Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

21 MAART 2002. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de vergunning voor de levering van elektriciteit (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-04-2002 en tekstbijwerking tot 25-07-2016)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Criteria voor de toekenning, herziening en intrekking van de vergunning.
Afdeling 1. - Vestigingscriteria.
Art. 2
Afdeling 2. - Criteria inzake betrouwbaarheid en beroepservaring.
Art. 3-7
Afdeling 3. - Criteria inzake technische en financiële middelen en organisatiekwaliteit.
Art. 8-11, 11bis
Afdeling 4. - Criteria betreffende de beheersautonomie <Ingevoegd bij BWG 2006-07-13/71, art. 9; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
Art. 11ter
HOOFDSTUK III. - Procedure voor de verlening van de vergunningen.
Art. 12-16, 16bis, 16ter, 16quater
HOOFDSTUK IIIbis. [1 - Specifieke bepalingen voor de houders van een vergunning toegekend op federaal niveau, in een ander gewest of in een andere Lidstaat van de Europese economische ruimte ]1
Art. 16quinquies
HOOFDSTUK IV. - Gegevens te verstrekken door de vergunninghouders.
Art. 17-19, 19bis, 19ter
HOOFDSTUK V. - Behoud, [1 herziening, afstand]1 en intrekking van de vergunning.
Art. 20-23, 23bis, 24-25, 25bis, 25ter
HOOFDSTUK VI. - Specifieke bepalingen voor groene leveranciers.
Art. 26-29
HOOFDSTUK VIbis. - Relaties meet de netbeheerders <Ingevoegd bij BWG 2006-07-13/71, art. 22; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
Art. 29bis
HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 30-31, 31bis, 32



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2006202815  2008200285  2015201562  2016203870 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "decreet" : het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;
  2° ("vergunning" : soortnaam die verwijst naar een algemene of een beperkte vergunning bedoeld in artikel 30 van bovenvermeld decreet en vereist voor elke leverancier van elektriciteit aan [1 eind]1 afnemers;) <BWG 2006-07-13/71, art. 1, 1°, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  (3° "algemene vergunning" : onbeperkte vergunning vereist voor elke leverancier van elektriciteit aan [1 eind]1 afnemers;
  4° ("beperkte vergunning" : soortnaam die verwijst naar een vergunning beperkt tot een maximaal vermogen, een vergunning beperkt tot welbepaalde afnemers en een beperkte vergunning om in eigen verbruik te voorzien;) <BWG 2007-12-20/93, art. 25, 1°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
  5° "vergunning beperkt tot een maximaal vermogen" : vergunning vereist voor elke elektriciteitsleverancier van wie de op jaarbasis berekende som van de door zijn afnemers bij hem ingetekende vermogens kleiner is dan 10 MW;
  6° "vergunning beperkt tot welbepaalde afnemers" : vergunning vereist voor elke leverancier van elektriciteit aan welbepaalde eindafnemers, eventueel verspreid over het grondgebied van het Waalse Gewest, maar bij naam geïdentificeerd; Het maximumaantal eindafnemers wordt in dit geval tot tien beperkt.) <BWG 2006-07-13/71, art. 1, 2°, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  (7° "beperkte vergunning om in eigen verbruik te voorzien" : de vergunning waarover de volgende personen moeten beschikken :
  - elke zelfproducent die gebruik maakt van het vervoersnet, het plaatselijke vervoersnet en/of distributienet om zijn andere in het Waalse Gewest gelegen zetels of bedrijven van elektriciteit te voorzien;
  - elke eindafnemer die gebruik maakt van het vervoersnet, het plaatselijke vervoersnet en/of het distributienet om zichzelf van elektriciteit te voorzien en daartoe elektriciteit koopt bij een beurs of bij een verkoper die niet beschikt over een vergunning tot levering in het Waalse Gewest, tenzij die eindafnemer een geschreven overeenkomst heeft gesloten met een leverancier die houder is van een vergunning tot levering in het Waalse Gewest, waarbij laatstgenoemde zich ertoe verbindt die elektriciteit te behandelen alsof ze in zijn eigen leveringen opgenomen was t.o.v. van de verplichtingen die hem zijn opgelegd bij of krachtens het decreet of de desbetreffende uitvoeringsbesluiten.) <BWG 2007-12-20/93, art. 25, 2°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
  De bepalingen bedoeld in artikel 2 van het decreet zijn toepasselijk in de zin van dit besluit.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

HOOFDSTUK II. - Criteria voor de toekenning, herziening en intrekking van de vergunning.
Afdeling 1. - Vestigingscriteria.
Art.2. Elke elektriciteitsleverancier heeft, zowel bij de aanvraag als bij de verlening van de vergunning, zijn woonplaats of effectieve verblijfplaats in België of in een andere lidstaat van de Europese economische ruimte.
  Als de leverancier een bedrijf is, moet het opgericht zijn overeenkomstig de Belgische wetgeving of overeenkomstig die van de een lidstaat bedoeld in het vorige lid en in België of in één van de lidstaten beschikken over een centraal bestuur, een hoofdinstelling of een maatschappelijke zetel waarvan de activiteit effectief en voortdurend verband houdt met de Belgische economie of met die van één van de lidstaten.

Afdeling 2. - Criteria inzake betrouwbaarheid en beroepservaring.
Art.3. Elke elektriciteitsleverancier voldoet, zowel bij de aanvraag als bij de verlening van de vergunning, aan de criteria die in deze afdeling vastliggen.

Art.4.De aanvraag wordt niet in aanmerking genomen als de leverancier zijn activiteiten heeft opgeschort of gestaakt, failliet is verklaard, het voorwerp is van een vereffeningsprocedure, van een faillissement of een [1 gerechtelijke reorganisatie]1 of van een gelijkaardige procedure bepaald bij een buitenlandse wetgeving of regelgeving.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.5.De aanvraag wordt verworpen als de leverancier :
  1° persoonlijk of één van zijn bestuurders of een lid van het directiecomité, bij een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, vijf jaar vóór de aanvraag veroordeeld werd voor een overtreding (die de betrouwbaarheid van de aanvrager aantast); <BWG 2006-07-13/71, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  2° [1 Persoonlijk of één van zijn bestuurders of een lid van het directiecomité]1 een ernstige fout heeft begaan bij de uitoefening van zijn beroep;
  3° niet voldaan heeft aan de verplichtingen betreffende de betaling van de sociale zekerheidsbijdragen opgelegd bij de Belgische of buitenlandse wetgeving;
  4° niet voldaan heeft aan de verplichtingen betreffende de betaling van belastingen opgelegd bij de Belgische of buitenlandse wetgeving;
  5° zich schuldig maakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van gegevens krachtens het decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.6.Het bewijs dat de aanvrager niet in één van de in de artikelen 4 en 5 bedoelde gevallen verkeert kan o.a. aan de hand van de volgende stukken geleverd worden :
  1° voor de gevallen bedoeld in artikel 4 : een attest [1 van minder dan drie maanden op de dag van de indiening van de aanvraag,]1 van een gerechtelijke of administratieve instantie;
  2° [1 voor de gevallen bedoeld in artikel 5, 1°: een uittreksel uit het strafregister of een document erkend als gelijkwaardig door de "CWaPE", gedateerd van minder dan drie maanden op de dag van de indiening van de aanvraag, afgegeven door de gerechtelijke of administratieve overheid waaruit blijkt dat aan de voorgeschreven eis wordt voldaan;]1
  3° voor de gevallen bedoeld in artikel 5, 3° en 4°, : een attest [1 gedateerd van minder dan drie maanden op de dag van de indiening van de aanvraag,]1 van de bevoegde overheid;
  4° voor de gevallen bedoeld in artikel 5, 2° en 5° : een verklaring op erewoord.
  Als één van bovenbedoelde stukken of attesten niet verkrijgbaar is in het betrokken land, mag het vervangen worden door een verklaring onder eed of een plechtige verklaring door betrokkene voor een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van het land van oorsprong of herkomst.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.7.§ 1. De beroepservaring kan bewezen worden aan de hand van elk stuk [1 ...]1 waaruit blijkt dat hij de drie voorafgaande jaren actief is geweest als elektriciteitsleverancier (of, bij gebreke daarvan, als elektriciteitsvervoerder of gasleverancier). <BWG 2006-07-13/71, art. 3, 1°, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  (Die stukken vermelden o.a. de jaarlijks geleverde hoeveelheid elektriciteit of, bij gebreke daarvan, de hoeveelheid gas, alsook de overeenkomsten gesloten met producenten of tussenpersonen.) <BWG 2006-07-13/71, art. 3, 2°, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  § 2. [1 ...]1
  § 3. (De aanvrager voegt bij zijn aanvraag een lijst met de voornaamste activiteiten die hij drie jaar vóór de indiening van de aanvraag heeft uitgeoefend.) <BWG 2006-07-13/71, art. 3, 3°, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  (§ 4. (De aanvrager van een vergunning beperkt tot een maximaal vermogen of tot welbepaalde afnemers) moet alleen de in § 3 bedoelde activiteitenlijst overleggen als bewijs van zijn beroepservaring. <BWG 2007-12-20/93, art. 26, 1°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
  De "CWaPE" kan eisen dat de aanvrager het bewijs levert van de beroepservaring bedoeld in de §§ 1 en 2 indien ze zulks nodig acht aan het licht van zijn toestand.) <BWG 2006-07-13/71, art. 3, 4°, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  (§ 5. De aanvrager van een beperkte vergunning met het oog op zijn eigen bevoorrading hoeft zijn beroepservaring niet te bewijzen, behalve gemotiveerd verzoek van de CWaPE. [1 ...]1) <BWG 2007-12-20/93, art. 26, 2°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Afdeling 3. - Criteria inzake technische en financiële middelen en organisatiekwaliteit.
Art.8. <BWG 2006-07-13/71, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006> Elke elektriciteitsleverancier beschikt, zowel bij de indiening van de aanvraag als bij de afgifte van de vergunning, over technische en financiële middelen, alsook over voldoende kwaliteitsvolle organisatie voor het uitoefenen van de activiteiten waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft.

Art.9. De technische capaciteiten worden o.a. op grond van de volgende stukken aangetoond :
  1° een lijst met de wetenschappelijke kennis en beroepskwalificaties van de personeelsleden van het bedrijf, meer bepaald van degenen die instaan voor elektriciteitslevering;
  2° een aangifte waarin gewag wordt gemaakt van de personeelsformatie en, in voorkomend geval, van het gemiddeld jaarlijkse tewerkstellingspercentage voor de drie afgelopen jaren;
  3° een beschrijving van de technische middelen voorzien voor de levering van elektriciteit.
  (4° de middelen die ingezet worden om te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de technische reglementen, met name die betreffende de procedures inzake informatie-uitwisseling tussen de marktactoren.) <BWG 2006-07-13/71, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>

Art.10.[1 De financiële middelen worden o.a. aan de hand van de jaarrekeningen van de drie laatste boekjaren aangetoond of, bij gebreke daarvan, met behulp van:
   1° het financieel plan;
   2° bankverklaringen die het bedrag van de financiële tegoeden vermelden.]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.11.De organisatiekwaliteit wordt aangetoond op grond van een organisatieschema waarin de verschillende diensten en sectoren worden omschreven, met voor elk van hen het aantal aangestelde personeelsleden en hun kwalificatie.
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art. 11bis.<Ingevoegd bij BWG 2006-07-13/71, art. 8; Inwerkingtreding : 16-09-2006> (§ 1.) <BWG 2007-12-20/93, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008> ([1 Behalve gemotiveerd verzoek van de "CWaPE, ]1 de aanvrager van een vergunning beperkt tot een maximaal vermogen of tot welbepaalde afnemers) is niet verplicht de bewijsstukken bedoeld in artikel 9, 2°, en in artikel 11 over te leggen. <BWG 2007-12-20/93, art. 27, 1°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
  [1 ...]1
  § 2. [1 . De aanvrager van een beperkte vergunning met het oog op zijn eigen bevoorrading verstrekt niet de bewijsstukken bedoeld in de artikelen 9, 10 en 11, behalve op gemotiveerd verzoek van de CWaPE.]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Afdeling 4. - Criteria betreffende de beheersautonomie
Art. 11ter.<Ingevoegd bij BWG 2006-07-13/71, art. 9; Inwerkingtreding : 16-09-2006> Minstens de helft van de leden van de bestuursorganen en, in voorkomend geval, van de directieorganen van de leverancier zijn onafhankelijk van de netbeheerders [1 die actief zijn in België]1.
  In de zin van het vorige lid wordt verstaan onder zelfstandige persoon elke persoon die :
  a) geen al dan niet bezoldigde functie of activiteit uitoefent in dienst van een netbeheerder en dergelijke functie of activiteit niet uitgeoefend heeft in de loop van de twaalf maanden vóór zijn benoeming in dienst van de leverancier;
  b) niet in aanmerking komt voor een materieel voordeel toegekend door een netbeheerder of een gebonden of aangesloten bedrijf dat volgens de "CWaPE" zijn oordeel kan beïnvloeden.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 9, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

HOOFDSTUK III. - Procedure voor de verlening van de vergunningen.
Art.12.[1 § 1. De aanvraag om verlening van een vergunning wordt bij aangetekend schrijven ingediend of tegen ontvangstbewijs afgegeven op de zetel van de "CWaPE".
   De aanvrager voegt bij de aanvraag alle documenten die bewijzen of bevestigen dat hij voldoet aan de toekenningscriteria. De aanvraag integreert bovendien een omschrijving van het bedoelde marktsegment, professioneel en residentieel, alsook een verwijzing naar de datum waarop de aanvrager overweegt om zijn leveringsactiviteit actief te starten.
   § 2. Als de aanvrager wenst om gelijktijdig een aanvraag om verlening van een gasvergunning in te dienen overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 16 oktober 2003 betreffende de vergunning voor gaslevering, kan hij een gezamenlijke aanvraag indienen voor de vergunning voor de levering van elektriciteit en voor de vergunning voor gaslevering. Behoudens andersluidend advies van de "CWaPE", zijn de bewijsstukken betreffende de criteria m.b.t. de lokalisatie, de eerbaarheid, de beroepservaring, de financiële capaciteit en de kwaliteit van de organisatie, geacht gemeenschappelijk te zijn voor de twee vergunningen die het voorwerp uitmaken van zijn gezamenlijke aanvraag.]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.13.
  <Opgeheven bij BWG 2015-03-19/05, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 06-04-2015>

Art.14.<BWG 2006-07-13/71, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006> Bij ontvangst van de aanvraag gaat de "CWaPE" na of ze beschikt over alle stukken die ze nodig heeft om de aanvraag te behandelen.
  Is dat wel het geval, dan stuurt zij binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag een bericht van ontvangst naar de aanvrager om te bevestigen dat de aanvraag volledig is [1 ...]1.
  Indien ze vaststelt dat het aanvraagdossier onvolledig is, informeert ze de aanvrager bij aangetekend schrijven binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag.
  Ze wijst op de ontbrekende stukken en legt een redelijke termijn vast waarbinnen betrokkene verzocht wordt zijn aanvraag aan te vullen, op straffe van verval.
  Als de "CWaPE" de aanvraag volledig acht, stuurt ze een bericht van ontvangst van de aanvraag naar de aanvrager om te bevestigen dat de aanvraag volledig is [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BWG 2015-03-19/05, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 06-04-2015>

Art.15.De [1 " CWaPE "]1 verifieert aan de hand van elk stuk waarover ze beschikt of de aanvrager voldoet aan de criteria bedoeld in hoofdstuk II en of hij kan voldoen aan de openbare dienstverplichtingen bedoeld in [2 artikel 34bis van het decreet]2 of van de uitvoeringsbesluiten ervan.
  Indien ze vaststelt dat de aanvrager niet voldoet aan één of meer criteria, informeert ze hem (bij gewone post) binnen een maand na ontvangst van de aanvraag of, in voorkomend geval, [2 na het bericht van ontvangst bedoeld in artikel 14 waarbij het volledig karakter van de aanvraag wordt bevestigd.]2 <BWG 2006-07-13/71, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  Ze geeft aan waarom ze acht dat de criteria niet vervuld zijn en geeft de aanvrager hoogstens een maand tijd om zijn opmerkingen, verantwoordingen of elk ander bijkomend gegeven (bij gewone post) in te dienen. Als betrokken dat verzoek niet inwilligt, wordt zijn aanvraag niet behandeld. <BWG 2006-07-13/71, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006> De [1 " CWaPE "]1 moet elke aanvrager horen die daarom verzoekt.
  ----------
  (1)<BWG 2015-03-19/05, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 06-04-2015>
  (2)<BWG 2016-07-07/07, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.16.([2 Binnen één maand]2 na ontvangst van het bericht van ontvangst van de aanvraag waarbij bevestigd wordt dat de aanvraag volledig is [1 of desgevallend een maand, met ingang op de datum van ontvangst van de aanvullende gegevens verkregen overeenkomstig artikel 15, derde lid]1, [1 geeft de "CWaPE" de aanvrager en de administratie kennis van haar beslissing tot toekenning of weigering van de vergunning]1;) <BWG 2006-07-13/71, art. 12, 1°, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  [1 ...]1
  [1 De "CWaPE" maakt een uittreksel van haar beslissing tot toekenning van de vergunning bekend op haar internetsite.]1
  [1 Als de "CWaPE" niet beslist binnen drie maanden, te rekenen van de datum van bericht van ontvangst waarbij bevestigd wordt dat de aanvraag volledig is, kan de aanvrager haar een aangetekende herinneringsbrief toesturen waarbij de ze een bijkomende termijn van drie weken krijgt om haar beslissing mee te delen.]1
  ----------
  (1)<BWG 2015-03-19/05, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 06-04-2015>
  (2)<BWG 2016-07-07/07, art. 12, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art. 16bis. [1 De "CWaPE" kan een model van dossier van vergunningsaanvraag opmaken en opleggen dat door de aanvrager van een leveringsvergunning moet worden nageleefd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2016-07-07/07, art. 13, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>


Art. 16ter. [1 In. afwijking van Hoofdstuk II, zijn voor de houders van een vergunning voor gaslevering toegekend overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 16 oktober 2003 betreffende de vergunning voor gaslevering, de toekenningscriteria van de vergunning betreffende de lokalisatie, de eerbaarheid, de beroepservaring, de financiële capaciteit en de kwaliteit van de organisatie geacht voldaan te zijn.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2016-07-07/07, art. 13, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>


Art. 16quater. [1 § 1. Indien de aanvrager van plan is zich door een gespecialiseerde vennootschap te laten bijstaan in zijn leveringsactiviteit, onder meer om zijn eigen technische en beroepscapaciteiten te steunen, bezorgt hij de CWaPE het attest van het bestaan van de overeenkomst die met die gespecialiseerde vennootschap is gesloten, of, bij gebrek een intentieverklaring ondertekend door beide partijen. De CWaPE kan vragen dat de bewijsstukken bedoeld in de artikelen 7, 9 en 11 haar worden vermeld in hoofde van deze gespecialiseerde vennootschap. De CWaPE beoordeelt deze bewijsstukken rekening houdend met de aard van de steun geleverd door deze gespecialiseerde vennootschap.
   § 2. Indien de CWaPE het nuttig acht meer bepaald met betrekking tot de bijzondere technische, professionele of financiële capaciteiten van de aanvrager, kan zij een patronaatsverklaring eisen, waarvan zij het model kan opleggen, afkomstig van een vennootschap verbonden met de aanvrager.
   § 3. Indien de CWaPE het nodig acht t.a.v. de toestand van de aanvrager kan zij de aanvrager verplichten tot het leveren van andere bewijsgegevens die door de CWaPE erkend zijn als bewijzen die gelijkstaan met de bewijzen omschreven in Hoofdstuk II.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2016-07-07/07, art. 13, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>


HOOFDSTUK IIIbis. [1 - Specifieke bepalingen voor de houders van een vergunning toegekend op federaal niveau, in een ander gewest of in een andere Lidstaat van de Europese economische ruimte ]1   ----------   (1)
Art. 16quinquies. [1 In afwijking van Hoofdstuk II, worden de toekenningscriteria van de vergunning betreffende de eerbaarheid, de beroepservaring, de financiële capaciteit en de kwaliteit van de organisatie voor de houders van een vergunning toegekend in een ander gewest of in een andere lidstaat van de Europese economische ruimte geacht voldaan te zijn.
   De aanvrager voegt bij de aanvraag bedoeld in artikel 12 een afschrift van de vergunning toegekend op federaal niveau, in een ander gewest of in een andere Lidstaat van de Europese economische ruimte, alsook een verklaring op erewoord ter bevestiging van de geldigheid van deze vergunning en die de geldigheidsduur van deze vergunning vermeldt. De CWaPE kan een model van verklaring op erewoord opmaken en opleggen.
   De aanvrager toont aan dat de vergunning toegekend op federaal niveau, in een ander Gewest of in een andere Lidstaat van de Europese economische ruimte waarvan hij houder is, een draagwijdte heeft die gelijk is aan de categorie, in de zin van artikel 30, § 3, van het decreet, van de vergunning die het voorwerp uitmaakt van de aanvraag.
   In afwijking van het eerste lid, kan de aanvrager verplicht worden tot het leveren van de bewijsstukken ter bevestiging van de naleving van één of meerdere toekenningcriteria van de vergunning bedoeld in artikel 2 tot 11ter als de CWaPE dit nodig acht t.a.v. de toestand van de aanvrager. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2016-07-07/07, art. 14, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>


HOOFDSTUK IV. - Gegevens te verstrekken door de vergunninghouders.
Art.17.<BWG 2006-07-13/71, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006> Elke vergunninghouder bezorgt de "CWaPE" jaarlijks vóór [1 30 juni]1 bij gewone post een uitvoerig verslag waarin hij aangeeft hoe hij voldaan heeft aan de criteria en verplichtingen bepaald bij of krachtens het decreet. De "CWaPE" kan voor dit verslag een model opmaken en opleggen. [1 Het uitvoerig verslag bevat minstens het jaarlijks activiteitenverslag wanneer deze beschikbaar is en de jaarrekeningen van de houder die overeenkomen met het boekjaar voorafgaand aan het boekjaar van de datum van het overmaken van het verslag.]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 15, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.18.Elke vergunninghouder informeert de [1 " CWaPE "]1 uiterlijk binnen vijftien dagen (bij gewone post) over elke statuutwijziging en bezorgt haar een uittreksel uit de notulen van de vergadering van het orgaan dat tot de wijziging heeft besloten, alsook over elke andere wijziging die gevolgen kan hebben voor de inachtneming van de criteria en verplichtingen bepaald bij of krachtens het decreet. <BWG 2006-07-13/71, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  ----------
  (1)<BWG 2015-03-19/05, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 06-04-2015>

Art.19.Elke vergunninghouder informeert de [1 " CWaPE "]1 uiterlijk binnen vijftien dagen (bij gewone post) over elke controlewijziging en elke [2 fusie, splitsing, of overdracht van activiteitensector]2 die hem betreft. <BWG 2006-07-13/71, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  ----------
  (1)<BWG 2015-03-19/05, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 06-04-2015>
  (2)<BWG 2016-07-07/07, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art. 19bis. <Ingevoegd bij BWG 2006-07-13/71, art. 16; Inwerkingtreding : 16-09-2006> De houders van een vergunning beperkt tot welbepaalde afnemers bezorgen de "CWaPE" jaarlijks vóór 31 januari de identiteit van de afnemers voor wie een vergunning wordt toegekend en vermelden hun banden met hen in de zin van artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen.

Art. 19ter. <Ingevoegd bij BWG 2006-07-13/71, art. 17; Inwerkingtreding : 16-09-2006> De houders van een vergunning beperkt tot een maximaal vermogen informeren de "CWaPE" schriftelijk zodra 90 % van de maximale vermogensdrempel waarvoor de vergunning werd toegekend, is bereikt.

HOOFDSTUK V. - Behoud, [1 herziening, afstand]1 en intrekking van de vergunning.   ----------   (1)
Art.20.Een vergunning kan ingetrokken [1 nadat is vastgesteld dat de houder zich niet houdt]1 aan de bij of krachtens het decreet bepaalde criteria of verplichtingen.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 18, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.21.[1 § 1. De vergunningshouders die wenst af te zien van zijn vergunning dient zijn aanvraag in bij de CWaPE bij aangetekend schrijven en mits een vooropzeg van minstens vier maanden. De aanvraag vermeldt nauwkeurig de manier waarop aan de verplichtingen bedoeld in paragraaf 2 zal worden voldaan.
   § 2. De opzegging is onderworpen aan de overdracht van de afnemers aan één of meer andere leveranciers van elektriciteit die houder zijn van een vergunning in het Waalse Gewest, en aan de voorafgaande kennisgeving aan elke afnemer van de identiteit en het adres van de nieuwe leverancier. De leverancier verkrijger van de afnemers geeft de afnemers dertig dagen vóór de datum van hun overdracht kennis van zijn leveringsvoorwaarden.
   Bij gebrek aan een behoorlijk getekende overeenkomst met de leverancier verkrijger van de afnemers, bedraagt de opzegtermijn die de leverancier verkrijger van de afnemers aan de klant oplegt om van leverancier te veranderen één maand.
   § 3. De CWaPE deelt haar beslissing bij aangetekend schrijven mee binnen een termijn van twee maanden, met ingang op de datum van ontvangst van de aanvraag, en maakt een uittreksel bekend op haar internetsite. Ze deelt haar beslissing mee aan de administratie. ]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 19, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.22.Als de [1 " CWaPE "]1 vaststelt dat een vergunninghouder niet meer voldoet aan één van de verleningscriteria of de bij of krachtens het decreet bepaalde verplichtingen niet nakomt, verwittigt ze hem bij een aangetekend schrijven waarin ze de motieven aangeeft.
  Ze bepaalt ook een termijn van hoogstens één maand, waarin de houder verzocht wordt zijn opmerkingen over te maken of maatregelen te nemen om aan bedoelde voorwaarden en verplichtingen te voldoen. [1 " CWaPE "]1 moet de houder horen als hij daarom verzoekt.
  [2 Desgevallend deelt de "CWaPE" haar beslissing tot intrekking van de vergunning mee aan de houder van de vergunning binnen een termijn van een maand, met ingang op de datum waarop de in het vorige lid bedoelde termijn verstrijkt, en geeft ze de administratie kennis hiervan.]2
  ----------
  (1)<BWG 2015-03-19/05, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 06-04-2015>
  (2)<BWG 2015-03-19/05, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 06-04-2015>

Art.23.§ 1. (In de gevallen bedoeld in de artikelen 18 of 19 vraagt de vergunninghouder de "CWaPE" om het behoud [3 ...]3 van de vergunning. Bij gebreke daarvan is de in artikel 22 bedoelde intrekkingsprocedure van toepassing.) <BWG 2006-07-13/71, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  § 2. De leveringsvergunning kan worden behouden indien de in hoofdstuk II bedoelde voorwaarden vervuld zijn [3 ...]3.
  [3 ...]3
  Indien de houder niet meer voldoet aan de voorwaarden van hoofdstuk II, wordt de in artikel 22 bedoelde intrekkingsprocedure door de [1 " CWaPE "]1 opgestart.
  § 3. [2 De "CWAPE" deelt haar beslissing binnen hoogstens [3 twee maanden]3 na ontvangst van de in § 1 bedoelde aanvraag bij aangetekend schrijven mee i.v.m.. Ze deelt haar beslissing mee aan de administratie.]2 De [1 " CWaPE "]1 moet de houder horen als hij daarom verzoekt.
  ----------
  (1)<BWG 2015-03-19/05, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 06-04-2015>
  (2)<BWG 2015-03-19/05, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 06-04-2015>
  (3)<BWG 2016-07-07/07, art. 20, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art. 23bis. [1 Wanneer de houder van een leveringsvergunning het type van zijn vergunning wenst te veranderen, richt hij een aanvraag tot herziening van de vergunning aan de CWaPE bij aangetekende brief of met overhandiging tegen ontvangstbewijs.
   De CWaPE onderzoekt de aanvraag tot herziening van de vergunning volgens de procedure bepaald in Hoofdstuk III.
   In afwijking van Hoofdstuk II, kan de CWaPE de aanvrager vrijstellen van het verstrekken van de bewijsstukken die reeds werden verstrekt tijdens de toekenningsprocedure van de oorspronkelijke vergunning of in het kader van het uitvoerig verslag bedoeld in artikel 17. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2016-07-07/07, art. 21, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>


Art.24.[1 De in de artikelen 21 tot 23bis bedoelde beslissingen tot intrekking, herziening of behoud van een vergunning die volgt op een verandering van naam of adres van zijn houder, worden bij uittreksel bekendgemaakt op de website van de CWaPE.]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 22, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.25.<BWG 2007-12-20/93, art. 28, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008> Indien beslist wordt de vergunning in te trekken, moet de houder [1 , in voorkomend geval, in het kader van een lopende wettelijk procedure,]1 zijn afnemers overdragen aan één of meer andere elektriciteitsleveranciers die over een vergunning beschikken en vooraf elke afnemer binnen dertig dagen na de beslissing tot intrekking kennis geven van de identiteit en het adres van de nieuwe leverancier. Dertig dagen vóór de overdrachtdatum geeft de nieuwe leverancier de afnemers kennis van zijn leveringsvoorwaarden.
  Bij gebrek aan overeenkomst behoorlijk gesloten met de [1 leverancier verkrijger van de afnemers]1 krijgt de afnemer één maand vooropzegging van de aangewezen leverancier om van leverancier te veranderen.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 23, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art. 25bis.
  <Opgeheven bij BWG 2016-07-07/07, art. 24, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art. 25ter.
  <Opgeheven bij BWG 2016-07-07/07, art. 25, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

HOOFDSTUK VI. - Specifieke bepalingen voor groene leveranciers.
Art.26. De leverancier die als groene leverancier erkend wil worden, maakt daarop attent in de aanvraag bedoeld in artikel 12.
  De hoedanigheid van groene leverancier wordt eventueel nader bepaald in de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad bedoeld in artikel 16, derde lid.
  De lijst van de groene leveranciers wordt ook op de website van de "CWAPE" bekendgemaakt.

Art.27. De groene leveranciers bezorgen de "CWAPE" jaarlijks uiterlijk 31 januari de volledige lijst van hun leveringen van het afgelopen jaar aan de klanten die in het Waalse Gewest gevestigd zijn en op de plaatselijke transmissienetten en distributienetten aangesloten zijn.
  Ze bezorgen haar bovendien de facturen die het afgelopen jaar aan de producenten van groene elektriciteit zijn betaald.
  Wanneer de buiten het Waalse Gewest geproduceerde groene elektriciteit meegerekend kan worden opgenomen, bepaalt de Minister de bijkomende gegevens die de groene leverancier aan de "CWAPE" moet verstrekken.

Art.28. De "CWAPE" verifieert aan de hand van de in het vorige artikel bedoelde stukken of betrokken leverancier minstens 50 % van de elektriciteit heeft gekocht die geleverd wordt aan in het Waalse Gewest gevestigde klanten die aangesloten zijn op een spanningsniveau van maximum 70 kV, aan in het Waalse Gewest gevestigde producenten van groene elektriciteit en, in voorkomend geval, aan buiten het Waalse Gewest gevestigde producenten van groene elektriciteit.
  De "CWAPE" kan om iedere bijkomende informatie verzoeken.

Art.29. Indien een leverancier niet meer als "groene leverancier" beschouwd wenst te worden of indien de "CWAPE" vaststelt dat hij niet aan de criteria voldoet om als dusdanig erkend te worden, laat ze een bericht in het Belgisch Staatsblad bekendmaken en past ze de in artikel 26, § 3, bedoelde lijst aan.

HOOFDSTUK VIbis. - Relaties meet de netbeheerders
Art. 29bis. <Ingevoegd bij BWG 2006-07-13/71, art. 22; Inwerkingtreding : 16-09-2006> De beheerders van plaatselijke transmissie- en distributienetten mogen de eindafnemers die beroep doen op een leverancier met een beperkte vergunning niet discriminerend behandelen t.o.v. de overige afnemers.

HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.30.
  <Opgeheven bij BWG 2016-07-07/07, art. 26, 005; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.31. De artikelen 30 en 31 van het decreet en dit besluit treden in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.

Art. 31bis. <Ingevoegd bij BWG 2006-07-13/71, art. 24; Inwerkingtreding : 16-09-2006> De artikelen 26 tot 29 worden opgeheven op 1 januari 2007.

Art. 32. De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.