13 DECEMBER 2006. - Ministerieel besluit tot vastlegging van de methode voor de bepaling van de primaire energiebronnen die gebruikt worden om elektriciteit te produceren (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-12-2006 en tekstbijwerking tot 12-02-2009)
Art. 1-3, 3bis, 4
Artikel 1. Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt, inzonderheid artikel 1; Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG, inzonderheid artikel 3.6, en Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG, inzonderheid artikel 5, worden gedeeltelijk omgezet bij dit besluit.
Art.2. § 1. Ter uitvoering van artikel 11, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 30 maart 2006 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt, hierna " het besluit " genoemd, stelt de leverancier, om zijn eindafnemers te bevoorraden, de lijst op van de primaire energiebronnen op grond van de primaire energiebronnen die voor zijn eigen productie worden gebruikt, van de contracten die desgevallend met de overige producenten gesloten worden en van de labels van garanties van oorsprong, namelijk de " garanties van oorsprong " in de zin van de artikelen 5 van de Richtlijnen 2001/77/EG en 2004/8/EG.
De gebruikte gegevens hebben betrekking op het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van de samenvattende balans bedoeld in artikel 11, § 1, van " het besluit ". (In de zin van dit besluit wordt onder gegevens verstaan :
a) de productiegegevens voor alle energiebronnen die niet gecertificeerd zijn door de labels van garantie van oorsprong;
b) de gegevens van de labels van garantie van oorsprong voorgesteld in de loop van het overeenstemmende kalenderjaar om het hernieuwbare karakter en/of de hoogrenderende warmtekrachtkoppeling van de elektriciteit die geleverd wordt overeenkomstig artikel 27 van het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2006 tot bevordering van de groene elektriciteit;
c) de gegevens van de labels van garantie van oorsprong die voorgesteld worden bij de indiening van het dossier voor de vaststelling van de primaire energiebronnen met betrekking tot de leveringen van het overeenstemmende kalenderjaar.
De labels van garantie van oorsprong voorgesteld in beide voornoemde gevallen worden enkel aanvaard als hun geldigheid op het tijdstip van de aanvraag tot wederkoop nagezien is.
De geldigheid van de labels van garantie van oorsprong ingevoerd uit een ander gewest of een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte overeenkomstig artikel 28 van het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2006 tot bevordering van de groene elektriciteit wordt erkend op dezelfde wijze als de labels van garantie van oorsprong afgeleverd voor de CwaPE wanneer de aanvraag tot wederkoop plaatsvindt tussen de datum van het einde van de productieperiode en het einde van het eerste daaropvolgende kalenderjaar.) <MB 2007-12-20/31, art. 2, 1°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
§ 2. De hoeveelheden elektriciteit geproduceerd vanaf hernieuwbare bronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling in de zin van Richtlijn 2004/8/EG worden door de CWaPE gecertificeerd op grond van :
1° (...) <MB 2007-12-20/31, art. 2, 2°, a, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
2° hetzij labels van garantie van oorsprong toegekend voor elektriciteitsproductie vanaf hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling in één van de lidstaten van de (Europese Economische Ruimte) en overgedragen op een rekening van de leverancier die daartoe is geopend in een elektronische databank onder de verantwoordelijkheid van de CWaPE. <MB 2007-12-20/31, art. 2, 2°, b, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
De CWaPE gaat na of de labels van garantie van oorsprong voldoen aan Richtlijn 2001/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt en/of aan Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG, en voert controle uit op de uniciteit ervan. Die labels van garantie van oorsprong worden dan afgeschaft;
3° (...) <MB 2007-12-20/31, art. 2, 2°, c, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
§ 3. De hoeveelheden elektriciteit geproduceerd vanaf fossiele, kernenergie- en andere bronnen, met uitzondering van degene die zijn geproduceerd vanaf hernieuwbare energiebronnen en hoogrenderende warmtekrachtkoppelingsinstallaties, worden bepaald op basis van contracten gesloten tussen de leverancier en de producent(en); als het contract niet op een welbepaalde installatie slaat, worden de primaire energiebronnen op grond van het globale productiepark van bedoelde producent bepaald na aftrek van de hoeveelheden die daadwerkelijk in aanmerking worden genomen ter uitvoering van § 2 wat betreft de elektriciteit aangevoerd vanaf hernieuwbare energiebronnen en/of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling; als de leverancier zich bij één of meer tussenpersonen bevoorraadt, wordt, bij gebrek aan contracten die specifiek betrekking hebben op bepaalde installaties, rekening gehouden met het gemiddelde van de primaire energiebronnen die gebruikt worden om de door de tussenpersoon afgenomen elektriciteit te produceren na aftrek van de hoeveelheden die daadwerkelijk in aanmerking worden genomen ter uitvoering van § 2 wat betreft de elektriciteit aangevoerd vanaf hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling; als de leverancier zich bij een elektriciteitsbeurs bevoorraadt, wordt, bij gebrek aan een specifiek contract met de producent, rekening gehouden met het gemiddelde van de primaire energiebronnen gebruikt voor de productie van elektriciteit die het voorwerp is van transacties op de elektriciteitsmarkt, na aftrek van de hoeveelheden die daadwerkelijk in aanmerking worden genomen ter uitvoering van § 2 wat betreft de elektriciteit aangevoerd vanaf hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling.
§ 4. In afwijking van de paragrafen 2 en 3 kan een leverancier de hoeveelheden primaire energie op basis van die van andere leveranciers berekenen naar rata van de van die leveranciers afgekochte hoeveelheden elektriciteit, op voorwaarde dat laatstgenoemden deze hoeveelheden hebben opgenomen in het totaal van de hoeveelheden elektriciteit die worden gebruikt om hun eigen "stookolie-mix" te bepalen.
§ 5. De primaire energiebronnen worden ingedeeld in de volgende categorieën :
1° hernieuwbare energiebronnen (hydraulisch, windenergie, (biomassa warmtekrachtkoppeling,) biomassa, andere); <MB 2007-12-20/31, art. 2, 3°, a, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
2° (niet hernieuwbare) warmtekrachtkoppeling; <MB 2007-12-20/31, art. 2, 3°, b, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
3° aardgas;
4° andere fossiele brandstoffen;
5° kernenergie
6° bronnen van onbekende herkomst.
Het aandeel van de bronnen van onbekende herkomst mag niet hoger zijn dan 5 %, behoudens uitdrukkelijke goedkeuring door de CWaPE.
Art.3. (In afwijking van artikel 2, § 2, 2°,) en in afwachting (...) van de oprichting van een internationale databank die de conformiteit van de labels van garantie van oorsprong toegekend voor elektriciteitsproductie uit hoogrenderende warmtekrachtkoppeling in de zin van Richtlijn 2004/8/EG, neemt de CWaPE akte van het percentage elektriciteit geproduceerd vanaf hoogrenderende warmtekrachtkoppeling in de zin van Richtlijn 2004/8/EG die redelijkerwijs aan niet-gecertificeerde producties toegeschreven kunnen worden. <MB 2007-12-20/31, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
Art.3bis. [1 In afwijking van § 1, van artikel 2, wordt de geldigheid van de labels van garantie van oorsprong, waarvan het einde van de productieperiode uit 2007 dateert, erkend wanneer de aanvraag tot wederkoop uiterlijk op 31 december 2009 plaatsvindt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2009-01-08/33, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art. 4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt bekendgemaakt.
Namen, 13 december 2006.
A. ANTOINE.