18 FEBRUARI 2011. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 maart 2010 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik
Art. 1-27
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 22 maart 2010 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik, wordt 6° vervangen door de volgende bepaling :
"6° "natuurlijk isolatiemateriaal" : materiaal dat voor minstens 85 % uit plantaardige, dierlijke of cellulosevezels bestaat;".
Art.2. In artikel 6, § 1, wordt een derde lid ingevoegd, luidend als volgt :
"De voorafgaande energieaudit bedoeld in het tweede lid wordt geacht te zijn verricht wanneer wordt voldaan aan de volgende voorwaarden :
1° de aanvrager voldoet aan de voorwaarden van artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 juni 2006 houdende de definitie van de doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter reductie van de globale energiekost;
2° de aanvrager komt in aanmerking voor een goedkope lening bedoeld in artikel 6 van de beheersovereenkomst die de bijlage vormt van het koninklijk besluit van 6 juli 2009 tot vaststelling van het beheerscontract van het " Fonds ter reductie van de globale energiekost ", toegekend door het plaatselijk bestuur bedoeld in artikel 2, 6°, van hetzelfde koninklijk besluit;
3° het gebouw heeft het voorwerp uitgemaakt van een voorafgaande energieaudit door het plaatselijk bestuur, waarbij de hiërarchie van de prioriteiten inzake energiebesparende werkzaamheden wordt vastgesteld.".
Art.3. In artikel 7, § 1, wordt een derde lid ingevoegd, luidend als volgt :
" De voorafgaande energieaudit bedoeld in het tweede lid wordt geacht te zijn verricht wanneer wordt voldaan aan de volgende voorwaarden :
1° de aanvrager voldoet aan de voorwaarden van artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 juni 2006 houdende de definitie van de doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter reductie van de globale energiekost;
2° de aanvrager komt in aanmerking voor een goedkope lening bedoeld in artikel 6 van de beheersovereenkomst die de bijlage vormt van het koninklijk besluit van 6 juli 2009 tot vaststelling van het beheerscontract van het " Fonds ter reductie van de globale energiekost ", toegekend door het plaatselijk bestuur bedoeld in artikel 2, 6°, van hetzelfde koninklijk besluit;
3° het gebouw heeft het voorwerp uitgemaakt van een voorafgaande energieaudit door het plaatselijk bestuur, waarbij de hiërarchie van de prioriteiten inzake energiebesparende werkzaamheden wordt vastgesteld. ".
Art.4. In artikel 9, § 1, tweede lid, wordt 3° aangevuld als volgt :
" of, in voorkomend geval, een afschrift van de energieaudit en van een document opgesteld door het plaatselijk bestuur waaruit blijkt dat de aanvrager tot de doelgroep bedoeld in de artikelen 6, § 1, derde lid, 3°, en 7, § 1, derde lid, 3°, behoort. ".
Art.5. In artikel 11, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, worden de woorden " tegen de stroom in " geschrapt.
Art.6. In artikel 12, § 3, 2°, worden de woorden " tegen de stroom in " geschrapt.
Art.7. Er wordt een artikel 12/1bis ingevoegd, luidend als volgt :
" Art. 12/1. § 1. Wanneer de datum van bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na 31 augustus 2011 valt, wordt een premie van 1.500 euro toegekend voor de bouw van een eengezinswoning die voldoet aan de volgende criteria :
1° het Ew-peil van de eengezinswoning is gelijk aan 65 of minder;
2° het globale thermische isolatieniveau K van de eengezinswoning is gelijk aan 35 of minder;
3° de ventilatie van de eengezinswoning voldoet aan de regelgeving van kracht op de datum van het bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag.
§ 2. Het bedrag van de premie bedoeld in § 1 wordt verhoogd met 110 euro per eenheid Ew-peil onder het peil Ew 65 en mag niet hoger zijn dan 5.000 euro per gebouw.
§ 3. Het bedrag van de premie bedoeld in § 2 wordt verhoogd met 1.500 euro wanneer de aanvrager over het certificaat " déclaration de qualité de maison passive " beschikt, afgegeven overeenkomstig artikel 3 van de wet van 27 april 2007 tot invoering van een belastingvermindering voor passiefhuizen, of wanneer de eengezinswoning voldoet aan de volgende eisen :
1° de luchtdoorlatendheid van het gebouw wordt getest d.m.v. de techniek van de luchtdrukregeling per ventilator en het luchtverversingspercentage gelijk moet zijn aan n50 < 0,6 h -1 overeenkomstig de norm NBN EN 13829, aangevuld met de bijlagen 1 en 2, volgens de methode A;
2° de eengezinswoning is uitgerust met een ventilatie van het type "mechanisch verluchtingsstelsel controle D" met warmteterugwinning d.m.v. een warmtewisselaar die voldoet aan de volgende criteria :
a) het geheel van het geïnstalleerde ventilatiesysteem voldoet aan de regelgeving van kracht op de datum van het bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag;
b) de warmtewisselaar heeft een minimumrendement van 85 % volgens de norm NBN EN 308;
c) de installateur meet ter plaatse de debieten bij de uit- en ingang van de verschillende ventilatieopeningen om de installatie bij te stellen zoals het past;
3° de jaarlijkse warmte- en koelingsvraag is kleiner dan 15 kWu/m2 per jaar berekend volgens de berekeningsmethode PHPP (Passivhaus Projektierungs Paket) 2007 of volgende;
4° de oververhittingstijd van de eengezinswoning, zoals berekend volgens de berekeningsmethode PHPP 2007 of volgende, boven 25°, mag niet 5 % overschrijden. ".
Art.8. Er wordt een artikel 13/1bis ingevoegd, luidend als volgt :
" Art. 13/1. § 1. Wanneer de datum van bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na 31 augustus 2010 valt, wordt een premie van 500 euro toegekend voor de bouw van een appartement dat voldoet aan de volgende criteria :
1° het Ew-peil van het appartement is gelijk aan 65 of minder;
2° het globale thermische isolatieniveau K van het gebouw is gelijk aan 35 of minder;
3° de ventilatie van het appartement voldoet aan de regelgeving van kracht op de datum van het bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag.
§ 2. Het bedrag van de premie bedoeld in § 1 wordt verhoogd met 50 euro per eenheid Ew-peil onder het peil EW 65 en mag niet hoger zijn dan 1.500 euro per appartement.
§ 3. Het bedrag van de premie bedoeld in § 2 wordt verhoogd met 500 euro wanneer de aanvrager over het certificaat " déclaration de qualité d'appartement passif " beschikt, afgegeven overeenkomstig artikel 3 van de wet van 27 april 2007 tot invoering van een belastingvermindering voor passiefhuizen, of wanneer het appartement voldoet aan de volgende eisen :
1° de luchtdoorlatendheid van het appartement wordt getest d.m.v. de techniek van de luchtdrukregeling per ventilator en het luchtverversingspercentage gelijk moet zijn aan n50 < 0,6 h-1 overeenkomstig de norm NBN EN 13829, aangevuld met de bijlagen 1 en 2, volgens de methode A;
2° de jaarlijkse warmte- en koelingsvraag van het appartement is kleiner dan 15 kWu/m2 per jaar berekend volgens de berekeningsmethode PHPP (Passivhaus Projektierungs Paket) 2007 of volgende;
3° de oververhittingstijd van het appartement, zoals berekend volgens de berekeningsmethode PHPP 2007 of volgende, boven 25°, mag niet 5 % overschrijden;
4° het appartement is uitgerust met een ventilatie van het type " mechanisch verluchtingsstelsel controle D " met warmteterugwinning. ".
Art.9. Artikel 13, § 6, tweede lid, van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van de Richtlijnen 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG, wordt gedeeltelijk omgezet bij dit besluit.
In artikel 21, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1, eerste lid, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. Artikel 13, § 6, tweede lid, van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van de Richtlijnen 2001/77/EG en 2003/30/EG, wordt gedeeltelijk omgezet bij dit besluit.
Er wordt een premie toegekend bij de installatie van een biomassa verwarmingsketel met uitsluitend automatische voeding die voldoet aan de definities, vereisten, beproevingsmethoden en etikettering van de norm NBN EN 303-5, en waarvan het rendement, berekend volgens deze norm, hoger is dan 85 %. ";
2° § 1, vierde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Als verschillende toestellen op hetzelfde verwarmingscircuit aangesloten zijn, wordt één enkele premie toegekend. Het bedrag van de premie wordt berekend naar gelang van het gecumuleerde vermogen. ".
Art.10. In artikel 24, in fine, worden de woorden " voor de productie van sanitair warmwater " vervangen door de woorden " uitsluitend voor de productie van sanitair warmwater ".
Art.11. In artikel 26, tweede lid, wordt 3° vervangen door de volgende bepaling :
" 3° wat betreft de premie bedoeld in artikel 24 :
a) hetzij het verslag betreffende de test uitgevoerd door een laboratorium overeenkomstig de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor de uitvoering van tests op warmtepompen volgens de norm NBN EN 255-3 van kracht bij de uitvoering van de test, of volgens de normen pr EN 15879-1 of pr 15897-2, overeenkomstig punt 3.b. van bijlage 3;
b) hetzij, bij gebrek aan dergelijk laboratorium in het land waar de fabrikant gevestigd is, een testverslag volgens de norm NBN EN 255-3 van kracht bij de uitvoering van de test, of volgens de normen pr EN 15879-1 of pr EN 15897-2, overeenkomstig punt 3.b. van bijlage 3, uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor de uitvoering van tests op andere toepassingen. ".
Art.12. In artikel 27, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, worden de woorden " voor de verwarming van een woning " vervangen door de woorden " als hoofdverwarming van een woning ";
2° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 2. Als de warmtepomp aan de eisen van § 1 voldoet en sanitair warmwater ook produceert, in de naleving van de criteria bedoeld in bijlage 3, wordt het bedrag van de premie bedoeld in § 1 verhoogd met 750 euro. ".
Art.13. Artikel 28 wordt opgeheven.
Art.14. In artikel 30, wordt § 1 vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. Wat betreft de premie bedoeld in artikel 27, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht :
1° in het geval van een premieaanvraag voor een nieuwe woning in de zin van de artikelen 10 en 11, gelijktijdig op de datum waarop het overeenstemmend premieaanvraagdossier ingediend moet worden.
Het aanvraagdossier bevat :
a) het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;
b) het originele of een afschrift van de factuur voor de verrichte investeringen en prestaties;
c) hetzij het verslag betreffende de test uitgevoerd door een laboratorium overeenkomstig de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor de uitvoering van tests op warmtepompen volgens de norm NBN EN 14511 van kracht bij de uitvoering van de test, of volgens de normen pr EN 15879-1 of pr 15897-2, overeenkomstig punt 2.b. van bijlage 3;
d) hetzij, bij gebrek aan dergelijk laboratorium in het land waar de fabrikant gevestigd is, een testverslag volgens de norm NBN EN 14511 van kracht bij de uitvoering van de test, of volgens de normen pr EN 15879-1 of pr EN 15897-2, overeenkomstig punt 2.b. van bijlage 3, uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor de uitvoering van tests op andere toepassingen.
Wanneer de verhoging van premie bedoeld in artikel 27, § 2, wordt aangevraagd, biedt het testverslag de mogelijkheid om de naleving van de in punt 2.c. van bijlage 3 vastgestelde voorwaarden na te gaan;
2° in de overige gevallen, binnen een termijn van vier maanden die ingaat op de datum van de slotfactuur betreffende de verrichte investeringen en prestaties.
Het aanvraagdossier bevat :
a) het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;
b) het originele of een afschrift van de factuur voor de verrichte investeringen en prestaties;
c) het formulier voor de berekening van de aangegeven coëfficiënt K;
d) een document met de beschrijving van alle wanden van de thermisch verliesoppervlakte van de woning en de berekening van de coëfficiënten U (of k);
e) een afschrift van de plannen van alle niveaus en van de dwarsdoorsneden van de woning;
f) een nota waarin het geïnstalleerde ventilatiesysteem beschreven wordt;
g) hetzij het verslag betreffende de test uitgevoerd door een laboratorium overeenkomstig de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor de uitvoering van tests op warmtepompen volgens de norm NBN EN 14511 van kracht bij de uitvoering van de test, of volgens de normen pr EN 15879-1 of pr 15897-2, overeenkomstig punt 2.b. van bijlage 3;
h) hetzij, bij gebrek aan dergelijk laboratorium in het land waar de fabrikant gevestigd is, een testverslag volgens de norm NBN EN 14511 van kracht bij de uitvoering van de test, of volgens de normen pr EN 15879-1 of pr EN 15897-2, overeenkomstig punt 2.b. van bijlage 3, uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor de uitvoering van tests op andere toepassingen.
Wanneer de verhoging van premie bedoeld in artikel 27, § 2, wordt aangevraagd, biedt het testverslag de mogelijkheid om de naleving van de in punt 2.c. van bijlage 3 vastgestelde voorwaarden na te gaan. "
Art.15. In artikel 37, § 1, wordt 4° vervangen door de volgende bepaling :
" 4° het geheel van het geïnstalleerde ventilatiesysteem moet voldoen aan de eisen van bijlage V van het besluit van de Waalse Regering van 17 april 2008 tot vaststelling van de berekeningsmethode en de eisen, de goedkeuringen en de sancties op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen; ".
Art.16. Er wordt een artikel 51/1 ingevoegd, luidend als volgt :
" Art. 51/1. De toestellen bedoeld in dit hoofdstuk zijn bestemd voor de verwarming van de gebouwen waarin ze geïnstalleerd worden.
Het vermogen van de installaties wordt gerechtvaardigd door de verwarmingsbehoeften van de gebouwen. ".
Art.17. Artikel 13, § 6, tweede lid, van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van de Richtlijnen 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG, wordt gedeeltelijk omgezet bij dit besluit.
In artikel 53, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1, eerste lid, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. Artikel 13, § 6, tweede lid, van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van de Richtlijnen 2001/77/EG en 2003/30/EG, wordt gedeeltelijk omgezet bij dit besluit.
Er wordt een premie toegekend bij de installatie, in een woning, van een biomassa verwarmingsketel met uitsluitend automatische voeding die voldoet aan de definities, vereisten, beproevingsmethoden en etikettering van de norm NBN EN 303-5, en waarvan het rendement, berekend volgens deze norm, hoger is dan 85 %. Indien het gaat om een ketel met bi-verbranding, wordt uitsluitend aardgas toegelaten. ";
2° § 1, derde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Als verschillende toestellen op hetzelfde verwarmingscircuit aangesloten zijn, wordt één enkele premie toegekend. Het bedrag van de premie wordt berekend naar gelang van het gecumuleerde vermogen. "
Art.18. In artikel 55, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, worden de woorden " voor de verwarming van een woning " vervangen door de woorden " als hoofdverwarming van een woning ";
2° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 2. Als de warmtepomp aan de eisen van § 1 voldoet en sanitair warmwater ook produceert, in de naleving van de criteria bedoeld in bijlage 3, wordt het bedrag van de premie bedoeld in § 1 verhoogd met 750 euro. ".
Art.19. Artikel 57 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 57. Er wordt een premie van 750 euro toegekend voor de installatie, door een geregistreerde aannemer, van een warmtepomp voor de exclusieve verwarming van het sanitaire warmwater van een woning, die voldoet aan de criteria bedoeld in bijlage 3. ".
Art.20. Artikel 58 wordt opgeheven.
Art.21. In artikel 60, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Wat betreft de premies bedoeld in de artikelen 53, 55 en 57, wordt het dossier door de " Société wallonne du Logement " (Waalse Huisvestingsmaatschappij) aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van goedkeuring van de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken. ";
2° in het tweede lid, wordt 3° vervangen door de volgende bepaling :
" 3° voor de premie bedoeld in artikel 55 :
a) hetzij het verslag betreffende de test uitgevoerd door een laboratorium overeenkomstig de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor de uitvoering van tests op warmtepompen volgens de norm NBN EN 14511 van kracht bij de uitvoering van de test, of volgens de normen pr EN 15879-1 of pr 15897-2, overeenkomstig punt 2.b. van bijlage 3;
b) hetzij, bij gebrek aan dergelijk laboratorium in het land waar de fabrikant gevestigd is, een testverslag volgens de norm NBN EN 14511 van kracht bij de uitvoering van de test, of volgens de normen pr EN 15879-1 of pr EN 15897-2, overeenkomstig punt 2.b. van bijlage 3, uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor de uitvoering van tests op andere toepassingen.
Wanneer de verhoging van premie bedoeld in artikel 55, § 2, wordt aangevraagd, biedt het testverslag de mogelijkheid om de naleving van de in punt 2.c. van bijlage 3 vastgestelde voorwaarden na te gaan. ";
3° in het tweede lid, wordt 4° vervangen door de volgende bepaling :
" 4° voor de premie bedoeld in artikel 57 :
a) hetzij het verslag betreffende de test uitgevoerd door een laboratorium overeenkomstig de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor de uitvoering van tests op warmtepompen volgens de norm NBN EN 255-3 van kracht bij de uitvoering van de test, of volgens de normen pr EN 15879-1 of pr 15897-2, overeenkomstig punt 3.b. van bijlage 3;
b) hetzij, bij gebrek aan dergelijk laboratorium in het land waar de fabrikant gevestigd is, een testverslag volgens de norm NBN EN 255-3 van kracht bij de uitvoering van de test, of volgens de normen pr EN 15879-1 of pr EN 15897-2, overeenkomstig punt 3.b. van bijlage 3, uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor de uitvoering van tests op andere toepassingen. ".
Art.22. Er wordt een artikel 87/1 ingevoegd, luidend als volgt :
" Art. 87/1. Voor de behandeling van de premieaanvragen bedoeld in de artikelen 11, 13, § 3, 12/1, § 3, 13, § 3, en 13/1, § 3, wordt de termijn van zeventig dagen bedoeld in artikel 87, § 1, tweede lid, op 180 dagen gebracht. ".
Art.23. In artikel 90, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, wordt 4° vervangen door de volgende bepaling :
" 4° ecopremies : de door de " SWCS " en het " FLW " toegekende premies, overeenkomstig de bepalingen van artikel 90/1. ";
2° het tweede lid wordt geschrapt.
Art.24. Er wordt een artikel 90/1 ingevoegd, luidend als volgt :
" Art. 90/1. De in aanmerking komende premies en hun toekenningsvoorwaarden worden bepaald :
1° wat betreft de door de " SWCS " toegekende ecopremies :
voor de ecoleningen waarvan de registratiedatum tussen 1 mei 2010 en 31 december 2011 ligt, de premies bedoeld in Titel II van dit besluit, betreffende investeringen waarvan de datum van de slotfactuur na 30 april 2010 valt, met inachtneming van de toekenningsvoorwaarden die van toepassing zijn op de registratiedatum van de ecolening. De premies bedoeld in de artikelen 8, 10, 11, 12, 13, 14, 29, 31 en 32 worden uitgesloten van het genot van de ecoleningen;
b) voor de ecoleningen waarvan de registratiedatum vóór 1 mei 2010 valt :
- hetzij de premies bedoeld in Titel II van dit besluit, betreffende investeringen waarvan de datum van de slotfactuur tussen 1 mei 2010 en 31 december 2011 valt, met inachtneming van de toekenningsvoorwaarden die van toepassing zijn op de datum van de slotfactuur. De premies bedoeld in de artikelen 8, 10, 11, 12, 13, 14, 29, 31 en 32 worden uitgesloten van het genot van de ecoleningen;
- hetzij de ecopremies zoals bedoeld in artikel 93/1 van het ministerieel besluit van van 20 december 2007 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik, en betreffende investeringen waarvan de datum van de slotfactuur, in afwijking van de artikelen 95 en 95/1 van genoemd besluit, tussen 1 mei 2010 en 31 december 2011 ligt. Deze ecopremies stemmen overeen met de toekenningsvoorwaarden die van toepassing zijn op de registratiedatum van de ecolening;
2° wat betreft de door het " FLW " toegekende ecopremies :
a) voor de ecoleningen waarvan de datum van de beslissing tot toekenning tussen 1 mei 2010 en 31 december 2011 ligt, de premies bedoeld in Titel II van dit besluit, betreffende investeringen waarvan de datum van de slotfactuur na 30 april 2010 valt, met inachtneming van de toekenningsvoorwaarden die van toepassing zijn op de datum van toekenning van de ecolening. De premies bedoeld in de artikelen 8, 10, 11, 12, 13, 14, 29, 31 en 32 worden uitgesloten van het genot van de ecoleningen;
b) voor de ecoleningen waarvan de datum van de beslissing tot toekenning vóór 1 mei 2010 valt :
- hetzij de premies bedoeld in Titel II van dit besluit, betreffende investeringen waarvan de datum van de slotfactuur tussen 1 mei 2010 en 31 december 2011 valt, met inachtneming van de toekenningsvoorwaarden die van toepassing zijn op de datum van de slotfactuur. De premies bedoeld in de artikelen 8, 10, 11, 12, 13, 14, 29, 31 en 32 worden uitgesloten van het genot van de ecoleningen;
- hetzij de ecopremies zoals bedoeld in artikel 93/1 van het ministerieel besluit van van 20 december 2007 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik, en betreffende investeringen waarvan de datum van de slotfactuur, in afwijking van de artikelen 95 en 95/1 van genoemd besluit, tussen 1 mei 2010 en 31 december 2011 ligt. Deze ecopremies stemmen overeen met de toekenningsvoorwaarden die van toepassing zijn op de toekenningsdatum van de ecolening.
De artikelen 91, 97, 98 en 99 van het ministerieel besluit van 20 december 2007 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik, en de artikelen 87, 97 en 98 van dit besluit zijn niet van toepassing.
De voorwaarde van een voorafgaande energieaudit, waarvan sprake in de artikelen 6, § 1, tweede lid, en 7, § 1, tweede lid, van Titel II van dit besluit alsook in de artikelen 6, § 2, en 7, § 2, van Titel II van het ministerieel besluit van 20 december 2007 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik is niet toepasselijk wat het genot van de ecopremies betreft, en wordt vervangen door de voorafgaande energieaudit bedoeld respectievelijk in de artikelen 8 en 15 van het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2008 tot invoering van de ecoleningen toegekend door het " Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie " (Woningfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië), en in artikel 8 van het reglement gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2008 tot invoering van de ecoleningen toegekend door de " Société wallonne du Crédit social " (Waalse Maatschappij voor Sociaal Krediet). ".
Art.25. Er wordt een artikel 90/2 ingevoegd, luidend als volgt :
" Art. 90/2. Voor de toekenning van de verhogingen van de premies bedoeld in de artikelen 5, § 3 en § 4, 6, § 3, § 4 en § 5, en 7, § 3 en § 4 :
1° wat betreft de door de " SWCS " toegekende ecopremies :
In afwijking van artikel 1, 13°, worden de inkomens berekend overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007 houdende het reglement van de hypothecaire leningen van de "Société wallonne de Crédit social" (Waalse Maatschappij voor Sociaal Krediet) en de "Guichets du Crédit social" (Sociale Kredietloketten);
2° wat betreft de door het " FLW " toegekende ecopremies :
in afwijking van artikel 1, 13°, 14° en A5°, stemmen de bescheiden en precaires inkomens respectievelijk overeen met de inkomens van categorieën II en I, berekend overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 met betrekking tot de hypotheekleningen en de huurtegemoetkoming van het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Woningsfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië). ".
Art.26. Bijlage 3 wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit, als onderdeel van het ministerieel besluit van 22 maart 2010 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik.
Art.27. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2011.
Wat betreft de toepassing van de artikelen 9 en 17 treedt dit besluit echter in werking op 1 juni 2011.
Namen, 18 februari 2011.
J.-M. NOLLET
BIJLAGE.
Art. N.Bijlage 3.
1. ALGEMENE BEPALINGEN
1.a. Energiewinning
Indien een stedenbouwkundige en/of milieuvergunning vereist wordt voor de exploitatie van dat natuurlijke hulpmiddel, wordt het bewijs van de aanvaarding van de vergunning(en) bij de premieaanvraag gevoegd.
* In het water :
De winning kan verricht worden hetzij in oppervlaktewateren (rivieren, vijvers, meren,...), hetzij in diepe wateren (grondwaterlagen, putten,...), op "statische" of "dynamische" wijze.
De premieaanvraag gaat vergezeld van de berekeningsnota voor het gezamenlijke systeem van energieopneming :
* in het geval van een "dynamische" winning (door oppompen), omvat het o.a. de dimensionering van de eventuele tussenwarmtewisselaars, de vloeistofdebieten, de temperatuurdelta's, het vermogen van de hulpmiddelen...;
* in het geval van een "statische" winning (via een onder water gezette wisselaar), omvat het o.a. de dimensionering van de wisselaar, van het eventuele kunstmatig bekken of van de natuurlijke bron,...
* In de grond :
De energiewinning kan verwezenlijkt worden hetzij met een horizontaal begraven verdamper, hetzij met een warmtewisselaar met glycolwater die horizontaal of verticaal in de grond begraven is.
De premieaanvraag gaat vergezeld van de berekeningsnota voor het systeem van energieopneming :
* bij gebruik van een tussenvloeistof zoals glycolwater, gaat het hetzij om de dimensionering van de horizontaal geplaatste warmtewisselaar, hetzij om de verticale sonde(s). De nota vermeldt o.a. het secundaire vloeistofdebiet en het vermogen van de hulpmiddelen;
* In het geval van een horizontale verdamper, gaat het om de dimensionering van die verdamper.
Bij winning d.m.v. een verticale sonde gaat het premieaanvraagformulier vergezeld van een geologisch analyserapport dat door of voor de boormaatschappij is uitgevoerd.
* In de buitenlucht :
In de lucht kan de energiewinning op statische of dynamische wijze verwezenlijkt worden.
De warmtepompen die de buitenlucht als energiebron gebruiken, kunnen eventueel van een extra elektrische dompelaar voorzien worden daar waar warmte geloosd wordt. De dompelaar wordt onder de condensator geplaatst.
De warmtepompen voor de productie van warm sanitair water moeten daadwerkelijk functioneren onder de temperatuurvoorwaarden die in dit bestek worden bepaald.
In ieder geval moet de verdamper zich buiten het gebouw bevinden.
Als de verdamper zich echter binnen het gebouw bevindt, wordt hij voorzien van hermetische omhulsels voor de aanzuiging van de buitenlucht en de afvoer van de aangezogen lucht naar de buitenkant van het gebouw.
In het geval van een statische winning wordt de warmtepomp niet uitgerust met een ontdooiingssysteem, maar wordt de buitenwisselaar zonder belemmering van het zonlicht en de natuurlijke luchtstroom gericht tussen het oosten en het westen en via het zuiden.
Ook in dit geval gaat de premieaanvraag vergezeld van de berekeningsnota betreffende de dimensionering van het gezamenlijke systeem van energieopneming. Bij gebruik van een secundaire vloeistof worden het debiet en het vermogen van de hulpmiddelen nader bepaald.
De warmtepomp moet zodanig gedimensioneerd worden dat ze de totaliteit van het warmteverlies van het gebouw dekt voor een temperatuur van de buitenlucht hoger dan of gelijk aan een waarde genoemd evenwichtspunt. Die waarde moet maximum 2 °C bedragen.
1.b. Aanvullende bepaling.
De installatie wordt uitgerust met bijkomende elektrische meters voor de meting van het verbruik i.v.m. het gebruik van de warmtepomp en van de hulpmiddelen van de installatie (namelijk de circulatiepompen, de dompelaars, alsmede voor de productie van sanitair warm water, de extravoorziening).
1. WARMTEPOMPEN VOOR DE VERWARMING VAN EEN WONING
De reversibele warmtepompen voor de klimaatregeling van het gebouw komen niet in aanmerking voor de premie.
2.a. Energielozing.
- Lozing in de omgevingslucht :
De warmtepompen die de thermische energie in de lucht lozen, komen niet in aanmerking voor de premie.
- Lozing d.m.v. een warmtegenererende vloeistof of water :
Lokalen mogen in geen geval d.m.v. radiatoren of convectoren verwarmd worden. Alleen een laag temperatuur-vloer- of muurverwarmingssysteem en laag temperatuur ventilo-convectoren worden toegelaten in lokalen die niet als woonkamer dienen.
De verwarming van een woonkamer uitsluitend door middel van een systeem dat slechts met elektriciteit functioneert, wordt alleen in de badkamers en douches toegelaten.
2.b. Minimale prestaties.
Om in aanmerking te komen voor de premie, voldoet de warmtepomp voor de verwarming van de woning aan een minimale prestatiecoëfficiënt die varieert naargelang de aangewende technologie.
De COP van de systemen die rechtstreeks onder de norm NBN 14511 vallen, worden bepaald overeenkomstig de specificaties ervan. De door deze systemen te halen COP zijn :
Winningsbron | Energielozing | T° koude bron aan de ingang van de verdamper | T° warme bron aan de uitgang van de condensator | Minimale COP |
Dynamische buitenlucht | Water | Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 °C | 35 °C | 3.1 |
Diepwater of Oppervlaktewater | Water | 10 °C (*) | 35 °C | 5.1 |
Geothermische wisselaar met glycolwater (horizontaal of verticaal) | Water | 0 °C (*) | 35 °C | 4.3 |
Winningsbron | Energielozing | T° van de lucht in contact met de wisselaar | T° warme bron aan de uitgang van de condensator | Minimale COP |
Statische buitenlucht | Water | Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 °C | 35 °C | 3.1 |
Winningsbron | Energielozing | T° van de vloeistof bij de verdamping | T° warme bron aan de uitgang van de condensator | Minimale COP |
Gaswisselaar (Horizontaal) | Water | - 5 °C | 35 °C | 4 |
Gas | - 5 °C | 35 °C | 4 |
Winningsbron | Energielozing | T° van het bad bij de verdamping | T° warme bron aan de uitgang van de condensator | Minimale COP |
Gaswisselaar (Horizontaal) | Water | 4 °C | 35 °C | 4.3 |
Gas | 4 °C | 35 °C | 4.3 |
Winningsbron | Energielozing | T° koude bron aan de ingang van de verdamper | T° warme bron aan de uitgang van de condensator | Minimale COP |
Dynamische buitenlucht | Water | Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 °C | 45 °C | 2.6 |
Diepwater of Oppervlaktewater | Water | 10 °C (*) | 45 °C | 4.2 |
Geothermische wisselaar met glycolwater (horizontaal of verticaal) | Water | 0 °C (*) | 45 °C | 3.5 |
Winningsbron | Energielozing | T° van de lucht in contact met de wisselaar | T° warme bron aan de uitgang van de condensator | Minimale COP |
Statische buitenlucht | Water | Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 °C | 45 °C | 2.6 |
Winningsbron | Energielozing | T° van de vloeistof bij de verdamping | T° warme bron aan de uitgang van de condensator | Minimale COP |
Gaswisselaar (Horizontaal) | Water | - 5 °C | 45 °C | 3 |
Gas | - 5 °C | 45 °C | 3 |
Winningsbron | Energielozing | T° van de vloeistof bij de verdamping | T° warme bron aan de uitgang van de condensator | Minimale COP |
Gaswisselaar (Horizontaal) | Water | 4 °C | 45 °C | 3.5 |
Gas | 4 °C | 45 °C | 3.5 |
Winningsbron | Energielozing | T° koude bron aan de ingang van de verdamper | T° warme bron | Minimale COP |
Dynamische buitenlucht | Water | Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 °C | Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C | 2.6 |
Diepwater of Oppervlaktewater | Water | 10 °C (*) | Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C | 4.2 |
Geothermische wisselaar met glycolwater (horizontaal of verticaal) | Water | 0 °C (*) | Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C | 3.5 |
Winningsbron | Energielozing | T° van de lucht in contact met de wisselaar | T° warme bron | Minimale COP |
Statische buitenlucht | Water | Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 °C | Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C | 2.6 |
Winningsbron | Energielozing | T° van de vloeistof bij de verdamping | T° warme bron | Minimale COP |
Gaswisselaar (Horizontaal) | Water | - 5 °C | Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C | 3 |
Gas | - 5 °C | Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C | 3 |
Winningsbron | Energielozing | T° van de vloeistof bij de verdamping | T° warme bron | Minimale COP |
Gaswisselaar (Horizontaal) | Water | 4 °C | Stijging in temperatuur van 15 °C tot 45 °C | 3.5 |
Gas | 4 °C | Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C | 3.5 |