Details





Titel:

1 FEBRUARI 2024. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de koolstofovereenkomsten



Inhoudstafel:


Art. 1-10
Deel 1. Standaard koolstofovereenkomst Overeenkomst tussen
Art. 2-15
BIJLAGEN.
Art. N1-N4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Richtlijnen 2012/27/EU en 2023/1791 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG worden gedeeltelijk omgezet bij dit besluit.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° decreet koolstofneutraliteit: het decreet koolstofneutraliteit van 16 november 2023
  2° AMUREGA-besluit: het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de toekenning van subsidies voor audits of studies in de niet-residentiële sector, ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van een rationeler en duurzamer energiegebruik, (AMUREBA);
  3° ingangsaudit: een uitgebreide audit in de zin van het AMUREBA-besluit, uitgevoerd door bedrijven of vestigingseenheden wanneer ze toetreden tot een koolstofgemeenschap, waarin een initieel actieplan, de drie energie-, emissie- en hernieuwbare prestatie-indexen worden bepaald, en de waarden van de bindende doelstelling en de vaste en voorwaardelijke indicatieve doelstellingen die het bedrijf of de vestigingseenheid zelf bepaalt, worden vastgelegd;
  4° tussentijdse audit: de globale audit in de zin van het AMUREBA-besluit, die wordt uitgevoerd vier jaar na de ingangsaudit van een bedrijf of vestigingseenheid in een koolstofgemeenschap, om het actieplan van het bedrijf of de vestigingseenheid te laten ontwikkelen door er nieuwe acties in op te nemen;
  5° eindaudit: de globale audit in de zin van het AMUREBA-besluit, die wordt uitgevoerd vier jaar na de ingangsaudit van een bedrijf of vestigingseenheid in een koolstofgemeenschap, om het actieplan van het bedrijf of de vestigingseenheid te ontwikkelen door er nieuwe acties in op te nemen;
  6° jaarlijkse opvolgingsaudit: opvolgingsaudit in de zin van het AMUREBA-besluit, jaarlijks uitgevoerd door een bedrijf of vestigingseenheid tussen de globale audits, om de uitvoering van de individuele actieplannen op te volgen en de verificatie van de drie energie-, emissie- en hernieuwbare energie-indexen om de consistentie van het traject met de doelstellingen die het bedrijf of de vestigingseenheid zichzelf heeft opgelegd in het kader van zijn bijdrage aan de koolstofovereenkomst te verzekeren;
  7° broeikasgasemissies : broeikasgasemissies in de zin van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot w[00c4][00b3]ziging van Richtl[00c4][00b3]n 96/61/EG van de Raad, met inbegrip van emissies uit processen (omtrek 1) en emissies uit energie, met inbegrip van elektriciteit (omtrek 2), waarbij andere indirecte emissies dan die welke onder de omtrekken 1 en 2 vallen (omtrek 3) in voorkomend geval in aanmerking moeten worden genomen overeenkomstig bijlage 2.
Art.2. Verbintenissen van de koolstofgemeenschap en haar leden
  Elk lid van de koolstofgemeenschap verbindt zich er individueel toe om:
  1° een strategische visie op te stellen en te publiceren, gevalideerd door het orgaan met de bevoegdheid om het lid van de koolstofgemeenschap te binden, dat het op weg zet naar koolstofneutraliteit tegen 2050, met mijlpalen in 2030 en 2040;
  2° kaderen in een proces van voortdurende verbetering van zijn koolstofvoetafdruk door de implementatie van een energie- en koolstofbeheersysteem met een ingangsaudit in het eerste jaar, een tussentijdse audit in het vierde jaar en een eindaudit in het achtste jaar, evenals jaarlijkse opvolgingsaudits;
  3° een actieplan op te stellen dat evolueert volgens de resultaten van de audits en dat compatibel is met de bovenvermelde strategische visie;
  4° zijn individuele bindende doelstelling, vermeld in artikel 3, § 1, tweede lid, te bereiken;
  5° de overeenkomstig artikel 3, § 1, derde lid, bepaalde vaste acties uit te voeren of acties uit te voeren met minstens gelijkwaardige resultaten, die nodig zijn om zijn bijdrage tot het engagement van de koolstofgemeenschap op basis van hun individueel actieplan te realiseren;
  6° vóór de tussentijdse audit de studies en middelen uit te voeren die nodig zijn om de belemmeringen voor het uitvoeren van de overeenkomstig artikel 3, § 1, derde lid, bepaalde voorwaardelijke acties weg te werken en, indien deze belemmeringen zijn weggewerkt, de actie op te nemen in zijn vaste acties op het ogenblik van de tussentijdse audit;
  7° al zijn doelstellingen bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, op te volgen en zijn verplichting na te komen om jaarlijks verslag uit te brengen over de drie indicatoren (bindende doelstelling en indicatieve doelstellingen) en over de uitvoering van het actieplan of gelijkwaardige acties;
  8° zijn deelname aan een overeenkomst, zijn strategische visie, zijn traject, alsook zijn doelstellingen en jaarlijkse resultaten mee te delen, inclusief over de mogelijke impact van zijn deelname op de tewerkstelling, opleiding en de herscholingsbehoeften van werknemers, in het kader van zijn communicatie met betrekking tot de milieu-, sociale en governancecriteria in zijn jaarverslag aan zijn aandeelhouders, voor leden van een koolstofgemeenschap die hieraan onderworpen zijn;
  9° over zijn deelname aan een overeenkomst, zijn strategische visie, zijn traject, zijn doelstellingen en zijn jaarlijkse resultaten, met inbegrip van de mogelijke impact van zijn deelname op de werkgelegenheid, de opleiding en de herscholingsbehoeften van de werknemers, te communiceren aan de werknemersvertegenwoordigers die zetelen in de ondernemingsraad en in het comité voor preventie en bescherming van werknemers, indien deze bestaan;
  10° bij te dragen tot de verwezenlijking door de koolstofgemeenschap van zijn collectieve doelstellingen, bedoeld in artikel 3, § 1, vierde lid;
  11° de wet- en regelgeving die op hem van toepassing is op milieugebied na te leven of zich ertoe verbinden dit te doen binnen de door de bevoegde administratie vastgestelde termijnen;
  12° te goeder trouw samen te werken met de koolstofgemeenschap om zijn verbintenissen bedoeld in paragraaf 2 na te komen, met betrekking tot de overdracht van informatie voor het opstellen van jaarlijkse voortgangsverslagen;
  13° te goeder trouw samen te werken met het Technisch en Strategisch Comité, met betrekking tot de overdracht van informatie, en deelnemen aan hun goede werking.
  De koolstofgemeenschap verbindt zich ertoe om:
  1° een strategische visie op te stellen en te publiceren, die haar op weg zet naar koolstofneutraliteit tegen 2050, met mijlpalen in 2030 en 2040;
  2° een actieplan op te stellen dat evolueert op dezelfde manier als het actieplan van haar leden en dat compatibel is met de bovenvermelde strategische visie;
  3° haar drie doelstellingen, vermeld in artikel 3, § 1, vierde lid, te bereiken;
  4° vóór de tussentijdse audit de studies en middelen uit te voeren die nodig zijn om de belemmeringen voor het uitvoeren van de overeenkomstig artikel 3, § 1, derde lid, bepaalde voorwaardelijke acties weg te werken en, indien deze belemmeringen zijn weggewerkt, de actie op te nemen in haar vaste acties op het ogenblik van de tussentijdse audit;
  5° de nodige middelen uit te voeren om haar leden te ondersteunen en hen te helpen de belemmeringen weg te werken die de uitvoering van hun overeenkomstig artikel 3, § 1, derde lid, bepaalde voorwaardelijke acties in de weg staan,
  6° te zorgen voor een jaarlijkse opvolging van alle doelstellingen bedoeld in artikel 2, en de resultaten daarvan mee te delen in een jaarlijks voortgangsverslag;
  7° de wet- en regelgeving die op haar van toepassing is op milieugebied na te leven of zich ertoe verbinden dit te doen binnen de door de bevoegde administratie vastgestelde termijnen;
  8° te goeder trouw samen te werken met haar leden bij het nakomen van de verbintenissen bedoeld in het eerste lid;
  9° informatie met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst over te maken aan haar leden;
  10° het jaarlijks voortgangsverslag binnen een redelijke termijn vóór elke vergadering van het Technisch Comité aan de administratie en de deskundigen te bezorgen;
  11° het jaarlijks voortgangsverslag voor te leggen aan het Strategisch Comité, na validatie door het Technisch Comité op de met de administratie overeengekomen datum.

Art.3. In overeenstemming met artikel 29, 2°, van het decreet Koolstofneutraliteit voldoet de koolstofgemeenschap op het moment van ondertekening van de koolstofovereenkomst aan minstens één van de volgende criteria:
  1° het minimumvolume broeikasgasemissies in koolstofequivalent van de gemeenschap is groter dan vijftigduizend ton CO2-equivalent;
  2° het minimumvolume van het eindenergieverbruik van de gemeenschap is groter dan honderdvijftig gigawatt uur;
  3° het potentieel van de gemeenschap om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen tijdens de looptijd van de overeenkomst is groter dan vijftigduizend ton CO2-equivalent.
Art.3. Vaststelling van de doelstellingen
  § 1. De koolstofgemeenschap en elk van haar leden bepalen hun doelstellingen op basis van het actieplan dat elk van hen heeft opgesteld. Ze stellen hun doelstellingen vast op basis van drie belangrijke prestatie-indexen:
  1° de energie-index, die de energie-intensiteit van het bedrijf meet;
  2° de emissie-index, die de koolstofintensiteit van de gebruikte energie en het productieproces meet;
  3° de hernieuwbare index, die het hernieuwbare aandeel van de gebruikte energie meet.
  Elk lid van de koolstofgemeenschap is vrij om de index te definiëren op basis waarvan zijn bindende doelstelling wordt vastgesteld. De andere twee indexen zijn indicatieve doelstellingen.
  Elk lid van de koolstofgemeenschap bepaalt zijn vaste acties voor elk van de drie doelstellingen en ten minste 3 voorwaardelijke acties voor zijn bindende doelstelling. Als de belemmeringen voor een voorwaardelijke actie worden verwijderd, wordt deze actie een vaste actie.
  De doelstellingen van de koolstofgemeenschap komen ten minste overeen met de samenvoeging van de bindende en indicatieve doelstellingen van alle leden. De aldus berekende doelstellingen voor de koolstofgemeenschap zijn bindend voor alle drie indexen. In afwijking hiervan is een index die door geen enkel lid van de koolstofgemeenschap als bindend wordt aanvaard, indicatief voor de gemeenschap.
  Voor elk van deze drie doelstellingen bepaalt de koolstofgemeenschap haar eigen voorwaardelijke acties, naast die van haar leden. Als de belemmeringen voor een voorwaardelijke actie worden verwijderd, wordt deze actie een vaste actie.
  Voor de toepassing van deze paragraaf verwijzen de ondertekenaars naar de methodologie die is opgenomen in bijlage 2 bij het besluit koolstofovereenkomsten.
  § 2. Binnen twaalf maanden na ondertekening van deze overeenkomst voegen de ondertekenaars deel 2 bij, aangevuld met de doelstellingen van de koolstofgemeenschap en haar leden, zoals vastgesteld door de ingangsaudits en gevalideerd door het technisch comité.

Art.4. Elke koolstofgemeenschap ondertekent een koolstofovereenkomst met het Waalse Gewest volgens het model in Bijlage 1.
  De ondertekenaars bepalen de doelstellingen van de overeenkomst volgens de methodologie in bijlage 2. De ondertekenaars leggen een voorstel van doelstellingen ter goedkeuring voor aan de Waalse Regering.
Art.4. Verificatie en controle
  § 1. De leden van de koolstofgemeenschap stellen een onafhankelijke verificateur aan die voldoet aan de kenmerken bedoeld in bijlage 3 bij het besluit koolstofovereenkomsten om de conformiteit te valideren van de methodologie die wordt gebruikt om hun indexen te berekenen en de gegevens die worden gebruikt om ze te berekenen.
  § 2. De leden van de koolstofgemeenschap stellen een onafhankelijke verificateur aan die voldoet aan de kenmerken bedoeld in bijlage 3 bij het besluit koolstofovereenkomsten om de conformiteit te valideren van de methodologie die wordt gebruikt om hun indexen te berekenen en de gegevens die worden gebruikt om ze te berekenen.
  In overeenstemming met bijlage 2 bij het besluit koolstofovereenkomsten analyseren de deskundigen de audits, actieplannen en doelstellingen van de koolstofgemeenschap en haar leden en leggen ze een advies voor aan de technische comités.

Art.5. De ingangs-, tussentijdse en eindaudits worden binnen zes maanden nadat de audit is uitgevoerd, onderworpen aan een onafhankelijke verificatie overeenkomstig bijlage 3.
  De kwaliteit en inhoud van de ingangs-, tussentijdse en eindaudits worden door de technische deskundigen geanalyseerd volgens bijlage 4.
  Onafhankelijke verificatie- en technische expertiserapporten worden voorgelegd aan het technisch comité van de overeenkomsten.
Art.5. Compensatie
  § 1. Het Waalse Gewest biedt leden van de koolstofgemeenschap toegang tot de volgende compensatie:
  1° een verlaging van de elektriciteitsfactuur door een verlaging van de quota's voor groene certificaten zoals georganiseerd door artikel 25, § 4, van het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2006 betreffende de bevordering van groene elektriciteit;
  2° toegang tot subsidies toegekend ingevolge specifieke projectoproepen en tot de toekenning van gesubsidieerde leningen door de gewestelijke investeringsmaatschappij in de zin van het decreet van 19 oktober 2022 betreffende de gewestelijke maatschappijen voor economische ontwikkeling en de gespecialiseerde maatschappijen, voor de activering van voorwaardelijke doorbraakacties, in de mate dat er daartoe voorziene budgetten beschikbaar zijn;
  3° toegang tot subsidies voor energieaudits en -studies overeenkomstig het AMUREBA-besluit, het ter beschikking stellen van competenties om deze audits en studies uit te voeren, de uitvoering van het actieplan dat voortvloeit uit deze audit, alsook subsidies ten voordele van de koolstofgemeenschap om de kosten te dekken die voortvloeien uit deze overeenkomst, overeenkomstig het AMUREBA-besluit, in de mate dat er budgetten beschikbaar zijn;
  4° een gedeeltelijke vrijstelling van de toeslag voor groene certificaten overeenkomstig de voorwaarden bepaald in artikel 42bis, § 5, derde lid, van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, voor de in aanmerking komende bedrijven.
  § 2. Voor de duur van deze overeenkomst zal het Waalse Gewest aan de leden van de koolstofgemeenschap geen bijkomende vereisten opleggen, bij wijze van regelgeving, op het vlak van energie-efficiëntie, uitstoot van broeikasgassen of gebruik van hernieuwbare energie, voor zover deze bijkomende vereisten niet noodzakelijk worden gemaakt door bepalingen van internationaal of Europees recht, of door wettelijke voorschriften uitgevaardigd op federaal niveau, of door een rechterlijke beslissing die bindend is voor de Waalse autoriteiten.
  § 3. Niettegenstaande de in paragraaf 1 vermelde compensatie dragen de koolstofgemeenschap en haar leden zelf alle kosten voor de uitvoering van deze overeenkomst en de nakoming van de hun opgelegde verplichtingen.

Art.6. § 1. Voor elke koolstofgemeenschap wordt een technisch comité opgericht dat minstens één keer per jaar bijeenkomt om de resultaten van de koolstofgemeenschap en elk van zijn leden te onderzoeken in het licht van de vaste en voorwaardelijke doelstellingen.
  Het technisch comité kan tussenkomen op verzoek van de koolstofgemeenschap of een of meerdere van haar leden om oplossingen te bieden voor elk technisch probleem dat zich voordoet. Zijn werking wordt geregeld door een huishoudelijk reglement dat het op zijn eerste vergadering aanneemt.
  § 2. Het technisch comité bestaat uit:
  1° drie vertegenwoordigers van de koolstofgemeenschap;
  2° een vertegenwoordiger van de Waalse Overheidsdienst Gebiedsontwikkeling, Woonbeleid, Erfgoed en Energie;
  3° een vertegenwoordiger van het "Agence wallonne de l'Air et du Climat" (Waals agentschap voor Lucht en Klimaat);
  4° een vertegenwoordiger van de Minister van Klimaat en een vertegenwoordiger van de Minister van Energie;
  5° een vertegenwoordiger van de Minister van Economie, op uitnodiging, die met raadgevende stem zetelt;
  6° de technische deskundigen bedoeld in artikel 5, § 2, die met raadgevende stem optreden.
  Het technisch comité beraadslaagt bij consensus.
  Als er geen consensus wordt bereikt, wordt er gestemd volgens de bepalingen van het huishoudelijk reglement. Het technisch comité beraadslaagt op basis van een gewone meerderheid van de aanwezige leden, met uitzondering van de leden die een adviserende stem uitbrengen. De stem van de vertegenwoordiger van de Minister van Klimaat is doorslaggevend.
  § 3. Het technisch comité voert de volgende taken uit:
  1° het valideert de technische kwaliteit van de ingangs-, tussentijdse en eindaudits, de inhoud van de actieplannen en de bepaling van de doelstellingen op basis van de vaste en voorwaardelijke acties van de koolstofgemeenschap en haar leden;
  2° het valideert de jaarlijkse opvolgingsverslagen van de koolstofgemeenschap en haar leden, de vooruitgang die is geboekt bij het bereiken van de doelstellingen die de ondertekenaars krachtens de koolstofovereenkomst hebben bepaald en de uitvoering van de actieplannen die krachtens bedoelde overeenkomst zijn opgesteld, alsook de eventuele aanpassingen of wijzigingen die moeten worden aangebracht;
  3° het analyseert de technische en methodologische problemen waarmee de leden en de koolstofgemeenschap geconfronteerd worden en probeert oplossingen te vinden;
  4° het brengt verslag uit aan het strategisch comité over bovenstaande taken.
Art.6. Duur van de overeenkomst
  De koolstofovereenkomst wordt voor een periode van acht jaar ondertekend en treedt in werking bij ondertekening.
  Bij de eindaudit kan de koolstofovereenkomst voor dezelfde periode verlengd worden. Als een van de partijen bezwaar maakt tegen de conclusies van de eindaudit, wordt de koolstofovereenkomst niet verlengd. In het geval van verlenging gaat de eindaudit vergezeld van een ingangsaudit met betrekking tot de nieuwe overeenkomst die op die manier wordt verlengd.

Art.7. § 1. De Regering benoemt de leden van het strategisch comité op voorstel van de vertegenwoordigde organen. Het strategisch comité komt eenmaal per jaar bijeen om de koolstofovereenkomsten te beheren. Het strategisch comité neemt tijdens zijn eerste vergadering een huishoudelijk reglement aan, waarin de werking ervan wordt geregeld.
  Het strategisch comité hoort elke partij of deskundige die het nodig acht.
  § 2. Het strategisch comité bestaat uit:
  1° een vertegenwoordiger per koolstofgemeenschap;
  2° een vertegenwoordiger van de Waalse Overheidsdienst Gebiedsontwikkeling, Woonbeleid, Erfgoed en Energie;
  3° een vertegenwoordiger van het "Agence wallonne de l'Air et du Climat" (Waals agentschap voor Lucht en Klimaat);
  4° een vertegenwoordiger van de Minister van Klimaat en een vertegenwoordiger van de Minister van Energie;
  5° een vertegenwoordiger van de Minister van Economie die met raadgevende stem zetelt;
  6° een vertegenwoordiger van de "Union wallonne des entreprises" en een vertegenwoordiger van de vakbonden, die met raadgevende stem zetelen;
  7° een vertegenwoordiger van de vakbonden en een vertegenwoordiger van de milieuorganisaties vertegenwoordigd in de afdelingen Energie en Leefmilieu in de zin van het decreet van 6 november 2008 houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie, die met raadgevende stem zetelen;
  8° de technische deskundigen bedoeld in artikel 5, § 2, die met raadgevende stem zetelen;
  9° een vertegenwoordiger van de gewestelijke investeringsmaatschappij in de zin van het decreet van 19 oktober 2022 betreffende de gewestelijke maatschappijen voor economische ontwikkeling en de gespecialiseerde maatschappijen, die met raadgevende stem zetelt;
  10° elke vertegenwoordiger die het strategisch comité relevant acht en die met raadgevende stem zetelt.
  Het technisch comité beraadslaagt bij consensus. Als er geen consensus wordt bereikt, wordt er gestemd volgens de bepalingen van het huishoudelijk reglement. Het technisch comité beraadslaagt bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige leden, met uitzondering van de leden die een raadgevende stem hebben. De stem van de vertegenwoordiger van de Minister van Klimaat is doorslaggevend.
  § 3. Het technisch comité voert de volgende taken uit:
  1° het neemt kennis van de door het technisch comité voorgelegde resultaten en onderzoekt en valideert eventuele wijzigingen van de doelstellingen;
  2° het voert de raadpleging, vermeld in artikel 34, 2°, uit en valideert de wijziging van de koolstofovereenkomst, vermeld in artikel 36 van het decreet koolstofneutraliteit;
  3° het valideert het jaarverslag bedoeld in artikel 35, tweede lid, van het decreet koolstofneutraliteit;
  4° het belicht de beste praktijken van de koolstofgemeenschappen of van bepaalde leden om de uitwisseling van ervaringen aan te moedigen;
  5° het onderzoekt de eventuele wijzigingen die in de koolstofovereenkomst moeten worden aangebracht;
  6° het neemt akte van gevallen van niet-nakoming van verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst, van eventuele geschillen en interpretatieverschillen dienaangaande;
  7° het onderzoekt de technische problemen en oplossingen die door de technische comités worden meegedeeld om de samenhang tussen de koolstofgemeenschappen te garanderen;
  8° het valideert het jaarverslag bedoeld in artikel 35, eerste lid, van het decreet koolstofneutraliteit
Art.7. Aanhangsel
  De partijen kunnen in onderling overleg wijzigingen aanbrengen in deze overeenkomst.
  De partijen wijzigen deze overeenkomst als volgt:
  1° de Regering van het Waalse Gewest legt het ontwerp-aanhangsel gedurende dertig dagen ter openbare raadpleging voor op de specifieke websites van de administratie bevoegd voor Energie en het "Agence wallonne de l'Air et du Climat";
  2° de overeenkomstsluitende partijen onderzoeken de opmerkingen en wijzigen het ontwerp-aanhangsel, indien nodig;
  3° het aanhangsel bij de overeenkomst, ondertekend door de contracterende partijen, wordt bekendgemaakt op de specifieke websites van de administratie bevoegd voor Energie en het "Agence wallonne de l'Air et du Climat".

Art.8. Om de continuïteit van de ontvangen steun te garanderen, kan de koolstofovereenkomst de datum bepalen vanaf wanneer haar leden de compensatie kunnen ontvangen, zonder de 6 maanden voorafgaand aan de ondertekening van de koolstofovereenkomst te overschrijden.
Art.8. Vroegtijdige opzegging
  De partijen kunnen deze overeenkomst in onderling overleg opzeggen als zij de in lid 4 bedoelde opzegtermijn in acht nemen of als er aan het einde van het eerste jaar geen overeenstemming is over de ambitie van de doelstellingen.
  Het Waalse Gewest kan deze overeenkomst eenzijdig opzeggen indien blijkt dat de koolstofgemeenschap één van haar verbintenissen zoals bepaald in artikel 2, tweede lid, 1°, 2° en 4° tot 11° niet is nagekomen.
  Het Waalse Gewest kan deze overeenkomst eenzijdig opzeggen ten aanzien van een lid van de koolstofgemeenschap indien blijkt dat dit lid een van zijn verbintenissen zoals bepaald in artikel 2, eerste lid, 1° tot 3° en 5° tot 12° niet is nagekomen. Alvorens dit te doen, nodigt de administratie die bevoegd voor Energie het lid van de koolstofgemeenschap uit om binnen 6 maanden aan de verplichtingen te voldoen. Als het lid aan het einde van deze periode nog steeds niet heeft voldaan aan een van de verbintenissen in kwestie, organiseert het Strategisch comité een hoorzitting. De administratie bevoegd voor Energie stelt dan aan de Regering voor om de overeenkomst eenzijdig te beëindigen ten aanzien van het betrokken lid van de koolstofgemeenschap.
  Elke opzegging van de koolstofovereenkomst moet, op straffe van nietigheid, bij aangetekend schrijven ter kennis worden gebracht van de partijen bij de overeenkomst, met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. De opzeggingstermijn gaat in op de eerste dag van de maand na de kennisgeving.

Art.9. De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.9. Niet-nakoming en aansprakelijkheid
  § 1. Wanneer de koolstofgemeenschap één van haar verplichtingen voortvloeiend uit artikel 2, tweede lid, 4° tot 11°, niet nakomt, nodigt de administratie bevoegd voor Energie haar uit om hieraan te voldoen binnen een termijn van 6 maanden. Indien de koolstofgemeenschap op het einde van deze termijn nog steeds niet voldaan heeft aan één van de vermelde verplichtingen, beslist de administratie bevoegd voor Energie over de terugvordering van het geheel van de bedragen toegekend als schadevergoeding bedoeld in artikel 5, § 1.
  Wanneer de koolstofgemeenschap één van haar verplichtingen voortvloeiend uit artikel 2, tweede lid, 5° tot 10°, niet nakomt, nodigt de administratie bevoegd voor Energie haar uit om hieraan te voldoen binnen een termijn van 6 maanden. Als het lid aan het einde van deze periode nog steeds niet heeft voldaan aan een van de verplichtingen in kwestie, organiseert het Strategisch comité een hoorzitting. Zij beslist vervolgens over de terugvordering van alle bedragen die aan dat lid zijn toegekend bij wijze van de compensatie als bedoeld in artikel 5, § 1.
  Wanneer uit het verslag over het jaar van de tussentijdse audit blijkt dat de koolstofgemeenschap niet ten minste 75% van haar verplichting bedoeld in artikel 2, tweede lid, 3°, is nagekomen, onderzoekt de administratie bevoegd voort Energie voor elk lid afzonderlijk het behalen van ten minste 50% van zijn bindende doelstelling bedoeld in artikel 2, eerste lid, 4°, en organiseert ze een hoorzitting voor elk lid van de koolstofgemeenschap dat niet aan zijn verplichting blijkt te hebben voldaan. De administratie bevoegd voor Energie beslist dan over de volgende maatregelen:
  1° de verplichting voor het betrokken lid om op zijn passiva een boekhoudkundige voorziening voor risico's en lasten aan te leggen ten belope van het bedrag van de compensatie bedoeld in artikel 5, § 1. De opname van de voorziening wordt in de jaarrekening gecertificeerd door de bedrijfsrevisor of een gecertificeerd registeraccountant.
  2° de jaarlijkse verificatie, voor elk lid van de koolstofgemeenschap waarop de verplichting, vermeld in 1°, betrekking heeft, van de naleving van zijn verplichting, vermeld in artikel 2, eerste lid, 4°. Wanneer uit de controle blijkt dat het betrokken lid van de koolstofgemeenschap weer op schema zit, wordt de boekhoudkundige voorziening bedoeld in 1° teruggenomen.
  Wanneer uit de eindaudit blijkt dat de koolstofgemeenschap haar verplichting bedoeld in artikel 2, tweede lid, 3°, niet is nagekomen, onderzoekt de administratie bevoegd voor Energie voor elk lid van de koolstofgemeenschap afzonderlijk de naleving van de overeenstemmende bindende doelstelling, vermeld in artikel 2, eerste lid, 4°, en organiseert zij een hoorzitting voor elk lid van de koolstofgemeenschap dat zijn verplichting niet is nagekomen. De administratie bevoegd voor Energie beveelt de terugvordering, voor alle leden die hun verplichting niet zijn nagekomen, van alle bedragen toegekend als compensatie zoals bedoeld in artikel 5 § 1.
  § 2. In afwijking van paragraaf 1 kunnen de bedragen toegekend bij wijze van compensatie bedoeld in artikel 5, § 1, 1°, bij beslissing van de administratie bevoegd voor Energie behouden worden ten belope van de investering voor de uitvoering van het individueel actieplan bedoeld in artikel 2, paragraaf 1, 3°, indien:
  1° het volgende percentage van de toegekende bedragen geherinvesteerd werd voor de uitvoering van het individueel actieplan bedoeld in artikel 2, eerste lid, 3° :
  a) minimaal vijftig procent als het lid van de koolstofgemeenschap minimaal negentig procent van zijn doelstelling heeft behaald;
  a) minimaal vijfenzeventig procent als het lid van de koolstofgemeenschap minimaal negentig procent van zijn doelstelling heeft behaald;
  2° aan één van volgende voorwaarden is voldaan:
  a) alle in het actieplan genoemde investeringen met een terugverdientijd van minder dan vijf jaar zijn uitgevoerd;
  b) het percentage energie uit hernieuwbare bronnen ten opzichte van het totale energieverbruik is gelijk aan de doelstelling die het Waalse Gewest zichzelf heeft opgelegd.
  § 3. In afwijking van paragraaf 1 kunnen de bedragen toegekend bij wijze van compensatie bedoeld in artikel 5, § 1, 4°, bij beslissing van de administratie bevoegd voor Energie behouden worden ten belope van de investering voor de uitvoering van het individueel actieplan bedoeld in artikel 2, paragraaf 1, 3°, indien:
  1° minimaal vijftig procent van de toegekende sommen geherinvesteerd werd voor de uitvoering van het individueel actieplan bedoeld in artikel 2, eerste lid, 3° :
  2° alle in het actieplan genoemde investeringen met een terugverdientijd van minder dan vijf jaar zijn uitgevoerd;
  3° dertig procent van de verbruikte elektriciteit afkomstig is van koolstofarme bronnen.
  § 4. Tegen administratieve beslissingen kan optioneel beroep worden aangetekend bij de Regering.

Art.10. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2024.

  Bijlage 1: Standaard koolstofovereenkomst en doelstellingen
Art.10. Aanwijzing van vertegenwoordigers in het Technisch Comité
  De koolstofgemeenschap wijst drie vertegenwoordigers aan om zitting te nemen in het technisch comité in overeenstemming met artikel 7 van het besluit koolstofovereenkomsten.

Deel 1. Standaard koolstofovereenkomst Overeenkomst tussen   Enerzijds,   Het Waalse Gewest   Vertegenwoordigd door de Minister van Klimaat en Energie.   Anderzijds,   [...]   Ter vertegenwoordiging van de leden die zijn aangewezen in aanhangsel 1 bij deze overeenkomst   Hierna "de koolstofgemeenschap" genoemd   Hierna gezamenlijk "de partijen" genoemd   Met dien verstaande dat:   Bij beslissing van ...(datum) heeft de Waalse Regering de Ministers van [...] ermee belast de bovenvermelde koolstofovereenkomsten te sluiten.   Gelet op het decreet koolstofneutraliteit van 16 november 2023 betreffende de koolstofovereenkomsten met de ondernemingen via koolstofgemeenschappen en houdende wijziging van het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een " Fonds wallon Kyoto " (Waals Kyotofonds) en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto;   Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de koolstofgemeenschappen;   Gelet op het AMUREBA-besluit van 1 februari 2024;   Zijn de partijen het volgende overeengekomen:   Artikel 1. Begripsomschrijvingen:   1° het besluit koolstofovereenkomsten: het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de koolstofovereenkomsten;   2° het AMUREGA-besluit: het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de toekenning van subsidies voor audits of studies in de niet-residentiële sector, ter verbetering van de energie-efficiëntie en ter bevordering van een rationeler en duurzamer energiegebruik, (AMUREBA);   3° ingangsaudit: een globale audit in de zin van het AMUREBA-besluit, uitgevoerd door bedrijven of vestigingseenheden wanneer ze toetreden tot een koolstofgemeenschap, waarin een initieel actieplan, de drie energie-, emissie- en hernieuwbare prestatie-indexen worden bepaald, en de waarden van de bindende doelstelling en de vaste en voorwaardelijke indicatieve doelstellingen die het bedrijf of de vestigingseenheid zelf bepaalt, worden vastgelegd;   4° tussentijdse audit: de globale audit in de zin van het AMUREBA-besluit, die wordt uitgevoerd vier jaar na de ingangsaudit van een bedrijf of vestigingseenheid in een koolstofgemeenschap, om het actieplan van het bedrijf of de vestigingseenheid te laten ontwikkelen door er nieuwe acties in op te nemen;   5° eindaudit: de globale audit in de zin van het AMUREBA-besluit, die wordt uitgevoerd vier jaar na de ingangsaudit van een bedrijf of vestigingseenheid in een koolstofgemeenschap, om het actieplan van het bedrijf of de vestigingseenheid te ontwikkelen door er nieuwe acties in op te nemen;   6° jaarlijkse opvolgingsaudit: opvolgingsaudit in de zin van het AMUREBA-besluit, jaarlijks uitgevoerd door een bedrijf of vestigingseenheid tussen de globale audits, om de uitvoering van de individuele actieplannen op te volgen en de verificatie van de drie energie-, emissie- en hernieuwbare energie-indexen om de consistentie van het traject met de doelstellingen die het bedrijf of de vestigingseenheid zichzelf heeft opgelegd in het kader van zijn bijdrage aan de koolstofovereenkomst te verzekeren;   7° energie-efficiëntie: energie-efficiëntie in de zin van het AMUREBA-besluit;   8° energie-intensiteit: de verhouding tussen de hoeveelheid verbruikte energie, uit alle bronnen, en het activiteitsniveau dat deze energie heeft vereist;   9° koolstofintensiteit: de verhouding tussen de hoeveelheid broeikasgasemissies, ongeacht of hun oorsprong energetisch of rechtstreeks verband houdt met een proces, en het niveau van de activiteit die deze emissie heeft veroorzaakt, uitgedrukt op basis van het energieverbruik, uit alle bronnen, dat wordt gebruikt om deze activiteit te produceren;   10° hernieuwbare energie: de hernieuwbare energie in de zin van artikel 2, 3°, van het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2022 tot uitvoering van het decreet van 15 oktober 2020 betreffende de organisatie van de thermische-energiemarkt en de thermische-energienetten;   11° interne rentevoet: de disconteringsvoet die wordt gebruikt om de netto contante waarde van alle kasstromen die verband houden met een investeringsproject gelijk te stellen aan de waarde van de initiële investering;   13° actieplan: alle acties gericht op het verbeteren van de energie-efficiëntie, de koolstofintensiteit of het verhogen van het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen geïdentificeerd door een audit in de zin van het AMUREBA-besluit en gebruikt voor het vastleggen van bindende en indicatieve doelstellingen, zowel vast als voorwaardelijk, in het kader en voor de duur van de koolstofovereenkomst;   14° het jaarlijkse opvolgingsrapport: het rapport dat elk jaar wordt ingediend en voorgesteld en dat alle gegevens bevat over verbruik, emissies en investeringen die zijn gedaan om maatregelen uit te voeren om individuele en collectieve doelstellingen te bereiken; dit rapport gaat vergezeld van de mogelijke impact op werkgelegenheid, opleiding en de noodzaak om werknemers om te scholen als gevolg van de uitvoering van deze maatregelen;   15° studie: een haalbaarheidsstudie in de zin van het AMUREBA-besluit, uitgevoerd om de technische, administratieve of financiële belemmeringen voor een voorwaardelijke actie die tijdens de audit werden vastgesteld, weg te werken;   16° technisch comité: het technisch comité in de zin van artikel 6 van het besluit koolstofovereenkomsten;   17° strategisch comité: het technisch comité in de zin van artikel 7 van het besluit koolstofovereenkomsten;   18° index: een kernprestatie-index die voldoet aan de methodologie in bijlage 2 en overeenstemt met een van de 3 actiegebieden gedefinieerd in artikel 28, 1°, van het besluit koolstofneutraliteit van 16 november 2023, met het oog op het verminderen van de netto-uitstoot van broeikasgassen, namelijk het verbeteren van ofwel de koolstofintensiteit, de energie-efficiëntie of het aandeel hernieuwbare energie;   19° prioritaire index: van de drie kernprestatie-indexen, de index die door het lid van een koolstofgemeenschap is gekozen om zijn bindende doelstelling te definiëren in overeenstemming met artikel 3, § 1, tweede lid;   20° indicatieve index: een van de twee belangrijkste prestatie-indexen die niet door het lid van een gemeenschap als prioriteitsindex werd gekozen;   21° bindende doelstelling: waarde van de prioritaire index die het lid van een gemeenschap overeenkomstig artikel 3, § 1, tweede lid, op het einde van elke globale audit vastlegt en die opgesplitst is in een vast gedeelte dat mathematisch overeenstemt met de impact van alle vaste acties volgens deze as in het actieplan en een voorwaardelijk gedeelte dat mathematisch overeenstemt met de impact van alle voorwaardelijke acties volgens deze as in het actieplan dat het lid volgens de methodologie in bijlage 2 heeft opgesteld;   21° indicatieve doelstellingen: waarde van de prioritaire indexen die het lid van een gemeenschap overeenkomstig artikel 3, § 1, tweede lid, op het einde van elke globale audit vastlegt en die opgesplitst is in een vast gedeelte dat mathematisch overeenstemt met de impact van alle vaste acties volgens deze as in het actieplan en een voorwaardelijk gedeelte dat mathematisch overeenstemt met de impact van alle voorwaardelijke acties volgens deze as in het actieplan dat het lid volgens de methodologie in bijlage 2 heeft opgesteld;   22° vaste actie: verbeteringspiste die ofwel werd afgerond sinds het referentiejaar ofwel door de audit werd geïdentificeerd als rendabel en technisch en administratief rijp volgens de criteria van de methodologie in bijlage 2 en die dus met zekerheid bijdraagt tot de bindende doelstelling of tot een van de indicatieve doelstellingen van een lid van een gemeenschap;   23° voorwaardelijke actie: een verbeteringspiste die uit de audit blijkt dat het ofwel niet rendabel is, ofwel technisch of administratief niet rijp, en die in het actieplan is opgenomen volgens de methodologie in bijlage 2 van het besluit om potentieel bij te dragen tot de doelstellingen van een lid of een gemeenschap, zodra de geïdentificeerde belemmeringen zijn weggewerkt op basis van de resultaten van een grondige studie of een zoektocht naar bijkomende financiering;   24° doorbraakactie: voorwaardelijke actie die als bijzonder strategisch wordt beschouwd voor het bereiken van koolstofneutraliteit op lange termijn, maar waarvoor noch de rentabiliteit noch de haalbaarheid gunstig zijn volgens de methodologie in bijlage 2, en die de ontwikkeling vereist van zware infrastructuur, waarbij verschillende leden van de gemeenschap betrokken zijn en de steun van de koolstofgemeenschap voor het uitvoeren van de projectopzet, zowel de technische als de administratieve details en het samenstellen van een specifiek financieel pakket.
Art.11. Interpretatie en geschillen
  In het geval van een geschil of een verschil van interpretatie met betrekking tot de clausules van deze overeenkomst, zullen deze clausules worden besproken door het Strategisch Comité, dat zal trachten een unaniem akkoord te bereiken over hoe ze moeten worden geïnterpreteerd.
  Als het Strategisch Comité niet tot een akkoord kan komen, kunnen de partijen de zaak voorleggen aan de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Namen.

Art.12. Gevolgen van de overeenkomst
  Deze overeenkomst is bindend voor alle leden van de koolstofgemeenschap die partij zijn bij deze overeenkomst.
  Wanneer de koolstofgemeenschap na de inwerkingtreding van deze overeenkomst een nieuw lid verwelkomt of wanneer een lid de overeenkomst verlaat, wordt de overeenkomst gewijzigd overeenkomstig artikel 7.
  Voor het nieuwe lid worden individuele doelstellingen als bedoeld in artikel 3 vastgesteld. De in artikel 3 bedoelde collectieve doelstellingen worden ook dienovereenkomstig aangepast.
  Indien een lid van de koolstofgemeenschap de koolstofgemeenschap verlaat, blijft dat lid niettemin gebonden door de verplichtingen van artikel 2, lid 1, van deze overeenkomst totdat deze afloopt.

Art.13. Vertrouwelijkheid
  De actieplannen en individuele gegevens van leden van de koolstofgemeenschap zijn vertrouwelijk. Individuele gegevens mogen door de koolstofgemeenschap of het Waalse Gewest niet worden meegedeeld aan derden zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van het betrokken lid van de koolstofgemeenschap.

Art.14. Inwerkingtreding
  Deze overeenkomst treedt in werking en is bindend voor alle partijen vanaf de datum van ondertekening door elke partij.

Art.15. Geldend recht
  Deze overeenkomst valt onder het Belgisch recht.

BIJLAGEN.
Art. N1.Deel 2. Doelstellingen van de koolstofovereenkomst
   1. Doelstellingen van de koolstofgemeenschap
  De koolstofgemeenschap heeft zichzelf de volgende doelstellingen gesteld:


 Vaste doelstellingen Voorwaardelijke doelstellingen
Energie-index   
Emissie-index   
Hernieuwbare index  
De koolstofgemeenschap heeft voor zichzelf het volgende traject uitgestippeld:


 Mijlpalen 2030 Mijlpalen 2040 Mijlpalen 2050
Energie-index    
Emissie-index    
Hernieuwbare index   
Deze doelstellingen en het traject van de koolstofgemeenschap worden voorgesteld aan de Regering, die ze valideert.
  2. Individuele doelstellingen voor elk lid van de gemeenschap
  Na zijn ingangsaudit,
  stelt het lid ... (naam, ECB+EU-nummer) de volgende individuele doelstellingen vast:


 Bindende of indicatieve index? Vaste doelstellingen Voorwaardelijke doelstellingen
Energie-index    
Emissie-index    
Hernieuwbare index   
Het heeft voor zichzelf het volgende traject naar koolstofneutraliteit uitgestippeld:


 Mijlpalen 2030 Mijlpalen 2040 Mijlpalen 2050
Energie-index    
Emissie-index    
Hernieuwbare index   
Art. N2.
  Bijlage 2: Methode voor de vaststelling van de doelstellingen
  1. Inhoud van de koolstofovereenkomst
  Een individuele koolstofovereenkomst tussen het Waalse Gewest en een koolstofgemeenschap omvat minstens:
  1° het traject naar koolstofneutraliteit in 2050 voor de koolstofgemeenschap en elk ondertekenend lid, met tussentijdse mijlpalen in 2030 en 2040;
  2° de 3 doelstellingen van de koolstofgemeenschap op basis van de energie-, emissie- en hernieuwbare-energie-indexen, uitgesplitst in vaste en voorwaardelijke doelstellingen. Deze doelstellingen worden bij elke 4-jaarlijkse auditcyclus herzien;
  3° de bindende en indicatieve doelstellingen van de leden van de koolstofgemeenschap om deze doelstellingen te bereiken, uitgesplitst in hun vaste en voorwaardelijke vorm;
  4° het actieplan van de koolstofgemeenschap dat is opgesteld na ontvangst van individuele audits van haar leden en waarin de vaste en voorwaardelijke doelstellingen van de leden van de koolstofgemeenschap zijn vastgelegd. Aangezien de actieplannen van de leden en de gemeenschap evolueren, zullen ze tijdens de tussentijdse audit worden herzien om de nieuwe vaste acties die zijn geïdentificeerd op te nemen, evenals de voorwaardelijke acties uit de vorige audit waarvoor de belemmeringen zijn weggenomen.
  2. Criteria met betrekking tot de ambitie van de Waalse Regering
  De doelstellingen van de koolstofgemeenschap dragen bij tot de Waalse klimaatdoelstellingen zoals uiteengezet in hoofdstuk 2 en 3 van het decreet koolstofneutraliteit van 16 november 2023.
  3. Strategische visie op koolstofneutraliteit
  Elk lid van de koolstofgemeenschap zet een strategische visie uiteen die het op weg zet naar koolstofneutraliteit tegen 2050, met mijlpalen in 2030 en 2040. Deze bedrijfsovergangsstrategie omvat een geloofwaardig scenario en wordt gevalideerd door het management van elk bedrijf.
  4. Globale audit
  4.1. Auditmethodologie
  Globale audits worden uitgevoerd volgens de AMUREBA-methodologie door een AMUREBA-gecertificeerde auditor van het generalistische type Industrie.
  Het auditverslag voldoet aan het door de Administratie gepubliceerde algemene auditkader AMUREBA.
  4.2. Omtrek van de audit
  De reikwijdte van de audit omvat al het energieverbruik en de directe en indirecte emissies van de entiteit (scope 1 en 2). Scope 3-emissies kunnen worden opgenomen als de entiteit echt de macht heeft om actie te ondernemen met betrekking tot haar emissies en een betrouwbare manier heeft om de evolutie ervan te controleren, en als ze kunnen worden geboekt in de Waalse balansen.
  4.3. Haalbaarheidsklassen
  De verrichte globale audit deelt de verbeteracties in de volgende categorieën in:
  1° haalbaarheidsklasse R: acties verricht sinds het referentiejaar;
  2° haalbaarheidsklasse A: acties die technisch, economisch en administratief haalbaar worden geacht, zonder belemmeringen voor de uitvoering;
  3° haalbaarheidsklasse B: acties die als technisch of economisch onvolwassen worden beschouwd (bijvoorbeeld vanwege de complexiteit van het financiële pakket, het verkrijgen van vergunningen of een complex specifiek ontwerp).
  4.4. Haalbaarheidsklassen
  Voor elke verbeteractie worden de internal rate of return, afgekort "IRR ", en het terugverdieneffect van de investering berekend volgens de AMUREBA-methodologie.
  De globale audit classificeert de verbeteracties in dalende volgorde van intern rendement en definieert 3 rendementsklassen:
  1° rentabiliteitsklasse 1: acties met een terugverdientijd van 3 jaar of minder;
  2° rendabiliteitsklasse 2: acties met een terugverdientijd van 5 jaar of minder;
  3° rendabiliteitsklasse 3: acties met een terugverdientijd van 5 jaar of minder.
  4.5. Voorwaardelijke acties en doorbraakacties
  Van de haalbaarheidsklasse A-acties waarvan de interne-opbrengstvoet (IRR) onder de drempel ligt die is bepaald in punt 5.1 en haalbaarheidsklasse B-acties, selecteert de entiteit ten minste 3 voorwaardelijke acties die relevant zijn voor haar traject naar koolstofneutraliteit en legt ze voor aan het technisch comité, na advies van de technisch deskundige. Voor deze geselecteerde en gevalideerde voorwaardelijke acties zal de entiteit grondige studies uitvoeren om te proberen de geïdentificeerde financiële, administratieve of technische belemmeringen weg te werken, zodat de voorwaardelijke acties bij de volgende globale audit (tussentijdse audit of eindaudit) als vaste acties kunnen worden geactiveerd.
  Sommige van deze voorwaardelijke acties staan bekend als "doorbraakacties". Dit zijn over het algemeen grote infrastructuurprojecten waarbij meerdere leden van de gemeenschap betrokken zijn en die de steun van de koolstofgemeenschap vereisen om het project samen te stellen, zowel technisch als administratief, en om een specifiek financieel pakket samen te stellen.
  Binnen de perken van de beschikbare kredieten kunnen de voorwaardelijke doorbraakacties worden voorgelegd aan de specifieke projectoproepen waarin het mechanisme van de overeenkomst voorziet, om zo bijkomende financiering van de Waalse Regering te verkrijgen voor de uitvoering ervan.
  4.6. Betrokkenheid van de directie
  De directie van het bedrijf tekent voor de conclusies van het rapport, dat de voorgestelde verbintenis valideert.
  5. Criteria voor het bepalen en herzien van de doelstellingen van de entiteit
  5.1. Berekening van prestatie-indexen
  De doelstellingen worden op basis van drie belangrijke prestatie-indexen vastgesteld:
  1° de energie-index, die de energie-intensiteit van de onderneming meet;
  2° de emissie-index, die de koolstofintensiteit van de gebruikte energie en het productieproces in voorkomend geval meet;
  3° de hernieuwbare index, die het hernieuwbare aandeel van de gebruikte energie meet.
  De berekening van deze indexen wordt gespecificeerd in de AMUREBA-methodologie.
  Zodra het actieplan is opgesteld, is de entiteit vrij om de prioritaire index te bepalen die ze belooft te bereiken tegen het einde van de overeenkomst, die haar bindende doelstelling zal bepalen, en de 2 indicatieve indexen die haar indicatieve bijdrage aan de andere doelstellingen van de gemeenschap zullen bepalen.
  De drempel voor de interne-opbrengstvoet, afgekort IRR, is vastgesteld op 11%.
  Het vaste deel van de doelstelling van een entiteit wordt berekend door de winst van de R- en A-haalbaarheidsaandelen waarvan de winstgevendheid boven de vastgestelde drempel ligt, bij elkaar op te tellen.
  Het voorwaardelijke deel van de doelstelling van een entiteit wordt bepaald door de vaste doelstelling en de som van de winsten uit de geselecteerde voorwaardelijke acties bij elkaar op te tellen.
  5.2. Criteria voor de beoordeling van de ambitie van de doelstelling
  De doelstellingen van de entiteit worden door het Technisch Comité, op advies van de technisch deskundige, getoetst aan de volgende criteria:
  1° de technische kwaliteit van de audit en het actieplan (naleving van de methodologie, volledigheid van de geïdentificeerde acties);
  2° de effectieve bijdrage aan de uitdagingen en verbintenissen van Wallonië op het vlak van energie en klimaat;
  3° de bijdrage die aanzienlijk verder gaat dan business as usual;
  4° de technische haalbaarheid van het actieplan;
  5° de evenredigheid van de investeringen ten opzichte van de compensatie, gecontroleerd in het geval de gemeenschap de doelstellingen, vermeld in artikel 30, 3°, van het decreet, niet bereikt.
  5.3. Herziening van de doelstelling
  Elke wijziging van de doelstelling, inclusief een wijziging van de prioritaire index, moet formeel worden goedgekeurd door het Technisch Comité.
  De herziene doelstelling van de entiteit aan het einde van de tussentijdse globale audit bestaat uit:
  a) een vast deel met inbegrip van:
  1° de vaste inschrijving van de entiteit in de overeenstemmende index,
  2° de initiële voorwaardelijke acties waarvoor de belemmeringen zijn weggenomen,
  3° de nieuwe A1-acties die tijdens de tussentijdse audit werden geïdentificeerd.
  b) een voorwaardelijk deel met:
  1° initiële voorwaardelijke acties waarvan de belemmeringen niet konden worden weggenomen tijdens de vorige periode, maar die relevant blijven,
  2° de nieuwe A1-acties die tijdens de tussentijdse audit werden geïdentificeerd.
  Het vaste deel van de herziene bindende doelstelling van de entiteit aan het einde van de tussentijdse globale audit mag niet lager zijn dan het vaste deel van de oorspronkelijke bindende doelstelling van de entiteit.
  Het voorwaardelijke deel van de herziene bindende doelstelling moet betrekking hebben op ten minste 3 wegen die moeten worden onderzocht in een poging om de belemmeringen tijdens de nieuwe cyclus weg te nemen. Het behouden of opgeven van een voorwaardelijke piste uit de vorige periode moet naar behoren worden gerechtvaardigd aan het Technisch Comité.
  6. Criteria voor de vaststelling en de herziening van de doelstellingen van de koolstofgemeenschap
  Het Technisch Comité beoordeelt, op advies van de technisch deskundige, de doelstellingen van de koolstofgemeenschap in het licht van de volgende criteria:
  1° de effectieve bijdrage aan de uitdagingen en verbintenissen van Wallonië op het vlak van energie en klimaat;
  2° de bijdrage die aanzienlijk verder gaat dan‌ business as usual, rekening houdend met het traject van de sectoren in de ADB2;
  3° de bijdrage van de koolstofgemeenschap tot het ontstaan van mutualisatieprojecten tussen haar leden.
  7. Jaarlijkse opvolgingsaudit
  7.1. Auditmethodologie
  Jaarlijkse globale audits worden uitgevoerd volgens de AMUREBA-methodologie door een AMUREBA-gecertificeerde auditor van het generalistische type Industrie.
  Het auditverslag voldoet aan het door de Administratie gepubliceerde algemene auditmodel AMUREBA.
  7.2. Het auditverslag
  Het auditverslag voldoet aan het door de Administratie gepubliceerde algemene auditmodel AMUREBA. Het omvat bovendien:
  1° de verrichte investeringen;
  2° het verbruik van energie uit hernieuwbare en koolstofarme bronnen, per categorie;
  3° het elektriciteitsverbruik opgewekt uit koolstofarme bronnen, per categorie;
  4° de voorstellen voor structurele veranderingen en cyclische aanpassingen.
  Het opvolgingsverslag van de entiteit en de koolstofgemeenschap wordt minstens 30 werkdagen voor de vergadering van het technisch comité naar de administratie en de technisch deskundige gestuurd.
  Voorstellen voor structurele wijzigingen en cyclische aanpassingen worden ten minste 30 werkdagen voor de vergadering van het Technisch Comité ingediend bij de aangewezen technisch deskundige.

Art. N3.
  Bijlage 3. Onafhankelijke verificatie
  1. Verificatie
  In overeenstemming met artikel 4 van de overeenkomsten moeten de koolstofgemeenschap en elk van haar leden een onafhankelijke verificateur aanstellen om de betrouwbaarheid van de gegevens en de indexberekeningen te garanderen tijdens elke globale audit van de cyclus, namelijk de ingangs-, tussentijdse en uitgangsaudits.
  2. Rol van de verificateur
  De rol van de verificateur is het uitbrengen van een verificatie- en validatieadvies met een beperkt niveau van vertrouwen over de betrouwbaarheid van de gegevens en de conformiteit van de methodologie voor het berekenen van de indexen die worden gebruikt om de doelstellingen en resultaten vast te stellen in de entiteiten of in de koolstofgemeenschap.
  Deze verificatie bestaat uit het valideren van de correcte toepassing van de methodologische nota en de nauwkeurigheid van de gegevens.
  3. Conformiteitsbeoordeling
  De conformiteitsbeoordeling wordt uitgevoerd volgens de principes van ISO/IEC 17029:2019 Conformiteitsbeoordeling - Algemene principes en eisen voor validatie- en verificatie-instellingen.
  4. Verificatie
  De verificateur controleert of de indexen inderdaad representatief zijn voor de energiesituatie van de entiteit en de evolutie ervan ten opzichte van het referentiejaar, en gaat over tot:
  1° de verificatie van methodologische aspecten;
  a) de energie-omtrek;
  b) de volledigheid van de verslagen met betrekking tot de door de administratie gepubliceerde AMUREBA-sjablonen;
  c) de vaardigheden inzake opleiding van de specialisten;
  d) de correcte toepassing van de regels met betrekking tot structurele veranderingen en eventuele cyclische aanpassingen zoals gedefinieerd in de AMUREBA-methodologie;
  e) de correcte toepassing van de indexberekeningsmethoden zoals gedefinieerd in de AMUREBA-methodologie;
  f) het daadwerkelijk in aanmerking nemen van de opmerkingen en valideringen van de technische comités.
  2° de controle van de nauwkeurigheid van gegevens
  a) de nauwkeurigheid van brongegevens met betrekking tot energiedragers en activiteitsindicatoren;
  b) de nauwkeurigheid van de berekening van activiteitsindicatoren, het gebruik van referentiegegevens die zijn gevalideerd door de technische comités;
  c) de in de AMUREBA-methodologie opgelegde omrekeningscoëfficiënten en de ETS-waarden, indien van toepassing;
  g) in voorkomend geval, de graaddagen;
  3° Verificatie van ETS-organisaties.
  Als de gegevens al het onderwerp zijn geweest van een erkende verificatie in het kader van het ETS (Verordening (EU) nr. 2018/2067), hoeft de verificateur ze niet meer tot aan de bron te verifiëren; het is voldoende om te controleren of de gegevens in het auditverslag identiek zijn aan die in de ETS-aangifte. De methodologische aspecten van punt 3.a moeten echter worden geverifieerd.
  5. Criteria om in aanmerking te komen voor de opdracht van de verificateur
  De verificateur voldoet aan de volgende principes voor verificatie-instellingen in paragraaf 4 van ISO 17029:2019:
  1° onpartijdigheid;
  2° vaardigheid;
  3° vertrouwelijkheid;
  4° doorzichtigheid;
  5° verantwoordelijkheid;
  6° behandeling van klachten;
  7° risicogebaseerde aanpak.
  6. Opleiding
  De auditor volgt of heeft een opleiding in de methodologie van het verificatieproces gevolgd. De inhoud van die opleiding wordt door de Minister vastgesteld.

Art. N4.
  Bijlage 4. Technische deskundigen
  1. Aanwijzing van de technische deskundigen
  De Waalse Overheidsdienst Gebiedsontwikkeling, Woonbeleid, Erfgoed en Energie en het "Agence wallonne de l'Air et du Climat" wijzen via een overheidsopdracht dienstverleners aan om de onafhankelijke expertise te leveren die nodig is om de koolstofovereenkomsten te ondersteunen. De technische deskundigen worden voor 4 jaar aangewezen.
  2. Rol van de technische deskundigen
  De deskundigen helpen bij het voorbereiden, analyseren en opmaken van de informatie die nodig is om de koolstofovereenkomsten te beheren. De deskundigen zijn de methodologische adviseurs van de koolstofovereenkomsten, aangewezen door de Waalse Regering.
  De deskundigen garanderen een gelijke methodologische behandeling voor alle leden en alle koolstofgemeenschappen.
  De deskundigen staan garant voor de methodologie en technische adviseurs, ook ten dienste van de auditeurs, de koolstofgemeenschappen en hun leden, in het kader van de opdracht die hen werd toevertrouwd door de Waalse Regering.
  Deskundigen kunnen optreden als bemiddelaar tussen vertegenwoordigers van de overheid, koolstofgemeenschappen en entiteiten.
  In overeenstemming met de artikelen 7 en 8 van het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de koolstofovereenkomsten, zetelen de deskundigen in de technische en strategische comités met een adviserende rol.
  3. Opdracht van de technische deskundigen
  De technische deskundigen geven technisch advies aan het Technisch en Strategisch Comité, zodat zij beslissingen kunnen nemen, doelstellingen kunnen valideren, wijzigingen kunnen aanbrengen, jaarlijkse controles kunnen uitvoeren en, indien nodig, sancties kunnen opleggen.
  1° Met betrekking tot de globale audits analyseren de technische deskundigen de methodologische conformiteit van elke globale audit in de achtjarige cyclus, (ingang, tussentijds en eind);
  2° ze analyseren de technische kwaliteit van energiemodellen;
  3° ze analyseren de technische kwaliteit van de actieplannen van de leden en de koolstofgemeenschap;
  4° ze beoordelen de verbintenis van de leden en de koolstofgemeenschap met betrekking tot de criteria die door de Waalse Regering zijn vastgelegd in (Bijlage 2 bij het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024);
  5° ze helpen een koolstofgemeenschap bij de consolidatie van gegevens door de consistentie van gegevens te controleren;
  Met betrekking tot opvolgingsaudits hebben de technische deskundigen de volgende taken:
  1° ze analyseren de voorgestelde structurele en cyclische aanpassingen van de indexen;
  2° zij stellen voorstellen op voor verbeteringen die worden voorgelegd aan de technische en strategische comités om de technische problemen op te lossen die zich op individuele basis voordoen;
  3° ze volgen de trajecten van elke koolstofgemeenschap naar hun contractuele doelstelling nauwgezet;
  4° ze valideren de algemene resultaten van de koolstofgemeenschappen op het niveau van het technisch comité en van het mechanisme als geheel op het niveau van het strategisch comité;
  5° ze dragen aan de voorbereiding van jaar- en vierjaarlijkse verslagen bij;
  6° ze neem deel aan de openbare presentatie van de resultaten van de overeenkomsten.
  De deskundigen nemen de rol van methodologische referentie op zich en garanderen de correcte toepassing van het technische kader van de overeenkomsten, zowel op het niveau van individuele entiteiten als op het niveau van gepoolde koolstofgemeenschappen. In dit kader hebben de deskundigen de volgende taken:
  1° ze werken de methodologische AMUREBA-nota bij en, indien nodig, stellen wijzigingen voor aan bijlage 2 bij het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 2024 betreffende de koolstofovereenkomsten, als en wanneer dit wordt vereist door de Waalse overheden en wanneer de aangetroffen situatie van toepassing is voor alle deelnemers aan de verschillende overeenkomsten;
  2° ze bieden technische antwoorden aan AMUREBA- gecertificeerde auditeurs als onderdeel van koolstofovereenkomsten;
  3° ze organiseren opleidingen voor AMUREBA-gecertificeerde auditeurs.
  In de uitoefening van hun opdracht werken de deskundigen in volledige neutraliteit en onafhankelijkheid ten opzichte van de betrokken entiteiten en koolstofgemeenschappen. Ze zijn gebonden door een strikte geheimhoudingsplicht.