Details





Titel:

30 MAART 2006. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt. (Vertaling). (NOTA : artikelen gewijzigd in de toekomst door BWG2019-05-02/88, art. 1-4, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2021)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-04-2006 en tekstbijwerking tot 21-10-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2, 2bis
HOOFDSTUK II. - Openbare dienstverplichtingen voor leveranciers.
Afdeling 1. - Regelmaat, kwaliteit en facturering van de leveringen.
Art. 3, 3bis, 4-6, 6bis, 7, 7bis, 7ter, 8, 8bis, 9-10, 10bis
Afdeling 2. - Voorlichting en bewustmaking inzake rationeel energiegebruik en hernieuwbare energieën.
Art. 11-14
Afdeling 3. - [1 Industriële levering van meer dan 20 GWu per jaar en autoproductie van groene elektriciteit]1
Art. 14bis
HOOFDSTUK III. - Openbare dienstverplichtingen van de netbeheerders.
Afdeling 1. - Veiligheid, regelmaat en kwaliteit van de levering.
Art. 15-16, 16bis, 16ter, 17-21, 21bis, 22, 22bis
Afdeling 2. - Milieubescherming.
Art. 23-24, 24bis, 24ter, 24quater, 24quinquies, 24sexies, 24septies, 24octies, 24octies/1, 24nonies
Afdeling 3. - Inzameling van gegevens.
Art. 25
Afdeling 4. - Informatie en bewustmaking inzake rationeel energiegebruik en hernieuwbare energieën. <ingevoegd bij BWG 2006-12-06/36, art. 16; Inwerkingtreding : 20-12-2006>
Art. 25bis
HOOFDSTUK IV. - Openbare dienstverplichtingen van sociale aard.
Afdeling 1. - Levering aan beschermde afnemers.
Art. 26-28
Afdeling 2. - Procedure van toepassing op residentiële afnemers bij wanbetaling.
Art. 29-30, 30bis, 30ter, 30quater, 30quinquies, 30sexies
Afdeling 3. - Wanbetaling van een residentiële afnemer [1 ...]1.
Art. 31, 31bis, 32-35, 35bis, 36-37
Afdeling 3bis. - Tijdelijke levering tijdens de winterperiode aan de [1 ...]1 residentiële afnemer van wie het contract werd opgezegd of verstrijkt tijdens diezelfde periode. <ingevoegd bij BWG 2008-02-28/35, art. 21; Inwerkingtreding : 15-06-2008>
Art. 37bis, 37bis/1
Afdeling 3ter. [1 - Betwisting bij de Gewestelijke Bemiddelingsdienst.]1
Art. 37ter
Afdeling 4. - Minimumlevering gewaarborgd aan de beschermde afnemers.
Onderafdeling 1. - Gewaarborgde minimumlevering en recurrente wanbetaling.
Art. 38-39
HOOFDSTUK IVbis. [1 - Openbaredienstverplichtingen voor de beheerders van de gesloten beroepsnetten.]1
Onderafdeling 2.
Art. 40
Onderafdeling 3.
Art. 41
HOOFDSTUK V. - Controle door de " CWaPE ".
Art. 42-44
HOOFDSTUK VI. - [1 ...]1 slotbepalingen.
Art. 45, 45bis, 45ter, 46-48
BIJLAGEN.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2003027421 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.[1 "Richtlijn 2012/27/EU van het Waals Parlement en van de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, houdende wijziging van de Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG, alsook Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU worden bij dit besluit gedeeltelijk omgezet.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 1, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° " decreet " : het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;
  [3 1° /1 "het koninklijk besluit inzake facturen": het koninklijk besluit van 9 december 2021 tot bepaling van de minimumvereisten waaraan de facturen en factureringsinformatie voor gas en elektriciteit moeten voldoen;]3
  2° [3 "de sociale leverancier" : de distributienetbeheerder die elektriciteit levert aan de beschermde afnemer overeenkomstig artikel 33bis van het decreet;]3
  3° [1 "Commissie": "plaatselijke commissie betreffende bericht van onderbreking, afgekort "Plaatselijke commissie voor energie", ingesteld bij artikel 33ter van het decreet]1;
  4° [1 "schuldbemiddelaar": de instelling erkend krachtens Deel 2, Boek 1, van Titel III van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, van Hoofdstuk I van het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 29 april 1996 betreffende de schuldbemiddeling en de afbetaling van schulden en de schuldbemiddelaar bedoeld in artikel 1675/17 van het Gerechtelijk Wetboek]1;
  5° [1 "Fonds voor energie [3 ...]3": fonds bedoeld in artikel 51bis van het decreet]1;
  6° [2 ...]2
  7° [3 ...]3
  [3 7°]3 [1 "technisch reglement voor het beheer van het plaatselijke vervoersnet ": technisch reglement bedoeld in artikel 13 van het decreet]1;
  [3 8°]3 [1 "technisch reglement voor het beheer van de elektriciteitsdistributienetten": technisch reglement bedoeld in artikel 13 van het decreet]1;
  [3 9°]3 " NACE-BEL-code " : nomenclatuur van de activiteiten die het Nationaal Instituut voor de Statistiek heeft opgemaakt in een geharmoniseerd Europees kader en die opgelegd is bij Verordening [2 (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden]2;
  [3 10°]3 " EAN-code " : uniek numeriek veld van 18 posities voor de eenduidige identificatie van een toegangspunt (European Article Number);
  11° [1 "toegangsregister": het register bedoeld in artikel 2, 55°, van het technisch reglement voor het beheer van de elektriciteitsdistributienetten in het Waalse Gewest alsook de toegang daartoe, goedgekeurd bij het besluit van de Waalse Regering van [3 27 mei 2021]3]1;
  [3 12°]3 [1 ...]1
  ([3 13°]3 [3 fuel mix of energiemix": het aandeel van elke energiebron in het totaal van de door de leverancier in het voorgaande jaar gebruikte energiebronnen;]3) <BWG 2006-08-31/38, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 28-09-2006>
  [3 14° "Restenergiemix of Residual mix": de totale jaarlijkse energiemix van het Waals Gewest, met uitzondering van het aandeel dat onder de geschrapte garanties van oorsprong valt.]3
  ----------
  (1)<BWG 2015-09-24/10, art. 2, 012; Inwerkingtreding : 23-10-2015>
  (2)<BWG 2018-07-19/57, art. 1, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (3)<BWG 2022-12-15/27, art. 2, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 2bis.<ingevoegd bij BWG 2007-12-20/93, art. 29; Inwerkingtreding : 01-01-2008> De openbare dienstverplichtingen opgenomen in dit besluit zijn niet van toepassing op de houders van een beperkte vergunning met het oog op eigen bevoorrading, met uitzondering van de artikelen 11 en 43 [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 3, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

HOOFDSTUK II. - Openbare dienstverplichtingen voor leveranciers.
Afdeling 1. - Regelmaat, kwaliteit en facturering van de leveringen.
Art.3.<BWG 2008-02-28/35, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 15-06-2008> De leverancier is verplicht om binnen de tien werkdagen te antwoorden op elke leveringsaanvraag ingediend door een afnemer en hem een voorstel van leveringscontract voor te leggen.
  Als het gaat om een residentiële afnemer, bevat het contractvoorstel minstens :
  1° de bepalingen betreffende de beschermde afnemers;
  2° de bepalingen betreffende de budgetmeter met of zonder vermogensbegrenzer [2 en de activering van de voorafbetalingsfunctie, met of zonder gewaarborgde minimale levering]2;
  3° de procedure in geval van wanbetaling;
  4° de na te leven procedure tot inlichting in geval van verhuizing, waaronder, met name, het gebruik van het verhuisformulier [1 opgesteld door de CWaPE na raadpleging van de andere regionale regulatoren]1.
  ----------
  (1)<BWG 2018-07-19/57, art. 2, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (2)<BWG 2022-12-15/27, art. 4, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 3bis.<ingevoegd bij BWG 2008-02-28/35, art. 1; Inwerkingtreding : 15-06-2008> [1 § 1.]1 In geval van verhuizing wordt de levering door de leverancier met wie de afnemer een contract heeft gesloten, of, desgevallend, de levering die verzekerd wordt door de aangestelde leverancier, voortgezet op het nieuwe adres van de afnemer volgens dezelfde voorwaarden.
  Die voortzetting van levering is niet van toepassing in de volgende gevallen :
  1° indien de afnemer het leveringscontract opzegt, te rekenen vanaf de datum van de verhuizing;
  2° indien de afnemer een contract sluit met een andere leverancier, te rekenen vanaf de datum van de verhuizing
  3° indien de afnemer naar het buitenland of naar een ander Gewest verhuist;
  4° indien de afnemer verhuist naar het adres van een andere afnemer die reeds een leveringscontract heeft gesloten.
  [1 § 2. De leverancier specificeert op zijn website de te volgen procedure in geval van verhuizing, de kanalen waarlangs de afnemer zijn meterstand kan doorgeven, de termijn waarbinnen deze aan de leverancier moet worden doorgegeven en de termijn waarbinnen de afnemer de datum van zijn verhuizing moet doorgeven. Tevens stelt hij op haar website het verhuizingsformulier beschikbaar dat de CWaPE, na overleg met de andere regionale regulatoren, heeft opgesteld, of een internetlink naar dit document.
   § 3. indien de afnemer bij de kennisgeving van zijn verhuizing binnen de in paragraaf 2 bedoelde termijn niet alle informatie verstrekt die nodig is om de energie terug te nemen, herinnert de leverancier hem met alle middelen die hij geschikt acht aan het nut van het invullen van het door de CWaPE na overleg met de andere gewestelijke regulatoren opgestelde verhuizingsformulier en brengt hij hem op de hoogte van de pagina op zijn website waar dat formulier te vinden is. ". Indien de leverancier de indexen telefonisch ontvangt, stuurt hij de afnemer binnen zeven dagen na ontvangst van de index een schriftelijke bevestiging per SMS of e-mail of per post of via een andere duurzame drager.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 5, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.4.§ 1. [1 Het leveringscontract en de aanhangsels ervan bevatten hoe dan ook de volgende gegevens:]1
  a) de handelsnaam en de maatschappelijke zetel van de leverancier;
  b) de identiteit en het adres van de beheerder van het net waarop de eindafnemer aangesloten is;
  c) het EAN-nummer voor de identificatie van bedoeld toegangspunt;
  d) de verstrekte diensten [3 , met inbegrip van producten of diensten die met de geleverde diensten zijn gebundeld,]3 alsook, desgevallend, de kwaliteitsniveaus van de geboden diensten en de termijn die nodig is voor de oorspronkelijke aansluiting;
  e) de datum van inwerkingtreding van het contract;
  f) de duur van het contract, de voorwaarden voor de verlenging en de opzegging ervan;
  g) [3 de nauwkeurige omschrijving van het product of de producten waarop de overeenkomst betrekking heeft, met inbegrip van de hoeveelheid verkochte of te koop gestelde elektriciteit bestaande uit een gegarandeerd percentage elektriciteit opgewekt uit bepaalde primaire energiebronnen;]3
  (g') de eenheidsprijzen, op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst, van het product of de producten waarop die de levering betrekking heeft en die het voorwerp van de factuur uitmaken, overeenkomstig artikel 7; (De kostprijs verbonden met de groenestroomcertificaten wordt specifiek geïdentificeerd en mag in geen geval begrepen zijn in de post betreffende de belastingen en heffingen.)) <BWG 2007-12-20/93, art. 30, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2008> <BWG 2008-02-28/35, art. 4, 1°, 005; Inwerkingtreding : 15-06-2008>
  h) de eventuele formule van indexering van de prijs per kWu die van toepassing zal zijn tijdens de looptijd van het contract en de waarde van de indexeringsparameters bij de inwerkingtreding ervan;
  i) de middelen ter verstrekking van geactualiseerde informatie over de indexeringsparameters, de toepasbare tarieven en de heffingen, bijdragen en toeslagen;
  j) de compensaties en terugbetalingsformules die eventueel toepasselijk zijn in de gevallen waarin de kwaliteitsniveaus van de diensten die in het contract vastliggen niet gehaald worden;
  k) de modaliteiten voor de betaling van de facturen;
  l) de bepalingen van toepassing bij wanbetaling;
  m) de procedure voor de regeling van geschillen.
  (n) de procedure tot inlichting die moet worden nageleefd in geval van verhuizing, het telefoonnummer, het postadres en elektronisch adres om de dienst van de leverancier te contacteren die speciaal belast is met de verhuisprocedures. Via die contactmiddelen kan de afnemer een kopie verkrijgen van het verhuisformulier [2 opgesteld door de CWaPE na raadpleging van de andere regionale regulatoren]2;) <BWG 2008-02-28/35, art. 4, 2°, 005; Inwerkingtreding : 15-06-2008>
  [1 o) [3 de contactgegevens, het adres, het telefoonnummer, het e-mailadres en het website-adres van de Gewestelijke Bemiddelingsdienst inzake energie van de CWaPE die verantwoordelijk is voor het verstrekken van een lijst van erkende sociale diensten, verenigingen van eindverbruikers, energieagentschappen of soortgelijke instanties waar informatie kan worden verkregen over consumentenrechten, energie-efficiëntiemaatregelen, vergelijkende eindgebruikersprofielen en objectieve technische specificaties van energieverbruikende apparatuur;]3]1
  [2 p) de vermelding van de mogelijkheid om de [3 afrekeningsfactuur]3 uit te sluiten van de domiciliëring;]2
  [2 q) [3 een verwijzing, in het geval van een vrijwillige overeenkomst tot voorafbetaling overeenkomstig artikel 16 bis, naar de mogelijkheid de voorafbetaling op verzoek te beëindigen indien de afnemer de leverancier op het tijdstip van activering niets verschuldigd is.]3]2
  § 2. De gegevens bedoeld in § 1 worden verstrekt voordat het contract gesloten wordt, hetzij rechtstreeks met de leverancier of via een tussenpersoon.
  § 3. De eindafnemer wordt uiterlijk twee maanden vóór de inwerkingtreding van het contract in kennis gesteld van elke wijziging in de contractuele voorwaarden. Deze kennisgeving vermeldt de voorwaarden van opzegging van het contract.
  § 4. Elke eindafnemer is vrij een contract op te zeggen als hij niet instemt met de nieuwe voorwaarden waarvan zijn elektriciteitsleverancier hem kennis geeft.
  § 5. De leverancier geeft de " CWaPE " kennis van zijn type-leveringscontract en van elke wijziging die het ondergaat. Geen enkel type-contract kan in werking treden zonder voorafgaande kennisgeving ervan aan de " CWaPE ".
  § 6. De bepalingen van de §§ 1 tot 5 zijn niet toepasselijk op de distributienetbeheerders als ze krachtens dit besluit leverancier van een [3 residentiële afnemer]3 zijn.
  ----------
  (1)<BWG 2015-09-24/10, art. 3, 012; Inwerkingtreding : 23-10-2015>
  (2)<BWG 2018-07-19/57, art. 3, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (3)<BWG 2022-12-15/27, art. 6, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.5. § 1. De leverancier zorgt voor de ononderbroken levering van elektrische energie aan zijn eindafnemers in de gevraagde hoeveelheden.
  § 2. Om te voldoen aan de verplichting bedoeld in § 1 moet de leverancier desgevallend de nodige hoeveelheid elektriciteit kopen die overeenstemt met het verbruik van zijn eindafnemers.
  Op verzoek van zijn eindafnemers sluit hij met de betrokken netbeheerders de contracten omschreven in de technische reglementen betreffende het beheer van de plaatselijke vervoersnetten en de distributienetten voor de toegang tot die netten en het gebruik ervan.

Art.6.[2 § 1.]2 De leverancier is verplicht onder niet-discriminerende voorwaarden te leveren aan elke residentiële afnemer die erom vraagt [1 ...]1.
  Elk verschil van behandeling dat niet redelijk gerechtvaardigd is, oa op grond van het statuut, het inkomensniveau of de verblijfplaats, wordt als discriminerend beschouwd in de zin van het vorige lid.
  [2 § 2.]2 Als redelijk gerechtvaardigd verschil van behandeling wordt beschouwd het feit dat een leverancier in zijn contractvoorstel rekening houdt met de gelopen risico's wanneer een afnemer die een contract met hem wenst te sluiten buitengewone risico's vertoont. [2 Het bestaan van een openstaande schuld ten belope van drie maanden voorschotfactuur aan de elektriciteitsleverancier en van ten minste 100 euro aan deze leverancier wordt erkend als een uitzonderlijk risico.]2 [1 Het feit om een beschermde afnemer te zijn of geweest te zijn, het bestaan]1, de plaatsing of de activering van een budgetmeter [2 of de voorafbetalingsfunctie]2 mag in geen geval aanleiding geven tot de stopzetting van de levering, tot een weigering van levering, tot de oplegging van bankgaranties of andere waarborgen of leveringsvoorwaarden die niet zo gunstig zijn als degene die toegepast worden als er geen sprake is [1 van een dergelijk statuut of]1 van een budgetmeter [2 , of in geval van niet-activering van de voorafbetalingsfunctie]2.) (Het in acht nemen van die risico's kan slechts geschieden via het instellen van een bankwaarborg of van andere waarborgen. Het door de leverancier gevraagde bedrag mag niet meer bedragen dan drie maanden gemiddeld verbruik per jaar dat overeenstemt met de afnemerscategorie waartoe de betrokken residentiële afnemer behoort [2 en een bedrag van 200]2.
  [2 § 3.]2 Er mag geen enkele bankwaarborg, of [2 andere waarborg,]2, opgelegd worden, zowel door de aangestelde leverancier als door de gekozen leverancier, tijdens de uitvoering van een contract.) <BWG 2006-12-06/36, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 20-12-2006> <BWG 2008-02-28/35, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 15-06-2008>
  [2 § 4.]2 [1 De bepaling bedoeld in het eerste lid doet geen afbreuk aan het recht van de leverancier om van een afnemer die een eerdere schuld bij dezelfde leverancier heeft, de afbetaling van die schuld te vragen alvorens in te stemmen met het sluiten van een nieuw contract.]1
  ----------
  (1)<BWG 2018-07-19/57, art. 4, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (2)<BWG 2022-12-15/27, art. 7, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 6bis.<ingevoegd bij BWG 2008-02-28/35, art. 6; Inwerkingtreding : 15-06-2008> In geval van verhuizing blijft de leverancier belast met het betrokken toegangspunt [1 voor een termijn, bepaald door de Minister, begrepen tussen dertig en honderdtwintig dagen]1 na zijn aanvraag zoals bedoeld in artikel 22bis, lid 1;
  ----------
  (1)<BWG 2018-07-19/57, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>

Art.7.[1 § 1. [3 De facturen die betrekking hebben op periodieke voorschotten die aan residentiële afnemers en kleine en middelgrote ondernemingen worden toegezonden, bevatten, naast de gegevens bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit inzake facturen, de volgende gegevens:]3
   [3 ...]3
   [3 ...]3
   [3 1°]3 de betalingstermijn en de vervaldatum ervan;
   [3 ...]3
   [3 2°]3 behalve voor de afnemers die door een sociale leverancier worden [3 bevoorraad]3, de kosten van de administratieve procedure bij laattijdige betaling, alsook de contactgegevens van de dienst geschillen;
   [3 3°]3 het telefoonnummer van de dienst waarmee doorlopend contact kan worden opgenomen in geval van storing te wijten aan een technisch probleem op het netwerk;
   [3 4°]3 [3 de contactgegevens, namelijk adres, telefoonnummer, e-mail en website]3van de dienst klantenbeheer [3 en leverancierbeheer]3 alsook de termijn waarbinnen een antwoord wordt gegeven op elke vraag die door de afnemer wordt geformuleerd;
   [3 5°]3 het telefoonnummer, het postadres en het elektronisch adres van de dienst van de leverancier die speciaal belast is met de verhuisprocedures, via dewelke de afnemer de informatie kan verkrijgen betreffende de verhuisprocedure, alsook een kopie van een verhuisformulier opgesteld door de CWaPE na raadpleging van de regionale regulatoren;
   [3 6°]3 de contactgegevens (adres, telefoonnummer, e-mail en website) van de bemiddelingsdienst van de CWaPE belast met het verstrekken van de lijst van verenigingen voor de bescherming van eindconsumenten, van energie-agentschappen of van gelijkaardige instellingen waar informatie kan worden verkregen over de rechten van de consumenten, over de bestaande maatregelen ter verbetering van energie-efficiëntie, over vergelijkende eindgebruikersprofielen en over objectieve technische specificaties voor energieverbruikende apparatuur;
   [3 7°]3 in voorkomend geval, de vermelding dat de facturering gebaseerd is op het sociaal tarief;
  [3 8° het internetadres van de digitale ruimte waar de afnemer, met uitzondering van beschermde afnemers die door de sociale leverancier worden bevoorraad of afnemers die overeenkomstig het decreet tijdelijk door de netbeheerder worden bevoorraad, meer informatie kan vinden over zijn contract en zijn factuur, alsook een vermelding dat de afnemer de papieren versie van deze informatie gratis kan aanvragen bij zijn leverancier.]3
   [3 De in het eerste lid, 4°]3, bedoelde termijn mag niet langer zijn dan [3 tien]3 dagen. In het met redenen omklede antwoord wordt vermeld of het verzoek al dan niet gegrond is of dat het verder wordt onderzocht, met vermelding van de termijn waarbinnen een antwoord wordt gegeven.
   § 2. De leverancier stelt minstens één keer per jaar een [3 afrekeningsfactuur]3 op voor elke [3 ...]3 eindafnemer. Deze factuur wordt opgesteld uiterlijk binnen zestig dagen na de uiterste datum voor de overdracht aan de leverancier van de gegevens m.b.t. de opmeting van de meters verricht door de netbeheerder en voorzien in het technisch reglement inzake het distributienetbeheer.
   Voor de afnemers met een actieve budgetmeter is de distributienetbeheerder gehouden, in geval van geraamde indexen, om die aan te passen op basis van de laatste index die bekend is bij het opladen van de kaart van de budgetmeter.
  [3 Voor afnemers met een actieve budgetmeter of een meter waarbij de voorafbetalingsfunctie is geactiveerd, vermeldt de leverancier in een bijlage bij de factuur de datum van de kosten en de verschillende bedragen die tijdens de betrokken periode in rekening zijn gebracht.]3
   In geval van een [3 afrekening]3 ten voordele van de afnemer zal de terugbetaling van het teveel geïnde bedrag geschieden binnen dertig dagen volgend op de datum van de [3 afrekening]3factuur. Voor de afnemers met een budgetmeter [3 of met de geactiveerde voorafbetalingsfunctie]3, wordt de terugbetaling van het saldo op verzoek van de afnemer binnen dertig dagen na het verzoek uitgevoerd. Wanneer er een positief saldo bestaat boven een door de CWaPE ten gunste van de afnemer met een budgetmeter [3 of met de geactiveerde voorafbetalingsfunctie]3 vastgesteld bedrag, is de leverancier verplicht zijn afnemer minstens één keer per jaar te informeren.
   § 3. Wanneer een eind wordt gemaakt aan het leveringscontract door één van de partijen, moet een eindfactuur worden opgemaakt door de leverancier binnen de zes weken nadat deze verandering plaatsgevonden heeft. In geval van een [3 afrekening]3 ten voordele van de afnemer zal de terugbetaling van het te veel geïnde bedrag geschieden binnen dertig dagen volgend op de datum van de eindfactuur.
   Indien bij het begin van het contract een bankgarantie of een andere zekerheid in de zin van artikel 6, derde lid, is gesteld door de afnemer en indien het geheel van de verbruiken door de afnemer is betaald bij het afsluiten van zijn contract, wordt bedoelde garantie vrijgemaakt binnen dertig dagen, te rekenen van de datum van de afsluitingsfactuur.
   § 4. [3 Naast de gegevens vervat in artikel 4 van het Koninklijk Besluit inzake facturen, bevatten de afrekenings- en eindfacturen voor residentiële afnemers de volgende gegevens:
   1° de mogelijkheid om in geval van betalingsmoeilijkheden een beroep te doen op het OCMW of op sociale verenigingen;
   2° de kosten per kWh en, in voorkomend geval, de gefactureerde totale kosten voor de groene certificaten, exclusief btw; ;
   3° het bedrag per kWh en het totale bedrag van elk van de federale en gewestelijke rechten, toeslagen en bijdragen op de prijs van de levering, exclusief btw.
   Met betrekking tot artikel 3, § 2, 7° en 8°, van het koninklijk besluit inzake facturen is de verwijzing naar de identificatie van het contract en de duur ervan niet van toepassing in het geval van een sociale leverancier.]3
  [3 § 5. De afrekenings- en eindfacturen voor huishoudelijke afnemers worden gestructureerd volgens de rubrieken bedoeld in artikel 14 van het koninklijk besluit inzake facturen. Onder de rubriek "B hoeveel, wanneer en hoe moet ik betalen of wat krijg ik terugbetaald?" wordt ook de informatie vermeld bedoeld in artikel 7, § 4, eerste lid, 1°, 2° en 3°.]3
  [3 § 6. Onverminderd artikel 7, § 4, van dit besluit, moeten de facturen die de sociale leverancier en de netbeheerder uitreiken bij een tijdelijke levering aan de afnemer overeenkomstig het besluit, voldoen aan de bepalingen van het koninklijk besluit inzake facturen.]3
  ----------
  (1)<BWG 2019-05-02/88, art. 1, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
  (2)<BWG 2021-12-16/07, art. 1, 016; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
  (3)<BWG 2022-12-15/27, art. 8, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 7bis.[1 Elke residentiële afnemer kan op verzoek van zijn leverancier meer gedetailleerde informatie of bijkomende uitleg krijgen over de informatie op zijn factuur, met name of het een werkelijke of een geschatte factuur is en voor welke index, de waarde van eventuele indexeringsparameters, de vermelding van de verschillende tarieven die tijdens het contract worden toegepast en het aantal KWh. De afnemer kan deze informatie opvragen voor de huidige en toekomstige facturen. Zijn leverancier zendt hem kosteloos en binnen vijf werkdagen het antwoord op zijn verzoek toe. De procedure in geval van niet-betaling wordt door de leverancier opgeschort totdat de door de afnemer gevraagde informatie is ontvangen.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 9, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 7ter.
  <Opgeheven bij BWG 2022-12-15/27, art. 10, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.8.[1 Wanneer de leverancier, de sociale leverancier of, in de gevallen bedoeld in het decreet, de netbeheerder op tijdelijke basis, een residentiële afnemer voorziet van een budgetmeter of waarvan de voorafbetalingsfunctie is geactiveerd :
   1° in het geval van een budgetmeter die werkt met een systeem van oplaadbare kaarten dat kan worden gevoed via het systeem bedoeld in artikel 17 : hij stelt zijn afnemer een webpagina ter beschikking waar deze de lijst kan raadplegen van de plaatsen waar hij zijn budgetmeter-kaart kan opladen, alsmede een telefoonnummer of e-mailadres waar hij kan vragen dat deze informatie hem kosteloos wordt meegedeeld, hij vermeldt de oplaadmethoden en de sociale beschermingsmaatregelen met betrekking tot de voorafbetalingsfunctie bedoeld in artikel 16 ter van het decreet en nodigt de afnemer uit om contact op te nemen met de diensten van de betrokken netbeheerder voor de levering van kaarten, de initialisering of de eventuele wijziging van de kaarten;
   2° in het geval van een communicerende meter: hij informeert zijn afnemer over de verschillende oplaadmethoden en de verschillende functionaliteiten in verband met voorafbetaling, alsook over de sociale beschermingsmaatregelen in verband met de voorafbetalingsfunctie als bedoeld in artikel 16 ter. De leverancier stelt hem ook een websitepagina ter beschikking waar hij de lijst met locaties van betaalterminals voor de voorafbetaling van zijn energie kan bekijken, alsmede een telefoonnummer of e-mailadres waar hij kan vragen dat deze lijst hem kosteloos wordt toegezonden.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 11, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 8bis.<ingevoegd bij BWG 2008-02-28/35, art. 8; Inwerkingtreding : 15-06-2008> De leveranciers zijn gehouden om een telefonisch contactpunt te voorzien alsook een elektronisch adres dat enkel toegankelijk is voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn [1 en voor het eenheidsloket bedoeld in artikel 47quinquies van het decreet]1 in het kader van hun opdrachten.
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 12, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.9.[1 De leverancier is verplicht de netbeheerder onmiddellijk in te lichten in geval van een vermoedelijke fout, manipulatie van de aansluiting of niet-conformiteit van de aansluiting en de tussenkomst van de netbeheerder te vragen om de manipulatie en/of niet-conformiteit vast te stellen. De netbeheerder past de bepalingen van artikel 21 toe.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.10. Overeenkomstig de bepalingen van het technisch reglement voor het distributienetbeheer betreffende informatie-uitwisseling geeft de leverancier de netbeheerder kennis van de datum van stopzetting van elk leveringscontract, met inachtneming van een opzegtermijn van minimum één maand.

Art. 10bis. <ingevoegd bij BWG 2008-02-28/35, art. 9; Inwerkingtreding : 15-06-2008> De leverancier is gehouden een opzeggingstermijn van minstens twee maanden na te leven om het contract van onbepaalde duur op te zeggen of om zich te verzetten tegen de stilzwijgende verlenging van een contract van bepaalde van residentiële afnemers.

Afdeling 2. - Voorlichting en bewustmaking inzake rationeel energiegebruik en hernieuwbare energieën.
Art.11.[1 § 1. De elektriciteitsleverancier vermeldt op zijn afrekenings- en eindfacturen :
   1° het aandeel van elke primaire energiebron in de totale energiemix die de leverancier in het voorgaande jaar in het Waals Gewest heeft gebruikt, en het aandeel van elke primaire energiebron in de energiemix van elk product dat de leverancier aan zijn afnemers in het Waals Gewest aanbiedt
   2° een verwijzing naar bestaande officiële bronnen waar openbaar beschikbare informatie beschikbaar is over de milieueffecten, ten minste wat betreft CO2-emissies en radioactief afval, van elektriciteit die in het voorgaande jaar uit verschillende primaire energiebronnen in de energiemix van de leverancier is geproduceerd. De Administratie publiceert de referentiewaarden op haar website zodra deze beschikbaar zijn.
   § 2. De CWaPE is verantwoordelijk voor het controleren van de betrouwbaarheid en de vergelijkbaarheid van de door de leveranciers aan de eindafnemers verstrekte informatie.
   § 3. De primaire energiebronnen worden ingedeeld in de volgende categorieën:
   1° hernieuwbare energiebronnen (hydraulisch, windenergie, biomassa, zon, andere);
   2° fossiele energiebronnen (steenkool, stookolie en andere oliederivaten, aardgas);
   3° nucleaire bron;
   4° andere dan de in de punten 1 tot en met 3 genoemde energiebronnen.
   De minister kan, na overleg met de CWaPE, de door leveranciers in te vullen categorieën primaire energiebronnen aanpassen.
   Bovendien kan een leverancier overeenkomstig de §§ 4, 5, 6 en 7 van dit artikel aangeven welk deel van zijn voorziening afkomstig is van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling. Na de presentatie van de primaire energiebronnen per categorie, kan een leverancier deze ook nader toelichten.
   § 4. Het aandeel elektriciteit per primaire energiebron wordt bepaald op basis van de verhouding tussen het aantal garanties van oorsprong, uitgedrukt in MWh, die de leverancier in het voorgaande kalenderjaar heeft opgezegd voor leveringen, en de hoeveelheid elektriciteit die de betrokken leverancier via de netten aan de afnemers in het Waalse Gewest heeft geleverd. Deze verhouding wordt zowel voor het totaal van haar leveringen als voor elk op de markt gebracht product bepaald. De oorsprong van de in het voorgaande kalenderjaar geleverde elektriciteit die niet door de intrekking van garanties van oorsprong wordt gerechtvaardigd, wordt bepaald op basis van de residuele mix.
   De Administratie publiceert de referentiewaarden van de residuele mix op haar website zodra deze beschikbaar zijn.
   § 5. Uiterlijk op 31 maart van elk jaar dient de leverancier zijn energiemixverklaring voor het voorgaande jaar ter goedkeuring in bij de CWaPE.
   § 6. De garanties van oorsprong die de leveringen van het vorige kalenderjaar rechtvaardigen, worden geannuleerd binnen de door de CWaPE meegedeelde termijn en uiterlijk vóór 30 april van het lopende jaar.
   Voor de vaststelling van primaire energiebronnen wordt alleen rekening gehouden met garanties van oorsprong waarvan de geldigheid door de administratie is gecontroleerd.
   § 7. De CWaPE kan, na overleg met de belanghebbenden, richtlijnen vaststellen voor de uitvoering van de energiemix van de leveranciers.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 14, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.12.[1 Na advies van de " CWaPE " bepaalt de Minister de bijkomende gegevens die vermeld moeten worden op de documenten bedoeld in artikel 7.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.13.De leveranciers zijn ertoe gehouden :
  1° (om bij de in artikel 7 bedoelde facturen elk document af te drukken of te verspreiden dat door de Minister wordt voorgeschreven betreffende het rationeel energieverbruik of [1 de energiemarkten]1. In dat laatste geval wordt het document opgesteld op voordracht of na advies van de CWaPE en in alle gevallen na overleg met de leveranciers en de beheerders van distributienetten); <BWG 2008-02-28/35, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 15-06-2008>
  2° (...). <BWG 2006-12-06/36, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 20-12-2006>
  (Lid 2 opgeheven). <BWG 2008-02-28/35, art. 10, 2°, 005; Inwerkingtreding : 15-06-2008>
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 16, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.14. (Opgeheven) <BWG 2006-12-06/36, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 20-12-2006>

Afdeling 3. - [1 Industriële levering van meer dan 20 GWu per jaar en autoproductie van groene elektriciteit]1   ----------   (1)
Art. 14bis. [1 § 1. De leveranciers stemmen erin toe om een hoeveelheid groene certificaten te ontvangen die overeenstemt met een deel of het geheel van het quotum dat toepasselijk is op de geleverde hoeveelheid elektriciteit van elke eindafnemer wiens verbruik hoger is dan GWu elektrische energie per jaar en per leveringsovereenkomst, en die te kennen gegeven heeft dat hij ervoor kiest om de certificaten rechtstreeks aan zijn leverancier af te geven.
   De leveranciers stemmen erin toe om een hoeveelheid groene certificaten te ontvangen die overeenstemt met een deel of het geheel van het quotum dat toepasselijk is op de geleverde hoeveelheid elektriciteit van elke eindafnemer die rechtstreeks of via een federatie met het Waalse Gewest een overeenkomst heeft gesloten ter verbetering van zijn energie-efficiëntie, op korte, middellange en lange termijn, die groene elektriciteit voor zijn eigen behoeften produceert en die te kennen gegeven heeft dat hij ervoor kiest om de certificaten rechtstreeks aan zijn leverancier af te geven.
   De keuze bedoeld in het eerste en het tweede lid wordt gemaakt onder de volgende voorwaarden :
   1° desgevallend vermeldt de afnemer bij het sluiten van de leveringsovereenkomst de hoeveelheid groene certificaten die overeenstemt met een deel of het geheel van de geleverde hoeveelheid elektriciteit die hij wenst zelf rechtstreeks aan de leverancier af te geven;
   2° de afnemer kan tijdens de uitvoering van de leveringsovereenkomst de leverancier ook bij aangetekend schrijven met bericht van ontvangst kennis geven van de hoeveelheid groene certificaten die overeenstemt met een deel of het geheel van de geleverde hoeveelheid elektriciteit die hij wenst zelf rechtstreeks aan hem af te geven;
   3° de afnemer geeft de hoeveelheid groene certificaten die overeenstemt met de hoeveelheid elektriciteit die gedurende minstens acht opeenvolgende kwartalen is geleverd zelf rechtstreeks aan de leverancier af volgens de modaliteiten waarin de leveringsovereenkomst voorziet en onverminderd de openbare dienstverplichtingen opgelegd aan de leverancier;
   4° de leverancier koopt en factureert aan de afnemer alleen de hoeveelheid groene certificaten die niet rechtstreeks door de afnemer aan hem wordt afgegeven.
   In het geval bedoeld in het derde lid, 2°, worden de groene certificaten door de afnemer aan de leverancier afgegeven ten vroegste na afloop van een termijn van vier volle kwartalen die ingaat op 1 januari, april, juli of oktober die volgt op de kennisgeving.
   § 2. Overeenkomstig paragraaf 1 passen de leveranciers de betrokken leveringsovereenkomsten aan die in uitvoering zijn op de datum van inwerkingtreding van dit artikel.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2014-04-03/36, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 01-07-2014>

HOOFDSTUK III. - Openbare dienstverplichtingen van de netbeheerders.
Afdeling 1. - Veiligheid, regelmaat en kwaliteit van de levering.
Art.15. De netbeheerder is verplicht in te gaan op elke aansluitingsaanvraag overeenkomstig de bepalingen van de technische reglementen voor het beheer van het plaatselijke vervoersnet en van de distributienetten.

Art.16.§ 1. De distributienetbeheerder plaatst binnen (veertig dagen) na de aanvraag een budgetmeter bij de op laagspanning aangesloten residentiële afnemer die erom verzoekt, rechtstreeks of via zijn leverancier. <BWG 2008-02-28/35, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 15-06-2008>
  De netbeheerder geeft de leverancier desgevallend kennis van de opmeting die uitgevoerd werd bij de plaatsing van de budgetmeter.
  § 2. De kost van de budgetmeter is voor rekening van de netbeheerder, die er de eigenaar van is.
  § 3. [2 ...]2
  § 4. [1 ...]1
  ----------
  (1)<BWG 2018-07-19/57, art. 7, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (2)<BWG 2022-12-15/27, art. 17, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 16bis. [1 De distributienetbeheerder activeert de voorafbetalingsfunctie voor residentiële afnemers met een laagspanningsaansluiting die dit bij hun leverancier aanvragen. In geval van een telefonisch verzoek stuurt de leverancier een schriftelijke bevestiging per e-mail of post naar de afnemer, of informeert hij de afnemer rechtstreeks via enig duurzaam hulpmiddel.
   De distributienetbeheerder activeert de voorafbetalingsfunctie uiterlijk 15 werkdagen na ontvangst van het verzoek indien de communicerende meter reeds bij de afnemer is geïnstalleerd, en anders uiterlijk de volgende werkdag na de installatie van de communicerende meter. De plaatsingstermijn mag niet langer zijn dan 40 dagen.
   De distributienetbeheerder stelt de leverancier in kennis van de meterstand die is opgenomen wanneer de voorafbetalingsfunctie is geactiveerd, indien van toepassing.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2022-12-15/27, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>


Art. 16ter. [1 § 1. Uiterlijk zeven dagen vóór de activering van de voorafbetalingsfunctie stuurt de distributienetbeheerder de volgende informatie per post naar de afnemer:
   1° de datum van activering van de voorafbetalingsfunctie ;
   2° uitleg over de verschillende methoden van herladen, het gebruik van het platform voor voorafbetaling en het verkrijgen van een lijst met de locaties van de betaalterminals voor voorafbetaling van energie;
   3° de in paragraaf 3 bedoelde perioden van niet-onderbreking;
   4° de verschillende vormen van informatie betreffende het in paragraaf 2 bedoelde oorspronkelijke krediet en het resterende saldo, met inbegrip van het in lid 4 bedoelde noodkrediet;
   5° het alarm ingeval de in paragraaf 4 vastgestelde drempel wordt bereikt;
   6° de mogelijkheid voor de gebruiker om het systeem van voorafbetaling op elk ogenblik en op eenvoudig verzoek te beëindigen indien de voorafbetaling vrijwillig werd geactiveerd en indien de afnemer op het ogenblik van de activering geen schuld bij zijn leverancier had;
   7° de contactgegevens van de bevoegde dienst van de distributienetbeheerder en van de leverancier die het verzoek om nadere inlichtingen doet;
   8° de gevolgen van de installatie van de communicerende meter en de activering van de communicatiefunctie voor de bescherming van persoonsgegevens.
   § 2. Een oorspronkelijk krediet van minstens twintig euro is standaard beschikbaar wanneer de voorafbetalingsfunctie wordt geactiveerd. Dit krediet moet door de afnemer worden betaald. De Minister kan dit bedrag aanpassen aan de ontwikkeling van de energieprijzen en een eventuele inflatie die daarmee in verhouding staat.
   § 3. De distributienetbeheerder onderbreekt de levering van elektriciteit die voortvloeit uit het gebruik van de voorafbetalingsfunctie door een netgebruiker niet tijdens de week tussen 16.00 uur en 8.00 uur of in het weekend van vrijdag om 16.00 uur tot maandag om 8.00 uur.
   De wettelijke feestdagen worden voor de toepassing van deze bepaling gelijkgesteld met weekenddagen.
   § 4. Wanneer een afnemer over een communicerende meter met voorafbetalingsfunctie beschikt en zijn beschikbare krediet onder de drempel van vijf euro daalt, wordt hij op de door de distributienetbeheerder geschikt geachte wijze gewaarschuwd.
   Met de voorafbetalingsfunctie kan de afnemer een extra drempel instellen die verschilt van de in lid 1 bedoelde drempel.
   Wanneer het beschikbare krediet is uitgeput, wordt de procedure voor de toekenning van noodkredieten geactiveerd. Dit noodkrediet bedraagt vijftien euro. De Minister kan dit bedrag aanpassen aan de ontwikkeling van de energieprijzen en een eventuele inflatie die daarmee in verhouding staat.
   § 5. Het elektriciteitsverbruik tijdens de in paragraaf 3, lid 1 en 2, bedoelde periodes, alsook het verbruik met betrekking tot het noodkrediet, blijft ten laste van de klant en de daaruit voortvloeiende kosten worden gerecupereerd uit de volgende herladingen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2022-12-15/27, art. 19, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>


Art.17.§ 1. De netbeheerders zijn in samenspraak met de " CWaPE " en de leveranciers verantwoordelijk voor het ontwerpen, de tenuitvoerlegging en de exploitatie van een gemeenschappelijk [2 en gratis]2 systeem voor de bevoorrading van de budgetmeter. Dat systeem kan ingeschakeld worden op het gezamenlijke grondgebied en maakt, tenminste tijdens de werkuren [1 of tijdens de uurperiodes die een gelijkwaardige, door de CWaPE geraamde, erkende dienst aanbieden]1, het heropladen van de budgetmeter mogelijk in elke gemeente vanaf uiterlijk 1 januari 2007.
  Na één jaar werking en na evaluatie zorgen de [2 distributienetbeheerders]2 voor de aanpassing van het aantal punten van terbeschikkingstelling van dat systeem om het hoofd te bieden aan het daadwerkelijk vastgestelde aantal opladingen.
  § 2. Zolang het in § 1 bedoelde systeem niet geïnstalleerd is, zorgt de distributienetbeheerder ervoor dat elk lokaal dat toegankelijk is voor het publiek en dat minstens over één bevoorradingspunt voor het budgetsysteem beschikt, tenminste gedurende de werkuren toegankelijk is.
  [2 § 3. De distributienetbeheerders zijn verantwoordelijk voor het ontwerp, de uitvoering en de exploitatie van een gemeenschappelijk en gratis oplaadsysteem voor afnemers met een communicerende meter met een geactiveerde voorafbetalingsfunctie. Dit systeem geldt voor het hele land en maakt het mogelijk om, ten minste tijdens de werkuren of tijdens tijdstippen waarop een door de CWaPE als gelijkwaardig erkende dienst wordt aangeboden, de meter in elke gemeente op te laden. ".
   De distributienetbeheerders ontwikkelen en bieden verschillende gratis oplaadmethoden aan, waaronder ten minste de mogelijkheid van een oplossing waarmee het publiek zonder toegang tot digitale hulpmiddelen kan opladen, alsmede door elk proces waarmee opladen op afstand binnen het uur mogelijk is.]2
  ----------
  (1)<BWG 2018-07-19/57, art. 8, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (2)<BWG 2022-12-15/27, art. 20, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.18.§ 1. Overeenkomstig de desbetreffende wettelijke en reglementaire bepalingen voert de netbeheerder de taken en verplichtingen uit die hem krachtens het decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan ten laste vallen om de eindafnemers die aangesloten zijn op het netwerk dat hij beheert, een ononderbroken levering en een kwaliteitsniveau van de geleverde energie te waarborgen, behalve overmacht, overeenkomstig de specificaties vermeld in de technische reglementen voor het beheer van de plaatselijke vervoersnetten en de distributienetten.
  § 2. In geval van geprogrammeerde onderbreking geeft de netbeheerder de betrokken afnemers kennis van de vermoedelijke duur en het tijdstip van de onderbreking, met inachtneming van de termijnen waarin het technisch reglement betreffende het beheer van de plaatselijke vervoersnetten en de distributienetten voorziet.
  Elke onderbreking van de bevoorrading die te wijten is aan een technisch probleem op het net wordt zo spoedig mogelijk hersteld. Te dien einde beschikt de netbeheerder over technische ploegen die binnen 2 uur kunnen ingrijpen, behalve overmacht.
  § 3. [1 ...]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 21, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.19. § 1. De netbeheerder verstrekt de netgebruikers of elke door hen gemandateerde persoon de nodige informatie voor een vlotte toegang tot het net.
  § 2. Om de continuïteit van de levering te waarborgen en de eindafnemer daarbij in aanmerking te laten blijven komen, verstrekt de netbeheerder binnen hoogstens acht werkdagen de meetgegevens op grond waarvan een leverancier een prijsofferte voor de levering van elektrische energie aan een eindafnemer kan overleggen. De gegevens worden overgemaakt op verzoek van de eindafnemer of van elke door hem gemandateerde persoon.
  De verstrekking van de gegevens bedoeld in de vorige paragraaf is het voorwerp van een tarifering die opgenomen wordt in de tariefvoorstellen van de netbeheerders.
  § 3. Bij wijze van overgangsmaatregel bedraagt de termijn bedoeld in § 2, eerste lid, zestien werkdagen tussen 1 januari 2007 en 31 december 2007.

Art.20. Bij de aansluiting verschaft de netbeheerder de afnemer elk door de minister voorgeschreven document betreffende de maatregelen ter bevordering van rationeel energiegebruik.

Art.21.[1 Overeenkomstig artikel 33bis/3, § 2, van het decreet kan de netbeheerder, zonder toestemming van de vrederechter, het leveringspunt afsluiten indien dit noodzakelijk is omwille van de veiligheid van goederen of personen of indien de goede werking van het distributienet ernstig wordt bedreigd. De onderbreking van het leveringspunt mag niet langer duren dan de tijd die strikt noodzakelijk is om de installaties te herstellen, onverminderd andere mogelijke oplossingen waarover de netbeheerder beschikt.]1 [1 In voorkomend geval]1 informeert hij zo spoedig mogelijk de leverancier overeenkomstig de bepalingen van het technisch reglement voor het distributienetbeheer betreffende informatie-uitwisseling.
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 22, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 21bis.<ingevoegd bij BWG 2008-02-28/35, art. 12; Inwerkingtreding : 15-06-2008> De beheerders van distributienetten zijn verplicht om een telefonisch contactpunt te voorzien alsook een elektronisch adres dat enkel toegankelijk is voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn [1 en voor het eenheidsloket bedoeld in artikel 47quinquies van het decreet]1 in het kader van hun opdrachten.
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 23, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.22.Ingevolge de kennisgeving bedoeld in artikel 10 wijzigt de distributienetbeheerder de gegevens van het toegangsregister betreffende betrokken EAN-code.
  Onverminderd [1 de artikelen 22 bis en 37 bis]1, bij gebrek aan kennisgeving door een nieuwe leverancier voor die code vanaf de datum van stopzetting van het vorige leveringscontract laat [1 de distributienetbeheerder]1 onmiddellijk overgaan tot de onderbreking van de aansluiting. <BWG 2008-02-28/35, art. 13, 005; Inwerkingtreding : 15-06-2008>
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 24, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 22bis.<ingevoegd bij BWG 2008-02-28/35, art. 14; Inwerkingtreding : 15-06-2008> Wanneer de netbeheerder door een leverancier wordt ingelicht overeenkomstig de bepalingen van het technisch reglement voor het beheer van de distributienetten betreffende de informatie-uitwisseling, dat omwille van de verhuizing van één van zijn afnemers, die leverancier niet meer moet ingeschreven worden als leverancier van het betrokken toegangspunt, en op voorwaarde dat die netbeheerder over geen enkele informatie beschikt betreffende de inschrijving van een nieuwe leverancier van datzelfde toegangspunt, is de netbeheerder verplicht om schriftelijk contact op te nemen met de nieuwe gebruiker van het toegangspunt van het distributienet of met de eigenaar van het gebouw binnen de vijf werkdagen teneinde de nieuwe leverancier van dat toegangspunt te bepalen.
  Indien de nieuwe gebruiker van het toegangspunt of de eigenaar van het gebouw waar het toegangspunt zich bevindt, beschikt over een leveringscontract of indien hij voorzien wordt door een aangestelde leverancier, wordt hij door de netbeheerder verzocht om zijn huidige leverancier op de hoogte te brengen van zijn verhuizing.
  Indien de nieuwe gebruiker van het toegangspunt of de eigenaar van het gebouw niet over een leveringscontract beschikt, wordt hij door de netbeheerder verzocht om een leveringscontract te sluiten met een leverancier binnen de tien [1 ...]1 dagen.
  Indien de nieuwe gebruiker van het toegangspunt of de eigenaar van het gebouw geen gevolg geeft aan de vraag van de netbeheerder binnen de bovenvermelde termijn van tien [1 ...]1 dagen, start de netbeheerder een regularisatieprocedure.
  De Minister bepaalt de modaliteiten van die regularisatieprocedure.
  Indien na de regularisatieprocedure geen leverancier werd ingeschreven voor het betrokken toegangspunt, gaat de netbeheerder over tot de opschorting van de elektriciteitslevering, volgens de door de Minister bepaalde modaliteiten.
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 25, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Afdeling 2. - Milieubescherming.
Art.23. In geval van aanvraag tot aansluiting van wederzijds exclusieve productie-installaties, oa wegens vermogensbegrenzingen, geeft de netbeheerder voorrang aan de installaties die groene elektriciteit produceren, overeenkomstig de bepalingen van de technische reglementen voor het beheer van het plaatselijke vervoersnet en van de distributienetten.

Art.24.Om tegemoet te komen aan zijn eigen verbruik ((netverliezen inbegrepen)) [1 ...]1, moet de netbeheerder de overtollige productie van de op zijn net aangesloten producenten van groene elektriciteit tegen de marktprijzen kopen. De marktprijs wordt aangepast naar gelang van het wisselvallige karakter van de productie en van de verbintenissen aangegaan inzake evenwicht. <BWG 2007-12-20/93, art. 33, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
  Als de overtollige productie groter is dan de verbruikscapaciteiten bedoeld in het eerste lid, geeft de netbeheerder de leveranciers kennis daarvan. De leveranciers kopen de overtollige productie op naar rato van de elektriciteitshoeveelheden die ze leveren op het grondgebied van de netbeheerder waar de installaties van de betrokken producent(en) van groene elektriciteit gevestigd zijn.
  [1 Onder "overproductie" wordt verstaan de elektriciteitsproductie die een producent van groene elektriciteit niet heeft kunnen verkopen door een leveringscontract te sluiten met een netbeheerder, leverancier of tussenpersoon, of de elektriciteitsproductie die de producent niet zelf heeft verbruikt]1.
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 26, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 24bis.<ingevoegd bij BWG 2007-12-20/93, art. 34; Inwerkingtreding : 01-01-2008> Opdat de zelfproducent die beschikt over een installatie voor groene elektriciteitsproductie met een vermogen van 10 kW of minder in aanmerking kan komen voor de compensatie tussen de hoeveelheden elektriciteit opgenomen van het distributienet en de hoeveelheden geïnjecteerd op datzelfde net [1 met inachtneming van de tariefmethodologie]1, vervangt de distributienetbeheerder zo nodig de teller die deze compensatie niet mogelijk maakt op technisch vlak en ontwikkelt hij desgevallend aangepaste lastenprofielen. De kost van de telwijziging, m.i.v. de vervanging van de teller, wordt gedragen door de distributienetbeheerder en opgenomen in de begrotingen op grond waarvan de heffingen voor het gebruik van het net worden berekend.
  De plaatsing van een bijkomende teller wordt echter niet door de distributienetbeheerder uitgevoerd als ze aangevraagd wordt door de zelfproducent die zijn t.o.v. zijn verbruik overtollige elektriciteitsproductie wenst te valoriseren.
  De compensatie bedoeld in het eerste lid is voor de in aanmerking genomen periode niet van toepassing op de hoeveelheid geproduceerde elektriciteit boven de totale hoeveelheid elektriciteit verbruikt door de zelfproducent over dezelfde periode. Ze geldt slechts tijdens de technische levenduur van de installatie [2 en onder de voorwaarden vastgesteld bij het Decreet van 1 oktober 2020 tot beëindiging van de compensatie tussen de hoeveelheden elektriciteit opgenomen en geïnjecteerd op het net en tot toekenning van premies ter bevordering van het rationeel energiegebruik en de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen]2.
  ----------
  (1)<BWG 2018-07-19/57, art. 9, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (2)<BWG 2022-12-15/27, art. 27, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 24ter.<ingevoegd bij BWG 2007-12-20/93, art. 35; Inwerkingtreding : 01-01-2008 ; zie ook art. 38> § 1. [2 [3 a betekening van een ministerieel besluit tot toekenning van een aankoopgarantie voor groene certificaten]3, kan de producent van groene elektriciteit]2 een deel of het geheel van de groene certificaten die hem zijn toegekend krachtens het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2006 tot bevordering van elektriciteitopwekking uit hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling rechtstreeks aan de beheerder van het plaatselijke vervoersnet overmaken.
  [2 § 2. Om de garantie van aankoop van de groene certificaten te genieten, dient de producent van groene elektriciteit een dossier in twee exemplaren bij het bestuur in en voegt hij bij zijn aanvraag:
   1° een afschrift van alle documenten als bewijs van de globale prijs van de investeringen betreffende de productie-installatie;
   2° een afschrift van alle documenten betreffende de verschillende tegemoetkomingen ontvangen voor de uitvoering van de installatie, met name de steun tot investering, indien het certificaat van garantie van oorsprong nog niet verleend is;
   3° een financiële analyse tot bepaling van de productiekosten voor groene elektriciteit;
   4° een verklaring op erewoord waaruit blijkt dat de verstrekte informatie volledig is en voor echt verklaard werd;
   Als de aanvraag ingediend wordt terwijl de installatie of één van haar productie-eenheden nog niet in bedrijf gesteld is, voegt de aanvrager bij zijn aanvraag een projectie van de gegevens betreffende de stukken bedoeld onder 1° tot 3°, alsook van de planning van de investering en de vermoedelijke datum van haar inbedrijfstelling.
   § 3. [3 Binnen tien werkdagen na ontvangst van de aanvraag bericht de Administratie er ontvangst van. Ze gaat na of het dossier volledig is. Als het dossier onvolledig is, verzoekt de Administratie er de aanvrager om de vereiste documenten over te maken. Als het dossier volledig is, beslist de Administratie binnen negentig werkdagen na ontvangst van het geheel van de vereiste documenten.]3
   [3 De Administratie bepaalt de duur]3 van de koopverplichting ten laste van de beheerder van het plaatselijke transmissienet voor de groene certificaten afkomstig van de betrokken installatie.
   [3 Binnen honderdtwintig dagen na ontvangst van het geheel van de vereiste documenten]3 kent de Minister bij besluit de garantie van aankoop van de groene certificaten toe. Het ministerieel besluit vermeldt de duur van de garantie van aankoop [3 ...]3; de aanvrager en de beheerder van het plaatselijke transmissienet nemen kennis van bedoeld besluit.]2
  ----------
  (1)<BWG 2014-04-03/36, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
  (2)<BWG 2015-09-24/10, art. 6, 012; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
  (3)<BWG 2019-04-04/52, art. 1, 014; Inwerkingtreding : 01-05-2019>

Art. 24quater.[1 De duur van de verplichting van aankoop van de groene certificaten wordt door [2 ]2 op grond van een door haar bekendgemaakte methodologie bepaald rekening houdende met de volgende elementen:
   1° het gecumuleerde bedrag van de aankoopprijs van de groene certificaten moet het mogelijk maken de meerkosten van de productie ten opzichte van de marktprijs tijdens de afschrijvingsduur van de eenheid of de betrokken productie-eenheden te compenseren, met inbegrip van de bezoldiging van het geïnvesteerde kapitaal tegen het referentie-rentabiliteitspercentage bedoeld in artikel 15 van het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2006 tot bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling;
   2° om de meerkosten van de productie te bepalen houdt [2 de Administratie]2 rekening met de eventuele investeringssteun gestort voor de uitvoering van de eenheid of van de betrokken productie-eenheden.
   Indien de productie-eenheid op de datum van kennisgeving van het in artikel 24ter bedoelde besluit nog niet uitgevoerd wordt, geldt de garantie van aankoop van de groene certificaten door de beheerder van het plaatselijke transmissienet slechts indien de installatie binnen vierentwintig maanden na die datum in bedrijf wordt gesteld.]1
  ----------
  (1)<BWG 2015-09-24/10, art. 7, 012; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
  (2)<BWG 2019-04-04/52, art. 2, 014; Inwerkingtreding : 01-05-2019>

Art. 24quinquies. <ingevoegd bij BWG 2007-12-20/93, art. 35; Inwerkingtreding : 01-01-2008 ; zie ook art. 38> De prijs van het groene certificaat waarvoor de beheerder van het plaatselijke vervoersnet een aankoopverplichting opgelegd krijgt wordt op 65 euro vastgelegd.

Art. 24sexies.<ingevoegd bij BWG 2007-12-20/93, art. 35; Inwerkingtreding : 01-01-2008 ; zie ook art. 38> Tijdens de hele duur van de aankoopgarantie geeft de groene producent, wanneer hij de telgegevens overmaakt om groene certificaten te ontvangen, [4 de Administratie]4 kennis van zijn beslissing om in aanmerking te komen voor de aankoopgarantie voor bedoelde groene certificaten, met inachtneming van de modaliteiten vastgelegd door [4 de Administratie]4. [4 De Administratie gaat na]4 of voldaan wordt aan de eventuele opschortende voorwaarden die vastliggen in het ministerieel besluit bedoeld in artikel 24ter.
  Bij gebrek aan kennisgeving kunnen de groene certificaten niet aanmerking komen voor de aankoopgarantie.
  Als [4 de Administratie]4 de groene certificaten toekent waarvoor de groene producent de toepassing van de aankoopgarantie heeft aangevraagd, brengt ze de beheerder van het plaatselijke vervoersnet daarvan op de hoogte [1 binnen de 75 dagen]1 .
  [1 De beheerder van het plaatselijk transmissienet krediteert de groene elektriciteitsproducent die zijn beslissing om in aanmerking te komen voor de aankoopgarantie voor de groene certificaten waarvan sprake binnen een termijn van 45 dagen na de datum van ontvangst van de informatie gekregen van [4 de Administratie]4.]1
  [3 ...]3
  ----------
  (1)<BWG 2013-09-12/02, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 29-09-2013>
  (2)<BWG 2014-04-03/36, art. 5, 011; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
  (3)<BWG 2015-09-24/10, art. 8, 012; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
  (4)<BWG 2019-04-04/52, art. 3, 014; Inwerkingtreding : 01-05-2019>

Art. 24septies.[1 In afwijking van de artikelen 24ter en 24quater komen de eenheid of productie-eenheden van een installatie met een ontwikkelbaar nettovermogen van minder dan of gelijk aan 10 kW voor de duur van 180 maanden in aanmerking voor de garantie van afkoop van hun groene certificaten door de beheerder van het plaatselijke vervoersnet. De duur van de aankoopverplichting gaat in de maand na de inbedrijfstelling van de bedoelde eenheid voor groene elektriciteitsproductie.
   [2 De Administratie]2 maakt om de twee jaar een verslag op over de productiemeerkosten van de installaties met een ontwikkelbaar nettovermogen van minder dan of gelijk aan 10 kW om te onderzoeken of het relevant is de automatische toekenning van de in het eerste lid bedoelde garantie voor de nieuwe installaties te handhaven.]1
  ----------
  (1)<BWG 2015-09-24/10, art. 9, 012; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
  (2)<BWG 2019-04-04/52, art. 4, 014; Inwerkingtreding : 01-05-2019>

Art. 24octies.[1 De distributienetbeheerder ontvangt de voorafgaande aanvragen tot toekenning van certificaten van garantie van oorsprong, de groene certificaten of [3 garanties van oorsprong]3 betreffende de installaties van fotovoltaïsche zonnepanelen met een ontwikkelbaar nettovermogen van 10kW of minder, die aangesloten zijn op het netwerk en in aanmerking komen voor de compensatie tussen de hoeveelheden elektriciteit opgenomen en geïnjecteerd op het distributinet.
   De distributienetbeheerder moet die aanvragen onderzoeken overeenkomstig de procedure bepaald door [2 de Administratie]2.]1
  ----------
  (1)<BWG 2015-09-24/10, art. 10, 012; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
  (2)<BWG 2019-04-04/52, art. 5, 014; Inwerkingtreding : 01-05-2019>
  (3)<BWG 2024-05-16/99, art. 2, 018; Inwerkingtreding : 31-10-2024>

Art. 24octies/1. [1 De in artikel 38, § 6bis, van het decreet bedoelde installaties genieten overeenkomstig de in artikel 24sexies bedoelde procedure de aankoopgarantie voor de groene certificaten. In afwijking van artikel 24ter heeft de producent van groene elektriciteit in dit geval niet de verplichting om een dossier bij het bestuur in te dienen. In afwijking van artikel 24quater is de duur van de verplichting tot aankoop van de groene certificaten voor die installaties gelijk aan de duur van toekenning van de groene certificaten.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2015-09-24/10, art. 11, 012; Inwerkingtreding : 23-10-2015>


Art. 24nonies. [1 De distributienetbeheerder ontvangt de aanvragen om in aanmerking te komen voor de productieondersteuning bedoeld in artikel 37 van het decreet, behandelt ze en stort de aanvrager het bedrag dat overeenstemt met die ondersteuning, in voorkomend geval verhoogd met de aanvullende premie, met inachtneming van de modaliteiten en de voorwaarden bepaald in het besluit van de Waalse Regering 30 november 2006 betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen of uit warmtekrachtkoppeling en volgens de procedure aangenomen krachtens artikel 6bis, lid 4, van hetzelfde besluit.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2014-02-20/08, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 01-03-2014>

Afdeling 3. - Inzameling van gegevens.
Art.25.[1 De distributie- en lokale transmissienetbeheerders zenden aan de Administratie en de CWaPE een reeks gegevens toe die nodig zijn voor de uitvoering van hun opdrachten. De lijst van deze gegevens, alsmede de te gebruiken vorm en de termijnen worden vastgesteld door de Minister, na overleg met de CWaPE en de lokale distributie- en transmissienetbeheerders.
   De lijst van gegevens alsmede de vorm en de termijnen kunnen door de minister worden aangepast na overleg met de CWaPE en de lokale distributie- en transmissienetbeheerders.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 28, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Afdeling 4. - Informatie en bewustmaking inzake rationeel energiegebruik en hernieuwbare energieën.
Art. 25bis.<ingevoegd bij BWG 2006-12-06/36, art. 17; Inwerkingtreding : 20-12-2006> De distributienetbeheerders zijn verplicht :
  1° (om elk document af te drukken of te verspreiden dat door de Minister wordt voorgeschreven betreffende het rationeel energieverbruik of [2 de energiemarkten]2. In dat laatste geval wordt het document opgesteld op voordracht of na advies van de CWaPE en in alle gevallen na overleg met de leveranciers en de beheerders van distributienetten.) <BWG 2008-02-28/35, art. 15, 005; Inwerkingtreding : 15-06-2008>
  2° elke premie toe te kennen met het oog op de bevordering van rationeel energiegebruik of de aanwending van hernieuwbare energieën, overeenkomstig het actieprogramma bedoeld in [1 artikel 51bis van het decreet]1.
  De Minister bepaalt de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van de premie bedoeld in het eerste lid, 2°.
  De terugbetaling van de premies wordt gedragen door het [1 Fonds voor energie en duurzame ontwikkeling]1.
  ----------
  (1)<BWG 2015-09-24/10, art. 12, 012; Inwerkingtreding : 23-10-2015>
  (2)<BWG 2022-12-15/27, art. 29, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

HOOFDSTUK IV. - Openbare dienstverplichtingen van sociale aard.
Afdeling 1. - Levering aan beschermde afnemers.
Art.26.<BWG 2006-12-06/36, art. 18, 003; Inwerkingtreding : 20-12-2006> [1 § 1.]1 Overeenkomstig [1 artikel 33bis]1 van het decreet [1 levert de distributienetbeheerder elektriciteit tegen het sociaal tarief aan de beschermde afnemer]1.
  [1 In voorkomend geval]1 richt de beschermde afnemer een geschreven aanvraag aan de beheerder van het distributienet waarop hij aangesloten is.
  Na ontvangst van de aanvraag is de netbeheerder verplicht aan de afnemer te leveren, onverminderd de technische bepalingen voor het distributienetbeheer betreffende informatie-uitwisseling [1 .]1
  [1 ...]1
  [2 De distributienetbeheerder informeert de afnemer zo spoedig mogelijk over de overname als sociale leverancier en over de gevolgen daarvan met betrekking tot de gegarandeerde minimumlevering. Met name deelt de distributienetbeheerder de beschermde afnemer mee hoe de gegarandeerde minimumlevering moet worden geactiveerd, dat deze door de afnemer moet worden betaald en aan hem zal worden gefactureerd, en wat de gevolgen zijn indien de afnemer de aan de gegarandeerde minimumlevering verbonden kosten niet betaalt. De netbeheerder stelt tevens de voorwaarden vast waaronder de afnemer zelf om deactivering van de gegarandeerde minimumlevering kan verzoeken.]2
  § 2. In dat geval wordt de distributienetbeheerder beschouwd als de [2 sociale]2 leverancier van de beschermde afnemer.
  [1 § 3. Voor de beschermde afnemers bedoeld in artikel 33, § 1, 2°, en § 2, van het decreet en behalve als de afnemer vraagt om tegen de handelsprijs te worden bevoorraad door een leverancier van zijn keuze, brengt de leverancier de distributienetbeheerder die de afnemer als sociale leverancier overneemt, onmiddellijk op de hoogte binnen een termijn van maximaal 30 dagen na het verzoek ingediend door de commerciële leverancier en die deze afnemer in kennis stelt van deze overname en van de gevolgen daarvan, met name wat betreft de gewaarborgde minimale levering.]1
  ----------
  (1)<BWG 2018-07-19/57, art. 10, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (2)<BWG 2022-12-15/27, art. 30, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.27.§ 1. Als de afnemer beschermd is, geeft hij de leverancier schriftelijk kennis daarvan, eventueel door bemiddeling van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. De beschermde afnemer laat zijn briefwisseling vergezeld gaan van alle nodige bewijsstukken. (De leverancier meldt ontvangst van de voornoemde brief binnen een termijn van vijf werkdagen. Die ontvangstmelding vermeldt of de elektriciteitslevering al dan niet verzekerd zal worden tegen het speciale sociale tarief.) <BWG 2008-02-28/35, art. 16, 1°, 005; Inwerkingtreding : 15-06-2008>
  Na advies van de " CWaPE " bepaalt de Minister het model van het aan de leverancier over te maken document. (Als de beschermde afnemer door de distributienetbeheerder bevoorraad wordt en een contract afsluit met een leverancier van zijn keuze, bezorgt de distributienetbeheerder de door de beschermde afnemer gekozen leverancier het bewijs van het statuut van de beschermde afnemer overeenkomstig de technische bepalingen voor het distributienetbeheer betreffende informatie-uitwisseling.) <BWG 2006-12-06/36, art. 19, 1°, 003; Inwerkingtreding : 20-12-2006>
  § 2. (Het verzoek om voor het statuut van beschermde afnemer in aanmerking te komen wordt jaarlijks hernieuwd.) <BWG 2006-12-06/36, art. 19, 2°, 003; Inwerkingtreding : 20-12-2006>
  [1 § 2bis. Wanneer een beschermde afnemer, bedoeld in artikel 33, § 1, 2°, [2 en § 2]2 van het decreet, telefonisch contact opneemt met de leverancier, nodigt deze laatste de afnemer uit om contact op te nemen met zijn distributienetbeheerder. Wanneer de beschermde afnemer een schriftelijk verzoek tot de leverancier richt, deelt de leverancier de afnemer schriftelijk mee dat hij, gelet op zijn statuut van beschermde afnemer bedoeld in artikel 33, § 1, 2° [2 en § 2]2 van het decreet, en de bepalingen voorzien in de decreten, zijn verzoek aan zijn distributienetbeheerder heeft overgemaakt. De leverancier deelt de contactgegevens van de distributienetbeheerder aan de afnemer mee.]1
  § 3. De afnemer verwittigt de leverancier schriftelijk binnen vijftien dagen na het verlies van zijn hoedanigheid van beschermde afnemer.
  (§ 4. [3 Indien de afnemer die door de sociale leverancier wordt voorzien, zijn hoedanigheid van beschermde afnemer verliest, verzoekt de sociale leverancier hem om binnen de twee maanden een contract te sluiten met een leverancier. In deze uitnodiging wordt de afnemer meegedeeld dat, tenzij hij binnen vijf dagen bezwaar maakt bij de sociale leverancier, zijn naam, voornaam, postadres, telefoonnummer en eventueel e-mailadres binnen tien dagen aan het OCMW zullen worden meegedeeld. Indien de afnemer aan het einde van de periode van twee maanden geen contract heeft, kan de sociale leverancier een met redenen omkleed verzoek indienen bij de plaatselijke commissie voor energie om de situatie van de afnemer te analyseren. Indien de plaatselijke commissie voor energie overweegt de afnemer af te sluiten, verzoekt de sociale leverancier de vrederechter om opschorting van de elektriciteitslevering.]3
  ----------
  (1)<BWG 2018-07-19/57, art. 11, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (2)<BWG 2019-05-02/88, art. 5, 015; Inwerkingtreding : 02-11-2019>
  (3)<BWG 2022-12-15/27, art. 31, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.28.
  <Opgeheven bij BWG 2018-07-19/57, art. 12, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>

Afdeling 2. - Procedure van toepassing op residentiële afnemers bij wanbetaling.
Art.29.§ 1. Als de afnemer het bedrag van de factuur niet heeft betaald binnen de voorgeschreven termijn [1 die niet lager mag zijn dan vijftien dagen te rekenen van de datum van uitgifte van de factuur]1, stuurt de leverancier een herinneringsbrief waarin de volgende gegevens voorkomen :
  1° [3 de nieuwe vervaldag voor betaling, die niet korter mag zijn dan tien dagen, alsmede de telefoon-, e-mail- en postgegevens van de dienst die belast is met het opstellen van een betalingsplan dat rekening houdt met de financiële situatie van de afnemer, het bedrag van de te vereffenen schuld en de betrokken periode]3;
  2° [2 de mogelijkheid om een beroep te doen op het openbare centrum voor sociale actie of een erkende schuldbemiddelaar, de mogelijkheid om hen te vragen kosteloos een budgetmeter te plaatsen, alsmede de telefonische, elektronische en postale contactgegevens van deze instanties. [3 De website van het Waarnemingscentrum krediet waarop de afnemer de contactgegevens van de schuldbemiddelingsdiensten kan raadplegen;]3]2
  3° [2 ...]2
  4° de gevolgde procedure als de afnemer geen oplossing heeft voor de betaling van bedoelde factuur; die procedure voorziet in de mededeling van zijn naam aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, behoudens uitdrukkelijke weigering zijnentwege;
  [3 5° De herinneringsbrief bevat de gevorderde bedragen en de betrokken facturen.]3
  De herinneringsbrief vermeldt eveneens uitdrukkelijk de modaliteiten die van toepassing zijn op de beschermde afnemer [3 ...]3.
  § 2. De type herinneringsbrief bedoeld in § 1 wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de " CWaPE ", die over dertig werkdagen beschikt om zich uit te spreken.
  [1 § 3. De in § 1 bedoelde termijnen beletten een leverancier niet om nieuwe facturen die op het ogenblik van de ingebrekestelling nog niet vervallen waren, onmiddellijk opeisbaar te maken. De bedragen van deze nieuwe facturen worden opgenomen in de in deze afdeling bedoelde procedure.
   Indien de algemene voorwaarden van de leverancier in een dergelijke regel voorzien, zal de aanmaningsbrief dit uitdrukkelijk vermelden.
   Deze regel is niet van toepassing indien een betalingsplan door de afnemer wordt afgesloten en nageleefd.]1
  ----------
  (1)<BWG 2018-07-19/57, art. 13, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (2)<BWG 2019-05-02/88, art. 6, 015; Inwerkingtreding : 02-11-2019>
  (3)<BWG 2022-12-15/27, art. 32, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.30.[2 De aanmaningsprocedure, bedoeld in artikel 33bis/1, eerste en tweede lid, van het decreet, is van toepassing wanneer het bedrag van de schuld van de afnemer, inclusief alle belastingen, meer dan 100 euro bedraagt voor de elektriciteitsfactuur, of meer dan 200 euro in het geval van een gecombineerde factuur, en indien de afnemer binnen de termijn die is vastgesteld in de aanmaning, bedoeld in artikel 29:]2
  1° hetzij het bedrag van de factuur niet heeft betaald;
  2° [2 ...]2
  3° hetzij geen betalingsplan is overeengekomen met de bevoegde dienst van de leverancier;
  4° hetzij de leverancier niet op de hoogte heeft gebracht, op grond van een attest van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of van de erkende dienst voor schuldbemiddeling, van de onderhandelingen gevoerd [1 om een redelijk afbetalingsplan overeen te komen]1. <BWG 2008-02-28/35, art. 17, 1°, 005; Inwerkingtreding : 15-06-2008>
  [2 Wanneer aan de in het eerste lid bedoelde voorwaarden is voldaan, zendt de leverancier de afnemer een ingebrekestelling overeenkomstig artikel 33bis/1, eerste en tweede lid, van het decreet. In de ingebrekestelling wordt de afnemer geïnformeerd over de verdere procedure die van toepassing is en, in het bijzonder, dat een ingebrekestelling aan de afnemer zal worden gezonden, alsmede over de aan deze procedure verbonden kosten. Indien de schuld gekoppeld is aan een afrekening of een afsluitingsfactuur op basis van een geschatte index, kan de afnemer vragen dat er kosteloos een indexmeting plaatsvindt om het bedrag van de schuld te objectiveren.]2
  [2 De aanmaningsbrief bevat de gevorderde bedragen en de betrokken facturen. Zij nodigt de afnemer uit contact met hem op te nemen om een redelijk betalingsplan af te sluiten en wijst hem op zijn recht om zich door het OCMW of de schuldbemiddelingsdienst te laten bijstaan. De brief vermeldt de telefoon-, e-mail- en postgegevens van zijn bevoegde dienst voor het opstellen van een betalingsplan dat rekening houdt met de financiële situatie van de afnemer. Voor niet-beschermde afnemers wordt in de brief op de pagina van de CWaPE-website informatie verstrekt over de voorwaarden voor toekenning van het statuut van regionale beschermde afnemer, in de zin van artikel 33, § 1, 2°, en § 2 van het decreet. In de brief wordt gepreciseerd dat indien de afnemer niet binnen 15 dagen reageert op de uitnodiging van de leverancier om een redelijk betalingsplan te sluiten, het met de leverancier gesloten redelijk betalingsplan niet naleeft of een nieuwe vervallen factuur niet betaalt, de procedure die van toepassing is in geval van niet-betaling en de wanbetalingsprocedure ongewijzigd wordt voortgezet of hervat. Het in bijlage 1 bedoelde formulier wordt bij de aanmaningsbrief gevoegd.]2
  [1 In geval van het afsluiten van een redelijk betalingsplan tussen een afnemer en zijn leverancier wordt [2 wordt de procedure die van toepassing is in geval van niet-betaling of de verstekprocedure opgeschort, overeenkomstig artikel 33bis/1, zesde lid, van het decreet]2.]1
  ----------
  (1)<BWG 2018-07-19/57, art. 14, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (2)<BWG 2022-12-15/27, art. 33, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 30bis.[1 § 1. Een betalingsplan dat rekening houdt met de belangen en situaties van beide partijen en de afnemer in staat stelt zijn schuld volledig te betalen, is redelijk, d.w.z. het houdt rekening met objectieve elementen zoals: het profiel van de afnemer, het bedrag van zijn schuld, de historiek van zijn afnemersrekening
   § 2. Indien de afnemer de tussenkomst van de erkende schuldbemiddelaar of het OCMW geniet, wordt de door de erkende schuldbemiddelaar of het OCMW in het kader van zijn opdracht tot eerbiediging van de menselijke waardigheid voorgestelde aanpassing van het aanvankelijk door de leverancier voorgestelde betalingsplan door deze laatste geanalyseerd. Indien de leverancier het voorstel van het OCMW of de erkende schuldbemiddelaar afwijst, dient hij dit in het licht van het betrokken geval te rechtvaardigen.
   § 3. Op vraag van de erkende schuldbemiddelaar of het OCMW wordt de procedure van niet-betaling of wanbetaling opgeschort gedurende de tijd van de socio-budgettaire analyse en de onderhandeling met de leverancier over een redelijk betalingsplan, dat niet langer dan dertig dagen mag duren, door het OCMW of de erkende schuldbemiddelaar.
   § 4. Indien de afnemer verzoekt een betalingsplan af te sluiten door middel van het in de artikelen 30 en 31 bedoelde formulier, kan hij de leverancier samen met de terugzending van het formulier een voorstel voor een betalingsplan doen toekomen. Indien het betalingsplan telefonisch wordt afgesloten, bevestigt de leverancier dit schriftelijk aan de afnemer. Indien de leverancier niet reageert binnen vijftien dagen na ontvangst van het voorstel voor een betalingsplan van de afnemer, wordt de schuldeiser geacht het voorgestelde plan te hebben aanvaard. De weigering van de leverancier om het betalingsplan te aanvaarden wordt schriftelijk meegedeeld, met een tegenvoorstel voor een betalingsplan.
   Indien de afnemer bij de terugzending van het formulier geen betalingsregeling voorstelt, stelt de leverancier binnen tien dagen na ontvangst van het formulier een betalingsregeling aan de afnemer voor. De afnemer beschikt over een termijn van vijftien dagen om de leverancier in kennis te stellen van zijn aanvaarding of van een eventueel verzoek tot aanpassing van het door de leverancier overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit paragraaf voorgestelde betalingsplan.
   De procedure die van toepassing is in geval van niet-betaling of wanbetaling wordt tijdens de onderhandelingen over het betalingsplan opgeschort tot het verstrijken van de termijn van vijftien dagen waarover de afnemer beschikt om de leverancier in kennis te stellen van zijn verzoek tot aanpassing van het door de leverancier voorgestelde betalingsplan als bedoeld in 3°. De leverancier kan de in de procedure bij niet-betaling of wanbetaling vastgestelde termijnen na deze termijn opschorten indien hij zulks passend acht.
   § 5. Elk akkoord of wijziging van het onderling overeengekomen betalingsplan wordt door de leverancier aan de afnemer schriftelijk meegedeeld.".
   § 6. Elke niet naleving van het betalingsplan wordt door de leverancier aan de afnemer schriftelijk meegedeeld.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 34, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 30ter.[1 Het bedrag van de schuld die de leverancier van de afnemer vordert volgens de procedure die van toepassing is op de residentiële afnemer in geval van niet-betaling of [2 van niet-betaling, ook tijdens de minnelijke invorderingsprocedure,]2 mag niet hoger zijn dan de som van de volgende componenten:
   1° het verschuldigd blijvende saldo op de vervallen facturen;
   2° het mogelijke bedrag van de contractuele rente, begrensd tot de wettelijke rentevoet;
   3° de eventuele vorderingskosten voor onbetaalde facturen bedragen maximaal 7,5 euro voor een herinneringsbrief en 15 euro voor een aanmaningsbrief. De totale kosten voor het verzenden van herinneringsbrieven en aanmaningen of wanbetaling mogen niet meer bedragen dan 55 euro per jaar en per energie.
  [2 In afwijking van punt 3° zijn invorderingskosten voor onbetaalde rekeningen niet van toepassing op een beschermde afnemer die door de sociale leverancier wordt bevoorraad.]2
   In ieder geval kunnen geen kosten worden gevorderd voor een redelijk betalingsplan dat in het kader van de procedure bedoeld in de artikelen 29 tot 33 van dit besluit is afgesloten.]1
  [2 Zodra een gerechtelijke procedure is ingeleid, kunnen aanmanings- en vertragingskosten niet meer worden gevorderd.
   Elk strafbeding is verboden, zelfs indien de som van dit beding en de kosten van aanmaningen, ingebrekestellingen of wanbetaling niet meer dan 55 euro bedragen.]2
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2018-07-19/57, art. 16, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (2)<BWG 2022-12-15/27, art. 35, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 30quater. [1 De overdracht door een leverancier van een schuldvordering of de invordering door een derde van dergelijke schuldvorderingen ontslaat de leverancier niet van zijn verplichtingen jegens zijn afnemer.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2018-07-19/57, art. 17, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>


Art. 30quinquies. [1 § 1. Indien de afnemer verzoekt om de indiening van een gemeenschappelijk verzoek bij de vrederechter door middel van het formulier, en de leverancier hiermee instemt, zendt de leverancier de afnemer zo spoedig mogelijk een gemeenschappelijk verzoekformulier, ingevuld voor het gedeelte dat betrekking heeft op de afnemer. De afnemer is verplicht het gezamenlijke aanvraagformulier in te vullen, te ondertekenen en aan de leverancier terug te zenden binnen zeven werkdagen na ontvangst van het model van het gezamenlijke aanvraagformulier van de leverancier. De leverancier legt de zaak zo spoedig mogelijk na ontvangst van de door de afnemer ingevulde stukken voor aan de vrederechter. De procedure wegens niet-betaling of wanbetaling wordt opgeschort vanaf het moment van het verzoek om een gemeenschappelijk verzoek door de afnemer tot de beslissing van de vrederechter. Indien de afnemer het ingevulde gezamenlijke aanvraagformulier niet binnen zeven werkdagen terugstuurt, wordt de procedure wegens niet-betaling of wanbetaling hervat.
   § 2. Indien de afnemer door middel van het formulier verzoekt om de indiening van een gemeenschappelijk verzoekschrift voor de vrederechter, en de leverancier weigert het gemeenschappelijk verzoekschrift in te dienen, is de leverancier verplicht de afnemer ervan in kennis te stellen dat geen gevolg is gegeven aan het verzoek tot indiening van het gemeenschappelijk verzoekschrift en de afnemer zo spoedig mogelijk een redelijk betalingsplan aan te bieden. De in geval van niet-betaling of betalingsachterstand toegepaste procedure wordt opgeschort. De afnemer beschikt over een termijn van vijftien dagen om de leverancier in kennis te stellen van zijn aanvaarding of van een eventueel verzoek tot aanpassing van het door de leverancier voorgestelde betalingsplan. Na deze termijn van vijftien dagen wordt de procedure in geval van niet-betaling of wanbetaling hervat. Bij wijze van uitzondering zijn, overeenkomstig artikel 33bis/3 van het decreet, de bepalingen van artikel 31bis, § 1, 1°, niet van toepassing.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2022-12-15/27, art. 36, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>


Art. 30sexies. [1 § 1. Indien de afnemer verzoekt om activering van de voorafbetaling met gebruikmaking van het in de artikelen 30 en 31 van dit besluit bedoelde formulier, zendt de leverancier een verzoek om activering van de voorafbetaling aan de netbeheerder. De procedure die van toepassing is in geval van niet-betaling of wanbetaling wordt opgeschort.
   § 2. De netbeheerder activeert de voorafbetalingsfunctie uiterlijk 15 werkdagen na ontvangst van het verzoek indien de communicerende meter reeds bij de afnemer is geïnstalleerd, en anders uiterlijk de volgende werkdag na de installatie van de communicerende meter. De plaatsingstermijn mag niet langer zijn dan 40 dagen.
   § 3. Als de installatie of de activering van de communicerende functie van de meter technisch onmogelijk of economisch niet redelijk wordt geacht in toepassing van de bepalingen van artikel 5 van het besluit van de Waalse regering betreffende de communicerende meters, stelt de netbeheerder de leverancier hiervan in kennis en annuleert hij de activeringsprocedure voor voorafbetaling. In dat geval kan de procedure in geval van niet-betaling of wanbetaling ongewijzigd worden voortgezet. De bepalingen van artikel 31bis, § 1, 1°, zijn niet van toepassing.
   § 4. De Minister bepaalt de procedure voor de activering van de voorafbetalingsfunctie. Op voorstel van de CWaPE stelt de Minister het forfaitaire bedrag en de voorwaarden vast voor de vergoeding door de distributienetbeheerder aan de leverancier in geval van overschrijding van de in het tweede lid bedoelde termijnen voor activering van de voorafbetalingsfunctie.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2022-12-15/27, art. 37, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>


Afdeling 3. - Wanbetaling van een residentiële afnemer [1 ...]1.   ----------   (1)
Art.31.[1 § 1. De leverancier stelt de afnemer per brief in gebreke wanneer hij op de vervaldag die is vastgesteld in de aanmaningsbrief bedoeld in artikel 33bis/1 van het decreet, en onverminderd de eventuele opschorting van de termijnen bedoeld in de artikelen 30bis, §§ 3 en 4, 30quinquies en 30sexies, niet :
   1° het bedrag van de onbetaalde factuur heeft betaald;
   2° om de activering van de voorafbetalingsfunctie heeft verzocht ;
   3° met de betrokken afdeling van de leverancier een redelijk betalingsplan heeft gesloten en het redelijke betalingsplan en de betaling van de nieuw vervallen facturen van de leverancier heeft nageleefd;
   4° de leverancier heeft verzocht de aanhangigmaking van zaken bij de vrederechter aan te vragen door middel van een gezamenlijk verzoek.
   Een van deze voorwaarden volstaat om de afnemer niet in gebreke te stellen.
   Met uitzondering van beschermde afnemers die niet door de sociale leverancier worden bevoorraad, wordt het formulier, bedoeld in bijlage 1, gevoegd bij de brief met de verklaring van niet-betaling, bedoeld in artikel 33bis1/, vierde en vijfde lid, van het decreet.
   De brief met de verklaring van niet-betaling vermeldt de gevraagde bedragen en de betrokken facturen. Hij wijst de afnemer op zijn recht om over een redelijk betalingsplan te onderhandelen en op zijn recht om zich door het OCMW of door de schuldbemiddelingsdienst te laten bijstaan. Voor niet-beschermde afnemers wordt in de brief informatie verstrekt op de pagina van de CWaPE-website waarop de voorwaarden voor toekenning van het statuut van regionaal beschermde afnemer, in de zin van artikel 33, § 1, 2°, en § 2, van het decreet, worden gepresenteerd.
   In voorkomend geval verstrekt de leverancier de distributienetbeheerder de gegevens van de afnemer en het bewijs dat de afnemer een beschermde afnemer is in de zin van artikel 33, lid 1, van het decreet. In dit geval wordt de afnemer overgedragen en bevoorraad door de distributienetbeheerder, die de afnemer op de hoogte brengt van deze overdracht en de gevolgen daarvan met betrekking tot de minimale gegarandeerde levering. De Minister bepaalt de procedure voor de overdracht van de in gebreke gestelde beschermde afnemer aan zijn netbeheerder en de daaruit voortvloeiende verplichtingen.
   § 2. Overeenkomstig artikel 33bis/1, vierde lid, van het decreet wordt in de ingebrekestelling aan de afnemer meegedeeld dat, tenzij hij zich binnen vijf dagen na ontvangst van de ingebrekestelling tegen de leverancier verzet, zijn naam, voornaam, postadres, telefoonnummer en eventueel zijn e-mailadres binnen tien dagen na ontvangst van de brief aan het OCMW zullen worden meegedeeld, om hem in staat te stellen zijn bijstand te genieten bij het onderhandelen over een redelijk betalingsplan, financiële hulp of begeleidingsmaatregelen als bedoeld in de organieke wet van de OCMW's van 8 juli 1976 en de wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.
   § 3. Indien de afnemer ervoor kiest om in het formulier een beroep te doen op het openbare centrum voor maatschappelijk welzijn of de erkende schuldbemiddelingsdienst, neemt hij zo spoedig mogelijk contact op met de structuur.
   § 4. Welke oplossing de residentiële afnemer ook kiest via het formulier, deze oplossing belet de consument niet om te allen tijde een betalingsplan af te sluiten.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 39, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 31bis. [1 § 1. Wanneer de afnemer op de vervaldag vastgesteld in de brief met de verklaring van niet-betaling bedoeld in artikel 33bis/1 van het decreet, en onverminderd de eventuele opschorting van de termijnen bedoeld in de artikelen 30bis, §§ 3 en 4, 30quinquies en 30 sexies, niet heeft gereageerd overeenkomstig artikel 31, eerste lid, 1°, 2°, 3° of 4°, moet de leverancier :
   1° overeenkomstig de bepalingen van het technisch reglement voor het beheer van het distributienet met betrekking tot de uitwisseling van informatie, aan de netbeheerder een aanvraag richten voor de installatie van een budgetmeter of de activering van de voorafbetalingsfunctie bij de afnemer. Hij brengt de afnemer per brief op de hoogte van het verzoek tot plaatsing of activering, alsmede van de mogelijkheid om de plaatsing of activering te weigeren en de wijze van kennisgeving overeenkomstig § 5 ;
   2° of de zaak voorleggen aan de vrederechter om elke maatregel te vragen die strekt tot terugbetaling van de schuld, activering van de voorafbetaling of beëindiging van het leveringscontract.
   § 2. § 1. Indien de afnemer de activering van de vooruitbetaling weigert of belemmert of indien de installatie of de activering van de communicerende functie van de meter technisch onmogelijk of economisch niet redelijk wordt geacht in toepassing van de bepalingen van artikel 5 van het besluit van de Waalse Regering betreffende de communicerende meters, wendt de leverancier zich tot de vrederechter om de ontbinding van het leveringscontract te vragen. De netbeheerder annuleert de activeringsprocedure voor voorafbetaling bij de leverancier wanneer de afnemer de activering van de voorafbetaling belemmert.
   § 3. Indien de afnemer ervoor kiest om in het formulier een beroep te doen op het openbare centrum voor maatschappelijk welzijn of de erkende schuldbemiddelingsdienst, neemt hij zo spoedig mogelijk contact op met de structuur.
   § 4. Indien de gebruiker niet aanwezig kan zijn bij de installatie wanneer de voorafbetalingsfunctie wordt geactiveerd, kan hij een persoon aanwijzen om hem te vertegenwoordigen of een andere dag en een ander tijdstip overeenkomen. In dat geval neemt de afnemer binnen vijf werkdagen na de oorspronkelijk voorgestelde datum contact op met zijn distributienetbeheerder om een nieuwe datum voor het bezoek vast te stellen.
   § 5. De Minister bepaalt de procedure voor het activeren van de voorafbetalingsfunctie. De distributienetbeheerder activeert de voorafbetalingsfunctie uiterlijk 15 werkdagen na ontvangst van het verzoek indien de communicerende meter reeds bij de afnemer is geïnstalleerd, en anders uiterlijk de volgende werkdag na de installatie van de communicerende meter. Onverminderd de bepalingen, opgelegd bij en krachtens het decreet, met betrekking tot de installatie van slimme meters en de activering van de communicatiefunctie, mag de periode tussen de datum van ontvangst van het verzoek om activering van de voorafbetalingsfunctie en de datum van activering niet meer dan veertig dagen bedragen.
   Op voorstel van de CWaPE bepaalt de Minister het forfaitaire bedrag en de voorwaarden voor de vergoeding door de distributienetbeheerder aan de leverancier in geval van overschrijding van de in lid 1 bedoelde termijnen voor de activering van de voorafbetalingsfunctie en de installatie van communicerende meters.
   § 6. De afnemer kan de leverancier telefonisch, per e-mail of per post in kennis stellen van zijn weigering om de voorafbetalingsfunctie te activeren. De leverancier annuleert het verzoek aan de netbeheerder om de voorafbetalingsfunctie te activeren;
   Het feit dat de afnemer bij het tweede bezoek van de netbeheerder niet aanwezig is of weigert de netbeheerder toegang tot de meter te verlenen, wordt beschouwd als een belemmering voor de activering van de vooruitbetaling.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2022-12-15/27, art. 40, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>


Art.32.[1 § 1. Tegelijkertijd met de betekening van de beslissing door de leverancier aan de afnemer, brengt de leverancier het OCMW van de afnemer schriftelijk of langs elektronische weg op de hoogte van zijn beslissing om tot tenuitvoerlegging van deze beslissing over te gaan, tenzij de afnemer eerder heeft geweigerd zijn contactgegevens te verstrekken overeenkomstig artikel 31, § 2.
   § 2. Wanneer de leverancier bij beslissing van de vrederechter verzoekt om activering van de voorafbetaling, zijn de bepalingen van artikel 31bis, § 4 en § 5, van toepassing, onverminderd andere door de vrederechter in zijn vonnis vastgestelde voorwaarden. Indien de afnemer na de beslissing van de vrederechter de installatie van een communicerende meter belemmert, of indien de installatie of de activering van de communicerende functie van de meter technisch onmogelijk of economisch niet redelijk wordt geacht in toepassing van de bepalingen van artikel 5 van het besluit van de Waalse regering betreffende communicerende meters, onverminderd de andere voorwaarden die de vrederechter in zijn vonnis heeft vastgesteld, kan de leverancier zich tot de vrederechter wenden met het verzoek het leveringscontract te beëindigen. De netbeheerder annuleert de procedure voor de activering van de voorafbetaling bij de leverancier wanneer de afnemer de installatie van de communicerende meter belemmert of wanneer de installatie ervan of de activering van de communicerende functie van de meter technisch onmogelijk of economisch niet redelijk wordt geacht in toepassing van de bepalingen van artikel 5 van het besluit van de Waalse regering betreffende de communicerende meters.
   § 3. Indien het bij beslissing van de vrederechter aan de afnemer opgelegde betalingsplan niet wordt nageleefd of in geval van niet-betaling van elke nieuwe factuur die vervallen is terwijl bij beslissing van de vrederechter een betalingsplan is opgelegd, onverminderd andere door de vrederechter in zijn vonnis vastgestelde voorwaarden, verzoekt de leverancier de vrederechter om ontbinding van de leveringsovereenkomst.
   § 4. Wanneer de leveringsovereenkomst bij beslissing van de vrederechter wordt beëindigd, zijn de artikelen 10 en 22 van toepassing, onverminderd andere door de vrederechter in zijn vonnis vastgestelde voorwaarden.
   § 5. In geval van beëindiging van het contract informeert de leverancier de netbeheerder en de afnemer. In de aan de afnemer toegezonden informatie geeft hij aan binnen welke termijn hij een nieuwe leverancier moet kiezen om opschorting van zijn levering te voorkomen. In voorkomend geval wordt deze informatie bij de kennisgeving van de beslissing gevoegd. Op advies van de CWaPE bepaalt de Minister de procedure voor het opheffen van de schorsing van de levering.
   § 6. Ingeval de vrederechter beslist de leveringsovereenkomst te beëindigen, komen de kosten van de opschorting van de levering en van het herstel van de levering ten laste van de afnemer indien hij niet binnen de in de in § 5 bedoelde brief vermelde termijn een nieuwe leverancier heeft gekozen en de rechter hem in het ongelijk heeft gesteld.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 41, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.33.
  <Opgeheven bij BWG 2022-12-15/27, art. 42, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.34.§ 1. De bepalingen van artikel 16, [3 § 2]3, zijn toepasselijk in het kader van het verzoek bedoeld in artikel 31, § 1.
  § 2. [3 ...]3
  § 3. [2 ...]2
  ----------
  (1)<BWG 2015-09-24/10, art. 13, 012; Inwerkingtreding : 23-10-2015>
  (2)<BWG 2018-07-19/57, art. 19, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (3)<BWG 2022-12-15/27, art. 43, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.35.De leverancier geeft de afnemer kennis van het juiste bedrag van de bestaande schuld bij de plaatsing van de budgetmeter, incl. de kosten van de procedure die er aan vooraf gaat. De invordering van die schuld mag in geen geval afgehouden worden van de betalingen ivm het verbruik van na de plaatsing van de budgetmeter.
  [1 Wanneer een afnemer over een geactiveerde budgetmeter beschikt, mag de leverancier hem geen voorschotfacturen sturen.]1
  ----------
  (1)<BWG 2018-07-19/57, art. 20, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>

Art. 35bis. [1 De leverancier stelt de afnemer in kennis van het exacte bedrag van de schuld die bestaat op het tijdstip van activering van de voorafbetalingsfunctie, met inbegrip van eventuele procedurekosten vóór activering van de voorafbetalingsfunctie. De terugvordering van deze schuld kan niet worden verrekend met betalingen die betrekking hebben op het verbruik na de activering van de voorafbetalingsfunctie.
   Wanneer de voorafbetalingsfunctie bij een afnemer is geactiveerd, mag de leverancier hem geen voorschotfacturen sturen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2022-12-15/27, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>


Art.36.[1 De deactivering van de budgetmeter of de voorafbetalingsfunctie kan door de afnemer op elk moment bij zijn leverancier worden aangevraagd. Indien de afnemer bij zijn huidige leverancier geen schuld heeft in verband met zijn elektriciteitsverbruik, of indien het verzoek om de voorafbetalingsfunctie te activeren door de afnemer vrijwillig is gedaan, buiten een procedure van niet-betaling om en indien de afnemer geen schuld heeft bij zijn leverancier, is de leverancier verplicht het verzoek binnen zeven dagen aan de netbeheerder door te geven. De deactivering van de voorafbetalingsfunctie is kosteloos voor de afnemer.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 45, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.37.[1 § 1. De procedure bij niet-betaling en de procedure bij wanbetaling worden te allen tijde opgeschort indien de partijen overeenkomen de schuld te betalen of indien de partijen een redelijk betalingsplan overeenkomen. Niet-naleving van een schriftelijk aan de afnemer meegedeeld betalingsplan voor de regeling van de schuld leidt van rechtswege tot hervatting van de huidige procedure.
   Na ontvangst van de volledige betaling voor de vereffening van de schuld door de leverancier is deze verplicht de door hem bij de netbeheerder ingeleide procedure binnen vijf werkdagen na ontvangst van de betaling te annuleren.
   Zodra een schuldbetalingsplan is overeengekomen, is de leverancier verplicht de procedure die hij met de netbeheerder heeft ingeleid binnen vijf werkdagen na het bereiken van het akkoord te annuleren.
   Op advies van de CWaPE stelt de Minister de procedure vast voor de annulering van procedures door de leverancier aan de netbeheerder.
   § 2. Het OCMW is belast met de verwerking van de door de leverancier verstrekte persoonsgegevens om met de betrokken afnemers in contact te treden teneinde hen in staat te stellen van zijn bijstand gebruik te maken. De netbeheerder is verantwoordelijk voor de verwerking van de door de leverancier verstrekte persoonsgegevens om de betrokken beschermde afnemers te informeren over hun overdracht en de gevolgen daarvan.
   § 3. Onverminderd andere bepalingen van de wet of het Burgerlijk Wetboek mogen de persoonsgegevens niet langer dan één jaar na het einde van de door het OCMW verleende ondersteuning of het einde van de toekenning van het statuut van beschermde afnemer worden bewaard.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 46, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Afdeling 3bis. - Tijdelijke levering tijdens de winterperiode aan de [1 ...]1 residentiële afnemer van wie het contract werd opgezegd of verstrijkt tijdens diezelfde periode.   ----------   (1)
Art. 37bis.<ingevoegd bij BWG 2008-02-28/35, art. 22; Inwerkingtreding : 15-06-2008> De netbeheerder is verplicht om tijdens de periode waarin onderbreking van elektriciteitslevering verboden is zoals bedoeld in [1 artikel 2, 58°, van het decreet]1, tijdelijk de elektriciteitsvoorziening te verzekeren van de [2 ...]2 residentiële afnemer, van wie het contract is opgezegd of verstrijkt [3 of waarvoor de levering wordt geschorst ingevolge een beslissing van de vrederechter]3 tijdens diezelfde periode en die, na de beëindiging van het contract [3 , de opschortingstermijn]3 of van de opzeggingstermijn, geen contract heeft getekend met een nieuwe leverancier.
  De leverancier brengt daartoe de netbeheerder op de hoogte van de in lid 1 bedoelde situatie, overeenkomstig de bepalingen van het technisch reglement inzake het beheer van de distributienetten betreffende de informatie-uitwisseling.
  De elektriciteitslevering aan de [2 ...]2 residentiële afnemer door de netbeheerder geschiedt overeenkomstig het tarief bedoeld in het ministerieel besluit van 1 juni 2004 tot vaststelling van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit door de netbeheerders aan eindafnemers van wie het leveringscontract werd opgezegd door de leverancier [2 ...]2.
  [2 Minstens een maand]2 vóór het einde van de periode waarin de onderbreking van de elektriciteitslevering verboden is, brengt de netbeheerder de afnemer schriftelijk op de hoogte van het belang dat hij heeft bij het sluiten van een leveringscontract uiterlijk [2 aan het einde]2 van de periode waarin de onderbreking van de elektriciteitslevering verboden is. Die brief vermeldt dat bij het niet sluiten van een leveringscontract zal worden overgegaan tot de opschorting van de elektriciteitslevering.
  ----------
  (1)<BWG 2015-09-24/10, art. 14, 012; Inwerkingtreding : 23-10-2015>
  (2)<BWG 2018-07-19/57, art. 24, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (3)<BWG 2022-12-15/27, art. 47, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 37bis/1. [1 § 1. De opschorting van de levering in het kader van een door de leverancier aan de afnemer betekende contractbeëindiging of in het kader van een door de vrederechter in het kader van een wanbetalingsprocedure uitgesproken contractbeëindiging mag niet tijdens de winterperiode plaatsvinden;
   § 2. In geval van opzegging van de overeenkomst door de vrederechter is de distributienetbeheerder de dag na de effectieve datum van opzegging van de overeenkomst verplicht de bevoorrading van het toegangspunt over te nemen tot het einde van de regularisatieprocedure.
   § 3. De distributienetbeheerder levert elektriciteit aan residentiële afnemers overeenkomstig het tarief bedoeld in het ministerieel besluit van 1 juni 2004 tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit door de distributienetbeheerders aan de eindafnemers wiens leveringscontract werd opgezegd door hun leverancier en die niet als beschermde residentiële afnemers met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie kunnen beschouwd worden, in de zin van artikel 20, § 2, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt.
   § 4. De netbeheerder informeert de afnemer over de hervatting van het leveringspunt, de leveringsvoorwaarden en de te ondernemen stappen. Hij stelt hem in kennis van de datum waarop de levering wordt opgeschort indien de netbeheerder geen bevestiging van een nieuw contract heeft ontvangen.
   § 5. Indien de door de beëindiging van het contract van de leverancier getroffen afnemer een beschermde afnemer is, kan hij de netbeheerder het bewijs leveren van zijn hoedanigheid en verzoeken dat zijn levering door de sociale leverancier wordt overgenomen.
   § 6. De minister bepaalt de wijze van uitvoering van deze voorziening en de daaruit voortvloeiende verplichtingen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2022-12-15/27, art. 48, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>


Afdeling 3ter. [1 - Betwisting bij de Gewestelijke Bemiddelingsdienst.]1   ----------   (1)
Art. 37ter.[1 Tijdens de procedure bij niet-betaling en de wanbetalingsprocedure kan de afnemer de procedures, zoals de procedure voor het activeren van de vooruitbetalingsfunctie, aanvechten en in beroep gaan bij de Gewestelijke Bemiddelingsdienst inzake energie.
   De aanvraag wordt ingediend en behandeld overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 8 januari 2009 betreffende de gewestelijke bemiddelingsdienst van de Waalse Energiecommissie.
   De Gewestelijke Bemiddelingsdienst inzake energie kan de procedure die van toepassing is in geval van niet-betaling of wanbetalingsprocedure opschorten om, desgevallend, in overleg met de leverancier, de distributienetbeheerder en het OCMW een analyse mogelijk te maken.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 50, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Afdeling 4. - Minimumlevering gewaarborgd aan de beschermde afnemers.
Onderafdeling 1. - Gewaarborgde minimumlevering en recurrente wanbetaling.
Art.38.[1 § 1. [2 De levering aan de beschermde afnemer onder een budgetmeter of onder een communicerende meter met geactiveerde voorafbetalingsfunctie wordt verzorgd door de distributienetbeheerder van de afnemer.
   Wanneer de vooruitbetalingsfunctie voor een beschermde afnemer wordt geactiveerd, wordt deze gekoppeld aan de activering van een vermogensbegrenzer om de minimale gegarandeerde levering te waarborgen.
   Wanneer de vooruitbetalingsfunctie bij beslissing van de vrederechter wordt geactiveerd, wordt de activering van de vermogensbegrenzer gegarandeerd voor een periode van zes maanden, onverminderd een langere periode waartoe de vrederechter beslist overeenkomstig artikel 33bis/3, § 1, derde lid, van het decreet. De beschermde afnemer die zijn meter niet levert, profiteert dan van de gegarandeerde minimumlevering, waarvan het vermogen is vastgesteld op tien ampère.]2
   § 2. Nadat de distributienetbeheerder heeft vastgesteld dat er geen bedragen van meer dan 10 EUR worden opgeladen na een periode van drie opeenvolgende maanden van een beschermde afnemer [2 ...]2 waarvan de begrenzende functie is geactiveerd, stelt de distributienetbeheerder een [2 afrekenings]2 factuur op betreffende de gewaarborgde minimale levering van de betrokken afnemer. De drempel van het minimale bedrag van de heroplading kan door de CWaPE in overeenstemming met de OCMW's en de distributienetbeheerders worden herzien, in voorkomend geval.
   Om deze factuur op te stellen, indien de distributienetbeheerder niet over de indexcijfers van de afnemer beschikt, stuurt hij de afnemer een brief met het verzoek om binnen de 15 dagen zijn indexcijfers te verstrekken of om zijn voorafbetalingskaart in zijn meter en vervolgens in een oplaadpunt te plaatsen. De netbeheerder benadrukt ook dat zijn verzoek tot doel heeft om de factuur van zijn verbruik onder vermogensbegrenzer vast te stellen.
   Na afloop van die termijn publiceert en verzendt de distributienetbeheerder de factuur van de afnemer betreffende zijn verbruik onder begrenzer. Indien de distributienetbeheerder geen informatie over zijn reëel verbruik heeft kunnen verkrijgen, wordt de factuur gebaseerd op een raming van het verbruik van de afnemer. Bij deze raming van het verbruik en a fortiori van de schuld onder gewaarborgde minimale levering wordt rekening gehouden met de informatie die bij het laatste opladen van de kaart van de budgetmeter werd teruggevonden, maar ook met het historische profiel van de afnemer. Op deze factuur moet, naast de vermeldingen bedoeld in artikel 7, worden vermeld dat het gaat om een verbruiksfactuur met een vermogensbegrenzer.
   § 3. Indien de afnemer op de vervaldatum zijn factuur niet heeft betaald of geen overeenstemming heeft bereikt over de betaling van achterstallige betalingen in verband met de minimumlevering, stuurt de netbeheerder hem een herinneringsbrief. Deze herinneringsbrief bevat ten minste de vermeldingen bedoeld in artikel 29, § 1, lid, 1°, 2°, en 4.
   Indien de afnemer op de vervaldag van de herinneringsbrief geen overeenstemming heeft bereikt over de betaling, stuurt de netbeheerder de afnemer een aanmaning. Deze brief stelt hem in kennis van de latere procedure en met name van het feit dat, indien binnen 15 dagen na verzending van de aanmaning geen oplossing wordt voorgesteld, hij geacht wordt herhaaldelijk in staat van wanbetaling te verkeren en dat de zaak bij de plaatselijke commissie voor energie aanhangig wordt gemaakt, met name om te beslissen of hij al dan niet van de gewaarborgde minimale levering zal blijven genieten.
   De netbeheerder maakt aan het OCMW van de afnemer een kopie van de brief bedoeld in het vorig lid over.]1
  [2 § 4. In afwijking van § 2 en § 3 mag de gegarandeerde minimumlevering tijdens de winterperiode niet worden opgeschort in een woning die als hoofdverblijfplaats wordt bewoond en vóór het verstrijken van 6 maanden wanneer tot activering van de voorafbetalingsfunctie is besloten door de vrederechter. De gedurende deze periode verbruikte elektriciteit wordt aan de beschermde afnemer in rekening gebracht.]2
  ----------
  (1)<BWG 2018-07-19/57, art. 26, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (2)<BWG 2022-12-15/27, art. 51, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.39.[1 Wanneer de beschermde afnemer de zaak niet binnen 15 dagen na verzending van de aanmaning heeft opgelost of de overeenkomst inzake de betaling van de achterstallige betalingen in verband met de gewaarborgde minimumlevering niet is nagekomen, beschouwt de distributienetbeheerder de afnemer als herhaaldelijk in staat van wanbetaling te verkeren en maakt hij de zaak bij de commissie aanhangig.
  [2 ...]2
   De beschermde afnemer kan zijn distributienetbeheerder verzoeken de vermogensbegrenzer uit te schakelen zodra hij de achterstallige betalingen met betrekking tot de gewaarborgde minimumlevering heeft betaald.
   De procedure bedoeld in de artikelen 38 en 39 wordt onderbroken zodra de afnemer de factuur of facturen met betrekking tot de gewaarborgde minimumlevering betaalt.]1
  ----------
  (1)<BWG 2018-07-19/57, art. 27, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
  (2)<BWG 2022-12-15/27, art. 52, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

HOOFDSTUK IVbis. [1 - Openbaredienstverplichtingen voor de beheerders van de gesloten beroepsnetten.]1   ----------   (1)
Onderafdeling 2.   
Art.40.[1 § 1. Met uitzondering van de artikelen 19, 21 en 22 zijn de bepalingen van hoofdstuk III betreffende specifieke verplichtingen van netbeheerders niet van toepassing op de beheerders van de gesloten beroepsnetten.
   § 2. De beheerders van gesloten beroepsnetten voldoen aan de volgende openbaredienstverplichtingen:
   1° de veiligheid, regelmaat en kwaliteit van de op het gesloten net gedistribueerde elektriciteit waarborgen;
   2° op het gebied van gebruikersdiensten :
   a) de meet- en teltoestellen installeren en het geheel van de meet- en telgegevens beheren die nodig zijn voor het beheer van het net en de marktprocessen";
   b) meetgegevens verstrekken aan iedere stroomafwaartse afnemer die daarom verzoekt;
   c) in het geval van stroomafwaartse afnemers die gebruik hebben gemaakt van hun in aanmerking te nemen recht :
   onverminderd de vereenvoudigde procedure bedoeld in artikel VIII.30, § 1, van het technisch reglement voor het beheer van de elektriciteitsdistributienetten, de meterstanden met tussenpozen van niet minder dan drie maanden valideren en doorgeven aan de leverancier met het oog op het verstrekken van informatie, het simuleren van het verbruik of het aanpassen van de termijnen, rekening houdend met de afvlakking van het verbruik over twaalf maanden.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 54, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Onderafdeling 3.   
Art.41.[1 De CWaPE keurt de modellen goed van de voorschot-, afrekenings- en afsluitingsfacturen die elke leverancier verstuurt met betrekking tot informatie van regionale aard.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 55, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

HOOFDSTUK V. - Controle door de " CWaPE ".
Art.42.De " CWaPE " kan de [1 leveranciers, netbeheerders en beheerders van de gesloten beroepsnetten]1 verzoeken om alle gegevens en documenten die ze nodig heeft om na te gaan of zij hun openbare dienstverplichtingen nakomen. De " CWaPE " kan controle ter plaatse uitvoeren.
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 56, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.43.[1 De leveranciers en [2 de lokale distributie- en transmissienetbeheerders bezorgen]2 de "CWaPE" jaarlijks vóór 31 maart een verslag met de volgende geaggregeerde gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van de opdrachten van de CWaPE. De lijst en definitie van deze gegevens, alsmede het te gebruiken verslagmodel, worden door de CWaPE vastgesteld na overleg met de leveranciers en netbeheerders en worden ten minste zes maanden voor de uiterste datum voor de indiening van het verslag door hen aan de leveranciers en netbeheerders meegedeeld, tenzij anders overeengekomen tussen de CWaPE en de leveranciers en netbeheerders met betrekking tot de termijn. Met betrekking tot gegevensbescherming is de CWaPE verantwoordelijk voor de persoonsgegevens die zij bij de uitvoering van haar taken verwerkt en mag zij deze maximaal 10 jaar bewaren.]1
  [2 In afwijking van lid 1 stellen de beheerders van gesloten beroepsnetten de CWaPE alle documenten ter beschikking die nodig zijn om de naleving van hun openbaredienstverplichtingen te controleren.]2
  ----------
  (1)<BWG 2019-05-02/88, art. 9, 015; Inwerkingtreding : 02-11-2019>
  (2)<BWG 2022-12-15/27, art. 57, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.44.[1 Overeenkomstig artikelen 43, § 3 en 33bis/1, negende lid, van het decreet stelt de CWaPE een gedetailleerd verslag op over de nakoming van de aan leveranciers en netbeheerders opgelegde openbaredienstverplichtingen en over de procedures die bij niet-betaling voor de vrederechter worden gevoerd.]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/27, art. 58, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

HOOFDSTUK VI. - [1 ...]1 slotbepalingen.   ----------   (1)
Art.45.
  <Opgeheven bij BWG 2018-07-19/57, art. 31, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>

Art. 45bis.
  <Opgeheven bij BWG 2018-07-19/57, art. 31, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>

Art. 45ter.
  <Opgeheven bij BWG 2018-07-19/57, art. 31, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>

Art.46.
  <Opgeheven bij BWG 2018-07-19/57, art. 31, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>

Art.47.
  <Opgeheven bij BWG 2018-07-19/57, art. 31, 013; Inwerkingtreding : 01-04-2019>

Art.48. De Minister tot wiens bevoegdheden het Energiebeleid behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.


BIJLAGEN.
Art. N.[1 Formulier]1

   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 24-01-2023, p. 8913)
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2022-12-15/27, art. 59, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2023>