheerder van het gesloten beroepsnet]3, exclusief of gedeeld met de netbeheerders, desgevallend bepaalde van de openbare dienstverplichtingen opleggen [2 [3 die bedoeld zijn in artikel 34]3]2.]1
[3 De naleving van de openbaredienstverplichtingen door privénetbeheerders en beheerders van gesloten beroepsnetten wordt door de CWaPE onderworpen aan een specifieke en afzonderlijke controle, die verschilt van die welke wordt toegepast op de distributienetbeheerders en waarvan de inhoud en de procedures door de Regering worden bepaald]3
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 56, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 45, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2022-05-05/38, art. 45, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
HOOFDSTUK VIII/1. [1 - Slimme meters en flexibiliteit]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2018-07-19/38, art. 14, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
Afdeling 1. [1 - Slimme meters]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2018-07-19/38, art. 15, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
Art.35.[1 § 1. Rekening houdend met het algemeen belang en onder voorwaarden van kosten- en batenoptimalisering, legt de distributienetbeheerder slimme meters aan op zijn netwerk voor de in de leden 2 en 6 beschreven segmenten of sectoren. Hij bepaalt zijn aanlegplan door het op te nemen in zijn aanpassingsplan bedoeld in artikel 15.
Uiterlijk op 1 januari 2023 wordt de communicatiefunctie van een slimme meter systematisch geïnstalleerd en geactiveerd in de volgende gevallen, tenzij dit technisch onmogelijk of economisch niet verantwoord is [3 of in geval van weigering in overeenstemming met paragraaf 3.]3:
1° [2 wanneer de voorafbetalingsfunctie overeenkomstig dit decreet is geactiveerd;]2
2° wanneer de meter wordt vervangen;
3° wanneer een nieuwe aansluiting wordt uitgevoerd;
4° wanneer een distributienetgebruiker erom verzoekt.
[3 Vanaf 1 januari 2024 vindt de installatie en communicatiefunctie van een communicerende meter stelselmatig plaats wanneer de netgebruiker een nieuwe installatie voor de opwekking van elektriciteit met een vermogen van tien KVA of minder [4 in gebruik neemt]4, tenzij dit technisch onmogelijk of economisch niet redelijk is of in geval van een weigering op grond van paragraaf 3]3
[4 De Regering bepaalt de voorwaarden waaronder de installatie van een communicerende meter of de activering van de communicatiefunctie van een communicerende meter technisch onmogelijk of economisch niet redelijk wordt geacht.]4
De regering bepaalt de verplichtingen van de distributienetbeheerder ingeval de communicatiefunctie niet kan worden geactiveerd, met name wat betreft de informatieverstrekking aan de gebruiker en de maximale termijn voor de activering.
De Regering bepaalt de maximale termijn ten laste van de distributienetbeheerder voor de plaatsing van de slimme meter in het geval bedoeld in lid 2, 4°.
[3 [4 Uiterlijk op 31 december 2029 bereikt de distributienetbeheerder de doelstelling van honderd procent van communicerende meters die op zijn net geplaatst worden]4]3.
§ 2. De CWaPE publiceert jaarlijks een verslag over de evolutie van de aanleg van slimme meters, met inbegrip van de ontwikkeling van aanverwante diensten in het Waals Gewest Dit verslag bevat ook een luik over de ontwikkeling van het aantal budgetmeters en over de mogelijkheid om nieuwe prioritaire segmenten of sectoren in het aanlegplan van de distributienetbeheerders op te nemen.
[3 Het in lid 1 bedoelde verslag bevat aanbevelingen. De CWaPE kan de Regering met name maatregelen voorstellen ter bevordering van de technische interoperabiliteit van meters met de verschillende door de markt ontwikkelde diensten, alsmede maatregelen met betrekking tot het vermogen van communicerende meters om een outputpoort te bieden voor de energiebeheersystemen van de consumente]3.
De distributienetbeheerders richten een Opvolgingscomité op dat toeziet op de aanleg van slimme meters en in het bijzonder verantwoordelijk is voor de aanpak van alle sociale, economische en milieukwesties.
Dit comité wordt geleid en voorgezeten door vertegenwoordigers van de distributienetbeheerders.
De distributienetbeheerders richten het Comité op dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de consumentenrechtenorganisaties, vertegenwoordigers van de vakbonden, een vertegenwoordiger van elke in het Waalse Parlement vertegenwoordigde en erkende politieke fractie, vertegenwoordigers van [3 elektriciteitesondernemingen]3 en elke persoon met deskundigheid op dit gebied. Elke organisatie wijst haar vertegenwoordigers aan.
Een vertegenwoordiger van de CWaPE, een vertegenwoordiger van de minister van energie en een vertegenwoordiger van de administratie wonen de vergaderingen als waarnemers bij.
Het Opvolgingscomité komt ten minste om de zes maanden en voor het eerst binnen drie maanden na het begin van de aanleg bijeen.
§ 3. [3 Elke eindafnemer kan de installatie van een communicerende meter of de activering van de communicatiefunctie weigeren. Afhankelijk van de technische beschikbaarheid plaatst de distributienetbeheerder een communicerende meter waarvan de communicatiefunctie is uitgeschakeld of een meter zonder de mogelijkheid om gegevens te zenden en te ontvangen.
Hij deelt de eindafnemer mee dat weigering om de [4 communicerende]4 meter te plaatsen of te activeren de volgende consequenties heeft:
1° de verplichting om de manuele indexen te lezen wanneer een marktproces dit vereist;
2° de technische onmogelijkheid om deel te nemen aan een activiteit van energiedeling;
3° de technische onmogelijkheid om deel te nemen aan een peer-to-peer uitwisseling;
4° het is technisch onmogelijk om flexibiliteitsdiensten te leveren in het kader van een gereguleerd product van een netbeheerder of van de transmissiesysteembeheerder die dat nodig heeft;
5° de technische onmogelijkheid om deel te nemen aan enige andere marktactiviteit waarvoor de dagelijkse indiening van meetgegevens vereist is.
[4 6° de onmogelijkheid om de vooruitbetalingsfunctie te activeren;]4
[4 7° de technische onmogelijkheid om de afwezigheid van een spanningskwaliteitsprobleem in verband met het distributienet na te gaan, waardoor het verzoek tot schadevergoeding voor de afschakeling van de omvormer bedoeld in artikel 25sexies/1 van dit decreet onontvankelijk wordt.]4
Vanaf 1 januari 2024 kan de in artikel 35, § 1, derde lid, bedoelde netgebruiker, in afwijking van het eerste lid, alleen weigeren de communicatiefunctie te activeren]3.]1
----------
(1)
Art. 35bis.[1 § 1. De slimme meter verstrekt plaatselijk informatie in reële [2 bijna]2 tijd aan de netgebruiker over de elektriciteit die hij van het net afneemt of op het net injecteert per tarifair uurschema alsook op het actieve tarifaire uurschema [2 van de distributienetbeheerder]2. Deze informatie kan in reële tijd worden weergegeven op het scherm [2 van de meter of beschikbaar]2 en bruikbaar zijn op een uitvoerpoort.
De slimme meter is in overeenstemming met het koninklijk besluit van 6 juli 1981 betreffende de instrumenten bestemd voor het meten van de elektrische energie en de opeenvolgende wijzigingen die erin zijn aangebracht.
§ 2. Zodra de slimme meter wordt geplaatst, of, in voorkomend geval, wanneer de communicatiefunctie wordt geactiveerd, wordt de slimme meter voorzien van de volgende minimumfunctionaliteiten :
1° de voorafbetalingsfunctie en de weergave van een schatting van het beschikbare saldo op het scherm van de meter;
2° de veilige aflezing op afstand van de indexcijfers voor de opgenomen of geïnjecteerde actieve energie per tarifair uurschema. De dagelijkse indexcijfers per tarifair uurschema moeten de laatste 40 dagen beslaan en de maandelijkse indexcijfers per tarifair uurschema, de laatste 13 maanden;
3° de omschrijving van verschillende tarifaire periodes;
4° de onderbreking en de toelating voor het meterherstel op afstand;
5° de lezing op afstand van de belastingscurven in de zin van het technisch reglement voor de laatste tien dagen;
6° de aanpassing op afstand van het contractueel vermogen;
7° de supervisie op afstand en de alarmregistratie;
8° de herconfiguratie en de updates op afstand;
9° het opvolgen van de evolutie van de spanning.
§ 3. De regering bepaalt de uitvoeringsmodaliteiten voor de minimumfunctionaliteiten bedoeld in paragraaf 2, met inbegrip van het ter beschikking stellen van deze functionaliteiten en van de daarmee verband houdende informatie op andere dragers dan de [2 communicerende]2 meter.
[3 Teneinde de eindafnemer met voorschot in staat te stellen met voldoende regelmaat de evolutie van zijn verbruik budgettair te volgen, dient de in het tweede lid, 1А, bedoelde schatting]3 ten minste eenmaal per [3 vierentwintig]3 uur op de meter en ten minste eenmaal per uur op de meter of een andere drager te worden geactualiseerd. Wanneer het beschikbare krediet onder de door de regering vastgestelde drempel valt, wordt deze informatie aan de eindafnemer meegedeeld. [2 De Regering specificeert de procedures voor de kennisgeving van de overschrijding van de drempel, alsmede de procedures voor het gratis en veilig opladen van communicerende meters met ingeschakelde vooruitbetalingsfunctie door middel van diverse niet-discriminerende betaalmethoden.]2
§ 4. De uitvoerpoort van de meter bedoeld in paragraaf 1 wordt standaard uitgeschakeld. Het kan op eenvoudig verzoek van de gebruiker aan de distributienetbeheerder worden in- of uitgeschakeld.]1
[3 § 5. De Regering bepaalt de minimumfrequentie van gegevensregistratie op de communicerende meter alsook de modaliteiten voor het opslaan van deze gegevens om te voldoen aan de Europese vereisten in verband met de elektriciteitsmarkt.]3
----------
(1)
Art. 35ter.[1 1. De distributienetbeheerder kan op afstand de lokale uitvoerpoort van de meter activeren of deactiveren, toestemming verlenen voor het herstel, de ontkoppeling of de modulatie van het slimme metervermogen van een afnemer, [3 onverminderd]3 de voorwaarden en procedures, vastgesteld bij of krachtens dit decret en, wat een residentiële afnemer betreft, van boek VI van het Wetboek van economisch recht en de wetgeving op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
[3 ...]3.
§ 2. Onverminderd de bepalingen voorzien inzake voorafbetaling is het standaardmeetregime voor slimme meters het regime waarbij alleen meterindexen en energievolumes in marktprocessen worden gebruikt. Deze [3 geaggregeerde]3 gegevens worden jaarlijks aan de marktactoren overgemaakt. De netgebruiker die met een slimme meter is uitgerust, kan vrij kiezen voor een ander meetregime dat in het technisch reglement wordt bepaald.
Onverminderd de bepalingen voorzien inzake voorafbetaling is de frequentie van standaardfacturering jaarlijks. Elk meetregime maakt frequentere facturering op basis van het reëel verbruik mogelijk.
§ 3. De distributienetbeheerder stelt de gebruikers in staat hun verbruiksgegevens vrij en kosteloos te raadplegen. [2 Daartoe is de distributienetbeheerder verantwoordelijk voor het ontwerp, de invoering en de exploitatie van een geautomatiseerd platform dat gebruikers in staat stelt hun gegevens van de communicerende meter, met inbegrip van niet-gevalideerde opname- en injectiegegevens, vrij en kosteloos te raadplegen.]2 De Regering bepaalt de raadplegingsmodaliteiten, waaronder onder meer het type en het formaat van de gegevens alsook de betrokken [2 perioden]2.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2018-07-19/38, art. 18, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(2)<DWG 2022-05-05/38, art. 48, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(3)<DWG 2024-04-25/61, art. 19, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Afdeling 2. [1 - Flexibiliteit]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2018-07-19/38, art. 19, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
Art. 35quater.[1 § 1. Elke leverancier van flexibiliteitsdiensten is onderworpen aan de voorafgaande toekenning van een leveringsvergunning van flexibiliteitsdiensten afgegeven door de CWaPE.
[2 In afwijking van het vorig lid is een netgebruiker in de volgende gevallen niet aan deze verplichting onderworpen :
1° hij biedt flexibiliteitsdiensten aan via een aanbieder van flexibiliteitsdiensten die aggregatie toepast ;
2° hij biedt ondersteunende diensten aan in de zin van dit decreet]2.
Er bestaan twee categorieën van leveringsvergunningen van flexibiliteitsdiensten :
1° de algemene vergunning;
2° de beperkte vergunning die aan een netgebruiker is toegekend om vanuit zijn eigen installaties flexibiliteitsdiensten te leveren, zonder tussenkomst van een leverancier van flexibiliteitsdiensten. [2 die aggregatie toepast.]2
§ 2. Na advies van de CwaPE bepaalt de Regering voor elke vergunningscategorie de toekennings- en intrekkingscriteria en modaliteiten.
Deze criteria hebben met name betrekking op de betrouwbaarheid van de aanvrager, zijn juridische en beheersautonomie ten aanzien van de netbeheerders.
[2 De vergunning voor het leveren van flexibiliteitsdiensten wordt door de CWaPE ingetrokken in geval van niet-naleving van de in dit decreet neergelegde verplichtingen]2.
§ 3. De Regering kan een vereenvoudigde procedure voorzien voor de houders van een leveringsvergunning van flexibiliteitsdiensten toegekend op federaal vlak, in de andere Gewesten of in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte, de houders van een vergunning voor de levering van elektriciteit, de houders van een toegangscontract van flexibiliteit met minstens één netbeheerder en de aanvragers van een beperkte vergunning om vanuit hun eigen installaties flexibiliteitsdiensten aan te bieden, of deze vrijstellen van sommige toekenningscriteria.
De CWaPE publiceert op haar website de lijst van de houders van een leveringsvergunning van flexibiliteitsdiensten [2 na instemming van deze laatste om in een dergelijke lijst te worden opgenomen]2.
§ 4. De netbeheerder mag geen leverancier zijn van flexibiliteitsdiensten.]1
[2 De aanbieder van flexibiliteitsdiensten neemt de balanceringsregels in acht of delegeert de verantwoordelijkheid aan een verantwoordelijke voor de balancering.
Het technisch reglement bepaalt de gevallen waarin de leverancier van flexibiliteitsdiensten een toegangscontract van flexibiliteit moet sluiten met de netbeheerder van elk van zijn afnemers.
§ 6. Elke aanbieder van flexibiliteitsdiensten heeft het recht de elektriciteitsmarkten zonder de toestemming van andere marktdeelnemers te betreden, onverminderd niet-discriminerende procedures om een toegangspunt toe te staan flexibiliteitsdiensten te verlenen.]2
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2018-07-19/38, art. 20, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(2)<DWG 2022-05-05/38, art. 49, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 35quinquies.[1 § 1. Onder voorbehoud van artikel 35sexies, § 3 en § 4, heeft iedere netgebruiker het recht zijn last of zijn productie geheel of gedeeltelijk voor eigen gebruik te leiden of om flexibiliteitsdiensten aan te bieden.
Elke netgebruiker [2 heeft toegang tot]2 zijn [3 opname- en injectiegegevens]3 en kan deze gegevens met vrije en uitdrukkelijke toestemming toegankelijk maken voor de leverancier van flexibiliteitsdiensten van zijn keuze. [2 Op verzoek aan de netbeheerder kan de gebruiker alle gegevens met betrekking tot de uitoefening van zijn flexibiliteit ten minste eenmaal per factureringsperiode kosteloos ontvangen.]2
Hij moet er vrij kunnen over beschikken om flexibiliteit te bieden en zijn leverancier van flexibiliteitsdiensten [2 die aggregatie toepast,]2 te kiezen, onafhankelijk van zijn elektriciteitsleverancier.
In het geval bedoeld in het vorig lid, worden de netgebruikers die hun flexibiliteit bieden en de anderen op een niet-discriminerende wijze behandeld.
§ 2. [2 ...]2
----------
(1)
Art. 35sexies. [1 § 1. Met inachtneming van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, worden de netbeheerders ermee belast, voor wat betreft de valorisatie van de flexibiliteit die een energieoverdracht met zich meebrengt of in het kader van een gereguleerd product van een netbeheerder of van de transmissienetbeheerder die dit nodig heeft, de informatie nodig voor de berekening van het flexibiliteitsvolume, in overleg met de transmissinetbeheerder te verzamelen, berekenen, verwerken en overmaken.
§ 2. De CWaPE is belast met het overleg met de CREG in het kader van de uitvoering van artikel 19bis, § 2, van de elektricteitswet.
§ 3. In het kader van de flexibiliteit die een energieoverdracht met zich meebrengt of in het geval van een gereguleerd product van een netbeheerder of van de transmissienetbeheerder die dit nodig heeft, in geval van overmacht of een bewezen bedreiging voor de operationele veiligheid van zijn netwerk, op basis van objectieve, transparante en niet-discriminerende technische criteria, kan de netbeheerder de activering van flexibiliteitsdiensten voor een bepaalde periode voorkomen of beperken, mits hij een gemotiveerde beslissing neemt.
Het technisch voorschrift stelt de informatieprocedure vast, alsmede de modaliteiten om de activering van de in het eerste lid bedoelde flexibiliteit te beperken of te voorkomen.
De netwerkbeheerder deelt de gemotiveerde beslissing bedoeld in het eerste lid aan de CWaPE mee binnen 10 dagen na de weigering of beperking van de activering van flexibiliteitsdiensten.
Binnen zestig dagen na de overmaking, brengt de CWaPE een advies uit over de gemotiveerde beslissing die aan de basis ligt van de weigering of de beperling van flexibiliteitsdiensten.
§ 4. In het kader van de flexibiliteit die een energieoverdracht met zich meebrengt of in het geval van een gereguleerd product van een netbeheerder of van de transmissienetbeheerder die dit nodig heeft, stelt de betrokken netbeheerder een procedure vast om een toegangspunt tot de flexibiliteit te kwalificeren. Deze kwalificatieprocedure omvat met name het onderzoek naar de potentiële impact van de flexibiliteit op de grenzen van de operationele veiligheid van het net en de verificatie van de naleving van het aansluitingscontract. Na raadpleging van de betrokken actoren wordt deze procedure ter goedkeuring voorgelegd aan de CWaPE en gepubliceerd op de websites van zowel de netbeheerders als de CWaPE.
Het technisch reglement bepaalt de modaliteiten inzake rapportage aan de CWaPE over de resultaten van de overeenkomstig lid 1 ingevoerde kwalificatieprocedures.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2018-07-19/38, art. 22, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
Afdeling 3. [1 - Bescherming van de persoonlijke levenssfeer]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2018-07-19/38, art. 23, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
Art. 35septies.[1 § 1er. [2 [3 ...]3]2.
[3 De communicerende meters en slimme netwerken]3 moeten zodanig worden ontworpen dat accidentele of onwettige vernietiging van, toegang tot en wijziging van persoonsgegevens wordt voorkomen en dat een veilige communicatie van deze gegevens mogelijk wordt gemaakt [2 naar behoren rekening houdend met de beste beschikbare technieken om het hoogste niveau van bescherming van cyberbeveiliging te waarborgen, met inachtneming van de kosten en het evenredigheidsbeginsel]2.
§ 2. De distributienetbeheerder is verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens die afkomstig zijn van de door hem verzamelde slimme meter.
[3 De distributienetbeheerder verwerkt de gegevens van de communicerende meter uitsluitend met het oog op de uitvoering van zijn wettelijke of reglementaire verplichtingen krachtens dit decreet]3.
[2 ...]2
[2...]2
§ 3. Onverminderd het permanent recht van de distributienetbeheerder mag niemand informatie van een slimme meter lezen, uitvoeren of verwerken zonder de voorafgaande, vrije, specifieke, verlichte [3 , expliciete]3 en ondubbelzinnige toestemming van de betrokken netgebruiker, tenzij openbaarmaking aan een derde door een wettelijke of reglementaire bepaling is toegestaan en/[3 of de gegevens worden overgemaakt]3 aan een onderaannemer die namens en voor rekening van de distributienetbeheerder handelt.
De verwerking van [3 gegevens van een communicerende meter]3 voor de volgende doeleinden is verboden :
1° de handel in persoonlijke [3 gegevens]3;
2° [3 de handel in gegevens]3 of energieprofielen die statistisch zijn vastgesteld op basis van periodiek gemeten persoonlijke [3 gegevens van communicerende meters]3 en aan de hand waarvan het verbruiksgedrag van de eindafnemer kan worden afgeleid;
3° het opstellen van lijsten van eindafnemers met betrekking tot fraudeurs en wanbetalers.
[3 De derde die persoonlijke gegevens verzamelt via de uitvoerpoort of een ander apparaat wordt verantwoordelijk voor de verwerking van deze gegevens. Deze gegevensverzameling vindt alleen plaats met de voorafgaande, vrije, specifieke, geяnformeerde en uitdrukkelijke toestemming van de eindafnemer, onder de voorwaarden bepaald in paragraaf 1. Hiertoe zal de derde de eindafnemer vooraf informeren over de rechten die hij kan uitoefenen met betrekking tot deze gegevens.]3
[2 § 4. Onder de bij en krachtens dit decreet bepaalde voorwaarden kan de distributienetbeheerder de gegevens die hij van de communicerende meters verzamelt, meedelen aan de volgende ontvangers en categorieën van ontvangers:
[3 1° de leveranciers voor de levering van elektriciteit en diensten, facturering en klantenbeheer overeenkomstig de verplichtingen bedoeld in artikel 34bis]3;
[3 2° de andere netbeheerders om het beheer en de operationele veiligheid van hun net te garanderen]3;
[3 3° de evenwichtsverantwoordelijken om het evenwicht van het net te garanderen]3;
[3 4° de leveranciers van energiediensten, flexibiliteitsdiensten en aggregatoren voor de levering van diensten en klantenbeheer]3;
[3 5° de overheidsinstanties, organisaties en natuurlijke of rechtspersonen voor de uitvoering van taken van openbaar belang die bij of krachtens een wet, decreet of ordonnantie aan hen zijn opgedragen]3;
[3 6° de CWaPE met het oog op de uitvoering van haar taken, verplichtingen en plichten opgelegd bij of krachtens dit decreet]3;
[3 7° een derde, op voorwaarde dat de distributienetbeheerder, op verzoek van de betrokken derde, de voorafgaande, vrije, ondubbelzinnige, geяnformeerde en uitdrukkelijke toestemming van de eindafnemer heeft verkregen om zijn gegevens door de distributienetbeheerder aan deze derde door te geven.]3
[3 Elk van deze ontvangers is verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens die door de distributienetbeheerder worden verstrekt.]3
[3 De distributienetbeheerder verleent de in de lid 1 vermelde ontvangers alleen toegang tot gegevens die strikt noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun respectieve taken en plichten.]3
§ 5. [3 Persoonlijke gegevens van de communicerende meters]3, met inbegrip van [3 afgeleide gegevens mogen slechts zolang worden bewaard]3 dan nodig is voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld. [3 Deze periode mag langer zijn]3 dan vijf jaar [3 vanaf de verzameling van de gegevens]3.
In afwijking van het eerste lid mogen gegevens langer dan vijf jaar worden bewaard indien de uitvoering van de taken van de voor de verwerking verantwoordelijke zulks vereist. In dat geval moet de verantwoordelijke voor de verwerking de redenen voor de langere opslagperiode opgeven.
[3 De geanonimiseerde gegevens worden overgemaakt]3 zodra individualisering ervan niet langer noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld. ]2
[2 § 6]2. [3 Na de installatie van de communicerende meter en vѓѓr de tenuitvoerlegging van de verwerking van gegevens van communicerende meters, verstrekt de distributienetbeheerder de netgebruikers de informatie die is opgesomd in artikel 13 van Verordening 2016/679/EU van 27 april 2016]3.
[3 Deze informatie, vermeld in artikel 13 van Verordening 2016/679/EU van 27 april 2016,]3 wordt op neutrale, uniforme en duidelijke wijze meegedeeld via verschillende informatiekanalen, zoals brochures, brieven of websites.
De distributienetbeheerder vermeldt op zijn website de contactgegevens van de bevoegde dienst waarbij de betrokken personen de bovengenoemde rechten inzake persoonlijke levensfeer kunnen uitoefenen.]1
[3 De toegang van de eindafnemer tot zijn eigen gegevens is kosteloos.
De andere voor de verwerking verantwoordelijken bedoeld in paragraaf 4 doen de in lid 1 bedoelde informatie toekomen aan de eindafnemers voordat de verwerking van de gegevens van de communicerende meters overeenkomstig lid 2 wordt uitgevoerd.]3
[2 § 7. [3 Geautomatiseerde toegang door de leverancier of aanbieder van flexibiliteitsdiensten tot de gegevens van de communicerende meters die beschikbaar zijn in de gegevensbanken van de distributienetbeheerder voor factureringsdoeleinden, vindt plaats via de MIG.
Geautomatiseerde toegang door derden, andere dan de eindafnemer of zijn aanbieder van flexibiliteitsdiensten, tot gegevens van communicerende meters die beschikbaar zijn in de databanken van de distributienetbeheerder voor andere doeleinden dan facturering, vindt plaats via de MIG TPDA in overeenstemming met de in lid 4 vastgestelde doeleinden.]3
De toegang tot de gegevens is niet-discriminerend en kan door verschillende partijen gelijktijdig worden verleend.
De MIG en de MIG TPDA worden opgesteld overeenkomstig artikel 13bis, in overeenstemming met de in de technische verordening vastgelegde procedure]2
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2018-07-19/38, art. 24, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(2)<DWG 2022-05-05/38, art. 51, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(3)<DWG 2024-04-25/61, art. 21, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
HOOFDSTUK VIII/2. [1 Actieve afnemers en energiegemeenschappen ]1
----------
(1)
Afdeling 1. [1 Actieve afnemers ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 53 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 35octies.[1 § 1. In de zin van de bij dit decreet geregelde aangelegenheden is elke eindafnemer gerechtigd de volgende activiteiten uit te voeren en wordt hij aldus een actieve afnemer:
1° elektriciteit produceren ;
2° deelnemen aan flexibiliteitsdiensten;
3° alle of een deel van de elektriciteit van het net of die hij zelf heeft geproduceerd, opslaan;
4° deelnemen aan een energiegemeenschap;
5° de elektriciteit die hij zelf heeft geproduceerd, indien nodig na opslag, zelf verbruiken op de plaats waar de productie-installatie zich bevindt;
6° gedeelde elektriciteit verbruiken binnen eenzelfde gebouw of binnen een energiegemeenschap waaraan het deelneemt;
7° de zelf opgewekte elektriciteit die aan het net wordt geleverd verkopen en, in het geval van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, in voorkomend geval door middel van een overeenkomst voor de aankoop van hernieuwbare elektriciteit of een peer-to-peerhandel;
8° het delen van zelf opgewekte elektriciteit die aan het net wordt toegevoerd in het kader van een activiteit van gedeeld gebruik binnen een energiegemeenschap of een groep actieve afnemers die collectief optreden binnen eenzelfde gebouw;
9° deelnemen aan programma's voor energie-efficiëntie.
[2 10° hernieuwbare elektriciteit van een peer-to-peer uitwisseling kopen.]2
De actieve afnemer heeft het recht de in lid 1 bedoelde activiteiten uit te voeren zonder aan discriminerende eisen of behandeling te worden onderworpen, met behoud van zijn rechten en verplichtingen als eindafnemer.
De actieve afnemer heeft een eigendoms- of gebruiksrecht op zijn elektriciteitsproductie- en opslagfaciliteiten, waardoor hij het statuut van producent kan krijgen.
§ 2. De actieve afnemer kan het beheer van zijn activiteiten en het beheer van zijn productie- en opslagfaciliteiten delegeren. De afgevaardigde is verantwoordelijk voor het beheer van de activiteiten en voorzieningen binnen de grenzen van de overeenkomsten en in overeenstemming met dit decreet en de uitvoeringsbesluiten. In het kader van deze opdrachten wordt de afgevaardigde geenszins beschouwd als een actieve afnemer.
Het beheer van de productie- of opslagactiviteiten of -faciliteiten van een actieve afnemer is een energiegerelateerde commerciële activiteit als bedoeld in artikel 8, lid 2.
§ 3. Om de activiteiten bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 6°, 7° en 8° uit te voeren, wordt de actieve afnemer uitgerust met een meter die de onttrokken en geïnjecteerde energie afzonderlijk meet en de geaggregeerde gegevens per periode van onbalansverrekening doorstuurt in de vorm van elektronische communicatie.
In het kader van de in het vorige lid bedoelde activiteiten is de actieve afnemer onderworpen aan de bijdrage ter dekking van de totale kostprijs van het net, alsmede aan de belastingen, toeslagen en andere gereguleerde kosten, bepaald overeenkomstig artikel 4, § 2, 23°, van het Tariefdecreet.
§ 4. De in paragraaf 1, eerste lid, 7° bedoelde peer-to-peerhandel vindt plaats :
1° per onbalansverrekeningsperiode;
2° door middel van een overeenkomst die vooraf bepaalde voorwaarden bevat voor de automatische uitvoering en afwikkeling van de verrichting.
Elke activiteit van peer-to-peerhandel is onderworpen aan de toekenning van een vergunning van de CWaPE, mits de naleving van de bij of krachtens het decreet vastgestelde voorwaarden.
De actieve afnemer dient zijn aanvraag in bij de CWaPE met behulp van het standaardformulier dat door de CWaPE in overleg met de netbeheerders is opgesteld.
Het formulier wordt bekendgemaakt op de website van de CWaPE en de netbeheerders.
De CWaPE deelt haar beslissing aan de actieve afnemer en aan de betrokken netbeheerder mede.
De Regering specificeert de modaliteiten van de peer-to-peerhandel en de vergunningsprocedure
De Regering is bevoegd om op basis van een beoordeling door de CWaPE met betrekking tot peer-to-peerhandel de in het tweede lid bedoelde vergunning te vervangen door een kennisgeving aan de CWaPE en aan de betrokken netbeheerder. De Regering is bevoegd de wijze van kennisgeving vast te stellen.
In de in lid 7 bedoelde evaluatie wordt de ontwikkeling van de peer-to-peerhandel geanalyseerd uit het oogpunt van de werking van de markt, de positieve bijdrage ervan in termen van betrokkenheid van de lokale actoren en de verwezenlijking van de klimaat- en energiedoelstellingen van het Gewest, alsook het effect van de geldende administratieve procedures. Deze evaluatie omvat aanbevelingen, met name op het gebied van administratieve vereenvoudigingen.
§ 5. De actieve afnemer is financieel verantwoordelijk voor de onevenwichten die hij op het net veroorzaakt. Hij treedt op als evenwichtsverantwoordelijke entiteit of delegeert de verantwoordelijkheid aan een evenwichtsverantwoordelijke entiteit.
§ 6. Een actieve afnemer die de in § 1, eerste lid, 3°, bedoelde opslagactiviteit uitoefent, heeft het recht verschillende diensten tegelijkertijd te verlenen, voor zover dit technisch mogelijk is. § 6.
§ 7. Een actieve afnemer die een van de activiteiten bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 6°, 7° of 8°, uitoefent, geniet niet van het stelsel van jaarlijkse compensatie tussen de hoeveelheden elektriciteit onttrokken aan en geïnjecteerd in het distributienet, dat wordt toegekend aan installaties voor de productie van groene elektriciteit met een netto te ontwikkelen vermogen kleiner dan of gelijk aan tien kW.
De actieve afnemer ziet uitdrukkelijk en definitief af van de toepassing van de jaarlijkse compensatieregeling voor het specifieke toegangspunt dat wordt gebruikt om de in lid 1 bedoelde activiteiten uit te voeren bij de betrokken netbeheerder en volgens de modaliteiten en voorwaarden die door de Regering worden bepaald op basis van een voorstel van de CWaPE opgesteld in overleg met de distributienetbeheerders.
§ 8. Elke actieve afnemer met een installatie voor de productie of de opslag van elektriciteit met een vermogen van ten hoogste 10 kVA moet dit vóór de inbedrijfstelling, rechtstreeks of via zijn installateur, aan zijn netbeheerder melden volgens de in het technisch reglement vastgestelde procedures. De actieve afnemer meldt ook de buitenbedrijfstelling van zijn installatie op dezelfde wijze.
De actieve afnemer met een oplaadpunt is verplicht aangifte te doen van de ingebruikneming of buitengebruikstelling ervan volgens dezelfde procedure als die welke is vastgesteld in de technische voorschriften voor installaties voor elektriciteitsproductie met een netto ontwikkelbaar vermogen tot 10 kW en opslaginstallaties.
De netbeheerders verstrekken de CWaPE op verzoek en op de door de CWaPE bepaalde wijze een lijst van nieuwe elektriciteitsproductie-installaties, oplaadpunten en opslaginstallaties, alsmede van de installaties die zijn ontmanteld.
§ 9. Een actieve afnemer met een installatie voor elektriciteitsproductie of -opslag met een vermogen van ten hoogste tien kVA of een oplaadpunt die bestaat op de dag waarop deze bepaling in werking treedt en die dit nog niet aan zijn netbeheerder heeft gemeld, meldt deze installatie.
Aan een actieve afnemer die de in lid 1 bedoelde verplichting niet nakomt vóór 31 december 2023, mag geen administratieve boete als bedoeld in de artikelen 53 tot en met 53 septies worden opgelegd.
§ 10. De distributienetbeheerder die vaststelt dat een actieve afnemer zijn installatie voor elektriciteitsopwekking niet overeenkomstig paragraaf 8 heeft opgegeven, berekent het tarief dat de actieve afnemer niet heeft betaald voor de bijdrage in de gebruiksvergoeding voor het net, alsmede voor belastingen, toeslagen en andere gereguleerde heffingen.
De distributienetbeheerder brengt de actieve afnemer op de hoogte, die het bewijs levert van de datum waarop de nietaangegeven productie-installatie is geïnstalleerd. Bij gebreke van afdoende bewijs houdt de distributienetbeheerder rekening met de datum waarop de verplichting om bij te dragen tot de kosten van het gebruik van het net, de belastingen, de toeslagen en de andere gereguleerde heffingen in werking is getreden.
De CWaPE verplicht de actieve afnemer om aan de distributienetbeheerder het door deze laatste berekende tarief te betalen.
In afwijking van lid 1 wordt voor actieve afnemers met productie-installaties met een vermogen van minder dan of gelijk aan tien kVA die bestaan op de dag waarop deze bepaling in werking treedt en die zich vóór 31 december 2023 hebben gemeld, de bijdrage aan de kosten voor het gebruik van het net, alsmede aan de belastingen, toeslagen en andere gereguleerde kosten, berekend ten belope van het pro rata dat is vastgesteld na aftrek van de in artikel 34 bedoelde premie.
§ 3. De distributienetbeheerder neemt het bedrag van de overeenkomstig dit lid betaalde premies op in het in artikel 34, § 3, zesde lid, bedoelde elektronische bestand. ". ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 54, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(2)<DWG 2024-04-25/61, art. 22, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 35nonies.[1 . § 1. Het delen van energie tussen actieve afnemers die collectief optreden, is onderworpen aan de volgende voorwaarden:
1° de actieve afnemers zijn in hetzelfde gebouw gevestigd en zijn aangesloten op een lokaal distributie- of transmissienet ;
2° elke actieve afnemer is uitgerust met een meter als bedoeld in artikel 35octies, § 3, die de precieze bepaling mogelijk maakt van de hoeveelheden elektriciteit die worden gedeeld op basis van de verdeelsleutels die zijn vastgelegd in de overeenkomst bedoeld in 7° ;
3° elke actieve afnemer ziet af van de toepassing van het sociaal tarief voor het deel van de verbruikte elektriciteit dat afkomstig is van energiedeling;
4° elke actieve afnemer ziet uitdrukkelijk en definitief af van de toepassing van de jaarlijkse compensatieregeling voor het specifiek gebruikte toegangspunt overeenkomstig artikel 35octies, § 7, tweede lid;
5° de gedeelde elektriciteit is afkomstig van elektriciteitsproductie-eenheden die zijn geproduceerd op basis van hernieuwbare energiebronnen, gelegen in of op het gebouw bedoeld in 1° ;
6° een vertegenwoordiger wordt aangesteld om in het bijzonder de volgende taken in verband met de energiedeling te verzekeren:
a) het enige contactpunt zijn voor alle communicatie met de netwerkbeheerder waarop het gebouw is aangesloten;
b) indien van toepassing, verantwoordelijk zijn voor de facturering van gedeelde elektriciteit, exclusief toepasselijke netwerkkosten, belastingen, toeslagen en andere gereguleerde kosten;
c) de persoon zijn die verantwoordelijk is voor de verplichting bedoeld in artikel 39, § 1, betreffende de afgifte van groenestroomcertificaten aan de Administratie;
7° tussen de betrokken actieve afnemers wordt een overeenkomst gesloten die minstens de volgende elementen bevat:
a) de toepasselijke voorschriften en verantwoordelijkheden inzake het privé-leven en de bescherming van persoonsgegevens;
b) de rechten en plichten van elke actieve afnemer met betrekking tot de regels voor gedeeld gebruik, met inbegrip van de verdeelsleutel voor gedeelde elektriciteit en, waar van toepassing, de facturering van gedeelde elektriciteit;
c) informatie over de verplichting om af te zien van de toepassing van de jaarlijkse compensatieregeling en het sociale tarief voor gedeeld elektriciteitsverbruik;
d) de aanduiding van het gebouw met betrekking tot de vestigingscriteria zoals vastgelegd bij of krachtens artikel 2, 2° nonies;
e) de voorwaarden voor deelname aan en terugtrekking uit de energiedelende activiteit;
f) de procedure die moet worden gevolgd in geval van niet-betaling van de gedeelde elektriciteitshoeveelheden, met inbegrip van ten minste een herinnering en een ingebrekestelling;
g) de procedure voor de aanwijzing van de vertegenwoordiger bij de betrokken netbeheerder;
h) de regelingen voor de actualisering van de overeenkomst;
i) in voorkomend geval, het beheer van toegekende groenestroomcertificaten ;
j) de modaliteiten in geval van beëindiging van de activiteit betreffende het delen.
De Regering kan de elementen vervat in de in lid 1, 7°, bedoelde overeenkomst aanvullen en preciseren, en kan de toepassingsmodaliteiten van deze paragraaf vastleggen.
§ 2. Elke activiteit betreffende het delen moet vooraf door de aangewezen vertegenwoordiger ter kennis worden gebracht van de netbeheerder waarop het gebouw is aangesloten en is onderworpen aan de voorafgaande sluiting van een overeenkomst tussen hen.
De kennisgeving geschiedt volgens het standaardformulier dat door de CWaPE na overleg met de netbeheerders is opgesteld.
Het formulier wordt bekendgemaakt op de website van de CWaPE en de netbeheerders.
De kennisgeving aan de netbeheerder omvat onder meer de toepasselijke verdeelsleutel en de bijzonderheden van de activiteit van gedeeld gebruik, de contactgegevens van de vertegenwoordiger, de kenmerken, capaciteit en datum van inbedrijfstelling van de productie-eenheid of eenheden, het betrokken gebouw, de betrokken toegangspunten en het bewijs van de ontheffing van de jaarlijkse compensatieregeling voor de betrokken toegangspunten. De Regering kan de lijst van toe te zenden documenten wijzigen.
De netbeheerder gaat op de door de Regering vastgestelde wijze na of aan de voorwaarden voor de activiteit betreffende het delen is voldaan.
Nadat is nagegaan of aan de in paragraaf 1 bedoelde voorwaarden is voldaan, wordt tussen de aangewezen vertegenwoordiger en de netbeheerder waarop het gebouw is aangesloten, een overeenkomst gesloten waarin met name de rechten en verantwoordelijkheden van elke partij, de toezending van de meetgegevens en de toe te passen verdeelsleutel worden geregeld. De aangewezen vertegenwoordiger zendt een kopie van de overeenkomst aan elke betrokken actieve afnemer. De netbeheerder stelt de leveranciers van de betrokken toegangspunten in kennis van de datum waarop het delen begint.
Na ontvangst van het advies van de CWaPE bepaalt de Regering de inhoud en de procedure van de kennisgeving, met inbegrip van de termijnen en de communicatiewijzen, alsook de categorieën van wijzigingen die een bijkomende kennisgeving aan de netbeheerder vereisen of het opstellen van een wijziging van de overeenkomst met de netbeheerder. De Regering bepaalt ook de termijnen voor het opstarten van de activiteit betreffende het delen en de procedures die moeten worden gevolgd bij stopzetting ervan.
De netbeheerder zendt de in [2 het vierde en het zesde lid]2 bedoelde informatie aan de CWaPE overeenkomstig de door de CWaPE vastgestelde procedures en termijnen.
De CWaPE en de netbeheerder zijn verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens die in het kader van de kennisgeving worden meegedeeld, en alleen de personen die belast zijn met de aangelegenheden die betrekking hebben op de verzamelde gegevens, hebben toegang tot die gegevens.
De CWaPE mag deze gegevens gebruiken om :
1° het toezicht te houden op de ontwikkeling van de activiteit betreffende het delen tussen actieve afnemers die collectief optreden in eenzelfde gebouw en het toezicht op de naleving door deze afnemers van de verplichtingen die hen bij of krachtens dit decreet worden opgelegd;
2° alle wettelijke of reglementaire opdracht die haar zijn opgedragen, uit te voeren.
De netbeheerder kan deze gegevens gebruiken voor de uitvoering van zijn opdrachten met betrekking tot de meting van de gedeelde elektriciteitsvolumes en voor de vaststelling van elke situatie die niet in overeenstemming is met de bij of krachtens dit decreet vastgestelde bepalingen.
De persoonsgegevens die door CWaPE en de netbeheerder worden verwerkt, worden bewaard tot vijf jaar na de beëindiging van de energiedelende activiteit. Gegevens over actieve klanten die niet langer deelnemen aan de activiteit betreffende het delen, worden gewist na vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van kennisgeving van hun vertrek.
§ 3. De deelnemers aan de activiteiten betreffende het delen worden door de CWaPE en de netbeheerder op de hoogte gebracht vóór de verwerking van de verstrekte gegevens:
1° van de juiste doeleinden van de verwerking;
2° van de duur van de verwerking en de opslag van de gegevens;
3° van de verantwoordelijke voor de verwerking ;
4° van de toepasselijke procedure voor de uitoefening van het recht van toegang tot, rectificatie van en verzet tegen de gegevens, met inbegrip van de contactgegevens van de daartoe bevoegde dienst.
§ 4. In afwijking van artikel 30, § 2, is voor het delen van energie geen vergunning voor de levering van elektriciteit vereist.
§ 5. Elektriciteit die door een productie-installatie wordt geproduceerd in het kader van een activiteit voor energiedeling binnen hetzelfde gebouw, mag alleen worden gedeeld met afnemers die in het betrokken gebouw actief zijn. Elektriciteit die in het kader van de activiteit betreffende het delen wordt geproduceerd en niet wordt verbruikt, kan worden verkocht, zo nodig via een overeenkomst voor de aankoop van duurzame elektriciteit.
§ 6. Het gebruik van het distributienet voor het delen van elektriciteit door actieve afnemers die collectief binnen hetzelfde gebouw handelen, wordt in aanmerking genomen bij de berekening van de nettarieven, belastingen, toeslagen en andere gereguleerde kosten die overeenkomstig het tariefdecreet van toepassing zijn en door de toegangshouder worden gefactureerd.
De berekening van de in lid 1 bedoelde tarieven is gebaseerd op het op het toegangspunt van elke actieve afnemer gemeten elektriciteitsvolume, waarbij in dit geval ook rekening wordt gehouden met het volume van de gedeelde elektriciteit waarvan hij profiteert. ]1
----------
(1)
Art. 35octies.
Afdeling 2. [1 Energiegemeenschappen ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 57, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 35duodecies.[1 § 1. De energiegemeenschap bepaalt in haar statuten de regels betreffende de vertegenwoordiging van haar deelnemers. De energiegemeenschap is de enige gesprekspartner voor de betrokken netbeheerder(s) en de CWaPE en is verantwoordelijk voor het beheer van haar activiteiten.
De statuten van de energiegemeenschap bevatten minstens de volgende elementen:
1° bepalingen over de effectieve controle van de energiegemeenschap door haar deelnemers, met inbegrip van, in het bijzonder, regels inzake belangenconflicten en, in het geval van een gemeenschap voor hernieuwbare energie, de wijze waarop het nabijheidscriterium om te bepalen welke leden en aandeelhouders effectieve controle van de gemeenschap hebben, zal worden beoordeeld;
2° de bepalingen die de autonomie en de onafhankelijkheid van de energiegemeenschap waarborgen ten opzichte van elke deelnemer en van de andere marktspelers die aan de energiegemeenschap deelnemen of er op een andere manier mee samenwerken;
3° de nagestreefde doelstellingen in termen van milieu-, economische of sociale voordelen;
4° de bestemming en verdeling van de inkomsten die worden gegenereerd door de activiteiten van de energiegemeenschap met als hoofddoel het verschaffen van milieu-, sociale of economische voordelen aan de leden en aandeelhouders of aan de lokale grondgebieden waar de energiegemeenschap werkzaam is;
5° [2 de objectieve, transparante, niet-discriminerende en evenredige voorwaarde voor deelneming aan en terugtrekking uit de gemeenschap alsmede de voorwaarden voor overdracht en overgang van aandelen van aandeelhouders en bijdragen]2;
6° de bepalingen met betrekking tot de duur en de ontbinding van de energiegemeenschap.
De Regering kan de minimale bepalingen van de statuten van de energiegemeenschappen aanvullen of bepalen. Ze kan deze regels veranderen naar gelang met name van het type gemeenschap, van de hoedanigheid van de deelnemers of van de rechtsvorm van bedoelde gemeenschap.
§ 1. De deelnemers aan een energiegemeenschap sluiten elk met de energiegemeenschap een overeenkomst over hun rechten en plichten, die onder meer de volgende elementen bevat:
1° de toepasselijke voorschriften en verantwoordelijkheden inzake het privé-leven en de bescherming van persoonsgegevens;
2° in geval van gedeeld gebruik van elektriciteit binnen de gemeenschap :
a) de rechten en plichten met betrekking tot de regels voor gedeeld gebruik, met inbegrip van de verdeelsleutel voor gedeelde elektriciteit en, waar van toepassing, de facturering van gedeelde elektriciteit met naleving van artikel 35terdecies;
b) informatie over de verplichting om af te zien van de toepassing van de jaarlijkse compensatieregeling en het sociale tarief voor gedeeld elektriciteitsverbruik;
c) de procedure die moet worden gevolgd in geval van niet-betaling van de gedeelde elektriciteitshoeveelheden, met inbegrip van ten minste een herinnering en een ingebrekestelling;
d) voor een gemeenschap voor hernieuwbare energie, de afbakening van de geografische omtrek met betrekking tot het in artikel 35 quindecies, tweede lid, bedoelde nabijheidscriterium;
3° de voorwaarden voor het uitvoeren van de verschillende activiteiten waarop de overeenkomst betrekking heeft, met inbegrip, in voorkomend geval, van de naleving van de evenwichtsregels;
4° in voorkomend geval, het beheer van toegekende groenestroomcertificaten ;
5° de procedure voor de overdracht van gegevens tussen de deelnemers en de modaliteiten in geval van storing;
6° de regelingen voor de actualisering van de overeenkomst;
De Regering kan de minimale inhoud van de in het eerste lid bedoelde overeenkomst aanvullen of bepalen.
§ 3. De Regering kan specifieke regels vastleggen met betrekking tot het bestuur, met inbegrip van de autonomie, teneinde de controle op de in artikel 2, 2 quinquies en 2 sexies bedoelde doelstellingen te eerbiedigen, alsook met betrekking tot het besluitvormingsproces van de energiegemeenschappen, teneinde met name de participatie van de burgers te bevorderen en belangenconflicten te vermijden. Zij kan deze regels met name laten variëren naar gelang van het betrokken type energiegemeenschap.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 59, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(2)<DWG 2024-04-25/61, art. 26, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 35undecies.[1 § 1. In de zin van de door dit decreet geregelde aangelegenheden is een energiegemeenschap gerechtigd de volgende activiteiten uit te voeren:
1° elektriciteit produceren ;
2° elektriciteit leveren;
3° de door zijn installatie(s) geproduceerde elektriciteit, in voorkomend geval na opslag, zelf verbruiken op de plaats van zijn productie-installatie(s);
4° de elektriciteit die wordt geproduceerd, hetzij door de installaties waarvan zij eigenaar is, hetzij door de installaties waarover zij een gebruiksrecht heeft dat haar de hoedanigheid van producent kan verlenen, hetzij door de zelfopwekkende installaties van haar leden die in het net worden geïnjecteerd, onder haar deelnemers te verdelen ;
5° aggregatie beoefenen ;
6° deelnemen aan flexibiliteitsdiensten;
7° alle of een deel van de elektriciteit van het net of die zij zelf heeft geproduceerd, opslaan;
8° het aanbieden van oplaaddiensten voor elektrische voertuigen;
9° energie-efficiëntie of andere energiediensten leveren;
10° de elektriciteit die zij produceert, niet zelf verbruikt en niet gedeeld overeenkomstig 4°, verkopen en, en, in het geval van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, in voorkomend geval door middel van een overeenkomst voor de aankoop van hernieuwbare elektriciteit of een "peer-to-peer"-handel;
Wanneer de diensten, vermeld in het eerste lid, 8°, alleen toegankelijk zijn voor de deelnemers aan de energiegemeenschap, worden de oplaadpunten niet beschouwd als oplaadpunten die openstaan voor het publiek in de zin van artikel 2, 27° sexies.
Bij de uitvoering van haar activiteiten heeft de energiegemeenschap toegang tot de verschillende energiemarkten, hetzij rechtstreeks, hetzij via aggregatie, op niet-discriminerende wijze.
Energiegemeenschappen hebben niet het recht om netwerken te bezitten, aan te leggen, te kopen, te leasen of te beheren.
§ 2. De energiegemeenschap het beheer van zijn activiteiten en het beheer van zijn productie- en opslagfaciliteiten delegeren. De afgevaardigde neemt de verantwoordelijkheid voor het beheer op zich binnen de grenzen van de overeenkomsten en overeenkomstig dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten, zonder afbreuk te doen aan de autonomie van de energiegemeenschap ten opzichte van de actor of actoren aan wie zij dit beheer delegeert. In het kader van deze opdracht wordt de afgevaardigde geenszins beschouwd als een leverancier van elektriciteit, noch als een deelnemer aan de energiegemeenschap.
Het beheer van de energiegemeenschap of productiefaciliteiten is een energiegerelateerde commerciële activiteit als bedoeld in artikel 8, lid 2.
§ 3. De energiegemeenschap is financieel verantwoordelijk voor de onevenwichtigheden die zij in het net veroorzaakt. Hij is verantwoordelijk voor de functie van evenwichtsbeheerder of delegeert de verantwoordelijkheid aan een evenwichtsbeheerder.
§ 4. De deelnemers aan een energiegemeenschap behouden hun rechten en verplichtingen die voortvloeien uit hun hoedanigheid van eindafnemer en worden op niet-discriminerende wijze behandeld ten opzichte van andere gebruikers van het net. ]1
[2 § 5. Hernieuwbare energiegemeenschappen zijn toegankelijk voor alle consumenten, ook voor mensen met een laag inkomen of in kwetsbare situaties.]2
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 58, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(2)<DWG 2024-04-25/61, art. 25, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 35terdecies.[1 . § 1. Elke oprichting van een energiegemeenschap met een of meer activiteiten op de elektriciteitsmarkt wordt vóór de aanvang van de activiteiten ervan gemeld aan de CWaPE.
De kennisgeving geschiedt volgens het door het CWaPE vastgestelde standaardformulier, binnen de termijn en volgens de procedure die door de regering zijn vastgesteld.
Het formulier wordt bekendgemaakt op de website van de CWaPE en de netbeheerders.
De kennisgeving gaat onder meer vergezeld van de volgende documenten en informatie:
1° de statuten van de energiegemeenschap;
2° de overeenkomst tussen de energiegemeenschap en haar deelnemers;
3° de kenmerken en het vermogen van de installatie(s) voor elektriciteitsproductie die eigendom is (zijn) van of geëxploiteerd wordt (worden) door de gemeenschap en die haar de statuut van producent kan verlenen, alsmede de datum van haar feitelijke of geschatte ingebruikneming;
4° de lijst van de deelnemers.
De Regering kan de lijst van toe te zenden documenten aanvullen of nader omschrijven en tevens de kennisgevingsprocedure in geval van beëindiging van de activiteiten of ontbinding van de energiegemeenschap bepalen.
§ 2. Na ontvangst van het advies van de CWaPE bepaalt de Regering welke categorieën wijzigingen een aanvullende kennisgeving aan de CWaPE vereisen.
§ 3. De CWaPE is verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens die in het kader van de kennisgeving worden meegedeeld, en alleen de personen die belast zijn met de aangelegenheden die betrekking hebben op de verzamelde gegevens, hebben toegang tot die gegevens.
De CWaPE mag deze gegevens gebruiken om :
1° de ontwikkeling van de hernieuwbare-energiegemeenschappen te volgen en hun overeenstemming met de verplichtingen die haar bij of krachtens dit decreet worden opgelegd, te controleren;
2° alle wettelijke of reglementaire opdracht die haar zijn opgedragen, uit te voeren.
De persoonsgegevens die in het kader van de kennisgeving worden verwerkt, worden door de CWaPE bewaard tot vijf jaar na de ontbinding van de energiegemeenschap. Gegevens over deelnemers die een energiegemeenschap hebben verlaten, worden vijf jaar na de datum van kennisgeving van hun vertrek gewist.
§ 4. De deelnemers aan de energiegemeenschap worden voorafgaand aan de verwerking van de verstrekte gegevens door de CWaPE geïnformeerd:
1° van de juiste doeleinden van de verwerking;
2° van de duur van de verwerking en de opslag van de gegevens;
3° van de verantwoordelijke voor de verwerking ;
4° van de toepasselijke procedure voor de uitoefening van het recht van toegang tot, rectificatie van en verzet tegen de gegevens, met inbegrip van de contactgegevens van de daartoe bevoegde dienst. ]1
----------
(1)
Art. 35quaterdecies.[1 . § 1. § 1. Het delen van energie binnen een energiegemeenschap is onderworpen aan de volgende voorwaarden:
1° elke deelnemer is aangesloten op een lokaal distributie- of transmissienet en is uitgerust met een meter als bedoeld in artikel 35octies, § 3, die de precieze bepaling mogelijk maakt van de hoeveelheden elektriciteit die worden gedeeld op basis van de verdeelsleutels die zijn vastgelegd in de overeenkomst bedoeld in artikel 35duodecies, § 2, 2° ;
2° elke deelnemer ziet af van de toepassing van het sociaal tarief voor het deel van de verbruikte elektriciteit dat afkomstig is van de activiteit van energiedeling;
3° elke deelnemer ziet uitdrukkelijk en definitief af van de toepassing van de jaarlijkse compensatieregeling voor het specifiek gebruikte toegangspunt overeenkomstig artikel 35octies, § 7, tweede lid;
4° een toegangspunt mag slechts aan één energiedelende activiteit deelnemen;
5° de door de energiegemeenschap gedeelde elektriciteit wordt geproduceerd en in het net geïnjecteerd, hetzij door de installaties waarvan zij eigenaar is, hetzij door de installaties waarover zij een gebruiksrecht heeft dat haar de hoedanigheid van producent kan verlenen, hetzij door de zelfopwekkende installaties van haar leden die in het net worden geïnjecteerd, onder haar deelnemers te verdelen ;
6° de energiegemeenschap is verantwoordelijk, in voorkomend geval, voor de facturering van gedeelde elektriciteit, exclusief toepasselijke netwerkkosten, belastingen, toeslagen en andere gereguleerde kosten;
7° de energiegemeenschap is verantwoordelijk voor de verplichting bedoeld in artikel 39, § 1, betreffende de afgifte van groenestroomcertificaten aan de Administratie;
Wat 5° betreft, worden de productie-installaties die eigendom zijn van de gemeenschap of waarop zij een gebruiksrecht heeft, aangesloten op het plaatselijk distributie- of transmissienet en mogen zij zich niet [2 stroomafwaarts]2 bevinden van een toegangspunt dat aan een derde toebehoort.
De Regering is gemachtigd de beperking bedoeld in 4° op te heffen op basis van de aanbevelingen van de CWaPE bedoeld in artikel 43, § 3, tweede lid.
§ 2. In afwijking van artikel 30, § , is voor het delen van energie binnen een energiegemeenschap geen vergunning voor de levering van elektriciteit vereist.
§ 3. Elke activiteit van energiedeling binnen een energiegemeenschap is onderworpen aan de voorafgaande toekenning van een vergunning door de CWaPE, mits naleving van de voorwaarden bepaald bij of krachtens het decreet en na ontvangst van het technisch advies van de betrokken netbeheerder(s), en is onderworpen aan de voorafgaande sluiting van een overeenkomst tussen de energiegemeenschap en de betrokken netbeheerder(s). De energiegemeenschap dient haar vergunningsaanvraag in bij de netbeheerder(s) waarop de productie-installatie(s) en de deelnemers zijn aangesloten. De aanvraag gebeurt met behulp van het standaardformulier dat door de CWaPE in overleg met de netbeheerders is opgesteld.
Het formulier wordt bekendgemaakt op de website van de CWaPE en de netbeheerders.
De vergunningsaanvraag moet onder meer de volgende documenten en informatie bevatten:
1° het bewijs van kennisgeving aan de CWaPE van de oprichting van de energiegemeenschap zoals bedoeld in artikel 35terdecies, § 1;
2° de toepasselijke verdeelsleutel, alsook de modaliteiten met betrekking tot de activiteit betreffende het delen;
3° het bewijs van de vrijstelling van de jaarlijkse compensatieregeling voor de betrokken toegangspunten;
4° de kenmerken en de capaciteit van de installatie(s) voor de opwekking van elektriciteit die voor de activiteit betreffende het delen is (zijn) bestemd en de datum van hun feitelijke of geschatte ingebruikneming;
5° toegangspunten voor deelnemers en productiefaciliteiten.
De Regering kan de lijst van toe te zenden documenten aanvullen of nader bepalen.
De netbeheerder(s) gaat (gaan) op de door de Regering vastgestelde wijze na of aan de technische voorwaarden voor de activiteit betreffende het delen is voldaan. Indien wordt vastgesteld dat niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, vermeldt de netbeheerder dit in zijn kennisgeving en brengt hij de CWaPE op de hoogte.
De netbeheerder(s) stuurt (sturen) zijn (hun) advies samen met het aanvraagdossier naar de CWaPE. De CWaPE kan op een naar behoren gemotiveerde basis afwijken van het advies van de betrokken netbeheerder(s).
De CWaPE deelt haar beslissing aan de energiegemeenschap en aan de betrokken netbeheerder mede.
In geval van vergunning wordt een overeenkomst gesloten tussen de energiegemeenschap en de netbeheerder(s) waarmee zij verbonden is, waarin met name de rechten en verantwoordelijkheden van elke partij, de overdracht van meetgegevens en de toe te passen verdeelsleutel worden geregeld.
De vergunning voor de activiteit betreffende het delen van een energiegemeenschap die niet langer voldoet aan de bij of krachtens dit decreet opgelegde verplichtingen, wordt door de CWaPE ingetrokken.
Na ontvangst van het advies van de CWaPE bepaalt de regering de voorwaarden van de procedure voor de verlening, opheffing, herziening en intrekking van de vergunning, met inbegrip van de termijnen en de wijze van mededeling, en, in voorkomend geval, de vergoeding die moet worden betaald voor het onderzoek van de vergunningsaanvraag.
Na ontvangst van het advies van de CWaPE bepaalt de Regering welke categorieën van wijzigingen een bijkomende kennisgeving of vergunning vereisen of de opstelling van een wijziging van de overeenkomst met de netbeheerder(s). De regering bepaalt ook de termijnen voor het begin van de activiteit betreffende het delen.
De CWaPE en de netbeheerder zijn verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens die in het kader van de kennisgeving worden meegedeeld, en alleen de personen die belast zijn met de aangelegenheden die betrekking hebben op de verzamelde gegevens, hebben toegang tot die gegevens.
De CWaPE mag deze gegevens gebruiken om :
1° een aanvraag tot vergunning, herziening, ontheffing of intrekking te analyseren, te behandelen en er een beslissing over te nemen ;
2° de ontwikkeling van de activiteit betreffende het delen binnen de energiegemeenschappen te volgen en hun overeenstemming met de verplichtingen die haar bij of krachtens dit decreet worden opgelegd, te controleren;
3° alle wettelijke of reglementaire opdracht die haar zijn opgedragen, uit te voeren. De netbeheerder heeft toegang tot de in lid 2 bedoelde gegevens om:
1° de vergunningsaanvragen en, in voorkomend geval, de aanvragen tot herziening van de energiegemeenschappen te analyseren en een technisch advies uit te brengen aan de CWaPE;
2° zijn opdrachten met betrekking tot de meting van de gedeelde elektriciteitsvolumes uit te voeren.
De persoonsgegevens die door CWaPE en de netbeheerder worden verwerkt, worden bewaard tot vijf jaar na de beëindiging van de energiedelende activiteit. Gegevens over actieve klanten die niet langer deelnemen aan de activiteit betreffende het delen, worden gewist na vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van kennisgeving van hun vertrek.
§ 4. De deelnemers aan de activiteiten betreffende het delen worden door de CWaPE en de netbeheerder op de hoogte gebracht vóór de verwerking van de verstrekte gegevens:
1° van de juiste doeleinden van de verwerking;
2° van de duur van de verwerking en de opslag van de gegevens;
3° van de verantwoordelijke voor de verwerking ;
4° van de toepasselijke procedure voor de uitoefening van het recht van toegang tot, rectificatie van en verzet tegen de gegevens, met inbegrip van de contactgegevens van de daartoe bevoegde dienst.
§ 5. op basis van een beoordeling door de CWaPE in overleg met de netbeheerders, is de Regering bevoegd om de in paragraaf 3 bedoelde vergunning te vervangen door een kennisgeving. De Regering is bevoegd om de criteria en modaliteiten van de kennisgevingsprocedure vast te stellen.
In de in lid 1 bedoelde beoordeling wordt de ontwikkeling van de energiedelende activiteiten van de energiegemeenschappen geanalyseerd met betrekking tot de werking van de markt en de gevolgen van de geldende administratieve procedures. Deze beoordeling omvat aanbevelingen, met name op het gebied van administratieve vereenvoudigingen.
§ 6. De netbeheerder stelt de leveranciers van de betrokken toegangspunten in kennis van de datum van aanvang van de activiteit betreffende het delen.
§ 7. Elektriciteit die door een productie-installatie wordt geproduceerd in het kader van een activiteit voor energiedeling mag alleen worden gedeeld binnen de gemeenschap. Elektriciteit die in het kader van de activiteit betreffende het delen wordt geproduceerd en niet wordt verbruikt, kan worden verkocht, zo nodig via een overeenkomst voor de aankoop van duurzame elektriciteit.
§ 8. Het gebruik van het distributienet voor het delen van elektriciteit binnen een energiegemeenschap wordt in aanmerking genomen bij de berekening van de nettarieven, belastingen, toeslagen en andere gereguleerde kosten die overeenkomstig het tariefdecreet van toepassing zijn en door de toegangshouder worden gefactureerd.
De berekening van de in lid 1 bedoelde tarieven is gebaseerd op het op het toegangspunt van elke deelnemer gemeten elektriciteitsvolume, waarbij in dit geval ook rekening wordt gehouden met het volume van de gedeelde elektriciteit waarvan hij profiteert. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 61, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(2)<DWG 2024-04-25/61, art. 27, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 35quindecies.[1 De gemeenschap van hernieuwbare energie kan alleen elektriciteit produceren, zelf verbruiken, opslaan, delen en verkopen die uit hernieuwbare energiebronnen is opgewekt.
De activiteit van het delen van energie binnen een gemeenschap voor hernieuwbare energie vindt plaats in de nabijheid van de productie-installaties die voor de activiteit van het delen worden gebruikt.
De regering stelt de technische en geografische criteria voor de vaststelling van de nabijheid vast. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 62, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Afdeling 3 [1 Rol van de distributienetbeheerders]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 63, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 35sexdecies.[1 § 1. Netwerkbeheerders werken samen met energiegemeenschappen en actieve afnemers die collectief optreden in hetzelfde gebouw, om hun ontwikkeling te bevorderen onder transparante en niet-discriminerende voorwaarden.
§ 2. De netbeheerders treffen de nodige technische, administratieve en contractuele regelingen voor de gereguleerde tarieven, met name met betrekking tot de elektriciteitsmeting.
Daartoe stellen zij de in het kader van de energiedeling verbruikte en de individueel onttrokken hoeveelheden elektriciteit vast op basis van de [2 injectie- en opnamegegevens]2 en de toepasselijke verdeelsleutel die in de overeenkomst is vastgelegd.
De CWaPE kan, in overleg met de netbeheerders, een lijst opstellen van standaardverdeelsleutels die kunnen worden toegepast, alsmede van de procedures voor het wijzigen van deze sleutels.
Zij verstrekken aan de energiegemeenschap of aan de vertegenwoordiger van de actieve afnemers die collectief in hetzelfde gebouw optreden, de meetgegevens betreffende de elektriciteit die door de productie-eenheid of productie-eenheden is geproduceerd en geïnjecteerd, respectievelijk door elke deelnemer afzonderlijk is afgenomen, alsmede de informatie die nodig is voor hun facturering. Zij geven de voor de facturering vereiste gegevens door aan de respectieve leveranciers van de actieve deelnemers of afnemers.
De Regering kan, na advies van de CWaPE en na overleg met de netbeheerders, de opdrachten van de netbeheerders preciseren, met inbegrip van de operationele procedures voor de meting en de verdeling van de geproduceerde volumes, met inbegrip van de details voor de verificatie van de uitgewisselde stromen, alsmede de in te voeren technische, administratieve en contractuele regelingen.
Deze opdrachten kunnen variëren naargelang het gaat om een energiegemeenschap of een groep actieve afnemers die collectief optreden.
§ 3. De netbeheerders delen jaarlijks aan de CWaPE, volgens de door de CWaPE vastgestelde procedures, de meetgegevens mee van de verschillende energiegemeenschappen en activiteiten betreffende die zijn opgericht binnen eenzelfde gebouw dat op hun netten is opgenomen.
§ 4. De netbeheerders stellen om de drie jaar, overeenkomstig de door de CWaPE vastgestelde procedures, een technische analyse op van de effecten van de op hun netten vastgestelde activiteiten betreffende het delen en leggen deze voor aan de CWaPE.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 64, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(2)<DWG 2024-04-25/61, art. 28, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Afdeling 4. [1 Steun ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 65, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 35septdecies.[1 § 1. De regering krijgt de bevoegdheid maatregelen te nemen om de oprichting van energiegemeenschappen te vergemakkelijken.
§ 2. De Regering wordt gemachtigd om, na overleg met de CWaPE, een steunmechanisme op te zetten, in voorkomend geval gedifferentieerd naar gelang van de datum van inbedrijfstelling van de productie-eenheid, voor activiteiten inzake energiedeling die worden uitgevoerd door energiegemeenschappen overeenkomstig artikel 35terdecies en actieve afnemers die collectief optreden binnen hetzelfde gebouw overeenkomstig artikel 35nonies.
Deze steun is van toepassing mits aan de volgende cumulatieve voorwaarden wordt voldaan:
1° de gedeelde elektriciteit wordt geproduceerd uit hernieuwbare energiebronnen;
2° de toegangspunten van de actieve afnemers of deelnemers aan de energiegemeenschap bevinden zich in de nabijheid van de productie-installaties.
De Regering bepaalt de toepassingsmodaliteiten van dit artikel en stelt de technische en geografische criteria vast van het begrip nabijheid, bedoeld in het tweede lid, 2°. ]1
----------
(1)
HOOFDSTUK VIII/3. [1 Elektromobiliteit ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 67, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 35octodecies. [1 De Regering is verantwoordelijk voor de invoering van voor het publiek toegankelijke oplaadpunten, op basis van een evaluatie van het bij de inwerkingtreding van deze bepaling bestaande bestand van voor het publiek toegankelijke oplaadpunten en de vooruitzichten voor de ontwikkeling van de markt.
De Regering kan doelstellingen vaststellen voor de uitrol van openbare oplaadpunten en de trajecten om die te bereiken. ]1
----------
(1)
Art. 35novodecies.[1 § 1. De distributienetbeheerders werken mee aan de evaluatie, bedoeld in artikel 35octodecies, volgens de door de regering vastgestelde procedures. Zij werken met de Regering samen, volgens de door de Regering vastgestelde procedures, bij de plaatsing van oplaadpunten, met name naar gelang van de capaciteit van het netwerk.
§ 2. Distributienetbeheerders werken op niet-discriminerende basis samen met eenieder die oplaadpunten instelt of exploiteert. Deze samenwerking vindt onder meer plaats door het verstrekken van informatie over de geografische gebieden van het netwerk die het meest geschikt worden geacht voor oplaadpunten.
§ 3. [2 ...]2]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 69, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(2)<DWG 2024-04-25/61, art. 29, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
HOOFDSTUK IX. - [1 Certificering van de locaties voor elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen en/of warmtekrachtkoppeling]1
----------
(1)
Art.36.[1 Om groene certificaten en/of [3 garanties van oorsprong]3 te krijgen heeft de producent van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en/of warmtekrachtkoppeling voor zijn productielocatie een certificaat van garantie van oorsprong nodig dat door een erkend controleorgaan wordt afgegeven. Na advies van de "CWaPE" bepaalt de Regering de voorwaarden tot erkenning van de controleorganen.
[2 De Regering bepaalt]2 bepaalt de Regering de gegevens die in het certificaat van garantie van oorsprong vermeld moeten worden, alsmede de criteria en de procedure voor de toekenning, de herziening en de intrekking van het certificaat van garantie van oorsprong. Deze criteria hebben o.a. betrekking op het vermogen om de werkelijk geproduceerde hoeveelheid elektriciteit te controleren.
Installaties met een laag vermogen kunnen het voorwerp uitmaken van een vereenvoudigde procedure. Na advies van de "CWaPE" bepaalt de Regering de vermogensdrempel waaronder de vereenvoudigde procedure van toepassing is.]1
----------
(1)<DWG 2007-10-04/38, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 05-11-2007>
(2)<DWG 2019-01-31/22, art. 5, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(3)<DWG 2022-05-05/38, art. 70, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Hoofdstuk IXbis. [1 - [2 Garantie van oorsprong]2 van de elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en/of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2007-10-04/38, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 05-11-2007>
(2)<DWG 2022-05-05/38, art. 71, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 36bis.[1 Om de identificatie van de elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en/of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling te vergemakkelijken, wordt door de Regering een systeem van [3 garanties]3 van oorsprong opgezet overeenkomstig [2 [3 artikel 19 van Richtlijn 2018/2001, bijlage I van Richtlijn 2019/944 en Richtlijn 2012/27]3.]1
----------
(1)
Art. 36ter.[1 [2 De Regering bepaalt]2 de toekenningsvoorwaarden, de modaliteiten en de procedure voor de toekenning [3 van de garanties"]3 van oorsprong voor de in het Waalse Gewest uit hernieuwbare energiebronnen en hoogrenderende warmtekrachtkoppeling geproduceerde elektriciteit.
Er wordt [3 een garantie ]3 van oorsprong per geproduceerde Mwu toegekend. [3 De garanties]3 van oorsprong worden toegekend zowel voor de elektriciteit die door de producent verkocht wordt als voor de elektriciteit die op het net zelf verbruikt of geïnjecteerd wordt en niet verkocht wordt.
[2 De Administratie]2 kent [3 de garanties]3 van oorsprong toe aan de producenten van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling. [3 Deze garanties zijn overdraagbaar.]3.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2007-10-04/38, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 05-11-2007>
(2)<DWG 2019-01-31/22, art. 6, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(3)<DWG 2022-05-05/38, art. 73, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 36quater.[1 Na advies van de "CWaPE" bepaalt de Regering de voorwaarden voor het gebruik van de [2 garanties]2 van oorsprong die de leveranciers, de netbeheerders en de houders van een beperkte leveringsvergunning moeten tonen om hun eigen levering te vrijwaren, om de balans op te maken van de verschillende primaire energiebronnen die door laatstgenoemden gebruikt worden.
[2 ...]2 bepaalt de Regering aan welke voorwaarden [2 de garantie van oorsprong die]2 buiten het Waalse Gewest worden geproduceerd moeten voldoen om er als dusdanig erkend te worden.]1
----------
(1)
HOOFDSTUK X. - Bevordering van de hernieuwbare energiebronnen en van de kwaliteitswarmtekrachtkoppeling.
Art.36quinquies. [1 Ї 1. Met het oog op het bereiken of overtreffen van de gewestelijke doelstellingen voor het gebruik of de productie van groene elektriciteit, kan de Regering, via een expliciete delegatie, steunregelingen ten uitvoer leggen. Deze delegaties zijn onderworpen aan de voorwaarden en beginselen die in dit artikel worden beschreven.
Ї 2. Steunregelingen bieden een stimulans voor de integratie van groene elektriciteit in de elektriciteitsmarkt op zodanige wijze dat zij marktgebaseerd zijn en reageren op marktsignalen, waarbij onnodige verstoringen van de elektriciteitsmarkten worden vermeden en rekening wordt gehouden met mogelijke systeemintegratiekosten en netstabiliteit.
Ї 3. Steunregelingen voor groene elektriciteit zijn ontworpen om de optimale integratie van groene elektriciteit in de elektriciteitsmarkt te garanderen en om ervoor te zorgen dat producenten van hernieuwbare elektriciteit reageren op de prijssignalen van de markt en hun inkomsten uit de markt maximaliseren.
Daartoe wordt in het geval van regelingen voor rechtstreekse prijsondersteuning steun verleend in de vorm van een marktpremie, die variabel of vast kan zijn.
De Regering kan kleine productie-installaties en demonstratieprojecten vrijstellen van de bepalingen van deze paragraaf, onverminderd de Europese verordeningen die van toepassing zijn op de interne elektriciteitsmarkt.
Ї 4. De Regering garandeert dat steun voor groene elektriciteit op een open, transparante, concurrerende, niet-discriminerende en kosteneffectieve manier wordt toegekend.
De Regering kan kleinschalige productie-installaties en demonstratieprojecten vrijstellen van openbare aanbestedingsprocedures. De Regering definieert het begrip kleinschalige productie-installaties waar nodig.
De Regering kan ook overwegen om mechanismen in te voeren om geografische diversificatie te garanderen bij de inzet van groene elektriciteit, in het bijzonder om een kosteneffectieve integratie in het systeem te garanderen.
Steunregelingen ten aanzien waarvan de Europese Commissie bij besluit heeft verklaard dat zij met de interne markt van de Europese Unie verenigbaar zijn, worden onherroepelijk geacht aan de in lid 1 bedoelde criteria te voldoen.
Ї 5. Onverminderd paragraaf 4 kan de Regering de openbare aanbestedingsprocedures beperken tot bepaalde technologieыn wanneer de openstelling van steunregelingen voor alle producenten van groene elektriciteit tot onvoldoende resultaten zou leiden om de volgende redenen :
1А het langetermijnpotentieel van een bepaalde technologie;
2А de nood aan diversificatie;
3А de netintegratiekosten;
4А de vereisten en de stabiliteit van het net;
5А voor de biomassa, de noodzaak om grondstoffenmarktenverstoringen te vermijden.
Ї 6. Wanneer de steun voor groene elektriciteit wordt toegekend via een openbare aanbestedingsprocedure, moet de Regering, om een hoge uitvoeringsgraad van de projecten te garanderen, de volgende taken vervullen:
1А zij bepaalt en publiceert niet-discriminerende en transparante criteria om in aanmerking te komen voor aanbestedingsprocedures en legt data en regels vast met betrekking tot de uiterste datum voor de indienststelling van het project;
2А zij publiceert relevante informatie over eerdere aanbestedingsprocedures, in het bijzonder over de voltooiingspercentages van projecten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2024-04-25/61, art. 30, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art.37.[1 [5 § 1.]5. Om de ontwikkeling van de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen en/of kwaliteitswarmtekrachtkoppeling te bevorderen, zet de Regering een systeem van groene getuigschriften op.]1
[2 § 2. In afwijking van paragraaf 1, wat betreft de filières voor elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen en/of kwaliteitswarmtekrachtkoppeling geproduceerd in het Waalse Gewest, is de Waalse Regering bevoegd om, na advies van de " CWaPE " en vanaf een door haar bepaalde datum, als alternatief op de groene certificaten een productiesteunregeling voor nieuwe installaties in te voeren die al naar gelang van de filières toepasselijk of moduleerbaar is.
§ 3. De filières waarvan de steunregeling bij artikel 37, § 2, georganiseerd wordt, kunnen geen aanspraak maken op de regeling van de groene certificaten die georganiseerd wordt bij artikel 37, § 1, en de bepalingen die er uit voortvloeien.]2
[3 § 4. De regeling van de groene certificaten die georganiseerd wordt bij artikel 37, § 1 is niet van toepassing op de elektriciteitsproductie-installaties d.m.v. fotovoltaïsche zonnepanelen met een vermogen van 10 kW of minder waarvan de recentste datum van het conformiteitsbezoek bedoeld [5 in hoofdstuk 6.4., van Boeken 1 en 2, van het algemeen Reglement op de elektrische installaties aangenomen bij het koninklijk besluit van 8 september 2019 tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie,]5 na 30 juni 2018 valt.]3
[3 § 5. [4 De Regering kan]4 op basis van hun rendabiliteit, bepaalde kanalen van elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen en/of kwaliteitswarmtekrachtkoppeling uitsluiten van de in de paragrafen 1 en 2 georganiseerde regelingen.]3
[6 § 6. De Regering publiceert jaarlijks of wanneer nodig een langetermijntijdschema voor de verwachte toewijzing van groene certificaten.]6
[6 § 7. De Regering zal de doeltreffendheid en efficiëntie van het systeem van groene certificaten minstens om de vijf jaar evalueren. Het verslag van deze beoordeling wordt openbaar gemaakt.]6
----------
(1)<DWG 2007-10-04/38, art. 12, 005; Inwerkingtreding : 05-11-2007>
(2)<DWG 2014-01-23/05, art. 3, 017; Inwerkingtreding : 01-03-2014>
(3)<DWG 2018-07-17/04, art. 132bis, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(4)<DWG 2019-01-31/22, art. 7, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(5)<DWG 2022-05-05/38, art. 75, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(6)<DWG 2024-04-25/61, art. 31, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art.38.[1 § 1.[5 De Regering bepaalt]5 bepaalt de Regering de voorwaarden, de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van groene certificaten voor de in het Waalse Gewest geproduceerde milieuvriendelijke elektriciteit met inachtneming van de volgende bepalingen.
§ 2. Er wordt een groen certificaat toegekend voor een aantal geproduceerde kWu overeenstemmend met 1 Mwu gedeeld door het percentage koolstofdioxidebesparing.
Het percentage koolstofdioxidebesparing wordt bepaald door de koolstofdioxidewinst gemaakt via de geplande kanalen te delen door de emissies van koolstofdioxide van de klassieke elektrische kanalen waarvan de emissies jaarlijks bepaald en bekendgemaakt worden door [5 de Administratie]5. Dat percentage koolstofdioxidebesparing wordt beperkt tot 1 voor de productie opgewekt per installatie boven het vermogen van 5 MW. Onder die drempel wordt bedoeld percentage beperkt tot 2.
§ 3. Als een installatie die voornamelijk biomassa, met uitzondering van hout, uit industriële activiteiten op de plaats van de productie-installatie valoriseert, een bijzonder vernieuwend proces ten uitvoer legt en zich in een perspectief van duurzame ontwikkeling situeert, [5 kan de Regering echter beslissen om het percentage]5 koolstofdioxidebesparing tot 2 te beperken voor de gezamenlijke productie van de installatie voortvloeiend uit de som van de vermogens opgewekt op dezelfde productielocatie, binnen een beperking van minder dan 20 MW.
§ 4. De in de paragrafen 2 en 3 bedoelde emissies van koolstofdioxide zijn degene die voortgebracht worden door de hele kringloop van de productie van milieuvriendelijke elektriciteit, met inbegrip van de productie en het vervoer van brandstoffen, de emissies gedurende de eventuele verbranding en, in voorkomend geval, de afvalstoffenbehandeling. In een hybridische installatie wordt rekening gehouden met alle emissies van de installatie.
De verschillende coëfficiënten voor de emissie van koolstofdioxide van elk in aanmerking genomen kanaal worden goedgekeurd door [5 de Administratie]5.
§ 5.[5 De Regering kan]5 het aantal groene certificaten die overeenkomstig de paragrafen 1 en 2 worden toegekend, verminderen in functie van de ouderdom en de rentabiliteit van de installatie voor de productie van groene elektriciteit en het productiekanaal.
§ 6. In afwijking van paragraaf 2 kan de Regering volgens de door haar bepaalde modaliteiten en [5 ...]5 een vermenigvuldigingscoëfficiënt toepassen, in voorkomend geval degressief naargelang van de tijd, op het aantal overeenkomstig de paragrafen 1 en 2 toegekende groene certificaten voor de elektriciteit geproduceerd d.m.v. fotovoltaïsche zonnecollectoren.
[2 § 6bis. Voor de andere installaties dan fotovoltaïsche installaties met een nettovermogen van 10 kW of minder die dateren van na de datum van inwerkingtreding van het decreet van 27 maart 2014 tot wijziging van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt wat betreft de bevordering van hernieuwbare energiebronnen en kwaliteitswarmtekrachtkoppeling kan de Regering,[5 ...]5 voor de installaties die zij bepaalt het aantal groene certificaten toegekend op basis van de paragrafen 1 en 2 aanpassen naar gelang van de leeftijd van de installatie voor de productie van elektriciteit, de rendabiliteit ervan en de productiefilière.
[3 Het toekenningspercentage dat uit die aanpassing resulteert mag niet hoger zijn dan 2,5 groene certificaten per MWu.]3
De Regering bepaalt een maximumaantal bijkomende groene certificaten per jaar voor de nieuwe installaties bedoeld in het eerste lid. ]2
[6 § 6ter. Elke neerwaartse aanpassing van het aantal groene certificaten dat tijdens de toekenningsperiode aan installaties voor de productie van groene elektriciteit wordt toegekend, is onderworpen aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
1А de criteria om modulatie te bepalen zijn objectief;
2А de criteria die de modulatie bepalen, zijn van toepassing op het ogenblik dat het recht om groene certificaten toe te kennen, wordt verworven;
3А de modulatie brengt de economische levensvatbaarheid van de betrokken installaties niet in gevaar.]6
§ 7. [5 De Administratie]5 kent de milieuvriendelijke certificaten toe aan de producenten van milieuvriendelijke elektriciteit. Deze getuigschriften zijn overdraagbaar.
§ 8. Wat betreft de elektriciteit geproduceerd d.m.v. hydro-elektrische installaties, kwaliteitswarmtekrachtkoppeling of biomassa worden de groene certificaten aan deze installatie toegekend tot een elektrisch vermogen van 20 MW.]1
[4 § 9. In afwijking van paragraaf 8, kan de Regering een projectoproep doen voor één of meer installaties voor elektriciteitsproductie vanaf solide biomassa waarvan het geïnstalleerde vermogen hoger is dan 20 MW.
Groene certificaten worden toegekend voor elektriciteit die door de in lid 1 bedoelde installaties volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten wordt opgewekt tot een elektrisch vermogen van 200 MW. ]4
----------
(1)
Art.39.[1 § 1. [8 De Regering bepaalt ]8 de minimale hoeveelheid en de eigenschappen van de groene certificaten die de netbeheerders, leveranciers [2 ,]2 houders van een beperkte leveringsvergunning om hun eigen levering te vrijwaren [10 , de energiegemeenschappen en actieve afnemers die collectief optreden binnen hetzelfde gebouw voor verbruikte elektriciteit die afkomstig is van een energiedelende activiteit, actieve afnemers voor elektriciteit die op peer-to-peerbasis]10 aan [8 de Administratie ]8 moeten overmaken [2 en de conventionele zelfproducenten om constant een gezamenlijke periode van acht jaar te dekken.]2
[7 [11 De Regering bepaalt de modaliteiten voor de terugbetaling van de modulatie van de in het eerste lid minimale hoeveelheid die ten onrechte is toegekend aan een eindafnemer of een conventionele autoproducent of ten gevolge van zijn uittreding uit een koolstofgemeenschap of ten gevolge van de niet-naleving van de verplichtingen van een koolstofovereenkomst gesloten overeenkomstig artikel 34, lid 1, 4А, van het decreet van 16 november 2023 Koolstofneutraliteit. De terugbetaling gebeurt niet via de leveranciers en gebeurt ten voordele van de toeslag bedoeld in artikel 42bis.]11]7
De Regering kan de minimumhoeveelheid bedoeld in het eerste lid aanpassen in functie van het verbruiksniveau en van de omvang van de kosten van het mechanisme van groene certificaten in de productiekosten van de eindafnemers en op voorwaarde dat er door laatstgenoemden een verbintenis aangegaan wordt inzake energiebezuinigingen. Het voordeel daarvan gaat rechtstreeks naar bedoelde afnemers [2 en mag niet hoger zijn dan een volume gelijk aan 22,5 percent van het jaarlijkse quotum van het lopende jaar.]2.
[9 In afwijking van het derde lid wordt de vrijstelling, wanneer het plafond van 5 % wordt bereikt, voor alle leveringen van groene elektriciteit via de directe lijn proportioneel verlaagd, zodat het totale aantal vrijgestelde groene certificaten overeenkomt met dit plafond van 5 % .]9
[3 [4 ...]4
[5 ...]5]3
[2 De minimale hoeveelheid bedoeld in het eerste lid kan door de Regering aangepast worden om sociale redenen. Deze aanpassing komt rechtstreeks ten goede aan de residentiële eindafnemers en mag niet hoger zijn dan een volume gelijk aan 0,5 percent van het jaarlijkse quotum van het lopende jaar. ]2
De voorwaarden en modaliteiten volgens dewelke de gelijksoortige certificaten toegekend aan de producenten van elektriciteit die geproduceerd wordt in de overige gewesten van België, in de in artikel 6 van de wet bedoelde zones of in het buitenland kunnen verrekend worden in het in het eerste lid bedoelde quotum, worden [8 ...]8 door de Regering bepaald.
[2 De minimale hoeveelheid groene certificaten overgedragen aan[8 de Administratie]8 overeenkomstig de [8 leden 1 tot 5]8 wordt bepaald met de doelstelling te streven naar 20 percent hernieuwbare energie in het eindenergieverbruik, waaronder een bijdrage van 8 000 GWu hernieuwbare elektriciteit geproduceerd in Wallonië, rekening houdend met de evolutie van de ontwikkeling van de kanalen voor de productie van hernieuwbare energie, alsook met de Europese en Belgische context inzake doelstellingen m.b.t. hernieuwbare energieën en kwaliteitswarmtekrachtkoppeling, met de evolutie van de sociaal-economische context en de energieprijzen voor alle categorieën verbruikers, o.a. de residentiële afnemers. De inachtneming van die doelstelling wordt door de Regering gecontroleerd op grond van een evaluatie die de [8 de Administratie]8 verricht volgens de modaliteiten die de Regering bepaalt. Desgevallend neemt de Regering,[8 ...]8, de nodige rechtzettende maatregelen ten aanzien van zowel de beschermde afnemers als de ondernemingen.
Voor de periode na 2020 wordt de minimale hoeveelheid groene certificaten die overeenkomstig de[8 leden 1 tot 5]8 aan de " CWaPE " overgedragen moeten worden berekend om een globale doelstelling te halen inzake de productie van hernieuwbare energie, die door de Regering wordt bepaald [8 ...]8. ]2
[6 § 1bis. Na advies van de "CWaPE" bepaalt de Regering de criteria en de procedures waarmee de begrippen levering en autoproductie onderscheiden kunnen worden in de gevallen waarin verschillende partijen tussenkomen. ]6
§ 2. [10 Als de netbeheerders, de leveranciers, de houders van een beperkte leveringsvergunning om hun eigen levering te vrijwaren, de energiegemeenschappen en actieve afnemers die collectief optreden binnen hetzelfde gebouw voor verbruikte elektriciteit die afkomstig is van een energiedelende activiteit, actieve afnemers voor elektriciteit die op peer-to-peerbasis wordt uitgewisseld, en de conventionele zelfproducenten niet genoeg groene certificaten aan de Administratie overmaken ]10, moeten ze per ontbrekend groen certificaat een administratieve boete betalen waarvan het bedrag door de Regering wordt bepaald.
Voordat de administratieve boete wordt opgelegd, maakt [8 De Administratie]8 een voorstel van beslissing op dat alle gegevens inzake de berekening van het boetebedrag vermeldt en geeft ze er kennis van aan betrokkene via de middelen vastgelegd door de Regering
Betrokkene beschikt over vijftien werkdagen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving om zijn opmerkingen te laten gelden die hij in voorkomend geval via de middelen vastgelegd door de Regering indient.]1
----------
(1)<DWG 2007-10-04/38, art. 14, 005; Inwerkingtreding : 05-11-2007>
(2)<DWG 2014-03-27/29, art. 3, 019; Inwerkingtreding : 17-04-2014>
(3)<DRW 2014-04-11/23, art. 47, 020; En vigueur : 01-07-2014>
(4)<DWG 2016-03-11/01, art. 2, 025; Inwerkingtreding : 01-04-2016>
(5)<DWG 2016-03-11/01, art. 3, 025; Inwerkingtreding : 01-04-2016>
(6)<DWG 2016-03-11/01, art. 4, 025; Inwerkingtreding : 01-04-2016>
(7)<DWG 2018-07-17/04, art. 133, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(8)<DWG 2019-01-31/22, art. 9, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(9)<DWG 2019-05-02/77, art. 8, 040; Inwerkingtreding : 23-09-2019>
(10)<DWG 2022-05-05/38, art. 76, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(11)<DWG 2024-04-25/61, art. 33, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 39bis. [1 Art. 39bis. De Regering verleent aan de gemeenten, met inbegrip van de gewone regieën, de beheerders van gemeentelijke gebouwen, met inbegrip van de sportinfrastructuren en inschakelingswoningen alsook de openbare verlichting, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor hun gebouwen, met inbegrip van de rusthuizen, crèches en woningen voor plaatselijke opvang- en inschakelingsinitiatieven waarvan ze de energiekosten dragen, en aan de provincies, met inbegrip van de gewone regieën, voor hun eigen gebouwen, een compensatie m.b.t. de weerslag van de vermeerdering van de quota's groene certificaten t.o.v. een referentiequotum van 12 percent dat toegepast wordt op de verbruiken in het jaar 2012, vanaf het jaar 2015, op basis van de bedragen zoals vastgelegd bij het afsluiten van de rekeningen van het betrokken jaar. Daartoe bepaalt ze het maximumbedrag alsook de berekenings- en toekenningsmodaliteiten. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2014-03-27/29, art. 4, 019; Inwerkingtreding : 17-04-2014>
Art.40.[1 De beheerder van het lokale transmissienet is verplicht [8 tijdens de duur van de toekenning van de groene cerficaten"]8, [2 [4 ...]4 ]2 tegen een door de Regering vastgelegde prijs de groene certificaten te kopen die toegekend worden aan de producenten van milieuvriendelijke elektriciteit geproduceerd in Wallonië. Deze steun voor de productie in de vorm van een verplichting tot aankoop is enkel van toepassing voor de producent aan wie dit voordel werd toegekend krachtens een beslissing van de Regering [6 ...]6 over de noodzaak van een dergelijk garantiemechanisme ten aanzien van de rentabiliteit van het project.
[3 Vanaf de datum van inwerkingtreding van het decreet van 27 maart 2014 tot wijziging van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt wat betreft de bevordering van hernieuwbare energiebronnen en kwaliteitswarmtekrachtkoppeling genieten de nieuwe installaties bedoeld in artikel 38, § 6bis, automatisch de aankoopgarantie bedoeld in het eerste lid, volgens de modaliteiten die de Regering bepaalt.]3
[4 De groene certificaten aangekocht door de beheerder van het lokale transmissienet in uitvoering van deze verplichting tot aankoop worden, hetzij [7 verwijderd]7 uit de gegevensbank die door [6 De Administratie]6 wordt bijgehouden, [7 in voorkomend geval in het kader van een mobilisatieverrichting,]7 hetzij in reserve geplaatst overeenkomstig artikel 42 [5 of maken het voorwerp uit van een temporisatieverrichting overeenkomstig artikel 42/1]5. Als de groene certificaten in reserve worden geplaatst, zijn de voortzetting van de uitvoering van de overeenkomst gesloten krachtens artikel 42, § 3, en de overname van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomst, een openbare dienstverplichting die steeds wordt waargenomen door de persoon aangewezen overeenkomstig artikel 4 als beheerder van het lokale transmissienet belast met de openbare dienstverplichting bedoeld in het eerste lid.]4
[6 De Regering bepaalt]6 de modaliteiten van deze verplichting.]1
----------
(1)<DWG 2007-10-04/38, art. 15, 005; Inwerkingtreding : 05-11-2007>
(2)<DWG 2013-12-11/10, art. 16, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2013>
(3)<DWG 2014-03-27/29, art. 5, 019; Inwerkingtreding : 17-04-2014>
(4)<DWG 2014-12-12/04, art. 3, 021; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(5)<DWG 2017-06-29/16, art. 2, 029; Inwerkingtreding : 14-08-2017>
(6)<DWG 2019-01-31/22, art. 10, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(7)<DWG 2019-05-02/35, art. 3, 038; Inwerkingtreding : 24-05-2019>
(8)<DWG 2022-05-05/38, art. 77, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art.41.[1 ...]1 [4 kan een steunregeling voor productie ter aanvulling van het systeem van de groene getuigschriften uitgewerkt worden]4 ten gunste van de producenten van de in het Waalse Gewest geproduceerde milieuvriendelijke elektriciteit via veelbelovende maar aanvangstechnieken bepaald door de [3 Regering]3 [5 ...]5.
[5 De Regering bepaalt]5 bepaalt de [3 Regering]3 jaarlijks het bedrag dat moet worden toegekend voor elke kWu geproduceerd vanaf de in het vorige lid bedoelde installaties. Dit bedrag kan variëren naar gelang van de hernieuwbare energiebron, de gebruikte technologie, het vermogen van de installatie, de vestigingsplaats en de voorkomen hoeveelheid koolstofdioxide.
----------
(1)<DWG 2007-10-04/38, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 05-11-2007>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,1°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2018-07-17/04, art. 134, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(5)<DWG 2019-01-31/22, art. 11, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art. 41bis.[1 § 1. [3 ...]3 bepaalt de Regering de voorwaarden, modaliteiten en procedure tot toekenning van de productiesteunregeling aan de installaties voor de productie van elektriciteit d.m.v. fotovoltaïsche zonnepanelen met een vermogen van 10 kWc of minder op basis van artikel 37, § 2, van dit decreet.
§ 2. De productiesteun bedoeld in paragraaf 1 wordt verleend in de vorm van een premie die gedurende vijf jaar door de distributienetbeheerder gestort wordt aan de elektriciteitsproducent die de steun geniet.
De Regering bepaalt jaarlijks een maximumaantal installaties voor de productie van elektriciteit d.m.v. fotovoltaïsche zonnepanelen met een vermogen van 10 kWc of minder die de in paragraaf 1 bedoelde productiesteun kunnen genieten, alsook de modaliteiten voor de bepaling van dat maximumaantal.
De Regering kan de toekenning van de in paragraaf 1 bedoelde steun onderwerpen aan kwaliteits- en conformiteitsvoorwaarden waaraan de installaties moeten voldoen.
§ 3. De productiesteun bedoeld in paragraaf 1 wordt aan de hand van een door[3 ...]3 de Administratie bepaalde methode berekend naar gelang van het piekvermogen van de installatie en naar gelang van de netbeheerder waarop die installatie aangesloten is. Elke installatie met een vermogen van meer dan 3 kW geniet de productiesteun berekend voor een installatie van 3 kW.
Het steunbedrag wordt bepaald zodat de installatie een gewone terugverdientijd inzake investeringen van acht jaar krijgt op basis van de gemiddelde prijs per geïnstalleerde kWc van een type-installatie van 3 kW en naar een rendementspercentage van 5 % streeft.
De schatting van de door het project gegenereerde ontvangsten dekt de forfaitair geraamde besparing op de elektriciteitsfactuur, verhoogd met de productiesteun bedoeld in het eerste lid. De forfaitair geraamde besparing op de elektriciteitsfactuur stemt overeen met de kosten die dankzij de compensatie voorkomen worden, rekening houdend, in voorkomend geval, met het specifieke tarief voor het gebruik van het net dat op de fotovoltaïsche installaties toegepast wordt en met een door de Regering bepaald vast percentage per jaar waarmee de evolutie van de prijzen in overweging genomen kan worden.
§ 4. Er wordt geen steunproductie toegekend als er vastgesteld wordt dat de gedurende acht jaar voor een type-installatie van 3 kW geraamde forfaitaire besparing op de elektriciteitsfactuur op zich volstaat om de in paragraaf 3, tweede lid, bedoelde gewone terugverdientijd te halen en te streven naar het rendementspercentage bedoeld in dezelfde paragraaf.
§ 5. De Regering bepaalt de modaliteiten en voorwaarden tot toepassing van een mechanisme tot herziening van de steunproductie bedoeld in paragraaf 1 om op termijn de in paragraaf 3, tweede lid, bedoelde gewone terugverdientijd inzake investeringen te garanderen en te streven naar het rendementspercentage bedoeld in paragraaf 3, tweede lid,.
Het mechanisme tot herziening van de steunproductie voorziet in de toepassing door de distributienetbeheerders van een correctiecoëfficiënt die de premie van het jaar N+1 naar boven of beneden bijstuurt, zodat de gevolgen van de reële verhoging of vermindering van de componenten van de elektriciteitsprijs van het jaar N geneutraliseerd worden.
De Regering bepaalt de prijscomponenten die voor de toepassing van die coëfficiënt in overweging genomen worden.
§ 6. De natuurlijke personen die de in paragraaf 1 bedoelde productiesteun genieten en erkend worden als beschermde afnemers of beschikken over precaire inkomens zoals bepaald door de Regering, kunnen bovenop de in paragraaf 1 bedoelde productiesteun een aanvullende premie ontvangen zodat hen een door de Regering bepaald hoger rendementspercentage gegarandeerd wordt.
§ 7. [2 De steunregeling ingesteld krachtens dit artikel is niet van toepassing op de installaties waarvan de recentste datum van het conformiteitsbezoek bedoeld [4 in hoofdstuk 6.4., van Boeken 1 en 2, van het algemeen Reglement op de elektrische installaties aangenomen bij het koninklijk besluitvan 8 september 2019 tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie,]4 na 30 juni 2018 valt.]2]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2014-01-23/05, art. 4, 017; Inwerkingtreding : 01-03-2014>
(2)<DWG 2018-07-17/04, art. 135, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(3)<DWG 2019-01-31/22, art. 12, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(4)<DWG 2022-05-05/38, art. 78, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art.42.[1 § 1. In het kader van de openbare dienstverplichting die hem is opgelegd krachtens de artikelen 34, 4°, d), en 40, kan de beheerder van het lokale transmissienet één of verschillende opdrachten toewijzen aan één of verschillende personen erkend overeenkomstig § 3, eerste lid, die betrekking hebben op de aankoop van groene certificaten, tegen een prijs die de Regering vastlegt voor de aankoopverplichting bedoeld in artikel 40, eerste lid, en op het in reserve plaatsen van de aldus aangekochte groene certificaten. Deze aankoop met het oog op het in reserve plaatsen, heeft uitsluitend betrekking op de groene certificaten aangekocht door de beheerder van het lokale transmissienet sinds 1 januari 2014 [2 met uitzondering van de certificaten verkocht tussen 30 juni 2016 en 31 december 2021]2 ter uitvoering van zijn openbare dienstverplichting bedoeld in de artikelen 34, 4°, d) en 40, en die nog niet door [4 de Administratie]4 uit de gegevensbank zijn [5 verwijderd]5.
§ 2. [6 Aan deze verplichting wordt geacht te zijn voldaan indien de beheerder van het transmissienet de in artikel 42/1, § 2, tweede lid, bedoelde raming meedeelt]6.
Na afsluiting van elk kwartaal, brengt de beheerder van het lokale transmissienet [4 de Administratie]4 en de "CREG" op de hoogte van de nauwkeurige toestand van de toeslag bedoeld in artikel 42bis, § 1, zoals geregistreerd op zijn balans. [2 Deze toestand is het resultaat van het verschil tussen, enerzijds, de bedragen geboekt in de opbrengsten uit de toepassing van de toeslag bedoeld in artikel 42bis, § 1 en, anderzijds, de uitgaven in verband met de terugbetaling van de vrijstellingen bedoeld in artikel 42bis, § § 5 tot 9, de lasten bedoeld in paragraaf 9 van dit artikel, de aankoopuitgaven van de groene certificaten in de titel van artikel 34, 4°, d) en f), met uitzondering van de bedragen i.v.m. de groene certificaten verkocht door de beheerder van het plaatselijke transmissienet in het kader van het in reserve plaatsen in de titel van artikel 42 en in het kader van de temporisatieverrichting bedoeld in artikel 42/1]2.
Op basis hiervan legt de beheerder van het lokale transmissienet aan [4 de Administratie]4 het aantal groene certificaten voor, die bij hem door de personen belast met de opdracht bedoeld in § 1 moeten worden gekocht, en waarmee de impact van de groene certificaten bedoeld in § 1, op de toeslag bedoeld in artikel 42bis, § 1, wordt verzacht, en brengt de personen belast met de opdracht bedoeld in § 1 op de hoogte daarvan.
Na afsluiting van elke maand keurt [4 de Administratie]4, op basis van het voorstel van de beheerder van het lokale transmissienet en van het volume groene certificaten in zijn bezit die door [4 de Administratie]4 nog niet uit de gegevensbank zijn [5 verwijderd]5, het aantal groene certificaten goed die in aanmerking kunnen komen om in een reserve te kunnen worden geplaatst. [4 De Administratie]4 brengt de beheerder van het lokale transmissienet en de personen belast met de opdracht bedoeld in § 1 op de hoogte daarvan.
De personen belast met de opdracht bedoeld in § 1 en met wie een overeenkomst is gesloten overeenkomstig § 3, hebben, volgens de bepalingen en de voorwaarden van deze overeenkomst, en binnen de perken van deze overeenkomt en de erkenning bedoeld in § 3, de verplichting om het aantal groene certificaten die aldus door [4 de Administratie]4 worden bekrachtigd en door de beheerder van het lokale transmissienet worden aangeboden, aan te kopen en in reserve te plaatsen.
§ 3. De opdracht bedoeld in § 1 kan door de beheerder van het lokale transmissienet uitsluitend aan een rechtspersoon worden toevertrouwd die daartoe door de Waalse Regering wordt erkend. Om erkend te worden moet deze persoon volledig in het bezit zijn en gecontroleerd worden door publiekrechtelijke rechtspersonen en een maatschappelijk doel hebben dat verenigbaar is met bedoelde opdracht.
Voor de uitvoering van deze opdracht koopt de rechtspersoon de groene certificaten van de beheerder van het lokale transmissienet.
Bedoelde rechtspersoon geeft mandaat aan de beheerder van het lokale transmissienet, die zijn mandaat uitoefent in het kader van zijn openbare dienstverplichting, om over te gaan tot:
- de inschrijving van de groene certificaten op de rekeningen die door bedoelde rechtspersoon bij [4 de Administratie]4 worden geopend;
- de uitvoering van de reporting bedoeld in § 7;
- in voorkomend geval, hun herverkoop op de markt van de groene certificaten overeenkomstig § 6, 1°.
Er wordt een overeenkomst opgesteld tussen elke persoon die de opdracht bedoeld in § 1 heeft gekregen en de beheerder van het lokale transmissienet, die voorafgaandelijk ter kennis van de Regering,[4 de Administratie]4 en de "CREG" zal worden gesteld.
§ 4. Het in reserve plaatsen duurt hoogstens tien jaar. Voor elk geheel van groene certificaten die gelijktijdig in reserve wordt geplaatst, wordt de enige datum van het in reserve plaatsen bepaald door [4 de Administratie]4 en opgenomen in zijn gegevensbank. Deze datum geldt als datum van eigendomsoverdracht voor elk groen certificaat van het betrokken geheel.
De geldigheidsduur van de groene certificaten die het voorwerp uitmaken van het in reserve plaatsen, wordt automatisch en van rechtswege verlengd voor de hele duur van het in reserve plaatsen.
§ 5. De beheerder van het lokale transmissienet houdt, namens en voor rekening van de personen belast met de opdracht bedoeld in § 1, een specifiek register van de aanvragen en volumes om een overzicht te hebben op de groene certificaten die in reserve worden geplaatst.
De personen belast met de opdracht bedoeld in § 1, openen respectievelijk minstens één rekening bij [4 de Administratie]4, waarop de gekochte groene certificaten die het voorwerp van het in reserve plaatsen uitmaken, worden overgedragen. De bedoelde groene certificaten blijven op deze rekening tijdens de hele duur van het in reserve plaatsen. De groene certificaten die het voorwerp van het in reserve plaatsen uitmaken, kunnen alleen maar ten bate van de schuldeisers die belast zijn met de opdracht bedoeld in § 1 worden verpand om de terugbetaling van de fondsen geleend door deze personen om de groene certificaten aan te kopen, te waarborgen, alsook van de desbetreffende interesten en kosten.
Elke persoon belast met de opdracht bedoeld in § 1, houdt een analytische en gescheiden boekhouding bij in verband met deze opdracht.
Elke persoon belast met de opdracht bedoeld in § 1, alsook de beheerder van het lokale transmissienet, legt [3 om de zes maanden]3 een verslag aan [4 de Administratie]4 voor, betreffende de staat van zijn analytische en gescheiden boekhouding in verband met bedoelde opdracht. Na ontvangst ervan, behandelt [4 de Administratie]4 de voorgelegde boekhoudkundige gegevens.[4 De Administratie]4 deelt, op haar beurt, binnen een maand na ontvangst van de boekhoudkundige gegevens, een syntheseverslag aan de Minister mee. De Minister maakt het syntheseverslag over aan de Regering uiterlijk twee dagen na ontvangst ervan.
§ 6. [2 De groene certificaten, die in reserve worden geplaatst overeenkomstig de paragrafen 1 tot 5, worden volgens de volgende modaliteiten verkocht:
1° als tijdens de twaalf maanden vóór de vervaldatum van elke in reserve plaatsen zoals geïdentificeerd in de overeenkomst bedoeld in paragraaf 3, derde lid, op voorwaarde dat, op basis van een advies van [4 de Administratie]4 gegrond op informatie i.v.m. de transacties betreffende de groene certificaten, de marktprijs gelijk is aan hun aankoopprijs, die overeenstemt met de door de Regering bepaalde prijs voor de aankoopverplichting bedoeld in artikel 40, eerste lid, op het ogenblik van hun aankoop, worden de groene certificaten, die het voorwerp uitmaken van het betrokken in reserve plaatsen, rechtstreeks verkocht op de markt van de groene certificaten volgens de modaliteiten die in overeenstemming met [4 de Administratie]4 worden vastgesteld en met inachtneming van de overeenkomst bedoeld in 3, derde lid;
[5 2° in de loop van de negen maanden voorafgaand aan het verstrijken van elk in reserve plaatsen, zoals bepaald in de in § 3, derde lid, bedoelde overeenkomst, kan de lokale transmissienetbeheerder, na overleg met de Administratie, groene certificaten die het voorwerp uitmaken van het plaatsen in een reserve, aankopen om deze certificaten voor een SGE-vordering te bestemmen. Deze certificaten worden tegen de prijs aangekocht, waarop ze zijn verworven door de personen die met de in paragraaf 1 bedoelde opdracht zijn belast;]5
[5 3°]5 als tijdens de twee maanden vóór de vervaldatum van elke in reserve plaatsen zoals geïdentificeerd in de overeenkomst bedoeld in paragraaf 3, derde lid, worden de groene certificaten die het voorwerp uitmaken van het in reserve plaatsen en die op de markt niet zijn verkocht, overeenkomstig punt 1, [5 en die niet door de lokale transmissienetbeheerder overeenkomstig punt 2° zijn gekocht]5 door de beheerder van het lokale transmissienet gekocht als openbare dienstverplichting, tegen hun prijs van aankoop door de personen belast met de opdracht bedoeld in § 1 die overeenstemt met de door de Regering bepaalde prijs voor de aankoopverplichting bedoeld in artikel 40, eerste lid, op het ogenblik van hun aankoop. De beheerder van het plaatselijke transmissienet moet in ieder geval deze inkoopkosten dekken overeenkomstig artikel 34, 4°, f). [5 ...]5.]2
§ 7. [2 Tijdens de hele duur van het in reserve plaatsen geïdentificeerd in de overeenkomst bedoeld in paragraaf 3, derde lid, is de volgende procedure van toepassing:
1° na afsluiting van elk kwartaal, delen de personen belast met de opdracht bedoeld in § 1 de inventaris van de groene certificaten die zij bezitten aan [4 de Administratie]4 en aan de beheerder van het plaatselijke transmissienet mee, gerangschikt per geldigheidsdatum;
2° één jaar vóór het verstrijken van elke in reserve plaatsen, brengen de personen belast met de opdracht bedoeld in paragraaf 1 de Regering, [4 de Administratie]4, de "CREG" en de beheerder van het plaatselijke transmissienet op de hoogte van het aantal groene certificaten in hun bezit;
3° als tijdens de twaalf maanden vóór de vervaldatum van elke in reserve plaatsen, verkopen de personen belast met de opdracht bedoeld in paragraaf 1, op voorwaarde dat, op basis van een advies van [4 de Administratie]4 gegrond op informatie i.v.m. de transacties betreffende de groene certificaten, de marktprijs gelijk is aan hun aankoopprijs, die overeenstemt met de door de Regering bepaalde prijs voor de aankoopverplichting bedoeld in artikel 40, eerste lid, op de markt, twee keer, de groene certificaten die ze bezitten onder de voorwaarden bepaald in paragraaf 6, 1°, na overleg met [4 de Administratie]4; het maximumaantal groene certificaten aangeboden op de markt tijdens de eerste verkoop is gelijk aan 60 % van het aantal certificaten van het betrokken in reserve plaatsen; het aantal groene certificaten aangeboden op de markt tijdens de tweede verkoop is het aantal certificaten van het betrokken in reserve plaatsen dat nog in het bezit is van de personen belast met de opdracht bedoeld in § 1 op het ogenblik van die tweede verkoop;
[5 4° in de loop van de negen maanden voorafgaand aan het verstrijken van elk in reserve plaatsen koopt de lokale transmissienetbeheerder groene certificaten bij de personen die zijn belast met de in § 1 bedoelde opdracht, met inachtneming van de in § 6, 2°, bedoelde voorwaarden en volgens de modaliteiten bepaald in de overeenkomst bedoeld in paragraaf 3;]5
[5 5°]5 in de loop van de twee maanden voorafgaand aan het verstrijken van elke in reserve plaatsen, worden de groene certificaten, die steeds in het bezit zijn van de persoon belast met de opdracht bedoeld in paragraaf 1, uiteindelijk gekocht door de beheerder van het plaatselijke transmissienet, als openbare dienstverplichting, met inachtneming van de voorwaarden bepaald [5 in paragraaf 6, 3°]5, en onder de modaliteiten bepaald in de overeenkomst bedoeld in paragraaf 3;
[5 6°]5 de groene certificaten, ingekocht door de beheerder van het lokale transmissienet na het in reserve plaatsen ervan, krachtens paragraaf 6, 2° [5 en 6, 3°]5, worden afgeschaft uit de gegevensbank door [4 de Administratie]4, [5 ...]5.]2
§ 8. De verkoop van de groene certificaten die in reserve geplaatst zijn zoals bedoeld in paragraaf 6 en in overleg met [4 de Administratie]4, of ten gevolge van een eventuele tegeldemaking van de zekerheden die de in reserve geplaatste certificaten bezwaren, mag in geen geval aanleiding geven tot een misbruik van de markt van de groene certificaten in de zin van de toepasselijke Europese regelgeving.
§ 9. De financiële en administratieve lasten die uit de uitvoering van de opdracht bedoeld in § 1 voortvloeien, worden aangerekend ten laste van de begunstigden van de gedeeltelijke vrijstellingen overeenkomstig artikel 42bis [5 , naar rato van de tot 31 december 2019 belastingvrij gehouden hoeveelheden. Vanaf 1 januari 2020 worden de financiële en administratieve lasten die uit de uitvoering van de opdracht bedoeld in § 1 voortvloeien, aangerekend aan de eerste term van de toeslag overeenkomstig artikel 42bis, § 2.]5
De beheerder van het lokale transmissienet stort elk kwartaal aan de personen belast met de opdracht bedoeld in § 1, de bedragen bedoeld in het eerste lid, die overeenstemmen met het voorafgaande kwartaal.
Als, op 31 december van elk jaar, meerwaarden op de verkoop van groene certificaten, die in reserve worden geplaatst, en winsten, die uit de plaatsing van de opbrengst uit deze verkopen voortkomen, worden gerealiseerd in hoofde van de personen belast met de opdracht bedoeld in § 1, dan worden deze meerwaarden besteed door de beheerder van het lokale transmissienet en door de personen bedoeld in § 3, eerste lid, voor de dekking van de eerste term van de toeslag bedoeld in artikel 42bis, § 1.
§ 10. De naleving van dit artikel geldt als uitvoering van de verplichtingen van de beheerder van het lokale transmissienet ten opzichte van de producenten en de eindafnemers.]1
----------
(1)<DWG 2014-12-12/04, art. 4, 021; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<DWG 2017-06-29/16, art. 3, 029; Inwerkingtreding : 14-08-2017>
(3)<DWG 2018-07-17/04, art. 136, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(4)<DWG 2019-01-31/22, art. 13, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(5)<DWG 2019-05-02/35, art. 4, 038; Inwerkingtreding : 24-05-2019>
(6)<DWG 2021-03-18/16, art. 2, 042; Inwerkingtreding : 10-04-2021>
Art. 42/1.[1 § 1 In het kader van de openbare dienstverplichting die is opgelegd aan de beheerder van het plaatselijke transmissienet krachtens de artikelen 34, 4°, d), en 4, doet de Regering een beroep op het temporisatiemechanisme [4 ...]4] overeenkomstig de modaliteiten bepaald door dit artikel.
Het temporisatiemechanisme heeft uitsluitend betrekking op de groene certificaten verkocht aan de beheerder van het plaatselijke transmissienet tussen 30 juni 2016 en 31 december [4 2024]4 ter uitvoering van zijn openbare dienstverplichting bedoeld in de artikelen 34, 4°, d), et 40, en die nog niet door [2 de Administratie]2 uit de gegevensbank zijn [3 verwijderd]3.
§ 2.[4 Tot 2033 maakt de Administratie op 1 februari en 1 augustus van elk jaar een gedetailleerd vooruitzicht van de verwachte ontwikkeling van de markt van de groene certificaten over de vijf volgende jaren bekend. Dit vooruitzicht omvat verschillende scenario's die de impact van de belangrijke parameters die deze ontwikkeling beïnvloeden, weergeven]4.
Binnen de twintig dagen na de afsluiting van elk kwartaal, brengt de beheerder van het plaatselijke transmissienet [4 de Regering]4 [2 de Administratie]2 en de "CREG" op de hoogte van de nauwkeurige toestand van de toeslag bedoeld in artikel 42bis, § 1, zoals geregistreerd op zijn balans. Deze toestand is het resultaat van het verschil tussen, enerzijds, de bedragen geboekt in de opbrengsten uit [3 de in artikel 42/2, § 8, vijfde lid, bedoelde overdrachten van SGE-vorderingen en uit]3 de toepassing van de toeslag bedoeld in artikel 42bis, § 1 en, anderzijds, de uitgaven in verband met de terugbetaling van de vrijstellingen bedoeld in artikel 42bis, § § 5 tot 9, de lasten bedoeld in artikel 42, § 9, de aankoopuitgaven van de groene certificaten in de titel van artikel 34, 4°, d) en f), met uitzondering van de bedragen i.v.m. de groene certificaten verkocht door de beheerder van het plaatselijke transmissienet in het kader van het in reserve plaatsen in de titel van artikel 42 en in het kader van de temporisatieverrichting bedoeld in artikel 42/1.
[4 Tot 2024 bezorgt de beheerder van het plaatselijke transmissienet op 1 maart, 1 juni, 1 september en 1 december, op basis van het meest recente gedetailleerde vooruitzicht van de Administratie, aan de Regering, het Bestuur en de "CREG" een indicatieve twaalfmaandelijkse raming van de hoeveelheid groene certificaten van producenten van groene elektriciteit en stelt hij voor in voorkomend geval, de indicatieve hoeveelheid groene certificaten die in de volgende vier kwartalen zal worden aangekocht door de overeenkomstig lid 3 aangewezen persoon teneinde de impact van de in lid 1 bedoelde groene certificaten op de in artikel 42 bis, § 1, bedoelde toeslag af te vlakken. ]4
[4 ...]4
[4 ...]4
[4 Binnen vijfenzeventig dagen na ontvangst van het in lid 2 bedoelde voorstel van de beheerder van het plaatselijke transmissienet, beslist de Regering, op advies van de Administratie en na de eventuele opmerkingen van de CREG te hebben ingewonnen of zij al dan niet overgaat tot een temporisatieverrichting. Het aantal door de overeenkomstig paragraaf 3 aangewezen persoon aan te kopen groene certificaten wordt zodanig vastgesteld dat de impact van de in paragraaf 1 bedoelde groene certificaten op de in artikel 42 bis, § 1, bedoelde toeslag wordt afgevlakt, waarbij de openbare interventie geminimaliseerd wordt]4.
Het besluit van de Regering wordt meegedeeld aan de persoon aangewezen overeenkomstig paragraaf 3, aan de beheerder van het plaatselijke transmissienet, aan [2 de Administratie]2 en aan de "CREG".
De verkoop van groene certificaten bedoeld in dit paragraaf gebeurt, [4 ...]4, tussen de beheerder van het plaatselijke transmissienet en de persoon aangewezen in paragraaf 3. Daartoe, ten vroegste [4 ...]4 reikt de beheerder van het plaatselijke transmissienet, t.a.v. de persoon aangewezen in paragraaf 3, een factuur uit van een bedrag dat overeenstemt met het aantal te kopen groene certificaten vermenigvuldigd door de prijs van het groene certificaat bepaald door de Regering voor de aankoopverplichting bedoeld in artikel 40, eerste lid. De persoon aangewezen overeenkomstig paragraaf 3, gaat, [4 binnen tien dagen na ontvangst van de factuur]4, over tot de betaling van de verkoopprijs op de bankrekening vermeld op de factuur. Na ontvangst van de betaling, wordt het eigendom van de groene certificaten die het voorwerp uitmaken van de verkoop overgedragen van de beheerder van het plaatselijke transmissienet naar de persoon aangewezen overeenkomstig paragraaf 3.De beheerder van het plaatselijke transmissienet, gaat, de dag zelf van de ontvangst van de betaling over tot de overdracht van de groene certificaten op de rekening(en) geopend bij de CWaPE dat de persoon aangewezen overeenkomstig paragraaf 3 hem aangeeft.
§ 3. De persoon belast met de temporisatieverrichtingen is het "Agence wallonne de l'air et du climat" (Waals Agentschap voor lucht en klimaat).
§ 4. De persoon bedoeld in paragraaf 3 gaat over tot de rapportage bedoeld in paragraaf 8, 1° tot 3°.
§ 5. De maximumduur van elke temporisatieverrichting is vastgelegd op negen jaar. Deze duur kan worden verminderd door het besluit van de Regering bedoeld in paragraaf 2, vijfde lid. Voor elk geheel van groene certificaten die gelijktijdig het voorwerp uitmaken van een verkoop met het oog op een temporisatieverrichting, wordt de enige datum van begin van deze verrichting bepaald door de datum van overdracht van eigendom van de betrokken groene certificaten overeenkomstig paragraag 2, zevende lid.
De geldigheidsduur van een groen certificaat dat het voorwerp uitmaakt van een temporisatieverrichting, wordt automatisch en van rechtswege verlengd voor de hele duur van de temporisatieverrichting waarbij hij betrokken is. [4 Deze verlenging]4 eindigt met de verkoop van het groen certificaat, overeenkomstig paragraaf 7.
§ 6. De beheerder van het lokale transmissienet houdt een specifiek register bij van de hoeveelheden groene certificaten die het voorwerp uitmaken van verschillende temporisatieverrichtingen.
De personen aangewezen overeenkomstig paragraaf 3 opent, voor elke temporisatieverriching, een of meerdere rekeningen bij [2 de Administratie]2 waarop de groene certificten worden overgedragen die het voorwerp uitmaken van de betrokken temporisatieverrichting. Deze groene certificaten blijven op deze rekening(en) tijdens de hele duur van de temporisatie.
De persoon aangewezen overeenkomstig paragraaf 3 [4 en de beheerder van het plaatselijke transmissienet houden]4 een analytische en gescheiden boekhouding bij betreffende de temporisatieverrichting alsook voor de desbetreffende interesten en kosten.
De persoon aangewezen overeenkomstig paragraaf 3 [4 en de beheerder van het plaatselijke transmissienet leggen]4 om de zes maanden een verslag aan [2 de Administratie]2 voor, betreffende de staat van zijn analytische boekhouding in verband met de temporisatieverrichtingen. Na ontvangst ervan, behandelt [2 de Administratie]2 de voorgelegde boekhoudkundige gegevens en zorgt voor de controle ervan. [2 De Administratie]2 deelt, op haar beurt, binnen een maand na ontvangst van de boekhoudkundige gegevens, een syntheseverslag aan de Regering mee.
§ 7. Vanaf 1 januari 2022 en tot 31 december [4 2033]4 worden de groene certificaten die het voorwerp uitmaken van een temporisatieverrichting overeenkomstig dit artikel, verkocht, volgens de volgende modaliteiten:
1° op voorwaarde dat, op basis van een advies van de CWaPE gegrond op informatie i.v.m. de transacties betreffende de groene certificaten, de marktprijs gelijk is aan hun aankoopprijs, die overeenstemt met de door de Regering bepaalde prijs voor de aankoopverplichting bedoeld in artikel 40, eerste lid, worden de groene certificaten die het voorwerp uitmaken van een temporisatieverrichting verkocht, op de markt van de groene certificaten, volgens een procedure van jaarlijkse verkoping bij opbod. [4 Op advies van de Administratie kan de Regering, afhankelijk van de marktomstandigheden, een hogere frequentie vaststellen. De veiling vindt niet plaats indien uit de prognoses van de Administratie blijkt dat de verkoop zou kunnen leiden tot een toename van het gebruik van de openbare dienstverplichting bedoeld in artikel 34, 4°, d), door de producenten die een aankoopgarantie voor groene certificaten genieten.]4 [2 De Administratie]2 bepaalt de modaliteiten en verzekert het toezicht op deze veiling. De volgorde waarin de groene certificaten bij opbod worden verkocht, wordt bepaald door de begindatum van de temporisatieverrichting bedoeld in paragraaf 5. In geen geval mag de veiling uitlopen op de verkoop van groene certificaten aan een lagere prijs dan hun aankoopprijs; [4 De beslissingen van de Regering betreffende de verkoop, de hoeveelheid groene certificaten die ter veiling worden aangeboden en de termijnen voor de veilingen mogen niet leiden tot misbruik of manipulatie van de markt voor groene certificaten in de zin van de toepasselijke Europese verordeningen. De beslissingen van de Regering worden meegedeeld aan de Administratie, aan de persoon aangewezen overeenkomstig paragraaf 3, aan de beheerder van het plaatselijke transmissienet en aan de "CREG";]4
[4 1°bis. aan het einde van elke veiling beslist de Regering, in voorkomend geval, op advies van de Administratie, na de eventuele opmerkingen van de CREG te hebben ingewonnen en na raadpleging van de beheerder van het plaatselijke transmissienet, of zij alle of een deel van de resterende groene certificaten die geen koper hebben gevonden tijdens de in punt 1 bedoelde veiling, aan de beheerder van het plaatselijke transmissienet overdraagt. De beslissing mag niet leiden tot misbruik of manipulatie van de markt voor groene certificaten in de zin van de toepasselijke Europese regelgeving. De beslissing van de Regering wordt meegedeeld aan de Administratie, aan de persoon aangewezen overeenkomstig paragraaf 3, aan de beheerder van het plaatselijke transmissienet en aan de "CREG". De beheerder van het plaatselijke transmissienet koopt deze groene certificaten in het kader van de openbare dienstverplichting bedoeld in artikel 34, 4°, f), terug tegen de prijs waarvoor zij door de in paragraaf 3 aangewezen persoon zijn aangekocht, overeenkomstig de procedure bedoeld in 2°;]4
2° als tijdens de twee maanden vóór de vervaldatum van hun temporisatieperiode, zoals bepaald bij het besluit van de Regering bedoeld in paragraaf 2, vijfde lid, zijn de groene certificaten die op de markt niet zijn verkocht, overeenkomstig punt 1°, [4 en die niet het voorwerp vormen van een overdracht waartoe overeenkomstig punt 1° bis, 3° en paragraaf 7bis is besloten]4 door de beheerder van het plaatselijke transmissienet gekocht als openbare dienstverplichting bedoeld in artikel 34, 4°, f), tegen hun prijs van aankoop door de persoon aangewezen in paragraaf 3. Daartoe, reikt de persoon aangewezen in paragraaf 3, t.a.v. de beheerder van het plaatselijke transmissienet, een factuur uit van een bedrag dat overeenstemt met het aantal groene certificaten waarvan de temporisatieperiode verstrijkt tijdens het betrokken jaar, vermenigvuldigd door de prijs waaraan deze groene certificaten werden aangekocht overeenkomstig paragraaf 2, zevende lid, van dit artikel. [4 Binnen tien dagen na ontvangst van deze factuur]4, gaat de beheerder van het plaatselijke transmissienet over tot de betaling van de verkoopprijs op de bankrekening vermeld op de factuur. Na ontvangst van de betaling, wordt het eigendom van de groene certificaten die het voorwerp uitmaken van de verkoop overgedragen van de persoon bedoeld in paragraaf 3 die overgaat tot de verkoop, naar de beheerder van het plaatselijke transmissienet. De persoon bedoeld in paragraaf 3 die overgaat tot de verkoop, overdraagt de dag zelf van de ontvangst van de betaling, de betrokken groene certificaten op de rekening geopend bij de CWaPE dat de beheerder van het plaatselijke transmissienet hem aangeeft.
[4 3° op ieder ogenblik beslist de Regering, op advies van de Administratie, na de eventuele opmerkingen van de "CREG" te hebben ingewonnen en na raadpleging van de beheerder van het plaatselijke transmissienet, of zij alle of een deel van de getemporiseerde groene certificaten die nog niet aan de veilingprocedure bedoeld in punt 1 zijn onderworpen, aan de beheerder van het plaatselijke transmissienet overdraagt. In de beslissing wordt met name toegelicht waarom is besloten deze getemporiseerde groene certificaten niet overeenkomstig de in punt 1° vastgestelde modaliteiten op de markt aan te bieden. De beslissing mag niet leiden tot misbruik of manipulatie van de markt voor groene certificaten in de zin van de toepasselijke Europese regelgeving. De beslissing van de Regering wordt meegedeeld aan de Administratie, aan de persoon aangewezen overeenkomstig paragraaf 3, aan de beheerder van het plaatselijke transmissienet en aan de "CREG". De beheerder van het plaatselijke transmissienet koopt deze groene certificaten in het kader van de openbare dienstverplichting bedoeld in artikel 34, 4°, f), terug tegen de prijs waarvoor zij door de in paragraaf 3 aangewezen persoon zijn aangekocht, overeenkomstig de procedure bedoeld in 2°.]4
[3 § 7bis.[4 Onverminderd de bepalingen van paragraaf 7 van dit artikel kan de beheerder van het plaatselijke transmissienet vanaf 1 juli 2019, ter gelegenheid van de mededeling bedoeld in artikel 42/2, § 4, tweede lid, en op basis van het meest recente gedetailleerde vooruitzicht van de Administratie aan de Regering, na overleg met de in artikel 42/2 bedoelde uitgevende maatschappij, de hoeveelheid getemporiseerde groene certificaten die hij te kopen heeft, voorstellen om een geleidelijke vermindering van de hoeveelheid getemporiseerde groene certificaten mogelijk te maken, rekening houdende met de bepalingen van artikel 42/2, § 8, zevende lid. In voorkomend geval worden in het voorstel de specifieke kenmerken met betrekking tot de afgiftedata en de aanvang van de termijn voor de groene certificaten in kwestie gespecificeerd. De beheerder van het plaatselijke transmissienet stuurt een kopie van zijn voorstel naar de Regering, de "CREG" en de in paragraaf 3 aangewezen persoon.
Binnen vijfenzeventig dagen na ontvangst van het voorstel van de beheerder van het plaatselijke transmissienet beslist de Regering, op advies van de Administratie en na de eventuele opmerkingen van de "CREG" te hebben ingewonnen, over de overdracht aan de beheerder van het transmissienet en, in voorkomend geval, over de nadere regels betreffende de uitgiftedata en de aanvang van de temporisatieperiode van de aan te kopen groene certificaten. De beslissing mag niet leiden tot misbruik of manipulatie van de markt voor groene certificaten in de zin van de toepasselijke Europese regelgeving. De beslissing van de Regering wordt meegedeeld aan de Administratie, aan de in paragraaf 3 aangewezen persoon, aan de beheerder van het plaatselijke transmissienet en aan de "CREG".
De beheerder van het plaatselijke transmissienet koopt het aantal getemporiseerde groene certificaten binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van de Regering.]4.]3
§ 8. Tijdens de hele duur van de temporisatieverrichting, is de volgende procedure van toepassing:
1° voor 31 januari van elk jaar, [3 en na elke beweging in de hierna vermelde inventaris]3 deelt de persoon aangewezen in paragraaf 3, aan [2 de Administratie]2 en aan de beheerder van het lokale transmissienet de inventaris van de groene certificaten mee die zij bezit, in het kader van de verschillende temporisatieverrichtingen bedoeld in dit artikel, gerangschikt per begindatum van temporisatie bedoeld in paragraaf 5;
2° [4 jaarlijks of volgens de door de Regering bepaalde frequentie]4 verkoopt de persoon aangewezen in paragraaf 3, na overleg met [2 de Administratie]2, de groene certificaten die ze bezit, in het kader van de temporisatieverrichtingen bedoeld in dit artikel, onder de voorwaarden bepaald in 7, 1°;
3° één jaar vóór het verstrijken van elke periode van maximale temporisatie, brengt de persoon aangewezen in paragraaf 3 de Regering, [2 de Administratie]2, de "CREG" en de beheerder van het lokale transmissienet op de hoogte van het aantal groene certificaten in zijn bezit in het kader van de temporisatieverrichtingen bedoeld in dit artikel;
4° in de loop van de twee maanden voorafgaand aan het verstrijken van de periode van elke temporisatieperiode, worden de groene certificaten, die steeds in het bezit zijn van de persoon aangewezen in paragraaf 3 in het kader van deze temporisatieverrichting uiteindelijk gekocht door de beheerder van het plaatselijke transmissienet, als openbare dienstverplichting bedoeld in artikel 34, 4°, f, met inachtneming van de voorwaarden bepaald in paragraaf 7, 2°.
5° de groene certificaten ingekocht door de beheerder van het lokale transmissienet na hun temporisatie, krachtens paragraaf 7[4 ...]4, worden geschrapt uit de gegevensbank door [2 de Administratie]2.
§ 9. De verkoop van de groene certificaten die het voorwerp uitmaken van een temporisatieverrichting bedoeld in paragraaf 7[4 ...]4, [3 en in paragraaf 7bis]3 en in overleg met [2 de Administratie]2, mag in geen geval aanleiding geven tot een misbruik of een manipulatie van de markt van de groene certificaten in de zin van de toepasselijke Europese regelgeving.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2017-06-29/16, art. 4, 029; Inwerkingtreding : 14-08-2017>
(2)<DWG 2019-01-31/22, art. 14, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(3)<DWG 2019-05-02/35, art. 5, 038; Inwerkingtreding : 24-05-2019>
(4)<DWG 2021-03-18/16, art. 3, 042; Inwerkingtreding : 10-04-2021>
Art. 42/2.[1 § 1. In het kader van de openbare dienstverplichting krachtens de artikelen 34, 4°, d) en f) wordt een mobilisatiemechanisme ingevoerd.
Wanneer de lokale transmissienetbeheerder verwacht dat hij overeenkomstig de artikelen 34, 4°, d) en f) een aanzienlijke hoeveelheid groene certificaten tegen een gewaarborgde minimumprijs zal moeten aankopen, maakt hij, binnen de grenzen bedoeld in paragraaf 5 en volgende, gebruik van het mobilisatiemechanisme in samenwerking met de door de Regering gekozen financiële instelling en de uitgevende maatschappij, die met de goedkeuring van de Regering is opgericht. De Regering betekent de aanwijzing van deze financiële instelling en van de uitgevende maatschappij aan de lokale transmissienetbeheerder zo spoedig mogelijk onmiddellijk na de inwerkingtreding van dit decreet.
Het mobilisatiemechanisme heeft uitsluitend betrekking op de groene certificaten die onverminderd iedere eventuele vorige verkoop, aan de lokale transmissienetbeheerder zijn verkocht na de inwerkingtreding van dit decreet.
§ 2. Het mobilisatiemechanisme omvat de volgende elementen:
1° de overdracht van een of meerdere SGE-vorderingen door de lokale transmissienetbeheerder aan de uitgevende maatschappij tegen een bedrag bepaald overeenkomstig de kaderovereenkomst;
2° de financiering van de uitgevende maatschappij voor dit bedrag, voornamelijk door de uitgifte van financiële instrumenten door bedoelde maatschappij;
3° de inning van SGE-vorderingen, waarbij de derde term van de toeslag groene certificaten voor rekening van de uitgevende maatschappij door de lokale transmissiesysteembeheerder gefactureerd wordt aan de distributienetbeheerders en aan de toegangsgerechtigden die verantwoordelijk zijn voor de netgebruikers die rechtstreeks zijn aangesloten op het net van de lokale transmissiesysteembeheerder;
4° de overdracht van deze bedragen door de lokale transmissienetbeheerder aan de uitgevende maatschappij volgens de in de kaderovereenkomst bepaalde modaliteiten.
§ 3. Er wordt een kaderovereenkomst tussen de lokale transmissienetbeheerder en de uitgevende maatschappij gesloten vóór de uitvoering van het mobilisatiemechanisme. De kaderovereenkomst wordt vóór de sluiting ervan aan de Regering en aan de "CREG" meegedeeld.
§ 4. Uiterlijk op 1 [2 februari]2 en 1 [2 augustus]2 van elk jaar maakt de Administratie een gedetailleerd vooruitzicht van de verwachte ontwikkeling van deze markt over een minimale periode van de vijf volgende jaren bekend. Dit vooruitzicht omvat verschillende scenario's die de impact van de belangrijke parameters die deze ontwikkeling beïnvloeden, weergeven.
Binnen twintig dagen na de afsluiting van elk halfjaar deelt de lokale transmissienetbeheerder een indicatieve raming over achttien maanden van de hoeveelheid groene certificaten die hem voor aankoop kan worden aangeboden aan de Regering en de "CREG" mede en geeft hij, in voorkomend geval, een indicatieve hoeveelheid groene certificaten aan die in aanmerking zou moeten worden genomen voor een toekomstig voorbereidend dossier als bedoeld in paragraaf 5, teneinde de impact van deze groene certificaten op de eerste term van de toeslag groene certificaten te beperken.
§ 5. In het licht van deze gegevens kan de Regering vóór 31 oktober van elk jaar tot 2024 de lokale transmissienetbeheerder, de in paragraaf 1 bedoelde financiële instelling en de uitgevende maatschappij in kennis stellen van haar voornemen om in de loop van het volgende begrotingsjaar een mobilisatieverrichting uit te voeren. Op basis hiervan stelt de lokale transmissienetbeheerder in overleg met de uitgevende maatschappij en de in paragraaf 1 bedoelde financiële instelling een voorbereidend dossier op voor een mobilisatieverrichting. Dit voorbereidend dossier wordt uiterlijk op 15 januari van het volgende jaar aan de Regering en aan de "CREG" overgemaakt.
Het voorbereidende dossier voor een mobilisatieverrichting omvat een technische luik die door de lokale transmissienetbeheerder wordt opgesteld en een financiële luik die door de uitgevende maatschappij wordt opgesteld. De technische luik wordt door de lokale transmissienetbeheerder aan de uitgevende maatschappij meegedeeld; de financiële luik wordt door de uitgevende maatschappij aan de lokale transmissienetbeheerder meegedeeld. Deze financiële luik omvat met name een methodologie die door de in § 1 bedoelde financiële instelling in samenwerking met de uitgevende maatschappij wordt ontwikkeld om de keuze van de Regering voor onder meer de minimale vervroegde contractuele looptijd, de maximale vervroegde contractuele looptijd, de minimale rentevoet, de maximale rentevoet en de maximale jaarlijkse kosten van de voorgestelde mobilisatieverrichting te vergemakkelijken.
§ 6. De "CREG" brengt advies over het in § 5, eerste lid, bedoelde voorbereidende dossier binnen 30 dagen na ontvangst ervan aan de Regering uit, en maakt een afschrift ervan aan de lokale transmissienetbeheerder en de uitgevende maatschappij over. Binnen vijftien dagen na ontvangst van het advies van de "CREG" over het voorbereidende dossier kunnen de lokale transmissienetbeheerder en de uitgevende maatschappij, in voorkomend geval, een aangepast voorbereidend dossier opmaken door één of meerdere punten die de "CREG" in haar advies vermeldt, te rectificeren. Binnen 30 dagen na ontvangst van het advies van de "CREG" of na ontvangst van het in voorkomend geval aangepaste voorbereidende dossier kiest de Regering om al dan niet over te gaan tot de mobilisatieverrichting. Indien de Regering ervoor kiest de mobilisatieverrichting uit te voeren, neemt zij een beslissing waarin zij met name, met inachtneming van de kaderovereenkomst en op basis van de in het voorbereidende dossier uiteengezette methodologie, de volgende voorwaarden vaststelt: de marge tussen het minimum- en maximumaantal groene certificaten die in het kader van de transactie moeten worden behandeld, de marge tussen de minimum- en maximumrentevoet en de maximumrentevoet voor de overeenkomstige uitgifte, de marge tussen de minimale en maximale vervroegde contractuele looptijd van de betrokken financiële instrumenten, alsmede de maximale jaarlijkse kosten voor het jaar volgend op de uitgifte, uitgedrukt in overeenstemming met de bovengenoemde parameters, die in aanmerking kunnen worden genomen in het in § 11 bedoelde jaarlijks verslag. In deze beslissing wordt ook vermeld dat de Regering of haar afgevaardigde de plaatsing en de eindvoorwaarden moeten bevestigen die verband houden met de marktvoorwaarden die van toepassing zijn op het moment van de voorgestelde uitgifte, met name de vervroegde contractuele looptijd en de rentevoet van de financiële instrumenten. De voorwaarden van deze beslissing zorgen er ook voor dat de sommen bedoeld in artikel 34, 4°, i), niet worden opgenomen in de balans van de lokale transmissienetbeheerder en dat de overdrachten van SGE-vorderingen door de lokale transmissienetbeheerder aan de uitgevende maatschappij zonder enige garantie van hem en zonder beroep tegen hem plaatsvinden.
Binnen tien dagen betekent de Regering haar beslissing aan de uitgevende maatschappij, aan de in § 1 bedoelde financiële instelling, aan de lokale transmissienetbeheerder en aan de "CREG".
§ 7. Binnen 120 dagen na de betekening aan de Regering lanceert de uitgevende maatschappij in overleg met de in § 1 bedoelde financiële instelling de procedure voor de uitgifte van de financiële instrumenten op voorwaarde dat de grenzen en voorwaarden bepaald in de beslissing van de Regering en in de kaderovereenkomst nageleefd worden. Binnen tien dagen na de afsluitingsdatum van de uitgifte stelt de uitgevende maatschappij de Regering en de lokale transmissienetbeheerder, alsook de "CREG" ter informatie, in kennis van het definitieve bedrag dat bij de uitgifte wordt aangetrokken, het definitieve bedrag dat beschikbaar is voor de aankoop van SGE-vorderingen en het definitieve aantal overeenstemmende groene certificaten, de gekozen vervroegde contractuele looptijd, de maximale contractuele looptijd van de uitgegeven financiële instrumenten, de verkregen definitieve rentevoet en het jaarlijks definitieve bedrag met betrekking tot deze mobilisatieverrichting dat gedekt moet worden door een specifiek deel van de derde term van de toeslag groene certificaten. In voorkomend geval omvat dit laatste bedrag het jaarlijkse bedrag betreffende het in paragraaf 17 bedoelde restbedrag van een vorig boekjaar.
§ 8. Uiterlijk twintig dagen vóór de datum van elke overwogen overdracht van SGE-vorderingen plegen de lokale transmissienetbeheerder en de uitgevende maatschappij overleg en bepalen zij volgens de in de kaderovereenkomst bepaalde modaliteiten het volgende:
a) het aantal groene certificaten die voor deze overdracht in aanmerking moeten worden genomen; ze kiezen de groene certificaten onder de certificaten die door de lokale tranmissienetbeheerder gekocht zijn overeenkomstig de artikelen 34, 4°, d) en f);
b) de berekening van het bedrag van de kosten betreffende deze aankopen die door het specifieke onderdeel van de derde term van de toeslag groene certificaten gedekt moeten worden, overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 17;
c) een voorstel van datum van overdracht van de betrokken SGE-vorderingen.
Het voorstel dat de datum van overdracht, het aantal groene certificaten van punt a) en het bedrag van punt b) omvat, wordt schriftelijk aan de Regering of aan haar afgevaardigde meegedeeld. Behoudens schriftelijk verzet betekend binnen de termijn van tien werkdagen door de Regering of haar afgevaardigde aan de uitgevende maatschappij en aan de lokale transmissienetbeheerder, wordt dit voorstel geacht gevalideerd te zijn. De datum van vaststelling vindt plaatst op de eerste werkdag na het verstrijken van deze termijn.
Op de datum van vaststelling wordt de lokale transmissienetbeheerder van rechtswege de uitsluitende houder van een onherroepelijk subjectief recht om, via de facturering van de derde term van de toeslag groene certificaten, (i) het onder b) vermelde bedrag en (ii), in voorkomend geval, de overeenkomstig paragraaf 9 bepaalde bijkomende kosten terug te vorderen.
Na de datum van vaststelling komen de groene certificaten betreffende de betrokken overdracht niet langer in aanmerking voor enige temporisatieverrichting en worden zij in de databank van de Administratie nietig verklaard.
Op de datum van overdracht draagt de lokale transmissienetbeheerder de SGE-vordering aan de uitgevende maatschappij volgens de in de kaderovereenkomst bepaalde modaliteiten over.
Met de bedragen aangetrokken bij een uitgifte van financiële instrumenten voortvloeiend uit een bepaalde mobilisatieverrichting koopt de uitgevende maatschappij meerdere SGE-vorderingen gespreid over verschillende data van overdracht.
Vanaf 1 juli 2020 zorgt de lokale transmissienetbeheerder er binnen de beschikbare middelen voor dat de laatste overdracht van SGE-vorderingen betreffende een bepaalde mobilisatieverrichting vóór 31 december van het jaar van de betrokken uitgifte het volledige restbedrag uitput van de bedragen die op het moment van uitgifte aangetrokken zijn en die voor de aankoop van SGE-vorderingen beschikbaar zijn.
§ 9. Voor elke SGE-vordering kan het in § 8 bepaalde invorderbare bedrag van deze vordering verhoogd worden met het bedrag dat nodig is voor de dekking van de redelijke kosten zoals beschreven in paragraaf 17, tweede lid, die na de datum van vaststelling van deze SGE-vordering zijn of zullen worden veroorzaakt.
De lokale transmissienetbeheerder en de uitgevende maatschappij plegen overleg en bepalen, indien nodig, de aanpassing van het invorderbare bedrag van de SGE-vordering volgens de in de kaderovereenkomst bepaalde modaliteiten. Deze aanpassing kan voortvloeien uit nieuwe kosten of hogere kosten dan die in aanmerking zijn genomen bij de vaststelling van het invorderbare bedrag van de SGE-vordering.
Een voorstel dat het bedrag van deze aanpassing vermeldt, wordt aan de Minister en, voor advies aan de Minister binnen tien werkdagen, aan de "CREG" schriftelijk meegedeeld. Behoudens schriftelijk verzet betekend binnen een termijn van twintig werkdagen door de Minister aan de uitgevende maatschappij, aan de "CREG" en aan de lokale transmissienetbeheerder, wordt dit voorstel geacht gevalideerd te zijn. Vanaf de eerste werkdag na het einde van deze termijn wordt bedoeld invorderbaar bedrag van de SGE-vordering van rechtswege verhoogd ten belope van het gevalideerde bedrag van de aanpassing.
Alle overeenkomstig paragraaf 9 vastgestelde bedragen worden opgenomen in het in § 12 overwogen tariefvoorstel met het oog op de aanpassing van het tarief voor de derde term van de toeslag groene certificaten.
§ 10. Vóór de datum van overdracht van een SEG-vordering is de lokale transmissienetbeheerder de schuldeiser en de exclusieve houder van deze SEG-vordering. Na deze datum wordt de uitgevende maatschappij van rechtswege de onherroepelijke en exclusieve houder van de overgedragen SGE-vordering, met uitzondering van de lokale transmissienetbeheerder en van zijn schuldeisers. Na dezelfde datum worden de personen aan wie de derde term van de toeslag groene certificaten wordt gefactureerd, van rechtswege rechtstreekse schuldenaars van de uitgevende maatschappij ten belope van he bedrag van de derde term die hun op grond van deze overdracht wordt gefactureerd.
De lokale transmissienetbeheerder factureert de derde term van de toeslag overeenkomstig artikel 42bis en blijft verantwoordelijk voor de inning bij de distributienetbeheerders en de toegangsgerechtigden voor rekening van de uitgevende maatschappij. Hij maakt de geïnde bedragen naar de uitgevende maatschappij over volgens de in de kaderovereenkomst bepaalde modaliteiten.
Wanneer de lokale transmissienetbeheerder vaststelt dat bedragen die aan sommige van zijn debiteuren voor de derde term van de toeslag groene certificaten in rekening worden gebracht, definitief onbetaald blijven, worden deze bedragen opgenomen in het in § 15 beschreven tariefsaldo onder de kosten die tijdens de derde term van de toeslag groene certificaten moeten worden teruggevorderd.
De bedragen van de facturering van de derde term van de toeslag groene certificaten worden pas vanaf het moment waarop de uitgevende maatschappij deze bedragen effectief heeft ontvangen, aangerekend aan de SGE-vorderingen.
§ 11. Uiterlijk op 1 september van elk jaar maakt de uitgevende maatschappij de lokale transmissienetbeheerder een jaarlijks verslag over, waarin zij alle financiële informatie verstrekt met betrekking tot de derde term van de toeslag groene certificaten voor het tariefvoorstel voor het volgende boekjaar. Wanneer de tijdslijn van het tariefvoorstel langer is dan het volgende boekjaar, plegen de uitgevende maatschappij en de lokale transmissienetbeheerder overleg om het verslag aan te vullen en indicatieve prognosewaarden vast te stellen voor de beoordeling van de derde term van de toeslag groene certificaten over het geheel van deze tijdslijn.
Het jaarlijkse verslag wordt opgemaakt volgens een in de kaderovereenkomst vastgesteld model van verslag en omvat minstens:
a) de werkingskosten van de uitgevende maatschappij die niet specifiek zijn voor een uitgifte, alsmede de niet-terugkerende kosten van iedere uitgifte en de prognose van deze twee soorten kosten voor het lopende boekjaar en voor het volgende boekjaar;
b) de eventuele budgettaire afwijking met betrekking tot de onder a) bedoelde kosten waarmee volgens een met redenen omkleed advies van de uitgevende maatschappij rekening moet worden gehouden bij de vaststelling van de kosten die tijdens het volgende boekjaar door de derde term van de toeslag groene certificaten moeten worden gedekt;
c) voor elke mobilisatieverrichting afzonderlijk, de totale jaarlijkse kosten die moeten worden gedekt door de derde term van de toeslag groene certificaten, met vermelding van met name de bedragen die nodig zijn om tijdig het kapitaal en de rente voor elke mobilisatieverrichting te betalen, om de specifiek daarmee verband houdende terugkerende werkingskosten te betalen en om de kasreserve van de uitgevende maatschappij op het vereiste niveau te houden, de aanvangsdatum van de geldigheid van deze kosten en de verwijzing naar de beslissing van de Regering voorafgaand aan de uitgifte van de betrokken verrichting;
d) de historiek van de bedragen met betrekking tot de derde term van de toeslag groene certificaten die door de lokale transmissienetbeheerder aan de uitgevende maatschappij zijn overgemaakt;
e) het overeenkomstig paragraaf 15, derde lid, gerapporteerde tariefsaldo dat in aanmerking moet worden genomen voor de vaststelling van de kosten die tijdens het volgende boekjaar door de derde term van de toeslag groene certificaten moeten worden gedekt;
f) in voorkomend geval, het bedrag dat nodig is voor een aanpassing naar boven of naar beneden van de voorziening bestemd om de kosten van de eerste halfjaarlijkse periode betreffende de volgende mobilisatieverrichting te dekken;
g) in voorkomend geval, de onvoorziene elementen waaraan de uitgevende maatschappij zou worden blootgesteld.
§ 12. Met inachtneming van de regels en termijnen die zijn vastgesteld bij de tariefmethodologie die van toepassing is op de lokale transmissienetbeheerder en onverminderd een tariefvoorstel dat in de loop van het jaar wordt geactualiseerd, indien uitzonderlijke omstandigheden dit rechtvaardigen, dient laatstgenoemde een tariefvoorstel bij de "CREG" in met het oog op de aanpassing van het tarief voor de derde term van de toeslag groene certificaten. Om zijn tariefvoorstel voor te leggen, baseert de lokale transmissienetbeheerder zich, enerzijds, op het in paragraaf 11 bedoelde jaarlijkse verslag en, anderzijds, op zijn recentste vooruitzichten inzake afgenomen energie voor de periode van 1 januari tot 31 december van het volgende boekjaar. Het aangegeven vooruitzicht inzake afgenomen energie voor de berekening van dit tarief houdt rekening met een veiligheidsfactor die te allen tijde tussen de minimumwaarde van 0,90 en de maximumwaarde van 0,95 moet liggen en die bedoeld is om een redelijke veiligheidsmarge te bieden om de vereiste omvang van de kasreserve van de uitgevende maatschappij te beperken. In zijn tariefvoorstel legt de lokale transmissienetbeheerder de berekening van het tarief voor de derde term van de toeslag groen certificaten voor door een onderscheid te maken tussen de specifieke componenten voor elke mobilisatieverrichting.
De lokale transmissienetbeheerder maakt de uitgevende maatschappij een afschrift van zijn tariefvoorstel m.b.t. de derde term van de toeslag groene certificaten over en licht haar in over de desbetreffende beslissingen van de "CREG".
§ 13. Indien het mandaat van de lokale transmissienetbeheerder eindigt voordat alle bedragen die in het kader van de overgedragen SGE-vorderingen aan de uitgevende maatschappij verschuldigd zijn, gefactureerd zijn gedurende de derde term van de toeslag groene certificaten en voordat de uitgevende maatschappij de volledige betaling van al deze bedragen heeft ontvangen :
1° brengt de aanwijzing van een nieuwe lokale transmissienetbeheerder van rechtswege de overname van de rechten en verplichtingen in verband met de mobilisatieverrichtingen door de nieuwe lokale transmissienetbeheerder met zich mee, met inbegrip van de facturering van de bedragen die in het kader van de mobilisatieverrichtingen voor de SEG-vorderingen zijn voorzien, en van de derde term van de toeslag op grond van artikel 42 bis voor rekening van de uitgevende maatschappij alsmede de andere verplichtingen jegens de uitgevende maatschappij. Deze overname vindt plaats zonder dat de vorige netbeheerder recht heeft op een vergoeding;
2° tasten de aanwijzing van een nieuwe lokale transmissienetbeheerder en de overname van de rechten en verplichtingen in verband met de mobilisatieverrichtingen de rechten op SGE-vorderingen die de uitgevende maatschappij uit hoofde van de mobilisatieverrichtingen en overeenkomstig paragraaf 8 verworven heeft verworven, niet aan.
§ 14. De verplichtingen die de uitgevende maatschappij in het kader van een mobilisatieverrichtingen heeft aangegaan, hebben voorrang op de SGE-vorderingen, aangezien ze door de uitgevende maatschappij met de opbrengst van deze verplichtingen zijn verworven. Dit voorrecht betreft de SGE-vorderingen, hun toebehoren en de bedragen die als gevolg van deze vorderingen zijn geïnd. Dit voorrecht heeft dezelfde prioriteit als het pandrecht krachtens artikel 57 van Titel XVII, Boek III, van het Burgerlijk Wetboek.
Voor zover de partijen in de kaderovereenkomst daarmee zijn ingestemd en voor zover deze overeenkomst de modaliteiten daarvan bepaalt, met name wat betreft de waardering van SGE-vorderingen, kunnen de bevoorrechte schuldeisers in geval van wanbetaling met betrekking tot vorderingen die door het voorrecht zijn gewaarborgd, de SGE-vorderingen zonder ingebrekestelling en zonder voorafgaande rechterlijke beslissing van rechtswege ten uitvoer leggen door middel van eenvoudige kennisgeving aan de uitgevende maatschappij en de lokale transmissienetbeheerder, door middel van toe-eigening of verkoop van die vorderingen.
De SGE-vorderingen zijn overdraagbaar in het kader van de vestiging van een zekerheid door de uitgevende maatschappij of na de realisatie van een pandrecht of zekerheden op SGE-vorderingen, op voorwaarde dat de Regering en de lokale transmissienetbeheerder in kennis worden gesteld van elke overdracht.
Tenzij anders is overeengekomen, leidt een toe-eigening of een verkoop van rechtswege tot de overdracht van alle bestaande en toekomstige SGE-vorderingen en alle rechten van de uitgevende maatschappij ten opzichte van de lokale transmissienetbeheerder.
§ 15. Binnen twintig dagen na de afsluiting van elk kwartaal, brengt de lokale transmissienetbeheerder onverminderd de bepalingen van artikel 42/1, § 2, tweede lid, de Administratie en de "CREG" op de hoogte van de elementen betreffende de derde term van de toeslag groene certificaten geregistreerd op zijn balans.
Uiterlijk op 15 augustus van elk jaar stelt de lokale transmissienetbeheerder een verslag op dat voor elke maand van de periode van 1 juli van het voorgaande boekjaar tot en met 30 juni van het lopende boekjaar en voor het toepassingsgebied van de derde term van de toeslag groene certificaten minstens de volgende gegevens omvat :
a) het in het betrokken tariefvoorstel voorziene volume van de afgenomen energie;
b) het overeenkomstige verwachte geraamde bedrag;
c) het vastgestelde werkelijke volume van de afgenomen energie;
d) het bedrag dat werkelijk door de lokale transmissienetbeheerder is gefactureerd en
e) het positieve of negatieve verschil tussen het geraamde bedrag en het werkelijk gefactureerde bedrag.
Het tariefsaldo, bestaande uit de niet-betaalde bedragen als bedoeld in paragraaf 10, derde lid, enerzijds, en het verschil als bedoeld onder e), anderzijds, berekend over de periode van 1 juli van het voorgaande boekjaar tot en met 30 juni van het lopende boekjaar, maakt deel uit van de kosten die in het volgende boekjaar moeten worden gedekt door de derde term van de toeslag groene certificaten. In voorkomend geval omvat dit tariefsaldo ook de regulariseringen van de vorige tariefsaldo's.
Dit verslag wordt door de lokale transmissienetbeheerder aan de uitgevende maatschappij, aan de "CREG" en aan de Regering overgemaakt.
§ 16. De lokale transmissienetbeheerder houdt voortdurend een register van de aan de uitgevende maatschappij overgedragen SGE-vorderingen bij. Dit register omvat voor elke overgedragen SEG-vordering minstens de volgende gegevens :
a) de mobilisatieverrichting;
b) de datum van vaststelling;
c) de datum van overdracht;
d) het aantal betrokken groene certificaten;
e) het oorspronkelijke bedrag van de overgedragen SGE-vordering;
f) het bedrag van de overeenkomstig § 9 bepaalde bijkomende kosten;
g) het geactualiseerde saldo van de SGE-vordering.
Dit register geldt tussen de lokale transmissienetbeheerder en de uitgevende maatschappij en tegenover derden, tenzij het tegendeel wordt bewezen. Het wordt driemaandelijks door de lokale transmissienetbeheerder aan de Administratie en aan de uitgevende maatschappij meegedeeld.
De lokale transmissienetbeheerder stelt driemaandelijks de lijst van de debiteurs van derde term van de toeslag groene certificaten op en deelt ze mee aan de Administratie met vermelding van het per debiteur gefactureerde bedrag.
§ 17. Voor elke mobilisatieverrichting omvat het bedrag van de kosten gemaakt door de aankopen van groene certificaten die door het specifiek deel van de in paragraaf 11, tweede lid, c) bedoelde derde term van de toeslag groene certificaten gedekt moeten worden, de som van de volgende elementen :
a) het bedrag dat gelijk is aan de geplande hoeveelheid groene certificaten die door de lokale transmissienetbeheerder zijn aangekocht en waarop deze mobilisatieverrichting betrekking heeft, vermenigvuldigd met de door de groene certificaten gegarandeerde minimumprijs;
b) het bedrag van de kosten die voortvloeien uit de uitvoering van de uitgifte (zoals beschreven in de kaderovereenkomst), met inbegrip van de kosten voor het afdekken van de rentevoeten (indien van toepassing op de uitgifte);
c) het vereiste bedrag van de kasreserve dat voor de uitgifte nodig is; en
d) de financieringskosten van de bedragen a), b) en c) gedurende de vervroegde contractuele looptijd die ten minste de jaarlijkse rentevoet van de uitgifte (met inbegrip van de aan obligatiebeleggers verschuldigde marge) omvatten.
De jaarlijkse kosten van de dienstverstrekkingen die door de lokale transmissienetbeheerder aan de uitgevende maatschappij in rekening worden gebracht, en de jaarlijkse werkingskosten van de uitgevende maatschappij vormen een specifiek geheel dat overeenkomstig paragraaf 11, tweede lid, a), wordt gerapporteerd en dat in aanmerking wordt genomen als een specifiek onderdeel voor de berekening van de derde term van de toeslag groene certificaten vanaf de eerste mobilisatieverrichting.
Indien er nog een onbenut restbedrag van een uitgifte voor de aankoop van SGE-vorderingen vóór 31 december van het jaar van de uitgifte in kwestie overblijft:
a) indien een nieuwe mobilisatieverrichting overeenkomstig § 6 later beslist wordt door de Regering:
(i) wordt de hoeveelheid groene certificaten die nog niet aan een overdracht van SGE-vorderingen is gekoppeld, bij voorrang toegewezen aan de eerste overdracht van SGE-vorderingen van de nieuwe mobilisatieverrichting. Indien deze bepaling ontoereikend blijft om de volledige hierboven vermelde hoeveelheid te dekken, worden nieuwe overdrachten van SGE-vorderingen georganiseerd zodra de lokale transmissienetbeheerder in het kader van de in artikel 34, 4°, d), bedoelde openbaredienstverplichting groene certificaten koopt, totdat het restbedrag tot nul is teruggebracht.
(ii) wordt het restbedrag in aanmerking genomen voor de bepaling van de in het eerste lid, onder a) tot en met d), bedoelde kosten in verband met de nieuwe mobilisatieverrichting, mits, voor punt d), de rentevoet die in aanmerking moet worden genomen, het percentage van de betrokken uitgifte is;
(iii) worden de overeenkomstige kosten waarmee in het kader van de betrokken uitgifte rekening is genomen, in het kader van het volgende jaarverslag bedoeld in lid 11 gerectificeerd;
(iv) zal, voor de toepassing van § 9, rekening worden gehouden met kosten die gelijk zijn aan de rentevoet van de uitgifte toegepast op het restbedrag voor de periode tussen de datum van de betrokken uitgifte en de datum waarop het restbedrag wordt gebruikt voor de aankoop van de SGE-vorderingen; of
b) indien de betrokken uitgifte de laatste uitgifte is van de uitgevende maatschappij in het kader van het mobilisatiemechanisme, zal, voor de toepassing van § 9, rekening worden gehouden met kosten die gelijk zijn aan de rentevoet van de uitgifte toegepast op het restbedrag voor de periode tussen de datum van de betrokken uitgifte en de datum van de eindbetaling van de financiële instrumenten van deze uitgifte;
De vaststelling, de facturering en de inning van SGE-vorderingen en de derde term van de toeslag groene certificaten, met inbegrip van het opstellen van tariefvoorstellen, zullen worden beheerd met als doel dat de uitgevende maatschappij, na de terugbetaling van alle financiële instrumenten die door haar zijn uitgegeven en de uitoefening van haar andere verplichtingen, niet meer beschikt over bedragen geïnd via de derde term van de toeslag groene certificaten.
§ 18. In afwijking van de §§ 5, 6 en 11 worden de bepalingen betreffende de eerste mobilisatieverrichting vastgesteld als volgt :
a) het maximumaantal groene certificaten die in het kader van deze verrichting behandeld moeten worden, bedraagt 7.500.000 groene certificaten;
b) de maximale jaarlijkse kosten betreffende het jaar 2020 die in aanmerking kunnen worden genomen in het in § 11 bedoelde jaarlijkse verslag, bedragen 45.000.000 euro indien de vervroegde contractuele looptijd twintig jaar is, en 51.000.000 euro indien deze looptijd vijftien jaar is;
c) de vervroegde contractuele looptijd van de financiële instrumenten is kleiner dan of gelijk aan 21 jaar; de maximale contractuele looptijd is kleiner dan of gelijk aan 25 jaar;
d) uiterlijk op 1 oktober 2019 bepaalt de Regering in een beslissing met name de marge tussen de minimale rentevoet en de maximale rentevoet voor de overeenkomstige uitgifte, de marge tussen de minimale vervroegde contractuele looptijd en de maximale vervroegde contractuele looptijd van de betrokken financiële instrumenten; deze voorwaarden worden bepaald op basis van de methodologie die door de in § 1 bedoelde financiële instelling in samenwerking met de uitgevende maatschappij is vastgesteld en die schriftelijk overgemaakt is aan de Regering vóór de datum van de beslissing. In deze beslissing wordt ook vermeld dat het aan de Regering of haar afgevaardigde is om de plaatsing en de definitieve voorwaarden in verband met de marktomstandigheden op het moment van de voorgestelde uitgifte te bevestigen, met name de vervroegde contractuele looptijd en de rentevoet. Binnen tien dagen na de datum van de beslissing betekent de Regering deze beslissing aan de uitgevende maatschappij, aan de financiële instelling, aan de lokale transmissienetbeheerder en aan de "CREG";
e) na de in § 1 vermelde aanwijzingen betekent de Regering, in voorkomend geval, zo spoedig mogelijk het bedrag van de aan die aanwijzingen voorafgaande kosten dat in aanmerking moet worden genomen voor de opstelling van het in § 11 bedoelde jaarlijkse verslag en betreffende de eerste uitgifte, aan de "CREG", de lokale transmissienetbeheerder en de uitgevende maatschappij.
In afwijking van de bepalingen bedoeld in paragraaf 7 start de uitgevende maatschappij voor het jaar 2019 de procedure zo spoedig mogelijk met het oog op de uitgifte van financiële instrumenten vóór 30 november 2019, mits de grenzen en voorwaarden vastgesteld in het eerste lid, in de in het eerste lid bedoelde beslissing van de Regering en in de kaderovereenkomst in acht worden genomen.
Binnen tien dagen na de afsluitingsdatum van de uitgifte stelt de uitgevende maatschappij de Regering en de lokale transmissienetbeheerder in kennis van het definitieve bedrag dat bij de uitgifte wordt aangetrokken, het definitieve bedrag dat beschikbaar is voor de aankoop van SGE-vorderingen, de gekozen vervroegde contractuele looptijd, alsook het definitieve bedrag betreffende het jaar 2020 en, in voorkomend geval, het jaar 2019, dat gedekt moet worden door het eerste specifieke onderdeel van de derde term van de toeslag groene certificaten.
In afwijking van paragraaf 11 wordt het voor het jaar 2019 over te maken verslag vastgesteld op de datum van afsluiting van de eerste uitgifte, verhoogd met tien dagen.".
§ 19. Vóór 31 december van elk jaar legt de Regering een syntheserapport over de opvolging van de mobilisatieverrichtingen bij het Parlement neer.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2019-05-02/35, art. 6, 038; Inwerkingtreding : 24-05-2019>
(2)<DWG 2021-03-18/16, art. 2, 042; Inwerkingtreding : 10-04-2021>
Art. 42bis.[1 § 1 [5 Het geheel van de kosten in verband met de openbare dienstverplichtingen gedragen door de lokale transmissienetbeheerder overeenkomstig de artikelen 34, 4°, d), e) en f) en i), worden gedekt door een toeslag, verschuldigd door de eindafnemers aangesloten op een spanningsniveau van 70 kV of minder. Deze toeslag omvat:
a) een eerste term bestemd voor de dekking van de kosten in verband met de openbare dienstverplichtingen bedoeld in artikel 34, 4°, d) en f), met uitzondering van de kosten gebonden aan de aankopen van groene certificaten bedoeld in de punten d) en f) en betrokken bij een mobilisatieverrichting. Vanaf 1 januari 2020 dekt deze eerste term ook de kosten in verband met de openbare dienstverplichtingen bedoeld in artikel 34, 4°, e);
b) een tweede term bestemd voor de dekking van de kosten in verband met de openbare dienstverplichting bedoeld in artikel 34, 4°, e) tot 31 december 2019; en
b) een derde term bestemd voor de dekking van de kosten in verband met de openbare dienstverplichting bedoeld in artikel 34, 4°, i).
De eerste term van de toeslag en de derde term van de toeslag worden op elke kWh verschuldigd, die de eindafnemers van het net afnemen voor hun eigen gebruik. Gedurende de periode waarin de gedeeltelijke vrijstelling van de eerste term van de toeslag overeenkomstig paragraaf 5 van dit artikel van toepassing is, wordt de tweede term van de toeslag toegepast in verhouding tot de hoeveelheid energie die is vrijgesteld door de interveniënten die de eindafnemers die deze gedeeltelijke vrijstelling genieten, factureren.]5
§ 2. [5 De lokale transmissienetbeheerder factureert de eerste term en de derde term van de toeslag groene certificaten aan de toegangsgerechtigden en aan de beheerders van een distributienet. Ingeval de toegangsgerechtigden en de distributienetbeheerders niet zelf de van het net afgenomen kWh verbruiken, kunnen zij deze toeslag aan hun eigen afnemers doorberekenen en factureren tot wanneer deze toeslag uiteindelijk gefactureerd wordt aan de eindafnemers van deze kWh.]5
[5 § 2bis. De derde term van de toeslag wordt uitdrukkelijk en los van andere tarieven en belastingen, kosten en toeslagen op facturen aan distributienetbeheerders en toegangsgerechtigden vermeld.]5
[5 § 2ter. Er mag geen compensatie worden verleend tussen, enerzijds, de bedragen die in het kader van de overgedragen SGE-vorderingen aan de lokale transmissienetbeheerder of aan de uitgevende maatschappij verschuldigd zijn, en anderzijds, ieder ander bedrag dat door de lokale transmissienetbeheerder of de uitgevende maatschappij verschuldigd is.]5
§ 3. Onverminderd § 5, wordt de eerste term van de toeslag toegepast op elk kWh netto energie afgenomen van het lokale transmissienet of van het distributienet door de eindafnemers per toegangspunt of per koppelpunt, inbegrepen bij de voorschotfacturen, proportioneel met de geschatte jaarlijkse afname en geregulariseerd met de afrekeningfactuur.
§ 4. Bij de facturatie van de eerste term van de toeslag bedoeld in § 1, aan hun klanten, houden de distributienetbeheerders rekening met de eventuele correcties aan het bedrag van deze toeslag, rekening houdend met het verliespercentage in de distributienetten, en dit met het oog op de financiële neutraliteit voor deze netbeheerders.
§ 5. [6 [7 Voor elke kWh afgetapt van het net en verbruikt door eindafnemers vanaf 1 januari 2024 of de datum bepaald in een koolstofovereenkomst gesloten overeenkomstig artikel 34, eerste lid, 4А, van het besluit van 16 november 2023 Koolstofneutraliteit, van щщn of meerdere toegangspunten geяdentificeerd door een EAN-code, wordt een gedeeltelijke vrijstelling van de eerste termijn van de in Ї 1 bedoelde toeslag toegekend enkel aan de volgende eindafnemers:
1А vijfentachtig procent voor eindafnemers die lid zijn van een koolstofgemeenschap in de zin van artikel 28 van het decreet van 16 november 2023 Koolstofneutraliteit en die een koolstofovereenkomst hebben ondertekend overeenkomstig artikel 34, Ї 1, 4А, van het decreet van 16 november 2023 Koolstofneutraliteit, die elektriciteit afnemen van een of meerdere toegangspunten die geяdentificeerd zijn door een EAN-code die is opgenomen in de koolstofgemeenschap, voor een activiteit in een sector met een aanzienlijk risico op verplaatsing van activiteiten naar buiten de Europese Unie, zoals bedoeld in sectie 4.11.3.1, punt 405, a), en opgenomen in bijlage 1, bij de mededeling van de Europese Commissie (2022/C 80/01) betreffende richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie 2022;
2А vijfenzeventig procent voor eindafnemers die lid zijn van een koolstofgemeenschap in de zin van artikel 28 van het decreet van 16 november 2023 Koolstofneutraliteit en die een koolstofovereenkomst hebben ondertekend overeenkomstig artikel 34, Ї 1, 4А, van het decreet van 16 november 2023 Koolstofneutraliteit, die elektriciteit afnemen van een of meerdere toegangspunten die geяdentificeerd zijn door een EAN-code die is opgenomen in de koolstofgemeenschap, voor een activiteit in een sector met een risico op verplaatsing van activiteiten naar buiten de Europese Unie, zoals bedoeld in sectie 4.11.3.1, punt 405, a), en opgenomen in bijlage 1, bij de mededeling van de Europese Commissie (2022/C 80/01) betreffende richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie 2022;
3А vijftig procent voor eindafnemers die niet vallen onder de punten 1А en 2А, die aangesloten zijn op een spanningsniveau hoger dan laagspanning en die een jaarverbruik hebben van meer dan щщn GWh, die elektriciteit afnemen van een toegangspunt geяdentificeerd door een EAN-code, voor een activiteit die valt binnen de volgende primaire NACE-codes:
a) onderwijs, 85;
b) ziekenhuizen, 86;
4А medisch-sociaal (87-88).
Rekening houdend met alle voorwaarden van de toeslag betalen de eindafnemers bedoeld in lid 1, 1А, ten minste vijftien procent van de toeslag zoals berekend zonder gedeeltelijke vrijstelling. Rekening houdend met alle voorwaarden van de toeslag betalen de eindafnemers bedoeld in lid 1, 2А, ten minste vijftien procent van de toeslag zoals berekend zonder gedeeltelijke vrijstelling. De drempels worden globaal berekend voor alle toegangspunten van de eindafnemer, zelfs als deze toegangspunten geяdentificeerd zijn in verschillende koolstofgemeenschappen.
De gedeeltelijke vrijstelling voor eindafnemers mag niet leiden tot een heffing van minder dan EUR 0,5/MWh, bepaald op kwartaalbasis.
Ondernemingen in moeilijkheden in de zin van de Mededeling van de Europese Commissie (2014/C 249/01) betreffende richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden die geen financiыle instellingen zijn, komen niet in aanmerking voor de gedeeltelijke vrijstelling van de eerste termijn van de in Ї 1 bedoelde toeslag.
Ondernemingen ten aanzien waarvan de Commissie een beschikking heeft gegeven waarin de terugvordering van onrechtmatige en onverenigbare steun wordt gelast, maar waaraan nog geen definitieve of voorlopige uitvoering is gegeven, bijvoorbeeld door de opening van een geblokkeerde rekening, komen niet voor een gedeeltelijke vrijstelling van het eerste deel van de in Ї 1 bedoelde toeslag in aanmerking zolang de onrechtmatige en onverenigbare steun niet definitief of voorlopig is terugbetaald.]7
Tijdens de periode van toepassing van de gedeeltelijke vrijstelling van de eerste term van de toeslag bedoeld in het eerste lid, worden de administratieve kosten en de kosten in verband met de financiering van het in reserve plaatsen bedoeld in artikel 42, gedekt door de tweede term van de toeslag [5 ...]5.
Na de periode van toepassing van de gedeeltelijke vrijstelling van de eerste term van de toeslag bedoeld in het eerste lid, worden de administratieve kosten en de kosten in verband met de financiering van het in reserve plaatsen bedoeld in artikel 42, gefactureerd zoals de eerste term van de toeslag bedoeld in § 1.
[3 De Regering kan]3 de lijst van de begunstigden van de gedeeltelijke vrijstelling van de eerste term van de toeslag uitbreiden tot bepaalde specifieke sectoren met economische problemen die op laagspanning aangesloten zijn, ongeacht hun verbruiksniveau. De gedeeltelijke vrijstelling van de eerste termijn van de toeslag mag voor die sectoren niet meer dan 50 percent bedragen. Elk besluit genomen met dat doel wordt geacht nooit gevolg te hebben gehad als het binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding ervan niet bij een decreet is bekrachtigd.
§ 6. De gedeeltelijke vrijstelling bedoeld in § 5 wordt als volgt toegepast op de eindafnemers die er in aanmerking voor kunnen komen, volgens de modaliteiten geregeld in § 8:
1° door de leverancier, in percentages van de toeslag zoals gefactureerd door de beheerders van een distributienet als gevolg van de herberekening bedoeld in § 4, voor de eindafnemers aangesloten op het distributienet;
2° door de toegangsgerechtigde, in percentage van de toeslag, voor de eindafnemers aangesloten op het lokale transmissienet;
3° door de beheerder van het lokale transmissienet in percentages van de toeslag, als de eindafnemer de toegangsgerechtigde is.
[4 De Administratie is verplicht jaarlijks te controleren of de voorwaarden voor de in paragraaf 5 bedoelde gedeeltelijke vrijstelling nageleefd worden, op basis van de situatie van de eindafnemers op 31 december van het jaar N. Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor de gedeeltelijke vrijstelling als bedoeld in paragraaf 5, zijn de artikelen 52 en volgende van toepassing op de betrokken leveranciers, toegangsgerechtigden en netbeheerders.]4
[7 De Regering bepaalt de modaliteiten voor de terugbetaling van de gedeeltelijke vrijstelling van de eerste termijn van de toeslag die ten onrechte is toegekend aan een eindafnemer, of wanneer de heffing lager is dan de drempel bedoeld in paragraaf 5, derde lid, of na zijn uittreding uit een koolstofgemeenschap of na het niet-nakomen van de verplichtingen van een koolstofovereenkomst gesloten in overeenstemming met artikel 34, eerste lid, 4А, van het decreet van 16 november 2023 Koolstofneutraliteit. De terugbetaling gebeurt niet via de leveranciers en gebeurt ten voordele van de toeslag.]7
§ 7. [3 De Administratie actualiseert driemaandelijks de]3 referentielijst op van de eindafnemers die in aanmerking komen voor de gedeeltelijke vrijstelling van de toeslag overeenkomstig § 5, op basis waarvan deze vrijstelling wordt toegekend door de verschillende interveniënten overeenkomstig § 6. [3 ...]3 [3 De lijst wordt overgemaakt door de Administratie]3 aan de leveranciers, aan de toegangsgerechtigden en aan de beheerder van het lokale transmissienet en wordt meegedeeld op haar website binnen tien dagen na de opmaking of de bijwerking ervan. Voor een gegeven jaar opent de verklaring op erewoord een recht op de gedeeltelijke vrijstelling voor zover ze binnen twee jaar, te rekenen vanaf het afgelopen jaar, wordt ingediend bij [3 de Administratie]3 en bij de leverancier van de persoon die de vrijstelling aanvraagt.
Als een eindafnemer, die acht dat hij in aanmerking kan komen voor de gedeeltelijke vrijstelling van de toeslag, niet op de lijst van [3 de Administratie]3 bedoeld in het eerste lid voorkomt, kan hij verzoeken om de toepassing van de vrijstelling bedoeld in § 5, bij [3 de Administratie]3 en bij haar leverancier door middel van een verklaring op erewoord.
[3 De Administratie]3 kan de waarachtigheid van deze verklaringen op erewoord controleren. Elke willens en wetens onjuiste of onvolledige verklaring kan het voorwerp uitmaken van de straffen bedoeld in artikel 52 [7 en in artikel 54/1]7.
§ 8. [2 De beheerders van een distributienet, de leveranciers en de toegangsgerechtigden aan [3 de Administratie]3 berekenen en delen uiterlijk op de laatste werkdag van de maand die volgt op het einde van elk kwartaal, de volgende informatie betreffende het afgelopen kwartaal uitgesplitst per maand, mee]2:
1° het bedrag van alle verschuldigde vrijstellingen, overeenkomstig § 5;
2° de som van de bedragen die ze voor de tweede term van de toeslag hebben gefactureerd, overeenkomstig § 5, derde lid.
Binnen [2 de maand die volgt op de]2 ontvangst van de informatie, en na verificatie van de overeenstemming, maakt [3 de Administratie]3 aan de interveniënten bedoeld in § 6, de definitieve bedragen verschuldigd aan de eindafnemers over. Deze bedragen vloeien voort uit het saldo tussen de terugbetaling van de vrijstellingen en de dekking van de kosten in verband met de openbare dienstverplichting bedoeld in artikel 34, 4°, e).
De beheerder van het lokale transmissienet betaalt de bedragen bedoeld in het tweede lid, aan de personen bedoeld in § 6, binnen de maand na ontvangst van de door [3 de Administratie]3 overgemaakte informatie en enkel voor zover deze bedragen gedekt zijn, hetzij door de overschotten van de toeslag die o.a. voortvloeien uit een toepassing van het mechanisme van in reserve plaatsen bedoeld in artikel 42, hetzij door een verhoging van de toeslag bestemd voor de vrijstelling en toegelaten door de "CREG". Indien deze bedragen niet volledig gedekt zijn, worden de betalingen prioritair uitgevoerd [2 in de chronologische volgorde van overmaking, door [3 de Administratie]3, van de definitieve bedragen aan de interveniënten overeenkomstig het tweede lid]2.
De interveniënten bedoeld in § 6, wentelen bij de begunstigden van de vrijstellingen, de bedragen gestort door de beheerder van het lokale transmissienet overeenkomstig het derde lid, binnen de maand na hun ontvangst.
§ 9. Elk jaar, uiterlijk op 31 maart, deelt de beheerder van het lokale transmissienet aan [3 de Administratie]3 een verslag mee betreffende de toegekende gedeeltelijke vrijstellingen van de toeslag. Op basis daarvan, maakt [3 de Administratie]3 een syntheseverslag over aan de Minister betreffende de toegekende gedeeltelijke vrijstellingen van de toeslag "groene certificaten, binnen de maand van ontvangst van het verslag van de beheerder van het lokale transmissienet. De Minister maakt het syntheseverslag over aan de Regering uiterlijk twee dagen na ontvangst ervan.]1
[7 § 10. De Regering wordt gemachtigd om de methode vast te stellen voor het controleren van de drempel voor gedeeltelijke vrijstelling bedoeld in Ї 5, derde lid, en om de procedure voor het bijwerken van de in Ї 7 bedoelde referentielijst van eindafnemers alsmede de procedure voor het meedelen en betalen van de verschuldigde bedragen aan vrijstellingen bedoeld in § 8 te wijzigen. ]7
----------
(1)<DWG 2014-12-12/04, art. 5, 021; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<DWG 2018-07-17/04, art. 137, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(3)<DWG 2019-01-31/22, art. 15, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(4)<DWG 2019-05-02/72, art. 1, 036; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(5)<DWG 2019-05-02/35, art. 7, 038; Inwerkingtreding : 24-05-2019>
(6)<DWG 2022-01-20/08, art. 1, 044; Inwerkingtreding : 18-02-2022>
(7) geen nederlandse versie
(7)<DWG 2024-04-25/61, art. 34, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 42bis/1.[1 Alvorens gebruik te maken van de gewone rechtsmiddelen op grond van de hoofdstukken IX tot en met X of de uitvoeringsbesluiten daarvan, heeft elke partij het recht om, voor de Minister, een klacht neer te leggen, met het oog op zijn heroverweging binnen twee maanden [2 na de kennisgeving of de bekendmaking van elke handeling van de Administratie]2. Evenzo kan de benadeelde partij, indien de Administratie geen beslissing neemt binnen de in het decreet of de uitvoeringsbesluiten gestelde termijn, binnen twee maanden na het verstrijken van de termijn een klacht tot herziening indienen bij de Minister.
Deze klacht heeft geen schorsende werking tenzij ze is ingesteld tegen een beslissing tot het opleggen van een administratieve boete. Na ontvangst van de klacht bevestigt de Minister de ontvangst ervan, met vermelding van de datum waarop de klacht is ontvangen.
De Minister bevestigt of herroept het bestreden besluit in zijn geheel binnen twee maanden na ontvangst van de klacht of van de aanvullende informatie waarom hij heeft verzocht. Bij gebreke van bevestiging of nietigverklaring wordt de oorspronkelijke beslissing bevestigd. In geval van nietigverklaring wordt de Administratie terugverwezen naar het oorspronkelijke verzoek van de benadeelde partij en neemt zij een nieuwe beslissing binnen drie maanden na de datum van de beslissing van de Minister of van de aanvullende informatie waarom zij heeft verzocht ]1.
----------
(1)<DWG 2022-05-05/38, art. 80, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(2)<DWG 2024-04-25/61, art. 35, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 42ter.
<Opgeheven bij DWG 2022-05-05/38, art. 81, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 42quater.
<Opgeheven bij DWG 2022-05-05/38, art. 82, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 42quinquies.
<Opgeheven bij DWG 2022-05-05/38, art. 82, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 42sexies.
<Opgeheven bij DWG 2022-05-05/38, art. 82, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 42septies.
<Opgeheven bij DWG 2022-05-05/38, art. 82, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
HOOFDSTUK XI. - Waalse Energiecommissie.
Art.43.§ 1. Een "Commission wallonne de Régulation pour l'Energie" (Waalse Commissie voor Energieregulering) wordt opgericht. De "[3 CWaPE]3" is een autonoom orgaan met de rechtspersoonlijkheid en waarvan de zetel gelegen is in het administratieve arrondissement van Namen.
[4 § 1bis. In het kader van haar opdrachten beoogt de CWaPE de volgende doelstellingen :
1° een concurrentiële, competitieve, veilige en duurzame gewestelijke elektriciteitsmarkt bevorderen en ook een effectieve opening van de markt voor het geheel van de afnemers en leveranciers van de Europese Economische Ruimte, en gepaste voorwaarden garanderen om de netten op een effectieve en betrouwbare manier te laten werken, rekening houdend met de doelstellingen op lange termijn;
2°[11 bijdragen tot het garanderen van de meest kosteneffectieve, niet-discriminerende, zekere, betrouwbare, efficiënte en consumentgerichte netten en de adequaatheid van de netten bevorderen, alsmede, overeenkomstig de algemene doelstellingen van het energiebeleid, energie-efficiëntie en de integratie van groot- en kleinschalige hernieuwbare elektriciteitsproductie en decentrale productie, zowel in de lokale transmissie- als distributienetten, en de exploitatie ervan vergemakkelijken in relatie tot andere energienetwerken voor gas of warmte]11;
3° ervoor zorgen dat de beheerders en de gebruikers van de elektriciteitsnetten, met inbegrip van de privénetten en de gesloten beroepsnetten, aangespoord worden, op korte en lange termijn, tot het verbeteren van de prestaties van deze netten en tot het bevoordelen van de integratie van de markt;
4° bijdragen tot een kwaliteitsvolle openbare en universele dienst in de sector van de elektriciteitslevering, en bijdragen tot de bescherming van de beschermde afnemers en tot de boekhouding van de mechanismen vereist voor de gegevensuitwisseling om aan de afnemers de mogelijkheid te geven om van leverancier te veranderen.]4
[6 5° [11 de [ toegang tot flexibele bronnen en nieuwe opwekkingscapaciteit en energieopslagfaciliteiten te bevorderen en de deelname daaraan te vergemakkelijken, met name door belemmeringen weg te nemen die nieuwkomers op de markt en de integratie van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare bronnen kunnen verhinderen]11.]6
§ 2. [1 De CWaPE heeft, enerzijds, een opdracht van advies bij de overheid en, anderzijds, een algemene opdracht van toezicht en controle. Ze realiseert deze opdrachten zowel inzake de organisatie en de werking van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, als inzake de toepassing van onderhavig decreet en zijn uitvoeringsbesluiten.
In dit kader vervult de CWaPE volgende taken, naast de opdrachten die andere bepalingen van onderhavig decreet haar opleggen :
1° [11 het toezicht op de naleving van de verplichtingen door de netbeheerders en de privé- netbeheerders; indien de netbeheerders het dagelijks beheer van hun activiteiten hebben toevertrouwd aan een dochteronderneming overeenkomstig artikel 16, § 2, houdt de CWaPE ook toezicht op deze dochteronderneming]11;
[4 1°bis het toezicht op het beheer van de congestie van de netten, met inbegrip van de interconnecties, en de uitvoering van de beheersregels van de congestie;]4
2° de goedkeuring van de reglementen [7 ,contracten en algemene voorwaarden die door de netbeheerders aan de leveranciers, netgebruikers en toegangsgerechtigden worden opgelegd, ter gelegenheid van, wegens of na een aansluiting, een toegang tot het net en de wijzigingen daarvan]7;
3° [6 de controle van de inachtneming van de voorwaarden die moeten worden vervuld om als [11 houder van een leveringsvergunning]11 of leverancier van flexibiliteitsdiensten te worden erkend en om deze hoedanigheid te kunnen behouden alsook de toekenning van de elektriciteitsleveringsvergunningen en de vergunningen voor de levering van flexibiliteitsdiensten.]6;
4° de controle en de beoordeling van de uitvoering van de openbare dienstverplichtingen door de netbeheerders, [4 de beheerders van privénetten [11 ...]11,]4 de dagelijkse uitbating van hun activiteiten in overeenstemming met artikel 16, § 2, aan een filiaal hebben toevertrouwd, dan wordt de controle van de CWaPE ook op dit filiaal uitgeoefend;
5° de bepaling, desgevallend, via reglementaire weg, van de methode voor de berekening van de werkelijke kosten van de openbare dienstverplichtingen en de controle van de berekeningen uitgevoerd door elk betrokken bedrijf overeenkomstig die methodologie;
6° de controle van de inachtneming van de voorwaarden m.b.t. de vergunningen afgeleverd voor de aanleg van nieuwe directe lijnen overeenkomstig artikel 29;
7° de bepaling van de informatie die de netbeheerder [4 en, in voorkomend geval, de beheerders van privénetten en de beheerders van gesloten beroepsnetten,]4 moet verstrekken, namelijk [4 met het oog op het opstellen van energiebalansen en van de rapportageverplichtingen van het Waalse Gewest bij de Europese Unie inzake energie]4;
8° [8 [11 de uitvoering van de netwerkcodes en -richtsnoeren die zijn vastgesteld krachtens de artikelen 59, 60 en 61 van Verordening 2019/943/EU]11]8;
9° [8 [11 het toezicht op het wegwerken van ongerechtvaardigde belemmeringen en beperkingen voor de ontwikkeling van zelfconsumptie, energiedeling en energiegemeenschappen, alsook op de impact van hun ontwikkeling op het net en de daaraan verbonden kosten]11]8;
[11 9° bis het toezicht op de naleving door de energiegemeenschappen en de actieve afnemers die collectief in eenzelfde gebouw optreden of die een "peer-to-peer"-uitwisseling uitvoeren, van hun verplichtingen krachtens dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten];]11
10° [8[11 de goedkeuring van de methode voor de vaststelling van de voorwaarden voor de levering van ondersteunende diensten die op de meest economische wijze worden geleverd en die passende stimulansen bieden voor de netgebruikers om hun input en verbruik op elkaar af te stemmen, behalve in gevallen waarin ACER bevoegd is om de voorwaarden of methoden voor de toepassing van de op grond van hoofdstuk VII van Verordening 2019/943/EU vastgestelde netcodes vast te stellen en goed te keuren op grond van artikel 5, § 2, van Verordening 2019/942/EU wegens hun gecoördineerde aard. Deze ondersteunende diensten worden op eerlijke en niet-discriminerende wijze verleend en zijn gebaseerd op objectieve criteria]11];-8
11° [8 [11 de bepaling van de methode voor het vaststellen van de voorwaarden voor toegang tot grensoverschrijdende infrastructuren, wanneer deze onder de regionale bevoegdheid vallen, met inbegrip van de procedures voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer, behalve in gevallen waarin ACER bevoegd is om de voorwaarden of methoden voor de toepassing van netwerkcodes die op grond van hoofdstuk VII van Verordening 2019/943/EU zijn vastgesteld, vast te stellen en goed te keuren krachtens artikel 5, § 2, van Verordening 2019/942/EU wegens hun gecoördineerde aard]11];-8
12° de samenwerking en het regelmatige overleg met de andere instanties met een regulerende rol [4 op federaal, gewestelijk en Europees vlak]4 ten aanzien van de elektriciteitsmarkt, met name om de afwezigheid van kruissubsidies tussen categorieën afnemers te controleren, alsook met [4 de ACER en]4 elke Belgische, buitenlandse of internationale overheid of organisme;
[11 12° bis in nauwe samenwerking met de andere regulerende instanties, het toezicht op de naleving door de entiteit van de distributienetbeheerders van de Europese Unie van haar verplichtingen, in het bijzonder met betrekking tot grensoverschrijdende kwesties, alsook op de naleving van de ACER-beslissingen, en gezamenlijk gevallen van niet-naleving van de verplichtingen door de entiteit van de distributienetbeheerders van de Europese Unie aan het licht brengen;]11
13° de uitwerking van studies, instrumenten of aanpak om de werking van [11 en de transparantie]11 de elektriciteitsmarkt te verbeteren, de uitoefening door de eindafnemer van het feit dat hij in aanmerking komt, te vergemakkelijken en de Regering op de hoogte te houden van het gedrag van de marktspelers en de consumenten;
14° de goedkeuring van de tarieven van de distributienetbeheerders [4 alsook [11 overeenkomstig artikel 15ter, de verificatie van en toezicht op de vaststelling van berekeningsmethoden en tarieven voor gesloten beroepsnetten; wanneer de zaak overeenkomstig artikel 48 bis bij haar aanhangig wordt gemaakt, beschikt de CWaPE over een beoordelingsbevoegdheid om de tarieven van de distributienetbeheerders goed te keuren, die zij uitoefent met inachtneming van, met name, de criteria van stabiliteit, redelijkheid en evenredigheid, het algemeen belang en het belang van de gebruikers van het distributienet]11]4;
[5 14°bis de uitoefening van tarifaire bevoegdheden, met name de bepaling van de tariefmethodologie en het toezicht op en de controle van de uitvoering van de aanpassingsplannen van de netbeheerders, overeenkomstig artikel 15, §§ 4 en 5. [11 de CWaPE is bevoegd om de tariefmethodologie te beoordelen en te controleren, rekening houdend met, in het bijzonder, de criteria van stabiliteit, redelijkheid en proportionaliteit, het algemeen belang en het belang van de gebruikers van het distributiene ]11];-5
15° de uitvoering van alle andere opdrachten waarmee ze belast is door decreten of besluiten inzake de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt.]1
[4 16° wanneer de distributienetbeheerder, of de dochteronderneming aangewezen overeenkomstig artikel 16, andere activiteiten uitoefent dan het beheer van de elektrische en gasnetten, is de CWaPE gemachtigd om na te gaan of er geen gekruiste subsidiëring bestaat tussen de beheersactiviteiten van de elektrische netten en gasnetten en de andere activiteiten, daartoe moet de beheerder of de dochteronderneming ingaan op elk verzoek of aanvraag van documenten afkomstig van de CWaPE.]4
[6 17° de goedkeuring van de typetoegangscontracten van flexibiliteit tussen de netbeheerders en de [11 houders van een leveringsvergunning]11 van flexibiliteitsdiensten, alsmede de wijzigingen daarvan.]6
[9 18° de goedkeuring van iedere standaardovereenkomst gesloten tussen de netbeheerders en de [11 de energiegemeenschappen of de actieve afnemers die collectief optreden binnen hetzelfde gebouw;]11.]9
[11 19° het toezicht op en de evaluatie van de prestaties van de beheerder van het lokale transmissienet en de distributienetbeheerders met betrekking tot de ontwikkeling van een intelligent net dat de energie-efficiëntie en de integratie van energie uit hernieuwbare energiebronnen bevordert, op basis van een beperkt aantal indicatoren, en de publicatie van een verslag om de twee jaar, met aanbevelingen;
20° het opstellen en publiceren, op haar website, van standaardcontracten voor "peer-to-peer"-beurzen, alsook van de wijzigingen ervan.]11
[11 Met betrekking tot 13° ontwikkelt de CWaPE in het bijzonder een instrument voor het vergelijken van aanbiedingen van gas- en elektriciteitsleveranciers, met inbegrip van aanbiedingen voor elektriciteitscontracten met dynamische prijsstelling voor residentiële klanten en micro-ondernemingen met een geschat jaarverbruik van minder dan 100.000 kWh, dat aan de volgende vereisten voldoet:
1° het is gratis toegankelijk en dekt de hele markt in het Waalse Gewest;
2° het geeft duidelijk aan dat de simulator ontwikkeld is door de CWaPE en hoe deze gefinancierd wordt;
3° het garandeert de onafhankelijkheid ten opzichte van de marktdeelnemers, met name door alle elektriciteitsbedrijven dezelfde behandeling te geven in de zoekresultaten;
4° het publiceert de duidelijke en objectieve criteria op basis waarvan de vergelijking wordt gemaakt, met inbegrip van de diensten;
5° het gebruikt duidelijke en ondubbelzinnige taal;
6° het verschaft nauwkeurige en actuele informatie en vermeldt de datum en het tijdstip van de laatste bijwerking;
7° het is toegankelijk voor personen met een handicap door waarneembaar, bruikbaar, begrijpelijk en degelijk te zijn;
8° het voorziet in een doeltreffende procedure voor het melden van onjuiste informatie over gepubliceerde aanbiedingen;
9° het maakt vergelijkingen door de gevraagde persoonsgegevens te beperken tot die welke strikt noodzakelijk zijn voor de vergelijking.
Leveranciers verstrekken de CWaPE nauwkeurige en actuele informatie over de verschillende producten die zij aanbieden aan residentiële afnemers en micro-ondernemingen met een geschat jaarverbruik van minder dan 100.000 kWh, met het oog op de opneming ervan in het in lid 3 bedoelde vergelijkingsinstrument. Na overleg met de leveranciers stelt de CWaPE de procedures vast voor de overdracht van informatie. ;
§ 3. [11 Uiterlijk 30 juni deelt de CWaPE een verslag over de uitvoering van haar opdrachten en de ontwikkeling van de gewestelijke elektriciteitsmarkt alsmede een beoordeling van de bepalingen van dit decreet aan de Regering en het Waals Parlement mee]11. [4 De CWaPE stelt haar jaarlijks verslag voor aan het Parlement. Het verslag wordt op de website van de CWaPE bekendgemaakt.]4
[10 Dit verslag bevat een bezoldigingsverslag voor elk lid van het Directiecomité van de CWaPE, met de volgende elementen :
1° de data van benoeming door het Parlement, van het begin en het einde van het mandaat;
2° het bedrag van de jaarlijks ontvangen brutobezoldiging en de daarmee verbonden voordelen, overeenkomstig de door het Parlement vastgestelde bezoldigingsmodaliteiten;
3° het aantal vergaderingen van het Directiecomité van de CWaPE in het betrokken jaar en het aanwezigheidspercentage van elk lid op deze vergaderingen;
4° de mogelijke vergoedingen en voordelen die ontvangen zijn in verband met een mandaat dat het lid op voorstel of op verzoek van de CWaPE uitoefent in het kader van het mandaat waarvoor het lid door het Parlement is benoemd;]10
[11 Het in lid 1 bedoelde verslag bevat een specifiek hoofdstuk over de evaluatie van de totstandbrenging en ontwikkeling van energiedeling, energiegemeenschappen en zelfconsumptie en doet, in voorkomend geval, aanbevelingen dienaangaande, met name wat betreft maatregelen om deze te bevorderen en ongerechtvaardigde belemmeringen uit de weg te ruimen.
Deze aanbevelingen zijn gericht op de ontwikkeling van energiedeling, energiegemeenschappen en zelfconsumptie, met inachtneming van de marktregels, het evenwicht van het netwerk en de handhaving van de solidariteit in de financiering ervan, en rekening houdend met hun gunstige bijdrage in termen van betrokkenheid van lokale spelers en de verwezenlijking van klimaat- en energiedoelstellingen.]11
[11 § 4. De CWaPE kan een deel van de informatie waartoe zij bij de uitoefening van haar taken toegang heeft, ter beschikking stellen van marktdeelnemers, mits geen commercieel gevoelige informatie over specifieke marktdeelnemers of transacties openbaar wordt gemaakt en onverminderd de gevallen waarin de CWaPE op grond van een wettelijke of reglementaire bepaling verplicht is informatie mee te delen.]11
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 58, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008, met uitzondering van art. 43, § 2, 14°, met inwerktreding : onbepaald >
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 59, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,1°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2014-04-11/23, art. 48, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(5)<DWG 2014-04-11/23, art. 48,10°, 020; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
(6)<DWG 2018-07-19/38, art. 25, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(7)<DWG 2018-07-17/04, art. 139, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(8)<DWG 2019-01-31/22, art. 17, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(9)<DWG 2019-05-02/77, art. 13, 040; Inwerkingtreding : 23-09-2019>
(10)<DWG 2022-10-06/19, art. 3, 048; Inwerkingtreding : 17-12-2022>
(11)<DWG 2022-05-05/38, art. 83, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 43bis.[1 § 1. Bij de uitvoering van haar opdracht van advies geeft de CWaPE adviezen, doet voorstellen en aanbevelingen, verricht onderzoek en studies en stelt hier verslagen van op, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de minister.
Behoudens andersluidende specifieke bepaling moet de CWaPE telkens wanneer haar advies vereist wordt door onderhavig decreet of zijn uitvoeringsbesluiten, advies uitbrengen binnen een termijn van dertig dagen vanaf de datum waarop ze de schriftelijke vraag ontvangen heeft. Het gebrek aan advies binnen voornoemde termijn staat gelijk aan een gunstig advies.
In behoorlijk met redenen omklede dringende gevallen kan de minister vragen dat de CWaPE een advies uitbrengt binnen een termijn van ten hoogste vijf werkdagen vanaf de datum waarop ze de schriftelijke vraag ontvangen heeft.
Elk advies, voorstel of aanbeveling moet een analyse bevatten van de kostprijs van de voorgestelde maatregelen, waarop respectievelijk het advies, het voorstel of de aanbeveling betrekking heeft.
§ 2. De CWaPE oefent haar opdracht van toezicht en controle ofwel op eigen initiatief, ofwel op verzoek van de minister [2 of van de Regering]2, ofwel op verzoek van derden in de gevallen die onderhavig decreet speciaal voorziet, ofwel op bevel [2 van het Waals Parlement]2. Met het oog op de uitvoering van deze opdracht en onder de voorwaarden van onderhavig decreet, legt de CWaPE reglementen, met name de technische reglementen bedoeld in artikel 13, en richtsnoeren vast, neemt beslissingen en bevelen en brengt aanbevelingen en adviezen uit.
Het reglement heeft een algemene draagwijdte en is bindend in al zijn elementen. Het kan enkel worden ingevoerd in de gevallen die uitdrukkelijk voorzien zijn door of krachtens onderhavig decreet [4 ...]4. Het wordt binnen de tien werkdagen na deze goedkeuring op de internetsite van de CWaPE gepubliceerd.
De richtsnoeren [3 die door de CWaPE worden uitgewerkt en die bedoeld zijn in artikel 8, 2/1, tweede lid, 2°, a)"]3 geven algemene aanwijzingen over de manier waarop de CWaPE haar opdrachten van toezicht en controle op precieze punten wil uitoefenen. Ze zijn noch bindend voor derden, noch voor de CWaPE die ervan mag afwijken mits een afdoende motivering. Ze worden binnen de tien werkdagen na deze goedkeuring op de internetsite van de CWaPE gepubliceerd.
De beslissing en het bevel zijn bindend in al hun elementen voor de bestemmeling(en) die ze aanduidt. [3 De beslissingen van de CWaPE worden binnen vijftien werkdagen nadat zij zijn genomen op haar website gepubliceerd, eventueel met weglating van commercieel gevoelige gegevens en persoonsgegevens.]3
De aanbevelingen en adviezen [2 hebben geen bindend karakter]2.]1 [3 Zij worden binnen vijftien werkdagen na hun goedkeuring gepubliceerd op de website van de CWaPE]3
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 60, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 49, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2022-05-05/38, art. 84, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(4)<DWG 2024-04-25/61, art. 36, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art.44.[1 De CWaPE legt een huishoudelijk reglement vast. Dit reglement wordt aan [2 het Parlement]2 overgemaakt voor akteneming.]1
----------
(1)
Art.45.§ 1. [9 Het directiecomité van de CWaPE bestaat uit een voorzitter en drie directeurs benoemd door het Parlement overeenkomstig de bij dit artikel ingevoerde procedure voor een termijn van vijf jaar die eenmaal vernieuwbaar is. De voorzitter en de directeurs worden gekozen op basis van hun bevoegdheden en nemen hun functie pas waar nadat ze de eed bij het Parlement afgelegd hebben.
Indien het Parlement voor afloop van het vorige mandaat geen nieuwe voorzitter of nieuwe directeur heeft aangeduid, kan het Parlement het mandaat dat ten einde loopt, verlengen of een ander lid van het directiecomité de opdracht geven om de vacante functies uit te oefenen en dit, gedurende een maximale duur van negen maanden.
Binnen de zes maanden na de benoeming van de voorzitter dient het directiecomité van de CWaPE een stappenplan in bij het Parlement dat de doelstellingen van de CWaPE vermeldt, alsook de acties die ze tijdens de duur van haar lopende mandaat zal ondernemen.
Bij behoorlijk gemotiveerde beslissing kan het Parlement de voorzitter of de directeurs, na ze te hebben gehoord, voorlopig van hun functies ontheffen of vervroegd ontslaan overeenkomstig artikel 45quater.
De mandaten van voorzitter en directeur van het directiecomité van de CWaPE zijn voltijdse functies die eindigen wanneer de mandaathouders de volle leeftijd van vijfenzestig jaar bereikt hebben. Het Parlement kan een mandaathouder die de leeftijd van vijfenzestig jaar heeft bereikt, evenwel toestaan zijn ambt te blijven uitoefenen gedurende een door het Parlement te bepalen periode, teneinde het lopende mandaat te voltooien.
In geval van vacature van een post van voorzitter of directeur in de loop van het mandaat gaat het Parlement tot een nieuwe benoeming over overeenkomstig de procedure bedoeld in de paragrafen 2 tot 2quater.
In afwachting van die benoeming kan de voorzitter, of wanneer zijn post vacant is, een ander lid van het directiecomité, de vaardigheden i.v.m. de vacante betrekking voorlopig uitoefenen.]9
§ 2. [7 § 2. De voorzitter en de directeurs [10 ...]10 zijn aangewezen door het Parlement op basis van een SELOR procedure en op voordracht van een selectiejury die samengesteld is als volgt :
1° de Bestuurder van SELOR of diens afgevaardigde;
2° drie leden, voorgesteld door SELOR, die tot het academische personeel behoren van een universiteit, die niet in dienst zijn van een netbeheerder, leverancier, producent of tussenpersoon, en die op geen enkele wijze betrokken zijn bij een contractuele verbintenis tussen een universiteit en [12 in de elektriciteits- of gasmarkt]12; [12 of een netbeheerder]12
3° de voorzitter of een lid die een hoge functie in het Europees openbaar ambt uitoefent of heeft uitgeoefend.
In het kader van hun opdrachten nemen de juryleden de vertrouwelijkheidsregels in acht en zijn ze gehouden tot het beroepsgeheim.]7
[6 § 2bis. De kandidatuuroproep, samen met de opdrachtbrief voor de voorzitter [10 ...]10 en de directeurs, wordt door [7 het Parlement]7 goedgekeurd en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt alsook in vier Belgische dagbladen die op landelijk niveau verspreid worden. Een minimumtermijn van dertig kalenderdagen en van maximum 45 kalenderdagen is voorzien tussen de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en de einddatum voor indiening van de kandidaturen.
SELOR onderzoekt de ontvankelijkheidsvoorwaarden van de kandidaturen opgenomen in de kandidatuuroproep. Hij weigert de kandidaten waarvan het dossier niet voldoet aan de voorwaarden vereist om de functie uit te oefenen.".
§ 2ter. Om geldig in aanmerking te komen, moeten de kandidaten aan de volgende ontvankelijkheidscriteria voldoen :
1° de burgerlijke en politieke rechten genieten;
2° houder zijn van het diploma van het hoger onderwijs van het lange type of van de tweede cyclus van het universitair onderwijs;
[11 3° een curriculum vitae en een uittreksel uit het strafregister indienen waaruit blijkt dat het lid geen strafrechtelijke veroordeling heeft opgelopen die onverenigbaar is met de uitoefening van het mandaat waarvoor het solliciteert, of, bij gebreke daarvan, een verklaring op erewoord dat het geen dergelijke veroordeling heeft opgelopen;
Een verklaring op erewoord indienen waaruit blijkt dat het lid geen rechtstreeks of onrechtstreeks persoonlijk belangenconflict heeft als gevolg van de uitoefening van een activiteit of het hebben van belangen in een rechtspersoon die een activiteit uitoefent die concurreert met die van de CWaPE en dat het geen lid of voorstander is van een orgaan, partij, vereniging of rechtspersoon van welke aard ook die de democratische beginselen van met name het Verdrag tot bescherming van de rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden niet eerbiedigt, van de in België geldende Aanvullende Protocollen bij dit Verdrag, van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenophobie ingegeven daden en van de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd, of van elke andere vorm van genocide;
5° de volle leeftijd van vijfenzestig jaar niet bereikt hebben in het jaar volgend op de datum waarop het lid zich kandidaat stelt;
6° binnen de Europese Unie woonachtig zijn.]11
De kandidaten zullen worden beoordeeld op basis van de volgende selectiecriteria :
1° een ervaring voorleggen van minstens vijf jaar op het gebied van elektriciteit en gas of op het gebied van de netmarkten zoals de telecommunicatie, de spoorwegen of de postdiensten;
2° over de nodige managementvaardigheden beschikken;
3° in een multidisciplinair team kunnen werken;
4° naast het Frans, een degelijke kennis van het Nederlands en het Engels kunnen aantonen;
5° blijk geven van belangstelling voor het algemene belang, onafhankelijkheid ten opzichte van de spelers van de energiemarkt [12 of van een netbeheerder]12, en de energiebezorgdheden, met inbegrip van de duurzame ontwikkeling;
6° een goede kennis hebben van de institutionele, economische, sociale en milieutoestand van het Waalse Gewest, België en op Europees vlak;
7° een diepgaande kennis hebben van de elektriciteit en gassector met betrekking tot ten minste een van de volgende aspecten, in functie van de in te vullen posten :
a) werking van de elektriciteit en gassector;
b) juridisch, bescherming van de verbruiker, mededinging;
c) tarifair, economisch, financieel, openbare dienstverplichting;
d) [7 ...]7
of, bij gebrek, in de netmarkten zoals de telecommunicatie, de spoorwegen of de postdiensten;
8° beschikken over de capaciteit om de elektriciteits- en gasmarkt te ontleden en in te schatten, meer bepaald de sociale, economische en milieudimensie.
De kandidaat voor de post van voorzitter voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden :
1° over minstens vijf jaar ervaring beschikken inzake vertegenwoordiging van een instelling naar de buitenwereld toe;
2° over een bijkomende ervaring van minstens vijf jaar beschikken in het teambeheer en in onderhandelingen;
3° over een ervaring beschikken in het leiden van beheersorganen.
§ 2quater. De voorzitter en de directeurs [10 ...]10 zijn aangewezen door Regering na afloop van de SELOR procedure.
Voor iedere functie, kent de jury aan de kandidaten een van de volgende vermeldingen toe :
1° volledig geschikt voor de functie;
2° geschikt voor de functie;
3° niet geschikt voor de functie.
[7 Het Parlement]7 benoemt de voorzitter en de directeurs [10 ...]10 uit de kandidaten die de vermelding "volledig geschikt voor de functie" of "geschikt voor de functie" hebben gekregen, rekening houdend met hun complementariteiten inzake vaardigheden en expertise.
[7 Het Parlement]7 motiveert zijn beslissing en brengt de kandidaten daarvan op de hoogte. De namen van de niet-weerhouden kandidaten worden niet bekendgemaakt.
§ 2quinquies. In afwijking van de paragrafen 2 tot 2quater, na afloop van een eerste mandaat, wordt de verlenging van een mandaat van voorzitter of directeur [10 ...]10 onderworpen aan een voorafgaande evaluatie uitgevoerd door een jury samengesteld door de Bestuurder van SELOR, [7 de afgevaardigden van het Parlement]7, en [8 volgens de evaluatieprocedure vastgelegd door het Parlement in een specifiek reglement]8.]6
§ 3. [6 [7 Het Parlement]7 bepaalt de bezoldigingsmodaliteiten van de leden van het Directiecomité van de CWaPE.]6
§ 4. [1 De voorzitter en de directeurs [10 ...]10 vormen het directiecomité dat, onverminderd de bepalingen van het huishoudelijk reglement, de handelingen bedoeld in artikel 43bis aanneemt.
De voorzitter vertegenwoordigt de CWaPE.]1
§ 5. [1 De voorzitter zit het directiecomité voor en heeft bij staking van stemmen een doorslaggevende stem. Hij coördineert en houdt toezicht op de acties van de directies van de CWaPE]1
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 62, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 62, 2°, 008; Inwerkingtreding : onbepaald >
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,1°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(5)<DWG 2010-07-22/10, art. 17, 011; Inwerkingtreding : 30-08-2010>
(6)<DWG 2014-04-11/23, art. 51, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014. In afwijking van dit art. 51, wordt het mandaat van de voorzitter in functie op de datum van inwerkingtreding van dit decreet (2014-04-11/23), verlengd tot 31 januari 2017 (zie art. 73)>
(7)<DWG 2019-01-31/22, art. 19, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(8)<DWG 2019-05-06/06, art. 1, 037; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(9)<DWG 2021-05-27/08, art. 1, 043; Inwerkingtreding : 18-06-2021>
(10)<DWG 2021-05-27/08, art. 2, 043; Inwerkingtreding : 18-06-2021>
(11)<DWG 2022-10-06/19, art. 4, 048; Inwerkingtreding : 17-12-2022>
(12)<DWG 2022-05-05/38, art. 85, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 45bis.[1 § 1. [3 De leden van de wetgevende Kamers, van het Europees Parlement en van de parlementen van de Gemeenschappen en de Gewesten, de Ministers, de Staatssecretarissen, de leden van een gemeenschaps- of gewestregering, de gewestelijke staatssecretarissen, provinciegouverneurs, leden van een provincieraad, de leden van een provinciale of gemeentelijke executieve, de kabinetsleden van een minister, federale staatssecretaris, lid van een Gemeenschaps- of Gewestregering, gewestelijke staatssecretaris, alsook de leden van organen van intercommunales die actief zijn in de energiedistributie, mogen geen lid zijn van het directiecomité]3.
§ 2. De leden van het directiecomité mogen geen enkele functie of activiteit, bezoldigd of niet, uitoefenen in dienst van de netbeheerder, van een producent, van een leverancier of van een tussenpersoon die actief is in de energiesector.[3 Zij mogen ook niet fungeren als externe adviseurs of regelmatige consultants ten dienste van de CWaPE.]3
[3 De verbodsbepalingen bedoeld in het eerste lid blijven bestaan gedurende een jaar na het einde van het mandaat van de houder]3.
§ 3. Behalve de onverenigbaarheden bedoeld in paragraaf 2, mogen de voorzitter en de directeurs [2 ...]2 zonder voorafgaandelijke instemming van het directiecomité, geen enkele bezoldigde beroepsactiviteit die niet behoort tot hun mandaat uitoefenen, noch tussenkomen als personeelslid van en ander bedrijf voor activiteiten die niet tot hun mandaat behoren.
Een dergelijk activiteit mag in ieder geval niet worden uitgeoefend ten nadele van de taken die verbonden zijn met de uitoefening van hun mandaat van voorzitter of directeur.
§ 4. De leden van het directiecomité van de CWaPE mogen geen aandelen, of andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren, uitgegeven door een producent, een leverancier of een tussenpersoon die actief is in de energiesector, bezitten, noch financiële instrumenten die de mogelijkheid bieden om dergelijke aandelen of waardepapieren bij voorkeur te verwerven of over te dragen, of die aanleiding geven tot een betaling in contanten welke hoofdzakelijk afhankelijk is van de evolutie van de waarde van dergelijke aandelen of waardepapieren.
§ 5. Indien de voorzitter [2 ...]2 of een directeur, rechtstreeks of onrechtstreeks, een belang heeft bij de aanneming van een beslissing, een advies of een andere akte die onder de CWaPE ressorteert, mag hij de betreffende beraadslagingen van het directiecomité niet bijwonen, noch deelnemen aan de stemming. Hij moet de overige leden van het directiecomité hierover vooraf inlichten. Het proces-verbaal van de vergadering maakt daarvan melding.]1
[3 § 6. Uiterlijk op 1 juni van het jaar volgend op het betrokken boekjaar dient elk lid van het directiecomité van de CWaPE een jaarlijkse verklaring bij het Parlement in betreffende zijn mandaten, functies en bezoldiging, waarin het volgende wordt vermeld :
1° het bedrag van de in verband met het uitgeoefend mandaat ontvangen bezoldiging en de daarmee verbonden voordelen, overeenkomstig de door het Parlement vastgestelde bezoldigingsmodaliteiten;
2° de andere door de CWaPE toevertrouwde of voorgestelde mandaten die het lid bij de uitoefening van zijn opdrachten vervult;
3° de openbare mandaten, functies en ambten van politieke aard bedoeld in artikel L5111-1, 6°, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en van de decentralisatie die het lid uitoefent, alsmede de bezoldiging die het in het kader van deze mandaten ontvangt.
Het Parlement stelt een model van verklaring op. Bij deze verklaring voegt het lid zijn fiscale fiches.
Het Parlement verifieert de conformiteit van de ontvangen verklaringen. Hij kan van het lid een afschrift ontvangen van zijn aanslagbiljet van de personenbelasting, zijn belastingaangifte en elk boekhoudkundig document of bewijsstuk dat in zijn bezit is.Indien er aanwijzingen zijn van een tekortkoming of onregelmatigheid, kan het Parlement van welke derde dan ook een afschrift ontvangen van het aanslagbiljet van de mandataris, van zijn belastingaangifte en van elk boekhoudkundig document of bewijsstuk in zijn bezit.
Het Parlement zorgt ervoor dat de persoonsgegevens die het verwerkt, vertrouwelijk blijven. De belastingaangiften en fiscale fiches worden gedurende tien jaar bewaard. Na afloop van deze termijn zorgt het voor de vernietiging ervan.]3
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2014-04-11/23, art. 52, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(2)<DWG 2021-05-27/08, art. 3, 043; Inwerkingtreding : 18-06-2021>
(3)<DWG 2022-10-06/19, art. 5, 048; Inwerkingtreding : 17-12-2022>
Art. 45ter.[1 § 1er. De leden van het directiecomité zien toe op de naleving van de regels van de gas- en elektriciteitsmarkten met de nodige waakzaamheid, bekwaamheid, eerlijkheid, onafhankelijkheid en ernst.
Ze vermijden elk gedrag dat het vertrouwen van het publiek in de CWaPE en het vervullen van de opdrachten in het gedrang zou kunnen brengen.
Ze vervullen hun taken met eerlijkheid en integriteit.
Ze verbinden zich ertoe, zelfs buiten hun ambt als dit aan de oorzaak ervan ligt, rechtstreeks of onrechtstreeks geen giften, beloningen of enig voordeel te vragen, te eisen of aan te nemen.
§ 2. De leden van het directiecomité houden zich aan de beslissingen en richtlijnen aangenomen door het directiecomité van de CWaPE en voeren ze loyaal en te goeder trouw uit.
§ 3. Het is de voorzitter en de directeurs [2 ...]2 verboden, tijdens de duur van hun functie of na de stopzetting ervan, om eender welke vertrouwelijke informatie aan derden te onthullen, alsook elk zakengeheim betreffende de CWaPE en haar activiteiten waarvan zij wegens hun functie kennis zouden krijgen.
§ 4. Na afloop van hun mandaten, bezorgen de voorzitter en de directeurs [2 ...]2 elk materieel, gegeven of informatie terug, ongeacht of het gaat om een schriftelijke, verbale of elektronische drager die door de CWaPE en in verband ermee te hunner beschikking is gesteld. Ze behouden geen afschriften of uittreksels van het (de) bovengenoemde materieel, gegevens of informatie.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2014-04-11/23, art. 53, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(2)<DWG 2021-05-27/08, art. 4, 043; Inwerkingtreding : 18-06-2021>
Art. 45quater.[1 De voorzitter [4 ...]4 en de directeurs kunnen uit hun ambt worden ontzet als ze niet meer voldoen aan de onafhankelijheidsvoorwaarden vastgelegd in dit decreet of de wettelijke en reglementaire bepalingen schenden. Daartoe beslist [2 het Parlement]2 over het ontslag van één of meerdere leden met inachtneming van de rechten van de verdediging, na de partijen te hebben gehoord en, in voorkomend geval, hun raadsman.
Vóór het verhoor bedoeld in het eerste lid, mag de betrokkene het dossier ter zijnen laste raadplegen.
[3 De ontslagprocedure wordt in een specifiek reglement door het Parlement vastgelegd]3.]1
[5 Elk lid van het directiecomité dat uit zijn ambt is ontheven na afloop van de door het Parlement vastgestelde ontslagprocedure, kan niet herbenoemd worden in dezelfde functie.]5
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2014-04-11/23, art. 54, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(2)<DWG 2019-01-31/22, art. 20, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(3)<DWG 2019-05-06/06, art. 2, 037; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(4)<DWG 2021-05-27/08, art. 5, 043; Inwerkingtreding : 18-06-2021>
(5)<DWG 2022-10-06/19, art. 6, 048; Inwerkingtreding : 17-12-2022>
Art.46.§ 1. [1 De diensten van de CWaPE worden in [6 [7 drie]7]6 directies georganiseerd, namelijk :
1° een technische directie belast met de technische aspecten van de gas- en elektriciteitsmarkten [6 , met inbegrip van het gas uit hernieuwbare energiebronnen, alsook de werking van de gas- en elektriciteitsmarkten [7 , de integratie van hernieuwbare energiebronnen in deze markten]7 en de desbetreffende onderzoeken]6;
2° een socio-economische [6 en tarief]6 directie, belast [6 met de goedkeuring [7 en de controle]7 van de tarieven van de distributienetbeheerders van gas en elektriciteit,]6 met de controle op de openbare dienstverplichtingen, de evaluatie van hun tenuitvoerlegging en hun kostprijs, alsook met de studies terzake;
3° [7 ...]7
4° een directie klantendienst en juridische dienstverlening, belast met studies van juridische aard, met het toezicht op en de behandeling van vragen en klachten;
5° [6 ...]6.
Elke directie wordt geleid door een directeur die rechtstreeks rapporteert aan de voorzitter en aan zijn gezag is onderworpen.]1
[2 § 1bis.[7 § 1bis. De voorzitter van de CWaPE houdt toezicht op alle opdrachten die door de directeurs en de personen in zijn directe afhankelijkheid worden uitgevoerd. Ten minste eenmaal per jaar evalueert de voorzitter de leden van het directiecomité. Deze evaluatie heeft betrekking op de technische, bestuurlijke en gedragsmatige aspecten van de directeurs i.v.m. hun overeenkomst. Indien een directeur zijn overeenkomst niet in acht neemt, brengt de voorzitter verslag uit aan het Parlement.
De voorzitter wordt bijgestaan door een secretaris-generaal, na openbare oproep tot kandidaten aangeworven door het Directiecomité Hij staat onder de directe leiding van de voorzitter van de CWaPE.
De secretaris-generaal wordt, onder leiding van de voorzitter en onverminderd de bevoegdheden van het directiecomité, belast met het beheer van de human resources, de overheidsopdrachten, de arbeidsovereenkomsten, de dagelijkse boekhouding en financiële verrichtingen, de informatica, het beheer van de documentatie en de beheercontrole. Hij voert deze taken uit ten dienste van alle directies.
De secretaris-generaal woont de vergaderingen van het directiecomité zonder stemrecht bij en stelt de notulen van de vergaderingen van het directiecomité op]7.
§ 2. Het personeel van de "[4 CWaPE]4" wordt aangeworven en tewerkgesteld overeenkomstig arbeidsovereenkoemsten beheerst door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst.
[3 Het directiecomité werft het personeel aan. Het bepaalt de aanwervingsvoorwaarden en de regels voor de loopbaan, alsook de arbeidsvoorwaarden. Het neemt de personeelsformatie aan en keurt de aanstellingsveranderingen goed.]3
§ 3. [5 Na afloop van het mandaat van een directeur of van de voorzitter mag de indienstneming als personeelslid van de CWaPE niet besloten worden door een directiecomité waarin betrokken persoon nog in functie is.]5
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 63, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008, met uitzondering van art. 46, § 1, L1, 5°, met zijn inwerkingtreding : onbepaald >
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 64, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 65, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,1°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(5)<DWG 2010-07-22/10, art. 18, 011; Inwerkingtreding : 30-08-2010>
(6)<DWG 2014-04-11/23, art. 55, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(7)<DWG 2019-01-31/22, art. 21, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art.47.[1 (oud art. 47, § 1, wordt het nieuwe art. 47 en vervangen)]1 [1 § 1. [5 § 1. De CWaPE kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon op wie de toepassing van dit decreet van toepassing is, gelasten haar binnen een door haar vast te stellen termijn alle inlichtingen te verstrekken die nodig zijn voor de vervulling van haar taken. Zij motiveert haar beslissing. De geadresseerde van het bevel zendt de gevraagde informatie binnen de gestelde termijn]5.]2
[5 § 1.]5 Bij ontstentenis van reactie op [5 het door de CWaPE uitgevaardigde bevel en onverminderd de mogelijkheid om een administratieve boete in de zin van artikel 53 op te leggen wegens niet-naleving van het bevel]5, is de voorzitter of een directeur [3 van de Administratie]3 gemachtigd om :
1° alle installaties, lokalen, terreinen en andere plaatsen op elk moment te betreden, behalve wanneer ze een woning vormen in de zin van artikel 15 van de Grondwet;
2° een kopie van de gevraagde informatie te nemen of deze tegen ontvangstbewijs mee te nemen;
3° elke persoon te ondervragen over elk feit in verband met dit artikel en zijn antwoorden te registreren.
Bij deze gelegenheid is het lid van het directiecomité [3 van de Administratie]3 houder van een schriftelijk mandaat [2 van het directiecomité]2 met de redenen van de controle ter plaatse, dat de termen van dit artikel vermeldt.
Het lid van het directiecomité [3 van de Administratie]3 stelt een proces-verbaal op dat bewijskracht heeft tot bewijs van het tegengestelde.
[2 De netbeheerders en, desgevallend, hun filialen, de beheerders van privé-netten [5 ...]5, de producenten, leveranciers en tussenpersonen die op de gewestelijke markt actief zijn, alsook elke persoon die als cessionaris of makelaar groene certificaten [3 van de Administratie]3 kan krijgen, moeten zich onderwerpen aan de controle ter plaatse die op basis van onderhavige paragraaf wordt uitgevoerd, op straffe van een administratieve boete in de zin van artikel 53.]2.
De Regering kan het toepassingsdomein van onderhavige paragraaf uitbreiden tot bepaalde categorieën gebruikers van het net die hij bepaalt.
[5 6 2.]5 [2 De CWaPE mag in elk geval een automatische controle ter plaatse doen van de rekeningen en meetgegevens van de netbeheerders en, desgevallend, hun filialen, van de beheerders van privé-netten [5 ...]5, producenten, leveranciers, en tussenpersonen die op de gewestelijke markt actief zijn, alsook van elke persoon die als cessionaris of makelaar groene certificaten [3 van de Administratie]3 kan krijgen.]2]1
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 66, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 56, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2019-01-31/22, art. 22, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(4)<DWG 2019-05-02/77, art. 14, 040; Inwerkingtreding : 23-09-2019>
(5)<DWG 2022-05-05/38, art. 86, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 47/1.[1 Bij de uitvoering van de opdrachten die haar in de hoofdstukken IX tot X zijn opgedragen, kan de Administratie de leveranciers en tussenpersonen die actief zijn op de gewestelijke markt en elke persoon aan wie de Administratie als verkrijger of makelaar groene certificaten kan toekennen, verplichten dat zij haar binnen een door haar vastgestelde termijn alle informatie verstrekt die nodig is voor de uitvoering van de in de hoofdstukken IX en X genoemde taken.
§ 2. Bij het uitblijven van een reactie op de overeenkomstig paragraaf 1 genomen beslissing kan een vaststellende beambte van de Administratie :
1° elk ogenblik de installaties, lokalen, terreinen en andere plaatsen betreden, behalve als ze een woning vormen in de zin van artikel 15 van de Grondwet;
2° een kopie van de gevraagde informatie nemen of ze tegen ontvangstbewijs meenemen;
3° elke persoon vragen stellen over elk feit in verband met dit artikel en zijn antwoorden registreren.
Bij die gelegenheid moet de vaststellende beambte drager zijn van een document waaruit zijn hoedanigheid van vaststellende beambte blijkt, alsmede van een document met de redenen voor de controle ter plaatse, goedgekeurd door een hiërarchische meerdere van minstens rang A3.
De vaststellende beambte stelt een proces-verbaal op dat geldt tot bewijs van het tegendeel.
De leveranciers en tussenpersonen die actief zijn op de gewestelijke markt en elke persoon aan wie de Administratie als verkrijger of makelaar groene certificaten kan toekennen, onderwerpen zich aan de controle ter plaatse uitgevoerd krachtens deze paragraaf, op straffe van een administratieve boete in de zin van artikel 54/1.
De regering kan het toepassingsgebied van dit paragraaf uitbreiden tot bepaalde categorieën gebruikers die zij bepaalt.
De lijst van de vaststellende beambten wordt door de Regering bepaald. De Regering verstrekt deze beambten een document waaruit blijkt dat zij de hoedanigheid van vaststellende beambten bezitten.
§ 3. De Administratie kan in ieder geval, ambtshalve een controle ter plaatse uitvoeren van de telgegevens van elke persoon aan wie de Administratie groene certificaten kan afgeven. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2019-01-31/22, art. 23, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art. 47bis.[1 (vroeger art. 47, §§ 1 en 2, worden art. 47bis en vervangen)]1 [1 ...]1 De leden en de personeelsleden van de "[2 CWaPE]2" zijn gebonden door het beroepsgeheim; zij mogen de vertrouwelijke gegevens die hun ter kennis zijn gekomen op grond van hun functie bij de "[2 CWaPE]2" , aan niemand bekendmaken, behalve wanneer zij worden opgeroepen om in rechte te getuigen [1 en onverminderd de gevallen waarin de CWaPE krachtens een bepaling naar Europees of nationaal of gewestelijk recht informatie moet meedelen]1.
Elke overtreding van het eerste lid wordt gestraft met de straffen bepaald door artikel 458 van het Strafwetboek.
[1 ...]1§3. De [2 CWaPE]2 mag aan de minister en aan de personen die een regulerende rol hebben ten aanzien [1 van de elektriciteits- en gasmarkt]1, de inlichtingen mededelen die nodig zijn voor de uitvoering van hun respectieve taken.
[3 § 2. Bij de uitvoering van haar taken eerbiedigt de CWaPE de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie en persoonsgegevens waarvan zij kennis heeft of die aan haar worden meegedeeld. Tenzij uitdrukkelijk bij wet bepaald, wordt deze informatie niet door de CWaPE bekendgemaakt en enkel aan derden meegedeeld indien dit strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken van de CWaPE en op voorwaarde dat de mededeling van commercieel gevoelige informatie en persoonsgegevens onderworpen is aan contractuele bepalingen die de vertrouwelijkheid ervan waarborgen.
De CWaPE kan evenwel aan de Minister, de Administratie en de regulators van de elektriciteits- en gasmarkten de inlichtingen meedelen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun respectieve taken. Deze eerbiedigen de vertrouwelijkheid van de doorgegeven informatie
Degene die aan de CWaPE een document zendt dat gegevens bevat die hij als vertrouwelijk beschouwt, zendt tevens een niet-vertrouwelijke versie van dit document.
Indien de vertrouwelijkheid van de door de betrokkene verstrekte gegevens, of van sommige daarvan, twijfelachtig lijkt, verzoekt de CWaPE de betrokkene deze vertrouwelijkheid te rechtvaardigen. Indien de betrokkene weigert de gevraagde verantwoording af te leggen of in geval van een kennelijk misbruik, kan de CWaPE, om gegronde redenen en na de betrokkene te hebben gehoord, deze informatie bekendmaken.]3
----------
(1)<Ingevoegd en gewijzigd bij DWG 2008-07-17/53, art. 67, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,1°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2022-05-05/38, art. 87, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 47ter.[1 (vroeger art. 50 wordt art. 47ter)]1 [4 [6 § 1. De CWaPE is onafhankelijk van de Regering.
De regering kan twee regeringswaarnemers benoemen en ontslaan, die het recht hebben de vergaderingen van het directiecomité met raadgevende stem bij te wonen.
§ 2. Het Parlement evalueert de voorzitter van de CWaPE jaarlijks. Deze evaluatie heeft betrekking op de naleving van de overeenkomst en de naleving van de doelstellingen van het rittenbla]6.
[6 § 3. Het Parlement kan twee waarnemers benoemen en ontslaan, die het recht hebben de vergaderingen van het directiecomité met raadgevende stem bij te wonen]6.
[4 § 4.]4 (oud § 5.) De "[2 CWaPE]2" is onderworpen [4 voor het geheel van zijn activiteiten]4 aan de controle van het Rekenhof [4 en van het Parlement. In de uitoefening van deze controle verhoort het Parlement de CWaPE [6 minstens vier]6 keer per jaar]4.
[5 Eén keer per jaar, zet de "CWaPE" de kenmerkende gebeurtenissen van het afgelopen jaar uiteen. Ze deelt haar analyse over de evolutie van de gewestelijke markten van elektriciteit en gas mee alsook over de opdrachten en structuren van de voornaamste actoren, in het bijzonder de netbeheerders.]5
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 68, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,1°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2014-04-11/23, art. 57, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(5)<DWG 2018-05-11/02, art. 12, 031; Inwerkingtreding : 28-05-2018>
(6)<DWG 2019-01-31/22, art. 24, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art. 47quater. [1 De CWaPE deelt haar jaarrekeningen mee, samen met het verslag van de bedrijfsrevisor, aan de Waalse Regering, het Waalse Parlement en het Rekenhof, vóór 1 juli van het jaar dat volgt op het betrokken boekjaar. Het Rekenhof controleert de jaarrekeningen van de CWaPE en maakt zijn auditverslag over aan de Waalse Regering en het Waalse Parlement.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2018-07-17/04, art. 140, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
HOOFDSTUK XIbis. [1 - Regeling van geschillen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 69, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art. 47quinquies.[1 . De Regering kan een één-loketsysteem opzetten om de eindafnemers alle nodige informatie te verstrekken over hun rechten en plichten, de toepasselijke regelgeving met betrekking tot de werking van de energiemarkten en de mechanismen voor geschillenbeslechting die hun ter beschikking staan in geval van een geschil. De Regering kan de taken van dit loket, de nadere regels voor zijn aanwijzing en zijn samenstelling vaststellen ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 88, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art.48.[1 § 1. [4 1. De CWaPE organiseert binnen de directie klantendienst en juridische dienstverlening een Gewestelijke bemiddelingsdienst, die belast is met het onderzoek en de behandeling van vragen en klachten die betrekking hebben op de werking van de regionale gas- en elektriciteitsmarkt of die betrekking hebben op de activiteiten van een marktdeelnemer of een netbeheerder of een beheerder van een gesloten beroepsnet onverminderd artikel 48bis, of een privé-netbeheerder voor zover dit verzoek of deze klacht onder de gewestelijke bevoegdheid valt]4.
§ 2. Elke eindafnemer,[4 marktdeelnemer, netbeheerder, beheerder van een gesloten beroepsnet of beheerder van een privé-net]4, alsook de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de consumentenorganisaties kunnen zaken geldig aanhangig maken bij de Gewestelijke bemiddelingsdienst.
[2 De klachten zijn pas ontvankelijk wanneer de eiser aantoont dat hij vooraf een minnelijke regeling heeft proberen te treffen [4 met de betrokken marktdeelnemer, netbeheerder, beheerder van een gesloten beroepsnet of beheerder van een privé-net]4 en als de laatste stappen van de klachtindiener t.o.v. de speler met wie hij een geschil heeft niet teruggaat tot meer dan één jaar voor de neerlegging van de klacht.]2
De Gewestelijke bemiddelingsdienst behandelt ook de klachten en vragen van de Ombudsdienst Energie, bedoeld in artikel 27 van de elektriciteitswet. Indien zou blijken dat de vraag of de klacht niet onder de bevoegdheid van het Waals Gewest ressorteert, dan maakt de Gewestelijke bemiddelingsdienst deze over aan de bevoegde federale of gewestelijke ombudsdienst.
De Regering bepaalt de onderzoeksmodaliteiten van de dossiers door de Gewestelijke bemiddelingsdienst.
§ 3. Met instemming van de betrokken partijen probeert de Gewestelijke bemiddelingsdienst het standpunt van de partijen te verzoeken om een minnelijke schikking tussen hen te vergemakkelijken.
De Regering bepaalt het reglement van de verzoeningsprocedure.
§ 4. Indien de Gewestelijke bemiddelingsdienst in het kader van het onderzoek van het dossier vaststelt dat de betrokken leverancier of netbeheerder specifieke bepalingen van onderhavig decreet of van het gasdecreet of van hun uitvoeringsbesluiten heeft miskend, kan hij het dossier aan het directiecomité van de CWaPE overmaken, met het oog op de toepassing van de procedure bedoeld in artikel 53.
§ 5. De Gewestelijke bemiddelingsdienst stelt jaarlijks een activiteitenverslag op dat een afzonderlijk onderdeel vormt van het jaarverslag van de CWaPE bedoeld in artikel 43, § 3.]1
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 70, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 58, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2018-07-19/38, art. 26, 032; Inwerkingtreding : 16-09-2018>
(4)<DWG 2022-05-05/38, art. 89, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 48bis.[1 Elke gebruiker van een gesloten beroepsnet kan bij de CWaPE een betwisting indienen over de berekeningswijze of de tarieven van de exploitant van het gesloten beroepsnet [2 alsook over elke bepaling opgelegd door een beheerder van een gesloten beroepsnet in een reglement, contract of algemene voorwaarden]2.
§ 2. De CWaPE raadpleegt de beheerder van het gesloten beroepsnet waarop de betwisting betrekking heeft. De beheerder verstrekt de CWaPE binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek van de CWaPE alle relevante documenten of informatie [2 ...]2.
Onverminderd het recht van de CWaPE om deze termijn op redelijke wijze op te schorten teneinde aanvullende informatie en documenten van de beheerder van het gesloten beroepsnet te verlangen, neemt de CWaPE een beslissing binnen zestig dagen na het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn of binnen zestig dagen na de voltooiing van het dossier.
De Regering kan de modaliteiten voor de procedure en het onderzoek van de betwistingsdossiers bepalen." ]1
----------
(1)
Art.49.[1 Er wordt een Geschillenkamer opgericht bij de CWaPE
Deze kamer is samengesteld uit de voorzitter van de CWaPE en de directeurs. Ze wordt voorgezeten door de voorzitter.
De Geschillenkamer, samengesteld uit de voorzitter en [2 minimum]2 twee directeurs, houdt zittingen, beraadslaagt en doet uitspraak.
De CWaPE verzorgt het secretariaat van de Geschillenkamer.
Voor het overige bepaalt de Regering de modaliteiten voor de samenstelling en de werking van de Geschillenkamer, alsook de procedureregels die bij deze kamer gelden.]1
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 71, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 59, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
Art. 49bis.[1 § 1. Elk geschil [4 betreffende de netten,]4 [2 met inbegrip van de privé-netten en de gesloten beroepsnetten wat betreft de verplichtingen opgelegd aan de betrokken netbeheerder bij of krachtens dit decreet,]2 [4 of het gasdecreet]4, [5 , onverminderd artikel 48bis]5 met uitzondering van deze betreffende burgerrechtelijke rechten en plichten [3 en deze betreffende de rechten en plichten bedoeld in artikel 18, §§ 3, 4 en 5, en in artikel 18, §§ 3, 4 en 5, van het gasdecreet]3, wordt voor de Geschillenkamer gebracht.
[2 Wanneer het geschil betrekking heeft op de toepassing van het technisch reglement maar dat het werkelijk doel van de aanvraag berust op de betwisting van een energiefactuur, met name ten gevolge van een rechtzetting van de meetgegevens, zal de Geschillenkamer slechts bevoegd zijn als een poging tot minnelijke oplossing van het geschil reed plaatsgevonden heeft voor de Gewestelijke Bemiddelingsdienst inzake energie of voor de Bemiddelingsdienst inzake energie opgericht of federaal niveau. Voor de andere geschillen is de Geschillenkamer gemachtigd om het verzoek aan de Gewestelijke Bemiddelingsdienst inzake energie over te maken indien blijkt dat een bemiddelingspoging opportuun zou zijn. In dat geval brengt zij de partijen daarvan op de hoogte. Indien het verzoek aan de Gewestelijke Bemiddelingsdienst inzake energie wordt overgemaakt, worden de vigerende proceduretermijnen voor de Geschillenkamer opgeschort gedurende de tijd die nodig is voor het afsluiten van de bemiddelingsprocedure.]2
§ 2. De zaak wordt door middel van een aangetekend verzoekschrift aanhangig gemaakt bij de Geschillenkamer.
Vooraleer een beslissing te nemen, nodigt de Geschillenkamer de partijen uit om te verschijnen [2 , indien zij het opportuun vinden of op verzoek van één van de partijen]2. De partijen die het wensen kunnen zich door een raadsman laten bijstaan.
De Geschillenkamer kan elk nuttig onderzoek uitvoeren of laten uitvoeren en, indien nodig, deskundigen aanduiden en getuigen horen.
§ 3. De Geschillenkamer neemt een beslissing binnen de twee maanden nadat de zaak aanhangig werd gemaakt. Deze termijn wordt met twee maanden verlengd indien de kamer in overeenstemming met de vorige paragraaf besloten heeft om een onderzoek uit te voeren of te laten uitvoeren [2 Een nieuwe verlenging van de termijn is mogelijk mits toestemming van de klachtindiener.]2.
[2 De beslissingen van de Geschillenkamer zijn met redenen omkleed en bindend.]2.
§ 4. In dringende gevallen kan een verzoek voor voorlopige maatregelen bij de Geschillenkamer aanhangig worden gemaakt. De verzoeker moet zijn eis staven met een ernstig en moeilijk te herstellen nadeel dat hij bij afwezigheid van dergelijke maatregelen zou kunnen oplopen.
§ 5.[5 Tegen de beslissingen van de Geschillenkamer kan bij het Marktenhof beroep worden ingesteld binnen dertig dagen na de betekening of, bij gebreke van een betekening, na de ontvangst ervan. Het beroep staat open voor de partijen bij het geschil voor de Geschillenkamer en voor eenieder die belang heeft bij de uitkomst van het geschil.]5.
Bij ontstentenis van beslissing van de Geschillenkamer binnen de in § 3 vastgelegde termijn, kan de meest gerede partij het geschil binnen [5 dertig]5 dagen na afloop van de in § 3 vastgelegde termijn aanhangig maken bij [4 het Marktenhof]4.
De Regering kan in de zaak tussenkomen, zonder dat deze tussenkomst de procedure evenwel kan vertragen.
Het beroep bedoeld in lid 1 is niet opschortend.
Voor alle aspecten betreffende de procedure voor [4 het Marktenhof]4, is het Gerechtelijk Wetboek van toepassing.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 72, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2014-04-11/23, art. 60, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(3)<DWG 2017-10-26/04, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 20-11-2017>
(4)<DWG 2018-07-17/04, art. 141, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(5)<DWG 2022-05-05/38, art. 91, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art.50.[1 De beslissingen van de CWaPE [2 worden gemotiveerd;]2.
De modaliteiten van toepassing voor deze motiveringen [2 ...]2 worden bepaald in het huishoudelijk reglement van het directiecomité, rekening houdend met de volgende beginselen :
1° de motivering vermeldt het geheel van de gegevens waarop de beslissing is gebaseerd;
2° de elektriciteitsbedrijven hebben de mogelijkheid, voorafgaandelijk aan het nemen van de desbetreffende beslissing, om hun opmerkingen te laten gelden;
3° het gevolg gegeven aan deze opmerkingen wordt in de eindbeslissing gerechtvaardigd.
De handelingen met individuele of collectieve strekking aangenomen ter uitvoering van de opdrachten alsook [2 de verslagen van deskundigen en de bijhorende opmerkingen]2 van de geraadpleegde partijen worden bekendgemaakt op de website van de CWaPE [2 ...]2.]1
----------
(1)< hersteld bij DWG 2014-04-11/23, art. 61, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(2)<DWG 2022-05-05/38, art. 92, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 50bis.[1[2 Elke partij heeft het recht om]2, voor de CWaPE, een klacht neer te leggen, met het oog op zijn heroverweging binnen twee maanden na de bekendmaking van een beslissing van de CWaPE of van het voorstel van beslissing bepaald door de CWaPE in het kader van een raadplegingsprocedure. Deze klacht heeft geen schorsende werking tenzij ze is ingesteld tegen een beslissing tot het opleggen van een administratieve boete.
[2 Na ontvangst van de klacht bevestigt de CWaPE de ontvangst van de klacht met vermelding van de datum waarop de klacht is ontvangen.]2
De CWaPE beslist binnen een termijn van twee maanden te rekenen van de ontvangst van de klacht of van de bijkomende informatie die zij gevraagd heeft. De CWaPE motiveert zijn beslissing. Bij gebrek wordt de oorspronkelijke beslissing bevestigd.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2014-04-11/23, art. 62, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(2)<DWG 2022-05-05/38, art. 93, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 50ter.[1 . § 1. De beslissingen van de CWaPE op grond van dit decreet, het gasdecreet, het decreet van 19 januari 2017 betreffende de tariefmethodologie die van toepassing is op gas- en elektriciteitsdistributienetbeheerders en hun uitvoeringsbesluiten kunnen het voorwerp uitmaken van een beroep tot nietigverklaring bij het Marktenhof, bedoeld in artikel 101, § 1, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, uitspraak doende zoals in kort geding. Evenzo kan, indien de CWaPE geen beslissing neemt binnen de in het decreet gestelde termijn, de meest gerede partij het geschil voorleggen aan het Marktenhof.
§ 2. Iedere persoon die een belang bij de zaak heeft, kan het in paragraaf 1 bedoelde beroep instellen.
§ 3. De Regering of elke belanghebbende partij kan zich binnen 30 dagen na de publicatie van het verzoekschrift op de website van het CWaPE in de zaak tussenkomen, overeenkomstig § 4, lid 6.
§ 4. Het in paragraaf 1 bedoelde beroep wordt, op straffe van automatische niet-ontvankelijkheid, ingesteld door middel van een verzoekschrift, dat samen met de bestreden beslissing binnen dertig dagen na de betekening van de beslissing of, bij gebreke van betekening, vanaf de bekendmaking van de beslissing of, bij gebreke van bekendmaking, vanaf de dag waarop kennis is genomen van de beslissing, wordt ingediend ter griffie van het hof van beroep te Brussel.
Indien de CWaPE een beslissing dient te nemen en er geen beslissing is genomen na het verstrijken van een termijn van vijfenveertig dagen vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing door een belanghebbende, wordt het stilzwijgen van de CWaPE geacht een afwijzende beslissing te zijn waartegen beroep kan worden aangetekend. In geval van beroep tegen een impliciete afwijzende beslissing van het CWaPE kan het beroep worden ingesteld binnen dertig dagen na het verstrijken van de termijn.
In het geval van een herzieningsklacht wordt de termijn voor beroep bij het Marktenhof geschorst tot de beslissing van de CWaPE, of, bij gebreke van een beslissing van de CWaPE, tot twee maanden na de datum van ontvangst van de klacht of van de door de CWaPE gevraagde aanvullende informatie.
Op straffe van nietigheid dient het verzoekschrift te bevatten:
1° de dag, de maand en het jaar;
2° indien de verzoeker een natuurlijke persoon is, zijn naam, voornamen, beroep en woonplaats, alsook, in voorkomend geval, zijn ondernemingsnummer; indien de verzoeker een rechtspersoon is, zijn naam, zijn rechtsvorm, zijn maatschappelijke zetel en de hoedanigheid van de persoon of het orgaan die hem vertegenwoordigt, alsook, in voorkomend geval, zijn ondernemingsnummer;
3° het exacte adres van het CWaPE;
4° een volledige uiteenzetting van de middelen; onverminderd artikel 748 van het Belgisch Gerechtelijk Wetboek, kan geen enkel nieuw middel door de verzoeker worden ontwikkeld tijdens de voorbereiding van de zaak, met uitzondering van de middelen die op elk ogenblik van de procedure, tot aan het einde van de debatten, kunnen worden opgeworpen door het Marktenhof en door de partijen;
5° een aanduiding van de plaats, de dag en het uur van de verschijning vastgesteld door de griffie van het hof van beroep;
6° de handtekening van de verzoeker of van zijn advocaat.
Indien het verzoekschrift elementen bevat die de verzoeker als vertrouwelijk beschouwt, moet hij dit uitdrukkelijk vermelden en een niet-vertrouwelijke versie van het verzoekschrift indienen op straffe van nietigheid.
De griffie van het hof van beroep brengt het verzoekschrift, en in voorkomend geval de niet-vertrouwelijke versie daarvan, onverwijld per gerechtelijke brief ter kennis van de CWaPE. De CWaPE publiceert de niet-vertrouwelijke versie van het verzoekschrift op haar website.
De inleidende hoorzitting vindt plaats binnen ten minste acht dagen na de kennisgeving van het in lid 1 bedoelde verzoekschrift.
§ 5. Het eerste administratieve dossier van de CWaPE wordt aan de andere partijen meegedeeld op hetzelfde ogenblik als de conclusies van de CWaPE.
De CWaPE geeft met betrekking tot elk document in haar dossier aan of het vertrouwelijk is of niet, en zo ja, aan wie de vertrouwelijkheid gerechtvaardigd is. Vertrouwelijke documenten worden niet aan de partijen toegezonden. Indien het mogelijk is een niet-vertrouwelijke versie van de vertrouwelijke documenten op te stellen, wordt alleen deze niet-vertrouwelijke versie aan de partijen toegezonden.
Het Marktenhof beslist over eventuele geschillen betreffende de vertrouwelijkheid van de documenten.
§ 6. Het in paragraaf 1 bedoelde beroep heeft geen schorsende werking, behalve wanneer het gericht is tegen een beslissing waarbij een administratieve boete wordt opgelegd.
Het Marktenhof kan evenwel, op verzoek van de verzoeker in zijn verzoekschrift en bij beslissing vóór de wet, de uitvoering van de beslissing van de CWaPE geheel of gedeeltelijk opschorten tot de dag waarop het arrest wordt gewezen.
Opschorting van tenuitvoerlegging kan alleen worden gelast in spoedeisende gevallen en indien er ernstige redenen worden aangevoerd die de nietigverklaring van de bestreden beslissing kunnen rechtvaardigen en indien de belangenafweging in het voordeel van de gevraagde opschorting uitvalt.
§ 7. Het Marktenhof ziet erop toe dat het vertrouwelijke karakter van het door de CWaPE toegezonden dossier gedurende de gehele procedure voor de rechtbank wordt geëerbiedigd.
§ 8. Op verzoek van een wederpartij of van een interveniërende partij geeft het Marktenhof aan welke gevolgen van de vernietigde individuele beslissingen of, bij wijze van algemene bepaling, welke gevolgen van de vernietigde verordeningen als definitief of als voorlopig gehandhaafd moeten worden beschouwd gedurende de door het Hof bepaalde termijn.
Een dergelijke maatregel kan slechts worden gelast om uitzonderlijke redenen die een schending van het legaliteitsbeginsel rechtvaardigen, bij een uitdrukkelijk met redenen omklede beschikking en na een debat op tegenspraak. Bij deze beslissing kan rekening worden gehouden met de belangen van derden ]1.
----------
(1)<DWG 2022-05-05/38, art. 5, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
HOOFDSTUK XII. [1 - Beleidsgroep "Energie"]1
----------
(1)<DWG 2017-02-16/37, art. 59, 028; Inwerkingtreding : 04-07-2017>
Art.51.[1 § 1. De beleidsgroep "Energie" bedoeld in artikel 2/7 van het decreet van 6 november 2008 houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie heeft de volgende opdrachten :
1° op advies van de Regering of op eigen initiatief adviezen uitbrengen, opmerkingen, suggesties, voorstellen of aanbevelingen formuleren die betrekking hebben op, enerzijds, oriëntatienota's van de Regering of teksten met een algemene of strategische draagwijdte en, anderzijds, op voorontwerpen van decreten of besluiten met een reglementaire draagwijdte inzake energie;
2° op verzoek van de CWAPE of van het Operationeel Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst advies uitbrengen over elke vraag die hem door laatstgenoemden wordt gesteld.
§ 2. De beleidsgroep "Energie" bestaat uit tweeentwing leden die door de Regering na oproep tot belangverklaring aangewezen worden als volgt :
1° zes vertegenwoordigers van de sociale gesprekspartners op de voordracht van de "Conseil économique et social de Wallonie";
2° twee vertegenwoordigers van de residentiële verbruikers op de voordracht van de grote verbruikers;
3° twee vertegenwoordigers van de plaatselijke besturen en een vertegenwoordiger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn op de voordracht van respectievelijk de "Union des Villes et Communes de Wallonie" en de Federatie van de O.C.M.W.'s;
4° een vertegenwoordiger van de milieuverenigingen erkend krachtens het Milieuwetboek en een vertegenwoordiger van de op het gebied van energie actieve verenigingen;
5° vier vertegenwoordigers van de producenten, onder wie een vertegenwoordiger van de gecentraliseerde producenten, een vertegengwoordiger van de producenten van hernieuwbare energie, een vertegenwoordiger van de producenten van energie uit kwaliteitsvolle warmtekrachtkoppeling en een vertegenwoordiger van de autoproducenten;
6° drie vertegenwoordigers van de beheerders van de plaatselijke transmissie- en distributienetten;
7° twee vertegenwoordigers van de gas- en elektriciteitsleveranciers.
Voor de in artikel 51, § 1, 1°, bedoelde opdracht zetelen de leden bedoeld in artikel 51, § 2, 1°, 2°, 3° en 4° met stemrecht en zetelen de leden bedoeld in artikel 51, § 2, 5°, 6° en 7° met raadgevende stem.
Voor de opdracht bedoeld in artikel 51, § 1, 2°, zetelt het geheel van de leden met stemrecht.
§ 3. De voorzitter van de beleidsgroep "Energie" wordt door de Regering aangewezen onder de vertegenwoordigers bedoeld in § 2 [2 ...]2.
§ 4. De voorzitter of een directeur van de "CWaPE" en de vertegenwoordiger van het Operationeel Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst woont de vergaderingen met raadgevende stem bij.]1
----------
(1)<DWG 2017-02-16/37, art. 60, 028; Inwerkingtreding : 04-07-2017>
(2)<DWG 2018-07-17/04, art. 143, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
HOOFDSTUK XIIbis. [1 - Energiefonds]1
----------
(1)<DWG 2016-12-21/02, art. 17, 026; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art. 51bis.[1 [4 De Regering richt een begrotingsfonds op, Fonds voor energie [5 [6 ...]6]5 genoemd, in de zin van artikel 45 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit]4. De ontvangsten van het Fonds worden bij voorrang bestemd voor de uitvoering van volgende opdrachten, op basis van een actieprogramma dat de Regering goedkeurt :
1° de financiering van de uitgaven van de CWaPE;
2° de premies en maatregelen ter bevordering van het rationele gebruik van energie of het gebruik van hernieuwbare energiebronnen;
3° de studies en acties ter bevordering van het rationele gebruik van energie en de duurzame beheersing van de vraag naar energie;
4° [4 de studies, acties en steunmaatregelen ter bevordering van de productieprojecten en -kanalen van gas, warmte en elektriciteit die gebruik maken van hernieuwbare energie en van de installaties voor kwaliteitswarmtekrachtkoppeling;]4;
5° de terugbetaling van de schuld die verschuldigd is aan de netbeheerder in zijn hoedanigheid van leverancier en die overeenstemt met de gewaarborgde minimale levering van elektriciteit aan de beschermde afnemers, bedoeld in artikel 33bis of aan de toekenning van herlaadbare kaarten voor de budgetmeters voor gas, bedoeld in artikel 31ter van het gasdecreet wanneer de plaatselijke commissie voor energie beslist om de schulden kwijt te schelden;
6° het dragen van alle of een deel van de meerkosten, bepaald in overeenstemming met de oriëntaties van de Regering en gekoppeld aan de openbare dienstverplichtingen betreffende de milieubescherming, in overeenstemming met de artikelen 34bis, § 3, van onderhavig decreet en 33, 3° van het gasdecreet;
7° de preventieve actieplannen inzake energie [4 ingevoegd in fine]4;
8° steun aan de productie van milieuvriendelijke elektriciteit krachtens de vigerende steunovereenkomsten of in toepassing van artikel 41, en aan de productie van gas uit hernieuwbare energiebronnen;
[2 9° de controle van de thermische zonne-installaties;]2
[3 10° [5 [6 ...]6]5 ]3
[4 11° [7 ...]7]4
De Regering bepaalt de procedure en de modaliteiten voor de terugbetaling van de netbeheerders en, desgevallend, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.]1
----------
(1)
Art. 51ter.[1 § 1. [4 Het Fonds voor energie [6 [7 ...]7]6 wordt aangevuld ]4 :
1° met de retributie bedoeld in [9 de artikelen 21, § 3 en 29, § 2,]9 van onderhavig decreet;
2° met de middelen die krachtens wettelijke, reglementaire of overeengekomen bepalingen aan het Fonds worden toegekend met het oog op de financiering van de openbare dienstverplichtingen van de elektriciteitssector;
3° met de opbrengst van de retributie bedoeld in artikel 51quinquies voor de aansluiting op het elektriciteitsnet en op de directe lijnen;
4° met de opbrengst van [9 de administratieve boetes bedoeld in artikelen 39, § 2, en 53]9 van onderhavig decreet;
5° met de retributie bedoeld in de artikelen 21, § 3, 1°, en 29, § 2, van het gasdecreet;
6° met de middelen die krachtens wettelijke, reglementaire of overeengekomen bepalingen aan het Fonds worden toegekend met het oog op de financiering van de openbare dienstverplichtingen van de gassector;
7° met de opbrengst van de retributie bedoeld in artikel 51quinquies voor de aansluiting op het gasnet en op de directe leidingen;
8° met de opbrengst van de administratieve boetes bedoeld in artikel 48 van het gasdecreet;
9° met de terugbetalingen die worden gedaan door de begunstigden van terugbetaalbare voorschotten, toegekend inzake energie [9 met name die bedoeld in artikel 126, 1°, van het decreet van 3 juli 2008 betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië]9;
10° door de wederoverdracht [8 , voor 1 september]8 van het ongebruikte saldo van de dotatie die de CWaPE ontvangt;
[2 11° met de dossierskosten voor de behandeling van de erkenningsdossiers van de installateurs van thermische zonnecollectoren bepaald door de Regering.]2
[8 12° met de opbrengst van de inkomsten van de samenwerkingsmechanismen zoals bedoeld in artikel 6 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van de richtlijnen 2001/77/EG en 2003/30/EG en in de artikelen 37 tot 39 van het samenwerkingsakkoord van 12 februari 2018 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de verdeling van de Belgische klimaat- en energiedoelstellingen voor de periode 2013-2020 [10 en in artikel 6 van het Samenwerkingsakkoord van 22 september 2023 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende sommige bepalingen van de verdeling van de Belgische klimaat- en energiedoelstellingen voor het begin van de periode 2021-2030 en de verdeling van de federale opbrengsten uit de veiling van emissierechten voor de jaren 2015 tot en met 2020.]10]8
[9 13° met de opbrengst van de administratieve boetes bedoeld in artikel 64, lid 1, van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen]9
§ 2. [5 Het jaarlijks globale budget van de "CWaPE" bedraagt [8 6.500.000 euro]8.]5 [3...]3 [4 Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de index van de consumptieprijzen, door het te vermenigvuldigen met de index van de consumptieprijzen voor de maand [8 december van het jaar n-1]8 en te delen door de index van de consumptieprijzen van de maand [8 december 2017]8. [8 ...]8]4
[8 ...]8
§ 3. De Administratie maakt een jaarverslag over de bestemmingen van het Fonds op. Het vermeldt een inventaris van de financieringsbronnen zoals gedefinieerd in § 1, met onderscheid per sector van herkomst - elektriciteit of gas - en verduidelijkt de bestemming per energiesector. De Regering maakt het verslag over aan de CWaPE en het Waals Parlement.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 74, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2011-10-27/04, art. 15, 012; Inwerkingtreding : 04-12-2011>
(3)<DWG 2011-10-27/04, art. 16, 012; Inwerkingtreding : 04-12-2011>
(4)<DWG 2014-04-11/23, art. 68, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(5)<DWG 2014-12-12/02, art. 11, 022; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(6)<DWG 2015-12-17/55, art. 212, 024; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
(7)<DWG 2016-12-21/02, art. 19, 026; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(8)<DWG 2018-07-17/04, art. 144, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(9)<DWG 2019-05-02/72, art. 2, 036; Inwerkingtreding : 19-09-2019>
(10)<DWG 2024-04-25/61, art. 39, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
HOOFDSTUK XIIter. [1 - Vergoeding voor aansluiting.]1
----------
(1)
Afdeling 1. [1 - Belastbaar feit, grondslag, bijdrageplicht en heffingsvoet.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 75, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art. 51quater. [1 Het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen is niet van toepassing op de bepalingen van dit hoofdstuk.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 75, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art. 51quinquies.[1 § 1. Er wordt een jaarlijkse vergoeding per aansluiting van de in het Waals Gewest gevestigde eindafnemer vastgesteld :
1° op het elektriciteitsnet of een directe lijn in de zin van artikel 2, 24°, ongeacht het spanningspeil;
2° op het gastransmissie- of distributienet of op een directe leiding in de zin van artikel 2, 16°, ongeacht het transmissievermogen, met uitzondering van de aansluiting van elektriciteitscentrales voor de hoeveelheid gas die nodig is voor de productie van elektriciteit.
§ 2. De vergoeding is verschuldigd door elke eindafnemer die in de loop van het refertejaar over een aansluiting bedoeld in § 1 beschikte. Voor de toepassing van de heffingsvoeten die artikel 51sexies vastlegt, wordt rekening gehouden met de hoeveelheid elektriciteit en gas die de eindafnemer per meetsysteem heeft verbruikt met uitzondering van de autoproductie van elektriciteit. Deze hoeveelheid wordt in kWu uitgedrukt.]1
[2 § 3. In afwijking van de paragrafen 1 en 2 wordt bij de vaststelling van de vergoeding geen rekening gehouden met het elektriciteitsverbruik van een installatie die uitsluitend bestemd is voor opslag en die rechtstreeks op het net is aangesloten.]2
----------
(1)
Art. 51sexies.[1 § 1. De heffingsvoet bedoeld in artikel 51quinquies, § 1, 1°, wordt als volgt bepaald :
1° van 0 tot 100 kWu : tussen 0,075 euro en 0,15 euro;
2° voor de volgende kWu ten laste :
- van de [2 eindafnemers]2 laagspanning " : tussen 0,00075 euro/kWu en 0,0015 euro/kWu;
- van de [2 eindafnemers]2 " hoogspanning " met een jaarlijks verbruik van minder dan 10 GWu : tussen 0,0006 euro/kWu en 0,0012 euro/kWu;
- van de [2 eindafnemers]2 " hoogspanning " met een jaarlijks verbruik van meer dan of gelijk aan 10 GWu : tussen 0,0003 euro/kWu en 0,0006 euro/kWu;
De heffingsvoet bedoeld in artikel 51quinquies, § 1, 2°, wordt als volgt bepaald :
1° van 0 tot 100 kWu : tussen 0,0075 euro en 0,015 euro;
2° voor de volgende kWu ten laste :
- van de [2 eindafnemers ]2 met een jaarlijks verbruik van minder dan 1 GWu : tussen 0,000075 euro/kWu en 0,00015 euro/kWu;
- van de [2 eindafnemers]2 met een jaarlijks verbruik van minder dan 10 GWu : tussen 0,00006 euro/kWu en 0,00012 euro/kWu;
- van de [2 eindafnemers]2 met een jaarlijks verbruik van meer dan of gelijk aan 10 GWu : tussen 0,00003 euro/kWu en 0,00006 euro/kWu.
§ 2. De heffingsvoet bedoeld in § 1 wordt vastgelegd door de Regering. Bij ontstentenis van beslissing van de Regering, wordt de minimale heffingsvoet toegepast.
§ 3. De heffingsvoet en het bedrag bedoeld in § 2 worden geïndexeerd volgens de procedure en de modaliteiten die de Regering vastlegt.]1
----------
(1)
Afdeling 2. [1 - Betaling en invordering.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 75, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art. 51septies. [1 § 1. De vergoeding wordt op basis van het reële verbruik van de afnemer aan deze laatste aangerekend en voor rekening van het Gewest geïnd door de leverancier van deze afnemer.
De factuur die naar de eindafnemer wordt verstuurd, vermeldt de precieze vergoeding die de eindafnemer verschuldigd is en is een bericht van betaling.
De betalingstermijn bedraagt ten minste vijftien dagen en begint te lopen op de verzendingsdatum van het betalingsbericht.
§ 2. De Regering regelt de procedure en de modaliteiten voor de vordering van de vergoeding door de leverancier, de betaling van de geïnde bedragen aan het Gewest, de invordering. Ze bepaalt welke informatie aan het Gewest moet worden meegedeeld, de inlichtingen die nodig zijn voor de controle en de invordering van de vergoeding en de tarieven van de vervolgingskosten ten laste van de bijdrageplichtigen.
De vergoeding wordt (maandelijks) op de rekening van het Waals Gewest betaald met uitdrukkelijke vermelding.
§ 3. De Regering neemt alle vereiste maatregelen om de juiste inning van de vergoeding te verzekeren en het toezicht op en de controle van de personen in wiens hoofde deze vergoeding opeisbaar is, te regelen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 75, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art. 51octies. [1 Het aanslagjaar valt samen met het belastbare tijdperk.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 75, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
HOOFDSTUK XIII. - Straffen.
Art.52.§ 1. Gestraft worden met gevangenisstraf van één maand tot één jaar en met geldboete van [1 1 tot 500 euro]1 of met één van deze straffen alleen :
1° zij die de verificaties en onderzoeken van de "[2 CWaPE]2" of van de [3 Regering]3 krachtens voorliggend decreet hinderen, weigeren hun informatie te verstrekken die zij gehouden zijn mee te delen krachtens dit decreet, of hun verkeerde of onvolledige informatie verstrekken;
2° zij die de bepalingen van de artikelen 29, 30, § 2, en 31 overtreden.
[4 3° zij die, met uitzondering van de CWaPE en de netbeheerders, alsook hun dochterondernemingen, de vertrouwelijkheidsregels, vastgelegd door dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten, overtreden.]4
§ 2. Als de overtreder een rechtspersoon is, kunnen één of meer van de volgende straffen ook opgelegd worden wegens de in § 1 vermelde feiten :
1° de ontbinding : die mag niet worden uitgesproken ten aanzien van publiekrechtelijke rechtspersonen;
2° het verbod om een werkzaamheid uit te oefenen die verbonden is met het maatschappelijk doel, met uitzondering van de werkzaamheden die verbonden zijn met een opdracht van openbare dienst;
3° de sluiting van één of meer instellingen, met uitzondering van instellingen waar werkzaamheden verbonden met een opdracht van openbare dienst worden uitgeoefend;
4° de bekendmaking of de verspreiding van de beslissing.
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 76, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,1°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(3)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(4)<DWG 2024-04-25/61, art. 41, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art.53.[1 § 1. [5 Onverminderd de andere maatregelen waarin dit decreet voorziet, kan de CWaPE elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die onder de toepassing van dit decreet valt en aan wie verplichtingen worden opgelegd krachtens dit decreet, het decreet van 19 januari 2017 betreffende de tariefmethodologie die van toepassing is op gas- en elektriciteitsdistributienetbeheerders, gelasten en hun uitvoeringsbesluiten, met inbegrip van de tariefmethodologie van toepassing op gas- en elektriciteitsdistributienetbeheerders of de technische reglementen, om binnen de termijn die zij bepaalt te voldoen aan deze bepalingen, met inbegrip van de besluiten die de CWaPE op grond van deze bepalingen heeft genomen]5.
Indien de CWaPE vaststelt dat deze persoon bij het verstrijken van [3 de termijn bedoeld in het eerste lid]3 in gebreke blijft, kan de CWaPE deze persoon een administratieve geldboete opleggen waarvan ze het bedrag bepaalt. De geldboete mag, per kalenderdag, niet lager zijn dan 250 euro; noch hoger dan 100.000 euro. De beslissing van de CWaPE moet maximum zes maanden na [4 afloop van de termijn vastgelegd door]4 het bevel bedoeld in lid 1 worden genomen.
Verder kan de CWaPE een administratieve boete opleggen voor [4 ...]4 tekortkomingen aan specifieke bepalingen van dit decreet [4 ...]4 [5 , van zijn uitvoeringsbesluiten, van het decreet van 19 januari 2017 betreffende de tariefmethodologie die van toepassing is op gas- en elektriciteitsdistributienetbeheerders, van de technische regelingen of van de tariefmethodologie]5 en dit, [2 binnen zes maanden na kennis te hebben genomen van het feit dat ze zich hebben voorgedaan en uiterlijk binnen vijf jaar nadat ze zich hebben voorgedaan]2. [4 De administratieve geldboete bedraagt tussen 250 euro en 200.000 euro of drie percent van de [6 jaarlijkse]6 omzet]4 die de persoon in kwestie gedurende het jongste afgesloten boekjaar op de gewestelijke gas- of elektriciteitsmarkt heeft gerealiseerd indien dit laatste bedrag hoger is.
[6 In afwijking van lid 3 bedraagt het bedrag van de administratieve geldboete die de CWaPE kan opleggen aan de lokale transmissienetbeheerder tussen EUR 250 en EUR 200.000 of, indien dit hoger is, tien procent van de jaarlijkse omzet die de persoon in kwestie heeft gerealiseerd op de regionale elektriciteitsmarkt tijdens het laatste boekjaar.]6
§ 2. De C.WA.P.E kan een administratieve boete opleggen aan een netbeheerder of een leverancier die [3 de indicatoren en]3 de doelstellingen inzake prestaties, vastgelegd krachtens de artikelen 13, 12°, 34, 2°, d) en e ), en 34bis, 2°, c) systematisch en duidelijk negeert. Na advies van de CWaPE bepaalt de Regering de minimale prestatiedrempels en de methodologie terzake.]1
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 77, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2011-10-27/04, art. 17, 012; Inwerkingtreding : 04-12-2011>
(3)<DWG 2014-04-11/23, art. 69, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(4)<DWG 2018-07-17/04, art. 145, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(5)<DWG 2022-05-05/38, art. 96, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(6)<DWG 2024-04-25/61, art. 42, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 53bis. [1 De CWaPE brengt de betrokken persoon op de hoogte bij aangetekende brief en nodigt hem uit om een memorie met zijn verweermiddelen over te maken voor ze het bedrag van de administratieve boete vaststelt.
De aangetekende brief neemt dit artikel integraal over en bevat volgende elementen :
1° de vermelding van de weerhouden grief of grieven;
2° het bedrag van de overwogen boete;
3° de plaatsen, dagen en uren waarop het dossier kan worden geraadpleegd;
4° de datum van de zitting.
De memorie moet per aangetekende brief aan de CWaPE worden overgemaakt, binnen de vijftien dagen na ontvangst van de brief bedoeld in lid 1.
Het verhoor vindt ten vroegste vijfentwintig werkdagen na de verzending van de aangetekende brief van het vorige lid plaats. De betrokken persoon kan zich door een advocaat of deskundigen van zijn keuze laten bijstaan. De CWaPE stelt een proces-verbaal van het verhoor op en nodigt de betrokken persoon uit om het te tekenen, desgevallend na het noteren van zijn opmerkingen.
De CWaPE bepaalt het bedrag van de administratieve boete in een met redenen omklede beslissing en licht de betrokken persoon binnen tien dagen na het verhoor per aangetekende brief in. Na afloop van deze termijn wordt ze geacht definitief af te zien van elke boete op basis van de feiten die de betrokken persoon ten laste worden gelegd, behoudens nieuw element.]1
----------
(1)
Art. 53ter.[1 De kennisgeving van de beslissing van de CWaPE om een administratieve boete op te leggen, maakt melding van de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen deze beslissing [2 ...]2, en van de termijn waarin dit beroep moet worden uitgeoefend.
Indien het bedrag van de boete per kalenderdag wordt vastgelegd, is het verschuldigd vanaf de dag volgend op de kennisgeving van de beslissing. In dat geval wordt de boete opgelegd tot de datum waarop de betrokken persoon zich naar deze bevelen geschikt heeft.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 78, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2022-05-05/38, art. 97, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 53quater. [1 De administratieve boete is betaalbaar binnen de dertig dagen.
De CWaPE mag een door haar vastgesteld uitstel van betaling toestaan. Indien de betrokken persoon in gebreke blijft te betalen, wordt de administratieve boete bij dwangbevel ingevorderd. De Regering wijst de ambtenaren aan die de dwangbevelen moeten uitgeven en uitvoerbaar verklaren. Die worden kenbaar gemaakt bij deurwaardersexploot met een aanmaning om te betalen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 78, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art. 53quinquies. [1 Er mag geen administratieve boete worden opgelegd aan een persoon die voor diezelfde feiten, het voorwerp was van strafrechtelijke vervolgingen op basis van artikel 52, en die, zonder onderscheid, zijn uitgelopen op een schuldigverklaring, een niet-vervolging of een vrijspraak.
De kennisgeving van de beslissing die het bedrag van de administratieve boete vastlegt, maakt een einde aan de strafvordering, desgevallend ingeleid op basis van artikel 52.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 78, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art. 53sexies.
<Opgeheven bij DWG 2022-05-05/38, art. 98, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art. 53septies.[1 § 1. Via dezelfde beslissing als deze waarvoor ze een administratieve boete oplegt, kan de CWaPE het volledige of gedeeltelijke uitstel van de betaling van deze boete toekennen.
Het uitstel is slechts mogelijk indien de CWaPE de betrokken persoon geen administratieve boete heeft opgelegd gedurende het jaar dat voorafgaat aan de tekortkoming die aanleiding gaf tot de administratieve boete waarvan het uitstel wordt overwogen.
Het uitstel geldt tijdens een proeftijd van een jaar. De proeftijd loopt vanaf de datum van de kennisgeving van de beslissing die de administratieve boete oplegt.
Bij nieuwe inbreuk tijdens de proeftijd, die aanleiding geeft tot een nieuwe boete, beslist de CWaPE of het uitstel al dan niet wordt ingetrokken.
De administratieve boete waarvan de betaling uitvoerbaar wordt ten gevolge van de intrekking van het uitstel, wordt zonder beperking gecumuleerd met de boete die uit hoofde van de nieuwe inbreuk wordt opgelegd.
Bij beroep tegen de beslissing van de CWaPE, beschikt [2 het Marktenhof]2 over dezelfde bevoegdheden inzake uitstel als de CWaPE
Alle hoger vermelde modaliteiten inzake uitstel zijn van toepassing.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-07-17/53, art. 78, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2018-07-17/04, art. 147, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
Art.54. De voorschriften van artikelen 523 en 525 van het Strafwetboek zijn respectievelijk van toepassing op feiten van gedeeltelijke of totale vernietiging van de infrastructuren voor productie, [1 ...]1, plaatselijk vervoer, distributie en gebruik van elektriciteit alsook op feiten van verhindering of vrijwillige aantasting van elektriciteitsvervoer [1 op de distributienetten]1.
Degene die, bij gebrek aan voorzorg, infrastructuren voor productie, verwerking, plaatselijk vervoer, distributie en gebruik van elektriciteit onopzettelijk hebben vernietigd of beschadigd, worden bestraft met de in artikel 563 van het Strafwetboek bedoelde straffen.
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 79, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art. 54/1.[1 Onverminderd de andere maatregelen waarin dit besluit voorziet, waaronder met name de algemene bevoegdheid van de CWaPE om toe te zien op en sancties op te leggen voor de naleving van de openbaredienstverplichtingen, kan de Administratie eisen dat elke natuurlijke of rechtspersoon die onder de toepassing van dit decreet valt, binnen een door haar vastgestelde termijn voldoet aan bepaalde bepalingen van de hoofdstukken IX tot en met X of de uitvoeringsbesluiten.
Indien de Administratie vaststelt dat de betrokken persoon na het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde termijn in gebreke blijft bij de naleving ervan, kan de Administratie een administratieve boete opleggen, waarvan zij het bedrag bepaalt Dit mag niet minder dan 250 euro of meer dan 100.000 euro per dag zijn. De beslissing van de Administratie wordt genomen uiterlijk zes maanden na het verstrCIken van de termCIn die in het bevel bedoeld in het eerste lid is vastgesteld ]1
[2 De Administratie kan ook binnen zes maanden nadat zij kennis heeft gekregen van het plegen van dergelijke inbreuken of binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van dit lid, en uiterlijk binnen vijf jaar na het plegen van dergelijke inbreuken, een administratieve boete opleggen wegens inbreuken op specifieke bepalingen van de hoofdstukken IX tot en met X of van de uitvoeringsbesluiten daarvan. Het bedrag van de administratieve geldboete ligt tussen 250 en 200.000 euro of, indien dat hoger is, drie procent van de [3 jaarlijkse]3 omzet die de betrokkene in het laatste boekjaar op de regionale elektriciteitsmarkt heeft behaald.]2
[3 In afwijking van lid 3 bedraagt het bedrag van de administratieve geldboete die de Administratie kan opleggen aan de lokale transmissienetbeheerder tussen 250 euro en 200.000 euro of, indien dit hoger is, tien procent van de jaarlijkse omzet die de persoon in kwestie heeft gerealiseerd op de regionale elektriciteitsmarkt tijdens het laatste boekjaar. ]3
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2019-01-31/22, art. 25, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
(2)<DWG 2022-05-05/38, art. 99, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
(3)<DWG 2024-04-25/61, art. 43, 052; Inwerkingtreding : 14-10-2024>
Art. 54/2. [1 Alvorens een administratieve geldboete vast te stellen, stelt de Administratie de betrokkene hiervan per aangetekend schrijven met bericht van ontvangst in kennis en nodigt zij hem uit haar een memorie met zijn verweermiddelen toe te zenden.
De zending bedoeld in het eerste lid moet dit artikel in zijn geheel reproduceren en de volgende gegevens bevatten:
1° de vermelding van elke in overweging genomen klacht;
2° het bedrag van de voorgestelde boete;
3° de plaatsen, dagen en uren gedurende welke het dossier kan worden geraadpleegd;
4° de datum van het verhoor.
Det memorie bedoeld in het eerste lid wordt binnen vijftien dagen na ontvangst van de zending bedoeld in het eerste lid per aangetekende brief aan de Administratie toegezonden.
Het verhoor vindt plaats ten vroegste vijfentwintig werkdagen na de zending bedoeld in het derde lid. De betrokkene kan zich laten bijstaan door een advocaat of door deskundigen van zijn keuze. De administratie stelt een proces-verbaal van het verhoor op en nodigt de betrokkene uit deze te ondertekenen, zo nodig na registratie van zijn of haar opmerkingen.
De Administratie stelt het bedrag van de administratieve geldboete vast bij een met redenen omklede beslissing en stelt de betrokkene daarvan in kennis binnen tien dagen na het verhoor of, indien geen verhoor plaatsvindt, binnen dertig dagen na de zending bedoeld in het eerste lid, per aangetekend schrijven met bericht van ontvangst. Na deze termijn wordt zij geacht definitief af te zien van het opleggen van een geldboete op basis van de feiten waarvoor de betrokkene verantwoordelijk is, tenzij er nieuwe informatie beschikbaar is ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2019-01-31/22, art. 26, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art. 54/3.[1 De kennisgeving van de beslissing van de Administratie om een administratieve boete op te leggen, maakt melding van de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen deze beslissing krachtens artikel 54/6, en van de termijn waarin dit beroep moet worden uitgeoefend.
Indien het bedrag van de boete per dag wordt vastgelegd, is het verschuldigd vanaf de dag volgend op de kennisgeving van de beslissing. In dat geval wordt de boete opgelegd tot de datum waarop de betrokken persoon zich naar deze bevelen geschikt heeft. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2019-01-31/22, art. 27, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art. 54/4. [1 Er mag geen administratieve boete worden opgelegd aan een persoon die voor diezelfde feiten, het voorwerp was van strafrechtelijke vervolgingen op basis van artikel 52, en die, zonder onderscheid, zijn uitgelopen op een schuldigverklaring, een niet-vervolging of een vrijspraak.
De kennisgeving van de beslissing die het bedrag van de administratieve boete vastlegt, maakt een einde aan de strafvordering, desgevallend ingeleid op basis van artikel 52. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2019-01-31/22, art. 28, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art. 54/5. [1 De administratieve boete is betaalbaar binnen de dertig dagen na kennisgeving van de beslissing van de Administratie om een administratieve geldboete op te leggen.
De Administratie mag een door haar vastgesteld uitstel van betaling toestaan. Indien de betrokken persoon in gebreke blijft te betalen, wordt de administratieve boete bij dwangbevel ingevorderd. De Regering wijst de ambtenaren aan die de dwangbevelen moeten uitgeven en uitvoerbaar verklaren. Die worden kenbaar gemaakt bij deurwaardersexploot met een aanmaning om te betalen. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2019-01-31/22, art. 29, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art. 54/6. [1 Binnen de dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van de Administratie om een administratieve boete op te leggen, kan beroep worden ingesteld bij de Minister van Energie.
Het beroep bij de Minister van Energie is opschortend.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2019-01-31/22, art. 30, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
Art. 54/7. [1 Via dezelfde beslissing als deze waarvoor ze een administratieve boete oplegt, kan de Administratie het volledige of gedeeltelijke uitstel van de betaling van deze boete toekennen.
Het uitstel is slechts mogelijk indien de Administratie de betrokken persoon geen administratieve boete heeft opgelegd gedurende het jaar dat voorafgaat aan de tekortkoming die aanleiding gaf tot de administratieve boete waarvan het uitstel wordt overwogen.
Het uitstel geldt tijdens een proeftijd van een jaar. De proeftijd loopt vanaf de datum van de kennisgeving van de beslissing die de administratieve boete oplegt. Bij nieuwe inbreuk tijdens de proeftijd, die aanleiding geeft tot een nieuwe boete, beslist de Administratie of het uitstel al dan niet wordt ingetrokken.
De administratieve boete waarvan de betaling uitvoerbaar wordt ten gevolge van de intrekking van het uitstel, wordt zonder beperking gecumuleerd met de boete die uit hoofde van de nieuwe inbreuk wordt opgelegd.
Bij beroep tegen de beslissing van de Administratie, beschikt de Minister van Energie over dezelfde bevoegdheden inzake uitstel als de Administratie. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2019-01-31/22, art. 31, 035; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
HOOFDSTUK XIV. - Overgangsbepalingen en inwerkingtreding.
Art.55. De voorzitter en de bestuurders van de "[1 CWaPE]1" worden aangewezen binnen zes maanden na de inwerkingtreding van voorliggend decreet. Zolang de voorzitter en de bestuurders niet benoemd zijn, is de [2 Regering]2 ertoe gemachtigd om over te gaan tot de uitvoering van de artikelen die de "[1 CWaPE]1" moet laten uitvoeren of waarover ze een advies moet uitbrengen krachtens dit decreet.
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,1°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
(2)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art.56. Zolang de [1 Regering]1 de netgedeelten begrepen tussen 30 en 70 kV en die beschouwd zijn als "plaatselijk transmissienet" overeenkomstig artikel 4, niet heeft vastgesteld, is de huidige netbeheerder belast met de opdrachten van de beheerder van het plaatselijke transmissienet.
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art.57. Op voorstel van de gemeenten en provincies, als die laatste lid zijn van een intercommunale voor elektrische distributie opgericht voor de bekendmaking van voorliggend decreet in het Belgisch Staatsblad, wijst de [2 Regering]2, na advies van de "[1 CWaPE]1" en uiterlijk twaalf maanden na de inwerkingtreding van het decreet, op grond van de in artikelen 3 tot 10 bedoelde criteria, de beheerder(s) aan van de distributienetten die overeenstemmen met gebieden die elkaar niet overlappen.
Bij gebrek aan voorstel van de gemeenten en/of de provincies binnen drie maanden na de bekendmaking van een advies van de minister in het Belgisch Staatsblad, wijst de [2 Regering]2, na advies van de "[1 CWaPE]1" de beheerder(s) van de distributienetten aan.
Bij wijze van overgangsmaatregel zijn de regieën en intercommunalen voor elektrische distributie die opgericht zijn voor de bekendmaking van voorliggend decreet in het Belgisch Staatsblad, belast met het beheer van het distributienet.
----------
(1)
Art.58. Het in artikel 15 bedoelde aanpassingsplan m.b.t. het distributienet wordt voor het eerst opgemaakt binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van voorliggend decreet.
Art.59. Binnen drie maanden na de inwerkingtreding van het in het tweede lid bedoelde besluit van de [1 Regering]1 stelt de netbeheerder (de Minister) in kennis van het bestaande net dat hij beheert (...) bij de inwerkingtreding van voorliggend decreet. De in artikel 20 bedoelde vergoeding is verschuldigd vanaf de kennisgeving. <DWG 2002-12-19/81, art. 65, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
De [1 Regering]1 bepaalt de in het eerste lid bedoelde kennisgevingsprocedure m.b.t. de wegen, namelijk de vorm van de aangifte en de daarbij gevoegde stukken.
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,2°, 008; Inwerkingtreding : 07-08-2008>
Art.60. Een vennootschap waarvan de privaatrechtelijke meerderheidsaandeelhouder rechstreeks of onrechtstreeks de meerderheid van het kapitaal bezit van een intercommunale die belast is met het beheer van het net overeenkomstig artikel 57, derde lid, mag de in artikel 30, § 2, bedoelde leveringsvergunning niet krijgen.
Art.61. Voor het jaar 2001 beschikt de "[1 CWaPE]1" over een dotatie van tachtig miljoen frank opgenomen in de begroting van het Waalse Gewest.
----------
(1)<DWG 2008-07-17/53, art. 1,1°, 008; En vigueur : 07-08-2008>
Art.62. De wet van 10 maart 1925 op de elektriciteitsvoorziening wordt opgeheven wat betreft de gewestelijke bevoegdheden.
Art.63.[1 . Communicerende meters die reeds geïnstalleerd zijn of waarvan de werken zijn aangevangen vóór 4 juli 2019, mogen tijdens hun volledige levensduur in bedrijf blijven, maar moeten, in het geval van communicerende meters die niet voldoen aan de vereisten van artikel 35 bis, uiterlijk op 5 juli 2031 in overeenstemming worden gebracht.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "aanvang van de werken" verstaan:
1° hetzij de aanvang van de bouwwerken in verband met de investering ;
2° hetzij de eerste vaste toezegging om uitrusting te bestellen of enige andere toezegging die de investering onomkeerbaar maakt, afhankelijk van de vraag welke gebeurtenis zich het eerst voordoet.
De aankoop van grond en voorbereidingen zoals het verkrijgen van vergunningen en het uitvoeren van voorlopige haalbaarheidsstudies worden niet beschouwd als het begin van de werken. In het geval van inkopen is de "aanvang van de werken" het tijdstip van verwerving van de activa die rechtstreeks verband houden met de verworven faciliteit ]1.
----------
(1)<DWG 2022-05-05/38, art. 100, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art.64.[4 ...]4
De [2 beleidsgroep "Energie"]2 kaan de bepalingen van dit decreet ook beoordelen en een evaluatieverslag overmaken aan de Regering en aan het parlement in de loop van het jaar 2017.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2014-04-11/23, art. 70, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(2)<DWG 2017-02-16/37, art. 62, 028; Inwerkingtreding : 04-07-2017>
(3)<DWG 2018-07-17/04, art. 148, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(4)<DWG 2022-05-05/38, art. 101, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
Art.65. [1 Wat betreft de distributienetbeheerders, treden artikel 26, § 2ter tot quinquies en artikel 34, 3°, b) in werking op de datum van inwerkingtreding van de nieuwe tarieven die op de distributienetbeheerders worden toegepast.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2014-04-11/23, art. 71, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
Art.66. [1 [3 § 1. Er wordt een heffing afgenomen voor de financiering van de kosten opgelopen door de CWaPE, in 2017, voor de uitvoering van het mechanisme van groene certificaten bedoeld in artikel 37 van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, teneinde het bedrag van 1 800 000 euro te bereiken dat voor dat jaar had moeten worden geïnd.
§ 2. De heffing is verschuldigd door de producenten van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en/of kwalitatieve warmtekrachtkoppeling die bij de " CWaPE " een verzoek indienen voor de toekenning van groene certificaten voor installaties met een nominaal vermogen hoger dan 10 kilowatts (kW).
§ 3. De heffing is verschuldigd per megawattuur (MWh) geproduceerd vóór 1 januari 2018 waarvan een indexmeting, meegedeeld aan de " CWaPE " vanaf 1 januari 2018, de productie bevestigt en die in aanmerking komt voor de toekenning van de groene certificaten. Het tarief per eenheid van de heffing, in euro per megawattuur (euro/MWh), is identiek aan het tarief dat voor 2017 is vastgesteld krachtens artikel 10, § 3, van het decreet van 21 december 2016 houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2017.
§ 4. Bij gebrek van een indexmeting overgemaakt vóór 31 maart 2018, kan de CWaPE het aantal megawattuur (MWh) waarop de heffing verschuldigd is, als volgt ramen:
- op basis van de productienorm per kanaal omschreven in de laatste methodologie K eco goedgekeurd door de Waalse Regering en gepubliceerd op de website van de CWaPE
- of, bij gebrek, op basis van een referentie-installatie;
- of, bij gebrek, op basis van de beste elementen waarover de CWaPE beschikt.
Als de overgemaakte indexmeting ook een periode na 31 december 2017 dekt, zal de productie verdeeld worden naar rato van de dagen begrepen in de periode gedekt door de indexmeting.
Indien voor een bepaalde producent een fout wordt vastgesteld met betrekking tot het opgegeven productievolume of de begin- en einddatums van de betrokken productieperiode, voert de "Cwape" de nodige regularisaties uit. Behalve als de vergissing resulteert uit een door de producent gepleegde fraude, worden deze regularisaties aangebracht binnen uiterlijk één jaar na de toekenning van bedoelde groene certificaten. Dit lid is niet van toepassing voor zover hij het mogelijk maakt de productievolumes te regulariseren wanneer de productie wordt geraamd overeenkomstig het eerste lid van deze paragraaf.
§ 5. De producent betaalt de heffing binnen de twee maanden na het versturen van de facturen. Onder voorbehoud van materiële fouten maakt het uitstel van de betaling de tegoeden op een effectenrekening van deze producent bij de CWaPE van rechtswege onbeschikbaar. De CWaPE wordt ertoe gemachtigd om de terugvordering van de heffing bij wanbetalende schuldenaars verder te zetten.
Indien de CWaPE voor een bepaalde producent op 31 december 2018 vaststelt dat het geheel van de bedragen van de nog verschuldigde heffing, verminderd met de reeds betaalde bedragen, 10 euro of minder bedraagt, wordt de producent geacht zijn heffing te hebben betaald
§ 6. Indien op 1 januari 2019 blijkt dat het verschil tussen het bedrag van de daadwerkelijk voor 2017 gefactureerde heffing en het bedrag van 1 800 000 euro dat voor dat jaar had moeten worden geïnd, meer dan 14 % bedraagt, betaalt de CWaPE het verschil aan de producenten terug naar rato van de bedragen die zij daadwerkelijk hebben betaald. Indien het daadwerkelijk ontvangen bedrag lager is dan het te ontvangen bedrag, kent de regering aan de CWaPE een aanvullende tegemoetkoming toe die gelijk is aan het verschil tussen het ontvangen bedrag en het te ontvangen bedrag.
De CWaPE informeert elke betrokken producent over het verschuldigde differentieel en stuurt hem een kredietnota. De CWaPE betaalt het verschuldigde bedrag binnen twee maanden na de verzending van de kredietnota.
Indien de CWaPE, voor een bepaald producent, vaststelt dat het terug te betalen bedrag gelijk is aan 10 euro of minder, is dit paragraaf niet van toepassing op die producent.]3]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2014-04-11/23, art. 72, 020; Inwerkingtreding : 27-06-2014>
(2)<DWG 2017-01-19/05, art. 24, 027; Inwerkingtreding : 10-02-2017>
(3)<DWG 2018-07-17/04, art. 149, 033; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
(NOTA : Inwerkingtreding van artikel 45, § 2 vastgesteld op 05-07-2001 door BWG 2001-06-14/44, art. 5 en door BWG 2001-06-14/43, art. 3) (NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 25-10-2001 door BWG 2001-10-04/38, de hoofdstukken I tot en met III, de artikelen 17, 18, 19, § 1, tweede lid, 19, § 3, 20, vierde lid, en 21, § 3, alsmede de hoofdstukken V tot en met XIV, met uitzondering van de artikelen 8, § 3, 12, 27, § 5, 29, § 1, 30, 31, 45, §§ 2 en 3, 60 en 62) (NOTA : Naar aanleiding van de opheffing van artikel 63 bij DRW 2008-07-17/53 wordt de inwerkingtreding vastgesteld op 07-08-2008, overeenkomstig artikel 19, § 1, tweede lid : artikel 19, § 1, eerste lid) (NOTA : Naar aanleiding van de opheffing van artikel 63 bij DRW 2008-07-17/53, art. 80, wordt de inwerkingtreding vastgesteld op 07-08-2008, overeenkomstig artikel 19, § 3 : artikel 19, § 2) (NOTA : Naar aanleiding van de opheffing van artikel 63 bij DRW 2008-07-17/53, art. 80, wordt de inwerkingtreding vastgesteld op 07-08-2008, overeenkomstig artikel 21, § 3 : de artikelen 21, §§ 1 en 2, alsmede de artikelen 22 tot en met 25) (NOTA : Naar aanleiding van de opheffing van artikel 63 bij DRW 2008-07-17/53, art. 80, wordt de inwerkingtreding vastgesteld op 07-08-2008, overeenkomstig artikel 29, § 2 : artikel 29, § 1) (NOTA : Naar aanleiding van de opheffing van artikel 63 bij DRW 2008-07-17/53, art. 80, wordt de inwerkingtreding vastgesteld op 07-08-2008, op de inwerkingtreding van alle artikelen van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt : artikel 60 en 62) (NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 27-04-2002 door BWG 2002-03-21/44, art. 16, overeenkomstig artikel 8, § 3 en artikel 27, § 5) (NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 27-04-2002 door BWG 2002-03-21/45, art. 31, overeenkomstig artikel 30 en artikel 31) (NOTA : Inwerkingtreding van art. 12 vastgesteld op 27-04-2002 door BWG 2002-03-21/46, art. 29) (NOTA : Inwerkingtreding van art. 20, eerste lid tot en met derde lid vastgesteld op 01-01-2003 door DWG 2002-11-28/45, art. 18)
Art. 6/1.[1 § 1. Er wordt een categorie beschermde afnemers opgericht, die "conjunctureel beschermde afnemers" wordt genoemd en die toegekend wordt:
1° van 20 september 2020 tot en met 31 augustus 2023, aan de residentiële afnemers, of elke persoon die onder hetzelfde dak woont, die genieten van een attest van het OCMW of van een sociale dienst dat erkent dat het moeilijk is om aan zijn energiefactuur te voldoen overeenkomstig bijlage 1;
2° aan de residentiële afnemers, met uitzondering van de afnemers bedoeld in artikel 33, § 1, in gebreke van betaling in de volgende gevallen:
a) van 20 september 2020 tot en met 31 augustus 2022, een afnemer, of een persoon die onder hetzelfde dak woont, wiens beroepsinkomen wordt beïnvloed door de COVID 19-crisis in de zin van paragraaf 2, 1° ;
b) van 20 september 2020 tot en met 31 augustus 2023, een afnemer, of een persoon die onder hetzelfde dak woont, die als volledig vergoede werkloze een uitkering heeft;
c) van 20 september 2020 tot en met 31 augustus 2023, een afnemer, of een persoon die onder hetzelfde dak woont, die geniet van een verhoogde tegemoetkoming van zijn ziekenfonds krachtens artikel 37 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
d) van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2023, een afnemer met een schadeattest van de verzekeringsmaatschappij van de afnemer als gevolg van de overstromingen van juli 2021 of een ontvangstbevestiging van een aanvraag om bijstand van het Rampenfonds als gevolg van de overstromingen van juli 2021;
e) van 1 september 2022 tot en met 31 augustus 2023, een afnemer, of een persoon die onder hetzelfde dak woont, wiens beroepsinkomen aanzienlijk wordt beïnvloed door de energieprijscrisis.
§ 2. 1° de in paragraaf 1, 2°, a), bedoelde afnemer wiens beroepsinkomsten worden beïnvloed door de COVID-19 crisis, is :
a) 1° een persoon die een tijdelijke werkloosheidsuitkering heeft ontvangen wegens overmacht als gevolg van COVID-19 of om economische redenen overeenkomstig het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en het koninklijk besluit van 30 maart 2020 tot aanpassing van de procedures in het kader van tijdelijke werkloosheid omwille van het COVID-19-virus en tot wijziging van artikel 10 van het koninklijk besluit van 6 mei 2019 tot wijziging van de artikelen 27, 51, 52bis, 58, 58/3 en 63 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoeging van de artikelen 36sexies, 63bis en 124bis in hetzelfde besluit, wanneer deze uitkering ten minste 14 dagen tijdelijke werkloosheid dekt;
b) 2° een zelfstandige, een helper of een meewerkende echtgeno(o)t(e) in de zin van de artikelen 3, 5quater, 6 en 7bis van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, die in 2020, 2021 en 2022 een financiële uitkering heeft ontvangen na een gedwongen onderbreking, geheel of gedeeltelijk, van zijn of haar zelfstandige activiteit als gevolg van COVID-19 krachtens de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen;
2° de in paragraaf 1, 2°, e), bedoelde afnemer wiens beroepsinkomsten aanzienlijk worden beïnvloed door de energieprijscrisis, is :
a) een persoon die een tijdelijke werkloosheidsuitkering heeft ontvangen wegens overmacht als gevolg van de energieprijscrisis in de zin van de federale reglementering;
b) een persoon die het overbruggingsrecht heeft ontvangen wegens overmacht als gevolg van de energieprijscrisis in de zin van de federale reglementering;
§ 3. De brief van de energieleverancier waarin de situatie van wanbetaling wordt gemeld en de brief van de netbeheerder die de afnemer in kennis stelt van de datum en het tijdstip van de installatie van de budgetmeter, informeren de afnemer over de voorwaarden om een conjuncturele beschermde afnemer te zijn.
Deze informatie wordt opgenomen in deze brieven die 10 dagen na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad en tot 31 maart 2023 worden verzonden.
Bij de ontvangst van een brief waarin hij als wanbetaler verklaard wordt voor een energiefactuur van zijn leverancier, stuurt de afnemer die het statuut van conjuncturele beschermde afnemer wenst te verkrijgen, eventueel via het OCMW of een sociale dienst, een schriftelijke aanvraag aan de beheerder van het distributienet waarop hij is aangesloten.
De in het tweede lid bedoelde aanvraag omvat:
1° de naam, de voornaam en het post- of e-mailadres van de aanvrager;
2° de wanbetalingsbrief die betekend is:
a) voor de in paragraaf 1, 2°, a), bedoelde residentiële afnemers, tussen 18 maart 2020 en 31 augustus 2022;
b) voor de in paragraaf 1, 2°, b), c) en d) bedoelde residentiële afnemers, tussen 18 maart 2020 en 31 augustus 2023;
c) voor de in paragraaf 1, 2°, e), bedoelde residentiële afnemers, tussen 1 september 2022 en 31 augustus 2023;
3° en ofwel,
a) a) een attest van de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen of van elke andere instelling die belast is met de betaling van werkloosheidsuitkeringen in verband met tijdelijke werkloosheid wegens overmacht als gevolg van de COVID 19-crisis;
b) b) een attest van een sociale verzekeringskas met betrekking tot de financiële uitkeringen die in het kader van het "overbruggingsrecht" in verband met de COVID 19-crisis zijn toegekend;
c) een attest van de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen of van elke andere instelling die belast is met de betaling van werkloosheidsuitkeringen in verband met volledig vergoede werkloosheid;
d) een attest van het ziekenfonds als begunstigde van de verhoogde bijstand;
e) een met bijlage 1 overeenkomstig attest van het OCMW of van een sociale dienst;
4° als de begunstigde van het statuut van conjunctureel beschermde afnemer niet de houder is van het energieleveringscontract: een attest van gezinssamenstelling dat is afgegeven door het gemeentebestuur van de woonplaats van de residentiële afnemer op wiens naam het formulier is opgesteld.
De distributienetbeheerder is als enige verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonlijke gegevens die in het kader van dit artikel worden overgedragen. Deze gegevens worden door de netbeheerder gewist binnen drie maanden na afloop van de termijn voor het verlenen van het statuut van conjunctureel beschermde afnemer.
Na ontvangst van de aanvraag vergezeld van de vereiste documenten is de netbeheerder verplicht aan de afnemer te leveren tegen het sociale tarief, onverminderd de technische bepalingen voor het beheer van het distributienet betreffende informatie-uitwisseling.
De distributienetbeheerder stelt de leverancier en de afnemer in kennis van de toekenning van het statuut van conjunctureel beschermde afnemer. De distributienetbeheerder stelt de leverancier in kennis van de naam en de achternaam van het betrokken huishouden. Indien de begunstigde van het statuut van conjunctureel beschermde afnemer niet de houder van het energieleveringscontract is, deelt de distributienetbeheerder de naam en de achternaam van de houder van het contract mee. De distributienetbeheerder stelt de afnemer tevens in kennis van de voorwaarden die voortvloeien uit de toekenning van het statuut van beschermde afnemer en van het feit dat hij met zijn leverancier een redelijk betalingsplan kan aangaan om zijn schuld terug te betalen. Het contract tussen de leverancier en de afnemer wordt opgeschort. De commerciële leverancier stelt de klant op de hoogte van de voorwaarden van het contract wanneer de bescherming afloopt.
§ 4. In afwijking van paragraaf 3 kan de in paragraaf 1, 2°, bedoelde afnemer, eventueel via het OCMS of een sociale dienst, een schriftelijke aanvraag indienen om het statuut van conjunctureel beschermde afnemer te verkrijgen bij de distributienetbeheerder waarop de afnemer is aangesloten vóór de ontvangst van een brief van zijn leverancier over de wanbetaling.
In afwijking van paragraaf 3, derde lid, bevat de schriftelijke aanvraag aan de distributienetbeheerder in dit geval geen wanbetalingsbrief.
§ 5. De modaliteiten voor de terugbetaling van de onbetaalde factuur(en) aan de oorspronkelijke leverancier worden vastgelegd in een redelijk betalingsplan, zoals omschreven in artikel 30bis van het besluit van de Waalse Regering van 30 maart 2066 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt en artikel 33bis van het besluit betreffende de openbare dienstverplichtingen op de gasmarkt, dat tussen de leverancier en de afnemer wordt gesloten, in voorkomend geval met ondersteuning van een sociale dienst.
In geval van toekenning van het statuut van conjunctureel beschermde afnemer wordt de wanbetalingsprocedure bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 30 maart 2066 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt en artikel 33bis van het besluit betreffende de openbare dienstverplichtingen op de gasmarkt onderbroken voor de facturen die worden uitgeschreven voordat de afnemer wordt overgedragen aan de netbeheerder.
§ 6. Binnen de perken van de begrotingskredieten is het recht om het statuut van conjunctureel beschermde afnemer aan te vragen open tot 31 augustus 2023.
§ 7. Het statuut van conjunctureel beschermde afnemer eindigt automatisch aan het einde van 12 maanden vanaf de datum van toekenning, tenzij het op verzoek van de begunstigde eerder is beëindigd.
Na deze periode van 12 maanden bedoeld in het eerste lid eindigt de opschorting van het contract en hervat het contract tussen de leverancier en de afnemer alle gevolgen ervan.
Uiterlijk drie maanden voor het einde van de in lid 1 bedoelde periode van twaalf maanden stelt de distributienetbeheerder de betrokken conjunctureel beschermde afnemer per brief in kennis van de datum waarop zijn statuut afloopt. Deze brief wordt naar de beschermde afnemer per gewone brief of per e-mail verzonden op het adres dat bij de aanvraag voor de toekenning van het statuut van conjunctureel beschermde afnemer werd meegedeeld.
Wanneer een begunstigde van het statuut van conjunctureel beschermde afnemer een contract met een commerciële leverancier ondertekent en zijn statuut vroegtijdig beëindigt, informeert de netbeheerder de afnemer over het verlies van zijn statuut van beschermde afnemer en vraagt hij bevestiging van de afnemer vóór de overdracht naar de commerciële leverancier.
§ 8. Het Waalse Gewest draagt de kosten voor de toekenning van het statuut van conjunctureel beschermde afnemer op basis van een forfaitair bedrag. Het bedrag van de tegemoetkoming wordt om de zes maanden door de CWaPE berekend en geactualiseerd en aan de distributienetbeheerders en de Administratie meegedeeld. Deze bedragen worden beschouwd als inkomsten uit de facturering van de elektriciteits- of gasleveringen aan de eigen afnemers van de distributienetbeheerder in de zin van de tariefmethodologie.
De distributienetbeheerder stelt de Administratie maandelijks in kennis van het aantal conjunctureel beschermde afnemers, enerzijds voor gas en anderzijds voor elektriciteit.
De bedragen die nodig zijn om de kosten van de regeling te dekken, worden voorgeschoten aan de distributienetbeheerders. Jaarlijks wordt een afrekening gemaakt op basis van het aantal huishoudens dat het statuut heeft genoten en het bedrag van de forfaitaire tegemoetkoming dat door de CWaPE voor de betrokken periodes is berekend. In geval van onderbenutting van de kredieten wordt het teveel betaalde bedrag door de distributienetbeheerder aan het Gewest terugbetaald.]1
----------
(1)<DWG 2022-09-22/03, art. 2, 050; Inwerkingtreding : 23-10-2022>
Art. 66/2.[1 De Regering stelt de datum van inwerkingtreding vast van het nieuwe systeem van injectiebeperkingen die worden opgelegd aan productie- en opslageenheden om de in artikel 26, §§ 2bis tot en met 2quinquies, bedoelde congestie te verlichten ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-05-05/38, art. 102, 049; Inwerkingtreding : 15-10-2022>
HOOFDSTUK XV. [1 - Bijzondere machten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-02-03/03, art. 9, 045; Inwerkingtreding : 17-02-2022>
Art.67. [1 Wanneer de Regering vaststelt dat zich een crisissituatie voordoet die een weerslag heeft op de gezondheid, de veiligheid of de financiële toestand van de residentiële afnemers of een deel van de residentiële afnemers, is zij gemachtigd om af te wijken van dit decreet teneinde het recht op energie van de betrokken residentiële afnemers te waarborgen, met inachtneming van de volgende cumulatieve voorwaarden :
1° de afwijkingen zijn van beperkte duur en duren in geen geval langer dan één jaar;
2° de afwijkingen zijn strikt gericht op het publiek dat getroffen is door de door de Regering vastgestelde crisisomstandigheden;
3° de afwijkingen zijn gerechtvaardigd en proportioneel in het licht van de door de Regering vastgestelde crisisomstandigheden.
Het ontwerpbesluit wordt besproken met de CWaPE, de distributienetbeheerders, de leveranciers, de Federatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de "Union des villes et des communes de Wallonie" (Waalse Vereniging van de steden en gemeenten), en de verenigingen die de consumenten vertegenwoordigen. De CWaPE brengt een advies uit over het ontwerpbesluit.
Elk besluit genomen ter uitvoering van dit artikel wordt geacht nooit gevolg te hebben gehad als het binnen zes maanden na de inwerkingtreding ervan niet bij een decreet is bekrachtigd.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2022-02-03/03, art. 10, 045; Inwerkingtreding : 17-02-2022>
BIJLAGE
Art. N1.[1 Bijlage 1 - Document ter staving van de hoedanigheid van beschermde afnemer in de zin van artikel 66/1
Gegevens van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of van de centrale dienst: . . . . .
Adres : . . . . .
Tel. : . . . . .
Stempel: Handtekening van de Voorzitter/Secretaris
Overeenkomstig de beslissing genomen door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de sociale dienst, bevestigt dit document dat:
De heer/Mevr. (naam en voornaam) : . . . . . . Adres : . . . . .
Heeft daadwerkelijk de hoedanigheid van beschermde afnemer overeenkomstig artikel 66/1 van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt.
Datum: . . . . .
Dit attest is geldig tot 31 augustus 2023]1
----------
(1)