Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

24 MEI 2004. - Ministerieel besluit tot bepaling van de procedure en de modaliteiten voor de indiening van de aanvraag tot productiesteun en voor de toekenning hiervan (VERTALING).



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Invoering van de aanvraag.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Modaliteiten voor steunverlening.
Art. 4-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving.
Artikel 1. In de zin van dit besluit wordt verstaan :
  1° aanvrager : producent van groene elektriciteit geproduceerd vanaf hernieuwbare energiebronnen of promotor van een installatieproject inzake de productie van groene elektriciteit die vanaf hernieuwbare energiebronnen geproduceerd wordt;
  2° besluit : besluit van de Waalse Regering van 6 november 2003 betreffende de productiesteun toegekend voor groene elektriciteit en tot wijziging van het besluit 4 juli 2002 tot bevordering van de milieuvriendelijke elektriciteit;
  3° administratie : het Directoraat-generaal Technologieën, Onderzoek en Energie, afdeling Energie.
  De bepalingen van artikel 2 van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt en van artikel 1 van het besluit van 4 juli 2002 tot bevordering van de milieuvriendelijke elektriciteit zijn toepasselijk overeenkomstig dit besluit.

HOOFDSTUK II. - Invoering van de aanvraag.
Art.2. § 1. Om in aanmerking te komen voor de productiesteun bedoeld in artikel 40 van het decreet dient de aanvrager zijn dossier in twee exemplaren in bij de administratie en laat hij zijn aanvraag vergezeld gaan van :
  1° een afschrift van alle bewijsstukken van de globale kost van de investeringen betreffende de productie-installatie;
  2° een afschrift van alle stukken betreffende de steun verkregen voor de verwezenlijking van de installatie, meer bepaald investeringssteun;
  3° een financiële analyse ter bepaling van de productiekost van groene elektriciteit;
  4° een afschrift van de oorspronkelijke garantie bedoeld in artikel 6 van het besluit van 4 juli 2002 tot bevordering van de milieuvriendelijke elektriciteit;
  5° een verklaring op erewoord als bewijs dat de verstrekte gegevens volledig alsook waar en oprecht verklaard zijn.
  § 2. Als de aanvraag ingediend wordt terwijl de installatie nog niet in dienst gesteld is, laat de aanvrager ze in afwijking van § 1 vergezeld gaan van een projectie van de gegevens betreffende de stukken bedoeld in 1° tot 4°, alsook van een planning van de investering en van de vermoedelijke datum van indienststelling van de installatie.

Art.3. § 1. De administratie neemt contact op met de aanvrager binnen tien werkdagen na ontvangst van de aanvraag.
  Als het dossier volledig is en na de aanvrager te hebben gehoord, verzoekt de administratie de CWaPE om advies binnen dertig werkdagen na ontvangst van de aanvraag.
  Als het dossier onvolledig is, verzoekt de administratie de aanvrager om overlegging van de vereiste stukken. Als het dossier volledig is en na de aanvrager te hebben gehoord, verzoekt de administratie de CWaPE om advies binnen dertig werkdagen na ontvangst van de ontbrekende stukken.
  § 2. De Minister sluit de overeenkomst binnen dertig dagen na ontvangst van het advies van de CWaPE.
  § 3. Als de aanvraag overeenkomstig artikel 2, § 2, ingediend wordt, wordt de overeenkomst gesloten onder voorwaarden tot opschorting van :
  - de indienststelling van de installatie binnen 24 maanden na de datum van ondertekening van de overeenkomst;
  - de bevestiging van de bepalingen van de overeenkomst ingevolge de procedure voortvloeiend uit de indiening bij de administratie van het in artikel 2, § 2, bedoelde dossier binnen hoogstens twee maanden na de indienststelling van de installatie.
  Als één van de voorwaarden bedoeld in het vorige lid niet vervuld is binnen de voorgeschreven termijn, wordt de overeenkomt geacht nooit te hebben bestaan.

HOOFDSTUK III. - Modaliteiten voor steunverlening.
Art.4. Zolang de overeenkomst bedoeld in artikel 3 van kracht is, geeft de aanvrager, wanneer hij telgegevens overlegt om groene certificaten te verkrijgen, de CWaPE kennis van zijn beslissing productiesteun te genieten voor bedoelde groene certificaten. De CWaPE bepaalt de modaliteiten voor de kennisgeving.
  Bij gebrek aan kennisgeving kunnen bedoelde groene certificaten niet in aanmerking komen voor productiesteun.

Art.5. Als de CWaPE de in artikel 4, eerste lid, bedoelde groene certificaten toekent, geeft ze de administratie kennis van het verzoek om productiesteun en geeft ze haar de groene certificaten in ruil waarvoor de aanvrager om de toekenning van productiesteun verzoekt.

Art.6. De Minister geeft de aanvrager binnen vijftien werkdagen kennis van het steunbedrag dat hem overeenkomstig de bepalingen van de gesloten overeenkomst gestort zal worden.

Art.7. Het steunbedrag wordt binnen tien dagen na de kennisgeving betaald.

Art. 8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
  Namen, 24 mei 2004.
  J. DARAS.