Details





Titel:

24 MAART 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot operationalisering van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-05-2006 en tekstbijwerking tot 13-03-2025)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Specifieke bepalingen inzake de bevoegdheden van het departement van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Delegaties aan het hoofd van het departement van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Operationalisering van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken.
Art. 4-5
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 6-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Specifieke bepalingen inzake de bevoegdheden van het departement van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken.
Artikel 1.§ 1. Naast de taken toegekend overeenkomstig artikel 30 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie is het departement Mobiliteit en Openbare Werken belast met :
  1° Het verstrekken van managementondersteunende diensten en juridische ondersteuning ten behoeve van het Agentschap Infrastructuur, het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, de Diensten voor Afzonderlijk Beheer binnen het beleidsdomein en het departement zelf.
  De samenwerking inzake het verstrekken van managementondersteunende en juridische diensten tussen het departement Mobiliteit en Openbare Werken en deze agentschappen wordt vastgelegd in samenwerkingsakkoorden.
  2° De coördinatie ten behoeve van het beleidsdomein van rapporteringen aan de minister inzake personeelsaangelegenheden, facilitair management, informatie- en communicatietechnologie, boekhouding, begroting en juridische aangelegenheden.
  3° [3 het verstrekken van beleids- en beleidsondersteunende diensten voor het beleidsdomein. Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken is gemachtigd om beleids- en beleidsondersteunende diensten te verlenen aan andere beleidsdomeinen en derden. De samenwerking tussen het Departement Mobiliteit en Openbare Werken als aanbieder van beleids- en beleidsondersteunende diensten en de andere entiteiten van het beleidsdomein, andere beleidsdomeinen of derden als aanvrager ervan, kan worden vastgelegd in samenwerkingsakkoorden. De beleidsondersteuning houdt geen overdracht in van bevoegdheid of verantwoordelijkheid van de aanvrager naar de aanbieder van die diensten;]3
  Het departement Mobiliteit en Openbare Werken is gemachtigd om technisch ondersteunende diensten te verlenen aan andere beleidsdomeinen en derden.
  De samenwerking tussen het departement Mobiliteit en Openbare Werken als aanbieder van technisch ondersteunende diensten en het agentschap als aanvrager ervan, wordt vastgelegd in samenwerkingsakkoorden tussen het departement en de agentschappen.
  De technische ondersteuning houdt geen overdracht in van bevoegdheid, noch verantwoordelijkheid van de aanvrager naar de aanbieder van deze diensten.
  4° Het beheer en de exploitatie van de maritieme toegangswegen tot de Vlaamse zeehavens.
  5° De supervisie over de uitrusting en de uitbating van de Vlaamse regionale luchthavens
  6° [2 ...]2.
  [2 ...]2.
  [4 7° op de volgende wijzen de rol als modusneutrale regisseur voor een sterk mobiliteitsbeleid uitoefenen:
   a) via de investeringscel;
   b) via de vervoersautoriteit;
   c) als coördinator.]4
  § 2. Het departement Mobiliteit en Openbare Werken is overeenkomstig [1 artikel III.2 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1 ook belast met de taken van beleidsuitvoering die niet werden toevertrouwd aan een agentschap van het desbetreffende beleidsdomein.
  ----------
  (1)<BVR 2019-05-10/12, art. 67, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
  (2)<DVR 2023-12-22/12, art. 18, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (3)<BVR 2024-06-07/07, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
  (4)<BVR 2025-02-21/07, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 23-03-2025>

HOOFDSTUK II. - Delegaties aan het hoofd van het departement van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken.
Art.2. Naast de delegaties van beslissingsbevoegdheid toegekend aan het hoofd van het departement overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003, worden aan het hoofd van het departement, voor de verwezenlijking van zijn taken en bevoegdheden ook nog volgende delegaties verleend :
  1° inzake overheidsopdrachten :
  a) het nemen van beslissingen met een financiële weerslag bij de uitvoering van overheidsopdrachten voorzover die beperkt blijft tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 25 % boven het initiële gunningsbedrag en voorzover die beslissingen geen wezenlijke aanpassing van het voorwerp van de opdracht inhouden;
  b) het sluiten van overeenkomsten met andere publiekrechtelijke personen voor het uitvoeren van gezamenlijke werken krachtens artikel 19 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;
  2° inzake buitengerechtelijke betwistingen :
  a) het aangaan van dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen, voorzover de budgettaire weerslag ervan niet meer bedraagt dan 65.000 euro;
  b) het afzien van een vordering voorzover het geschil maximaal 65.000 euro bedraagt in hoofdsom, verhoogd met de verwijlintresten;
  3° inzake onteigeningen :
  a) het laten uitvoeren van de onteigeningsplannen die de minister heeft goedgekeurd;
  b) zich akkoord verklaren met de uitvoering van de onteigeningen die vereist zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die vermeld worden in het door de minister goedgekeurde programma van het lopende dienstjaar en het volgende begrotingsjaar tot een bedrag van 500.000 euro;
  c) het zich akkoord verklaren met de voorstellen tot vervroegde onteigening na machtiging door de minister tot een bedrag van 250.000 euro;
  4° inzake diverse aangelegenheden :
  a) het verlenen van gereglementeerde subsidies en andere vormen van financiële tussenkomsten met een gereglementeerd karakter tot een bedrag van 65.000 euro;
  b) de invordering en inning van belastingen, heffingen, retributies en niet-fiscale schuldvorderingen;
  c) het verlenen en intrekken van vergunningen en concessies;
  d) het verlenen en intrekken van erkenningen;
  e) toezichts-, controle- en inspectietaken;
  f) aanvullende gemeentelijke verkeersreglementering goed te keuren met betrekking tot de gewestwegen;
  g) overeenkomsten te sluiten in verband met werken en diensten voor rekening van derden;
  h) het goedkeuren van de door de Nederlandse Regering ingediende schuldvorderingsverklaringen betreffende de bijdrage in de kosten voor werkzaamheden die op Nederlands grondgebied uitgevoerd werden overeenkomstig de bepalingen van de verdragen die tussen België of het Vlaamse Gewest en Nederland gesloten werden, zonder beperking van bedrag.

Art.3. Bij het gebruik van deze delegaties gelden de algemene regelingen, voorwaarden en beperkingen zoals vervat in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries, met inbegrip van de bepalingen inzake subdelegatie, de regeling bij vervanging en de verantwoording.

HOOFDSTUK III. - Operationalisering van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken.
Art.4. Met het oog op de operationalisering van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken, treden volgende regelingen in werking op de datum van inwerkingtreding van dit besluit :
  1° het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Infrastructuur;
  2° het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust;

Art.5. § 1. Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries treedt, wat het departement Mobiliteit en Openbare Werken betreft, in werking op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
  § 2. Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de VLAAMSE OVERHEID treedt, wat de agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid "Agentschap Infrastructuur" en "Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust" betreft, in werking op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2006.

Art. 7. De minister-president, de Vlaamse minister bevoegd voor de Openbare Werken en de Vlaamse minister bevoegd voor het Vervoer zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.