4 OKTOBER 2023. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 10 februari 2022 betreffende de duurzaamheidscriteria van de biomassa voor de productie van energie en de broeikasgasemissiereductiecriteria en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2006 tot bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling
Art. 1-6
BIJLAGEN.
Art. N
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder "het besluit van de Waalse Regering van 10 februari 2022" verstaan, het besluit van de Waalse Regering van 10 februari 2022 betreffende de duurzaamheidscriteria van de biomassa voor de productie van energie en de broeikasgasemissiereductiecriteria en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2006 tot bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling
Art.2. De informatie omtrent het beheer en de opvolging van de incidenten bedoeld in artikel 8, 1ste lid van het besluit van de Waalse Regering van 10 februari 2022 wordt jaarlijks overgemaakt aan de Administratie, volgens de volgende modaliteiten:
1° het beheer- en opvolgingsplan wordt jaarlijks gecontroleerd en gecertificeerd, conform de mechanismen van vrijwillige certificering vermeld in artikel 16 van het besluit van de Waalse Regering van 10 februari 2022, en zoals erkend door de Europese Commissie;
2° het indienen van de informatie gebeurt via e-mail geadresseerd aan de Administratie uiterlijk op de verjaardag van het positieve advies met betrekking tot de installatie afgeleverd door het Transversaal Comité Biomassa.
Art.3. De in artikelen 18, § 2 en 19, § 2, 4de lid, van het besluit van de Waalse Regering van 10 februari 2022 bedoelde organisaties erkend voor het ontvangen van de bewijzen van duurzaamheid van de producenten zijn degene die een erkenning hebben gekregen in het kader van de artikelen 3 tot 5 van het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2006 tot bevordering van de groene elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen of uit warmtekrachtkoppeling.
Art.4. Het berekenen van de broeikasgasemissiereductie resulterend uit het gebruik van biovloeistoffen en brandstoffen afkomstig van de biomassa zoals gepresenteerd in artikel 12 van het besluit van de Waalse Regering van 10 februari 2022 wordt toegepast volgens de methodologieën en waarden gedetailleerd in de bijlagen 1 en 2.
Art.5. § 1. Wanneer de biomassa gebruikt voor de energieproductie krachtens artikel 4, § 1, 1ste en 2de lid van het besluit van de Waalse Regering van 10 februari 2022 niet binnen een van de gevallen gereguleerd in artikelen 5 tot 11 van hetzelfde besluit valt, levert de producent het bewijs ervan via een van de volgende middelen:
1° via bewijzen van duurzaamheid zoals gedefinieerd in artikel 2, 31° van hetzelfde besluit;
2° via een verklaring op eer ondertekend door de energieproducent, die de hoeveelheden en de aard van de betrokken biomassa's in het licht van de gevallen beschreven in artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 10 februari 2022 aanduidt, en aanduidt uit welken hoofde ze niet worden onderworpen aan een of meer criteria van artikelen 5 tot 11 van ditzelfde besluit.
§ 2. Voor de toekenning van de groene certificaten wordt de verklaring op eer bedoeld in paragraaf 1, 2° vergezeld door een register van de inputstromen van de betreffende productie-eenheid, in de zin van punten 9 en 12 van het ministerieel besluit van 12 maart 2007 tot bepaling van de procedures en de meetcode voor elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en/of warmtekrachtkoppeling, conform het stramien gepubliceerd door de Waalse Overheidsdienst Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed, Energie.
Deze bewijzen worden driemaandelijks geleverd bij elke indexverklaring verricht in toepassing van artikelen 10 tot 13 van hoofdstuk IV van het besluit van de Waalse regering van 30 november tot bevordering van de groene elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen of uit warmtekrachtkoppeling, en vormen het voorwerp van een jaarlijkse audit uitgevoerd door een onafhankelijke controleur, dit conform de vereisten van norm ISAE 3000.
§ 3. De verklaring op eer bedoeld in paragraaf 1, 2° wordt bij de jaarlijkse emissieverklaring gevoegd, voor wat betreft de installaties onderworpen aan het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" (Waals Kyotofonds) en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto. De betrokken bedrijven voegen vooraf de lijst van alle biomassa-inputs van hun installatie conform het stramien gepubliceerd door het Waals agentschap voor lucht en klimaat bij hun monitoringplan.
In het kader van de voorbereiding van de verklaring bedoeld in artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 13 december 2012 betreffende de verificatie van de rapportage van broeikasgasemissies, presenteren de betrokken bedrijven aan hun controleur een boekhouding van de biomassa-inputs met aanduiding van de geconsumeerde hoeveelheden op basis van de lijst van alle biomassa-inputs van hun installatie. De verificateur bekijkt elke input en wanneer een input ontbreekt of onjuist is geklasseerd in de lijst van alle biomassa-inputs en in de daarop gebaseerde boekhouding, behandelt hij hem als inbreuk op uitvoeringsverordening (EU) 2018/2066 in overeenstemming met artikel 22 van verordening (EU) 2018/2067 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de verificatie van gegevens en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad.
De producent bewaart de bewijselementen die de administratie in staat stellen de waarheid van de verklaring te verifiëren, gedurende vijf jaar.
Art.6. In het kader van artikelen 11 en 13 van het besluit van de Waalse Regering van 10 februari 2022 en enkel voor de toekenning van de groene certificaten, zijn de criteria voor broeikasgasemissiereductie, als energieproductie-eenheden van een zelfde installatie op verschillende datums in dienst worden gesteld, van toepassing volgens de recentste datum van indienststelling van de eenheden.
BIJLAGEN.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 23-01-2024, p. 9151)