Details





Titel:

12 APRIL 2018. - Besluit van de secretaris-generaal van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van het Vlaams ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken tot delegatie van sommige beslissingsbevoegdheden aan personeelsleden van het departement(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-04-2018 en tekstbijwerking tot 22-09-2023)



Inhoudstafel:

TITEL 1. - Generiek gedeelte
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-7
HOOFDSTUK 2. - Delegaties van algemene aard
Art. 8
HOOFDSTUK 3. - Delegatie voor de uitvoering van de begroting
Art. 9-10
HOOFDSTUK 4. - Delegatie voor interne organisatie, personeelsmanagement en facilitair management
Art. 11-13
HOOFDSTUK 5. - Delegatie voor overheidsopdrachten
Art. 14-17, 17/1
HOOFDSTUK 6. - Delegaties voor diverse aangelegenheden
Art. 18
TITEL 2. - Specifiek gedeelte
HOOFDSTUK 1. - Delegaties specifiek voor de afdeling Algemene Technische Ondersteuning
Art. 19-20
HOOFDSTUK 2. - Delegaties specifiek voor de afdeling Maritieme Toegang
Art. 21-25
HOOFDSTUK 3. - Delegaties specifiek voor de afdeling Organisatie
Afdeling 1. - Delegaties inzake de uitvoering van de begroting
Art. 26
Afdeling 2. - Delegaties inzake personeelsaangelegenheden
Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 27
Onderafdeling 2. - Begin en einde van de proeftijd
Art. 28
Onderafdeling 3. [1 - Ambtenaren]1
Art. 29
Onderafdeling 4. - Contractueel personeel
Art. 30
Onderafdeling 5. - Loopbaan
Art. 31
Onderafdeling 6. - HR-Beleid
Art. 32
Afdeling 3. - Delegaties inzake rechtsgedingen
Art. 33
HOOFDSTUK 4. - Delegaties specifiek voor de afdeling Waterbouwkundig Laboratorium
Art. 34
HOOFDSTUK 5. [1 - Delegaties specifiek voor de afdelingen Beleid en Toepast Mobiliteitsbeleid]1
Art. 34/1
TITEL 3. - Subdelegatie, vervanging, verantwoording en slotbepalingen
HOOFDSTUK 1. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art. 35-36
HOOFDSTUK 2. - Regeling bij vervanging
Art. 37
HOOFDSTUK 3. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art. 38-42
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 43-44



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2017010716 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

TITEL 1. - Generiek gedeelte
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het departement Mobiliteit en Openbare Werken.

Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° het departement : het departement Mobiliteit en Openbare Werken;
  2° het hoofd van het departement : het personeelslid dat belast is met de leiding van het departement;
  3° het hoofd van de entiteit : het hoofd van het departement;
  4° het afdelingshoofd : het personeelslid, houder van een managementfunctie van N-1 niveau, dat belast is met de leiding van een afdeling binnen het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, zijnde :
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling Algemene Technische Ondersteuning;
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling Beleid;
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling Expertise Beton en Staal;
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling Geotechniek;
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling Maritieme Toegang;
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling Organisatie;
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling Stafdienst;
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling Verkeerscentrum;
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling [1 Toegepast Mobiliteitsbeleid]1;
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling Waterbouwkundig Laboratorium;
  5° wijziging : elke aanpassing aan de contractuele bepalingen die op een overheidsopdracht van toepassing zijn;
  6° VPS : Vlaams Personeelsstatuut zoals opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid.
  ----------
  (1)<BVR 2021-10-18/02, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2021>

Art.3. § 1. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met inachtname van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, richtlijnen en beslissingen, alsook van het desbetreffende ondernemingsplan.
  § 2. De bij dit besluit aan het afdelingshoofd gedelegeerde beslissingsbevoegdheden kunnen enkel uitgeoefend worden binnen de perken van de taakstelling van de betrokken afdeling en van de kredieten en middelen die onder het beheer van de betrokken afdeling ressorteren.

Art.4. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot :
  1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;
  2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;
  3° het sluiten van overeenkomsten.

Art.5. De bij dit besluit verleende delegaties hebben zowel betrekking op de apparaatskredieten als op de beleidskredieten.

Art.6. Als het gebruik van de bij dit besluit verleende delegaties gepaard gaat met het plaatsen van een overheidsopdracht, gelden de bepalingen van artikel 14, 15, 16 en 17.

Art.7. De bedragen, vermeld in dit besluit, zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.

HOOFDSTUK 2. - Delegaties van algemene aard
Art.8. § 1. Het afdelingshoofd is gemachtigd om :
  1° de briefwisseling met andere entiteiten van de Vlaamse Overheid en met derden te ondertekenen;
  Onder briefwisseling wordt alle mogelijke schriftelijke communicatie verstaan, zoals onder meer adviezen, rapporten, aanvragen, attesten, verklaringen, plannen, enz...
  2° gewone en aangetekende zendingen, geadresseerd aan zijn afdeling, in ontvangst te nemen, met uitzondering van de dagvaardingen betekend aan het Vlaams Gewest;
  3° uittreksels en afschriften van bestuursdocumenten eensluidend te verklaren en af te leveren of ter beschikking te stellen;
  4° staten van verschuldigde sommen betreffende presentiegelden en reis- en verblijfkosten, in zover ze verband houden met de werking van aan zijn afdeling verbonden advies- en overlegorganen, goed te keuren.
  5° in uitvoering van art. 2, punt 4 g) van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2006 tot operationalisering van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken de uitgaande facturen betreffende geleverde prestaties in het kader van overeenkomsten voor rekening van derden op te stellen en te ondertekenen.
  § 2. Onverminderd het bepaalde in § 1 worden volgende categorieën van briefwisseling ter ondertekening aan het hoofd van het departement voorgelegd :
  - briefwisseling van beleidsmatige aard, tenzij deze een louter informatief karakter heeft;
  - andere briefwisseling die het niveau van individuele dossiers overstijgt, tenzij deze een louter informatief karakter heeft.
  - antwoorden op vragen om uitleg, interpellaties en schriftelijke vragen van Vlaamse volksvertegenwoordigers;
  - antwoorden op brieven van het Rekenhof met betrekking tot de door het Rekenhof geformuleerde opmerkingen.

HOOFDSTUK 3. - Delegatie voor de uitvoering van de begroting
Art.9. § 1. Het afdelingshoofd heeft delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten, beslissingen te nemen over het aangaan van verbintenissen en het nemen van de eraan verbonden vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen en de eruit voortvloeiende uitgaven en betalingen, het vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten.
  § 2. Met betrekking tot de niet aan het afdelingshoofd gedelegeerde aangelegenheden, waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de minister, het hoofd van het departement of een ander orgaan berust, heeft de delegatie, vermeld in paragraaf 1, betrekking op de administratieve beslissingen en handelingen die, in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus, noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering, de minister, het hoofd van het departement of het andere orgaan.

Art.10. De delegatie aan het afdelingshoofd, vermeld in artikel 9, geldt onverminderd de bevoegdheden en opdrachten van de andere actoren in de ontvangsten- en uitgavencyclus, en onverminderd de verplichting tot het instellen van een functiescheiding bij de inrichting van de processen voor de financiële afhandeling van dossiers.

HOOFDSTUK 4. - Delegatie voor interne organisatie, personeelsmanagement en facilitair management
Art.11. Het afdelingshoofd heeft delegatie om beslissingen te nemen over de organisatie van de werkzaamheden en het goed functioneren van zijn afdeling, met inbegrip van de indeling in subentiteiten, de vaststelling van het organogram, het procesmanagement en het communicatiemanagement.

Art.12.Voor het personeelsmanagement heeft het afdelingshoofd delegatie om beslissingen te nemen over :
  1° de indienstneming van personeelsleden, na goedkeuring van de vacature en de functiebeschrijving op hoofdlijnen door het hoofd van het departement;
  2° de toewijzing van de functie aan personeelsleden;
  3° de goedkeuring van toelagen en vergoedingen die het VPS voorziet, behoudens de beslissingen die in het VPS worden voorbehouden voor een ander orgaan;
  4° [1 het toestaan en intrekken van de verloven en dienstvrijstellingen die het VPS voorziet, behoudens de verloven waarvoor het VPS bepaalt dat ze door het hoofd van de entiteit of de minister worden toegestaan;]1
  [1 het afnemen van de eed van de ambtenaren op proef;
   6° het uitreiken van eretekens;
   7° het toestaan van cumulatie van beroepsactiviteiten;
   8° het toestaan om medische redenen van tijdelijke afwijkingen op het kader rond plaats- en tijdsonafhankelijk werken;
   9° het aanvaarden van ontslag.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-05-22/01, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 05-05-2020>

Art.13. Voor het facilitair management heeft het afdelingshoofd delegatie om beslissingen te nemen over de huisvesting, de uitrusting, de informatie- en communicatiesystemen, en de werking van zijn afdeling.

HOOFDSTUK 5. - Delegatie voor overheidsopdrachten
Art.14.§ 1. [1 Het afdelingshoofd heeft delegatie om overheidsopdrachten en raamovereenkomsten te plaatsen tot een bedrag dat de grensbedragen, vermeld in artikel 45, § 1, van het BVCO van 17 mei 2019, niet bereikt.
   Voor de toepassing van het eerste lid hebben de grensbedragen betrekking op:
   1° de geraamde waarde van de opdracht voor:
   a) alle voorbereidende beslissingen, waaronder minstens de principiële beslissing tot uitvoering van de opdracht, de keuze van de plaatsingsprocedure, de goedkeuring van de opdrachtdocumenten en de selectiebeslissing;
   b) de beslissing tot niet-plaatsing;
   2° het goed te keuren offertebedrag voor de gunningsbeslissing.]1
  § 2. De in bovenvermelde tabel vermelde delegaties gelden alleen :
  1° wat de goedkeuring van de opdrachtdocumenten betreft : voor zover het bedrag van de raming het geprogrammeerde bedrag met niet meer dan 10 % overschrijdt;
  2° wat de gunning van de opdrachten betreft : voor zover het bedrag van de inschrijving het bedrag van de raming met niet meer dan 10 % overschrijdt en het geprogrammeerde bedrag met niet meer dan 15% overschrijdt.
  § 3. [2 Het afdelingshoofd heeft delegatie om overeenkomsten die als een overheidsopdracht worden gekwalificeerd en uitgesloten zijn van de toepassing van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten af te sluiten tot een bedrag dat het grensbedrag, vermeld in artikel 45, § 1, eerste lid, 3° van het BVCO van 17 mei 2019, niet bereikt.
   De delegatie vermeld in het eerste lid sterkt zich uit tot:
   1° de principiële beslissing tot het sluiten van de overeenkomst of het plaatsen van dergelijke opdracht;
   2° het ontwerp van overeenkomst of opdrachtdocumenten;
   3° de beslissing tot aanwijzing van de deelnemers die volgt op de publicatie van de opdracht;
   4° het werkelijk sluiten van de overeenkomst.]2
  [2 § 4. Voor occasioneel gezamenlijke opdrachten als vermeld in artikel 48 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten wordt voor de delegatie, vermeld in paragraaf 1, het bedrag van de overheidsopdracht en raamovereenkomst bepaald op basis van het aandeel van de betrokken afdeling in de occasioneel gezamenlijke opdracht.]2
  ----------
  (1)<BVR 2020-05-22/01, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 05-05-2020>
  (2)<BVR 2020-05-22/01, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 05-05-2020>

Art.15. Het afdelingshoofd heeft delegatie om beslissingen te nemen over de uitvoering van overheidsopdrachten.
  Voor wijzigingen met een financiële weerslag geldt de delegatie alleen binnen het voorwerp van de opdracht en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van :
  1° 5 % van het oorspronkelijke opdrachtbedrag bij opdrachten voor leveringen en diensten met een maximum van 85.000 euro; of
  2° 7,5 % van het oorspronkelijke opdrachtbedrag bij opdrachten voor werken met een maximum van 85.000 euro.

Art.16.[1 Het afdelingshoofd heeft delegatie om bestellingen te plaatsen in het kader van een raamovereenkomst voor zover het bedrag van de bestelling het grensbedrag vermeld in artikel 45, § 3, eerste lid, van het BVCO van 17 mei 2019 niet bereikt.
   [2 ...]2]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-05-22/01, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 05-05-2020>
  (2)<BVR 2023-05-25/19, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2023>

Art.17.[1 Het afdelingshoofd heeft delegatie om alle beslissingen te nemen in het kader van de plaatsing van concessies voor werken en concessies voor diensten als de waarde ervan het grensbedrag vermeld in artikel 46, eerste lid van het BVCO van 17 mei 2019 bereikt. Voor concessies voor werken stemt de waarde van de concessie overeen met de geraamde waarde van het bouwwerk dat het voorwerp uitmaakt van de concessie.
   Het afdelingshoofd heeft delegatie om beslissingen te nemen in het kader van de uitvoering van concessies voor werken en concessie voor diensten binnen het wettelijke kader en voor zover gezamenlijke maximale weerslag het grensbedrag vermeld in artikel 46, eerste lid, van het BVCO van 17 mei 2019 niet bereikt.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-05-22/01, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 05-05-2020>

Art.17/1. [1 Als overeenkomstig artikel 44 van het BVCO van 17 mei 2019 een protocol werd afgesloten tussen de Inspectie van Financiën en de Vlaams minister, bevoegd voor mobiliteit en openbare werken, gelden in afwijking van de artikelen 14 tot en met 17 de grensbedragen uit dat protocol.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2020-05-22/01, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 05-05-2020>


HOOFDSTUK 6. - Delegaties voor diverse aangelegenheden
Art.18. Het afdelingshoofd heeft delegatie om beslissingen te nemen over :
  1° de verwerving, de bouw, het beheer, de exploitatie, het onderhoud en de vervreemding van onroerende goederen en infrastructuren;
  2° het verlenen van gereglementeerde subsidies en andere vormen van financiële tegemoetkomingen met een gereglementeerd karakter;
  3° de invordering en inning van belastingen, heffingen, retributies en niet-fiscale schuldvorderingen;
  4° het verlenen en intrekken van vergunningen;
  5° het verlenen en intrekken van erkenningen;
  6° toezichts-, controle- en inspectietaken;
  7° het verwerven, vervreemden en beheren van roerende domeingoederen.
  Wat de onroerende goederen en infrastructuren betreft die behoren tot het domein van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, is de delegatie tot vervreemding, vermeld in het eerste lid, 1°, beperkt tot de beslissing tot wijziging van de bestemming, of tot het onttrekken van een onroerend goed aan zijn bestemming, voor zover die beslissing onverwijld ter kennis wordt gebracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake vastgoedbeheer.

TITEL 2. - Specifiek gedeelte
HOOFDSTUK 1. - Delegaties specifiek voor de afdeling Algemene Technische Ondersteuning
Art.19. Het afdelingshoofd van de afdeling Algemene Technische Ondersteuning heeft delegatie om op te treden als lid van de Commissie Prijslijst Bouwmaterialen en als vertegenwoordiger van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken in de desbetreffende commissie.

Art.20.[1 § 1. Het afdelingshoofd van de afdeling Algemene Technische Ondersteuning heeft inzake overheidsopdrachten, concessie voor werken en concessies voor diensten delegatie om:
   1° advocaten en experten aan te stellen en het bedrag van de erelonen en de vergoedbare kosten van de advocaten goed te keuren en te betalen;
   2° rechtsgedingen te voeren, als eiser, verweerder of tussenkomende partij, voor de hoven en rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Rekenhof, met uitzondering van de rechtsgedingen voor het Grondwettelijk Hof;
   De rechtsgedingen worden gevoerd namens de Vlaamse Regering, ten verzoeke van de minister;
   Deze delegatie omvat het nemen van de beslissingen over:
   a) het instellen van rechtsgedingen;
   b) het verrichten van alle noodzakelijke proceshandelingen;
   c) het berusten in een vonnis of arrest of het instellen van rechtsmiddelen ertegen;
   d) het instellen van een hoger beroep of een voorziening in cassatie;
   e) de afstand van geding;
   3° dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen aan te gaan, als het bedrag van de uitgaven die eruit voortvloeien het grensbedrag vermeld in artikel 48 van het BVCO van 17 mei 2019 niet bereikt;
   4° overeenkomsten tot arbitrage sluiten, voor zover, als het een in geld waardeerbaar geschil betreft, de waarde van het geschil het grensbedrag vermeld in artikel 50 van het BVCO van 17 mei 2019 niet bereikt;
   5° de uitgaven die verbonden zijn aan de uitvoering van vonnissen, arresten, dadingen, minnelijke schikkingen, schulderkenningen en arbitrageprocedures, goed te keuren en te betalen.
   § 2. Als overeenkomstig artikel 44 van het BVCO van 17 mei 2019 een protocol werd afgesloten tussen de Inspectie van Financiën en de Vlaams minister, bevoegd voor mobiliteit en openbare werken, gelden voor de bedragen vermeld in paragraaf 1 de grensbedragen uit het protocol.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-05-22/01, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 05-05-2020>

HOOFDSTUK 2. - Delegaties specifiek voor de afdeling Maritieme Toegang
Art.21.§ 1. In afwijking van artikel 14, § 1 heeft het afdelingshoofd van de afdeling Maritieme Toegang delegatie om overheidsopdrachten en raamovereenkomsten te plaatsen tot een bedrag dat de bedragen, vermeld in de volgende tabel, niet overschrijdt :


Bedragen in euro Openbare of niet-openbare procedure Mededingingsprocedure met onderhandeling, (vereenvoudigde) onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging, vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking, concurrentiegerichte dialoog of innovatiepartnerschap Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking of onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging
Werken 8.000.000 4.000.000 800.000
Leveringen 5.000.000 2.400.000 400.000
Diensten 1.500.000 700.000 100.000
Voor de toepassing van het eerste lid hebben de grensbedragen betrekking op :
  1° de geraamde waarde van de opdracht voor :
  a) alle voorbereidende beslissingen, waaronder minstens de principiële beslissing tot uitvoering van de opdracht, de keuze van de gunningsprocedure, de goedkeuring van de opdrachtdocumenten en de selectiebeslissing;
  b) de beslissing tot niet-plaatsing;
  2° het goed te keuren offertebedrag voor de gunningsbeslissing.
  § 2. De in § 1 vermelde delegaties gelden bij de plaatsing alleen voor zover het bedrag van de gekozen offerte het bedrag van de raming niet met meer dan 12% overschrijdt.
  § 3. In afwijking van artikel 16 heeft het afdelingshoofd van de afdeling Martieme Toegang delegatie om bestellingen te plaatsen in het kader van een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan, tot een bedrag per opdracht van respectievelijk :
  1° 4.000.000 euro voor werken;
  2° 2.400.000 euro voor leveringen;
  3° 700.000 euro voor diensten.
  Als de opdracht bestaat uit continue prestaties, zoals exploitatie en recurrent onderhoud, geldt de delegatie zonder beperking van het bedrag.
  § 4. In afwijking van artikel 15 heeft het afdelingshoofd van de afdeling Maritieme Toegang delegatie om beslissingen te nemen over wijzigingen met een financiële weerslag, voor zover deze binnen het voorwerp van de opdracht vallen en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 10% van het oorspronkelijke opdrachtbedrag met een maximum van :
  1° 800.000 euro bij opdrachten voor werken;
  2° 500.000 euro bij opdrachten voor leveringen;
  3° 150.000 euro bij opdrachten voor diensten.
  [1 § 5. Het afdelingshoofd van de afdeling Maritieme Toegang heeft delegatie om overeenkomsten die als een overheidsopdracht worden gekwalificeerd en uitgesloten zijn van de toepassing van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten af te sluiten tot een bedrag dat het grensbedrag vermeld in artikel 45, § 1, eerste lid, 3°, van het BVCO van 17 mei 2019 niet bereikt.
   De delegatie vermeld in het eerste lid sterkt zich uit tot:
   1° de principiële beslissing tot het sluiten van de overeenkomst of het plaatsen van dergelijke opdracht;
   2° het ontwerp van overeenkomst of opdrachtdocumenten;
   3° de beslissing tot aanwijzing van de deelnemers die volgt op de publicatie van de opdracht;
   4° het werkelijk sluiten van de overeenkomst.
   Als overeenkomstig artikel 44 van het BVCO van 17 mei 2019 een protocol werd afgesloten tussen de Inspectie van Financiën en de Vlaams minister, bevoegd voor mobiliteit en openbare werken, geldt voor het grensbedrag vermeld in het eerste lid het grensbedrag uit het protocol.]1
  [1 § 6. Voor occasioneel gezamenlijke opdrachten als vermeld in artikel 48 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten wordt voor de delegatie, vermeld in paragraaf 1, het bedrag van de overheidsopdracht en raamovereenkomst bepaald op basis van het aandeel van de betrokken afdeling in de occasioneel gezamenlijke opdracht.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-05-22/01, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 05-05-2020>

Art.22. Het afdelingshoofd van de afdeling Maritieme Toegang heeft delegatie om alle beslissingen te nemen in het kader van de plaatsing van een concessies voor werken en een concessies voor diensten als de waarde van de concessie de volgende bedragen niet overschrijdt :
  1° voor concessies voor werken : 8.000.000 euro;
  2° voor concessies voor diensten : 1.500.000 euro.
  Het afdelingshoofd van de afdeling Maritieme Toegang heeft delegatie om beslissingen te nemen in het kader van de uitvoering van een concessie voor werken en een concessie voor diensten binnen het wettelijke kader en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 85.000 euro.

Art.23. Het afdelingshoofd van de afdeling Maritieme Toegang is gemachtigd om zich akkoord te verklaren met de uitvoering van de onteigeningen die vereist zijn voor de uitvoering van de werken die voorkomen op het door de minister goedgekeurde programma van het lopende dienstjaar en het volgende begrotingsjaar tot een bedrag van 500.000 euro.

Art.24. Het afdelingshoofd van de afdeling Maritieme Toegang is gemachtigd om overeenkomsten tot overdracht van beheer goed te keuren in het kader van het beheer van de Vlaamse Zeehavens.

Art.25. Het afdelingshoofd van de afdeling Maritieme Toegang is gemachtigd om in uitvoering van art. 2, punt 4 h) van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2006 tot operationalisering van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken schuldvorderingsverklaringen goed te keuren zonder beperking van het bedrag betreffende de bijdragen in de kosten voor werkzaamheden die op Nederlands grondgebied uitgevoerd worden overeenkomstig de bepalingen van de Verdragen die tussen België of het Vlaams Gewest en Nederland zijn gesloten.

HOOFDSTUK 3. - Delegaties specifiek voor de afdeling Organisatie
Afdeling 1. - Delegaties inzake de uitvoering van de begroting
Art.26. Het afdelingshoofd van de afdeling Organisatie is gemachtigd om in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten :
  1° op te treden als ordonnateur met betrekking tot de kredieten voorzien in het apparaatsprogramma;
  2° op te treden als ordonnateur van de dienst met afzonderlijk beheer Vlaams Infrastructuurfonds voor wat betreft het goedkeuren en ordonnanceren van facturen en schuldvorderingen;
  3° alle voorgeschreven documenten te ondertekenen met inachtneming van alle wettelijke, decretale en reglementaire terzake geldende bepalingen en voorschriften;
  4° retributies, heffingen, belastingen en niet-fiscale schuldvorderingen te vorderen en te innen;
  5° financieel en boekhoudkundig toezicht en controle uit te voeren.
  6° declaraties van de afdelingshoofden van het departement goed te keuren;
  7° in te staan voor de betalingen van het Pendelfonds.

Afdeling 2. - Delegaties inzake personeelsaangelegenheden
Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen
Art.27. De in deze afdeling aan het afdelingshoofd van de afdeling Organisatie toegekende bevoegdheden hebben, in afwijking van artikel 3, § 2 betrekking op elke afdeling van het departement en niet enkel op de afdeling organisatie.

Onderafdeling 2. - Begin en einde van de proeftijd
Art.28. Het afdelingshoofd van de afdeling Organisatie is ertoe gemachtigd om :
  1° de besluiten te ondertekenen om de geslaagde voor een vergelijkende wervingsselectie toe te laten tot de proeftijd en een dienstaanwijzing te geven;
  2° de besluiten te ondertekenen om dienstaanwijzing van ambtenaren op proef tijdens de proeftijd te wijzigen;
  3° de besluiten te ondertekenen om het geselecteerde personeelslid in het kader van een bevorderingsprocedure toe te laten tot de proeftijd en een dienstaanwijzing te geven;
  4° de besluiten te ondertekenen waarbij de ambtenaar op proef wordt ontslagen of teruggeplaatst in de vorige graad en betrekking;
  5° het horen van de ambtenaar op proef, samen met de functionele chef, ingeval van een eventuele zware fout van de ambtenaar op proef;
  6° de besluiten te ondertekenen waarbij de ambtenaar op proef voor een zware fout begaan tijdens de proeftijd zonder opzegging wordt ontslagen;
  7° de besluiten te ondertekenen waarbij de ambtenaar op proef vastbenoemd wordt na het einde van de proeftijd.

Onderafdeling 3. [1 - Ambtenaren]1   ----------   (1)
Art.29.Het afdelingshoofd van de afdeling Organisatie is ertoe gemachtigd om :
  1° de besluiten te ondertekenen om ambtenaren van het departement een andere dienstaanwijzing te geven;
  2° de besluiten te ondertekenen om ambtenaren van het departement een andere standplaats te geven.
  [1 3° de besluiten te ondertekenen waarbij de ambtenaar wordt ontslagen of teruggeplaatst in de vorige graad en betrekking;
   4° het formulier C4-werkloosheidsbewijs en de briefwisseling bij een ontslag te ondertekenen.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-05-22/01, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 05-05-2020>

Onderafdeling 4. - Contractueel personeel
Art.30. Het afdelingshoofd van de afdeling Organisatie is ertoe gemachtigd om :
  1° arbeidsovereenkomsten en addenda eraan te ondertekenen;
  2° de standplaats van contractuele personeelsleden aan te wijzen;
  3° arbeidsovereenkomsten te beëindigen, hetzij op initiatief van de overheid, al dan niet wegens dringende reden, hetzij op vraag van het betrokken personeelslid;
  4° het formulier C4-werkloosheidsbewijs en de briefwisseling bij een ontslag te ondertekenen.

Onderafdeling 5. - Loopbaan
Art.31.Het afdelingshoofd van de afdeling Organisatie is ertoe gemachtigd om :
  1° [1 overeenkomsten betreffende bezoldigde en onbezoldigde stages te ondertekenen;]1
  2° [1 besluiten en overeenkomsten te ondertekenen in het kader van mobiliteit van personeelsleden;]1
  [1 3° documenten voor de opstart en verdere uitvoering van een re-integratietraject, zoals opgenomen in boek I, titel 4, hoofdstuk VI van de Codex over het welzijn op het werk, te ondertekenen;
   4° integratieprotocollen voor personeelsleden met een handicap of chronische ziekte te ondertekenen;
   5° documenten in het kader van het aanbod tot outplacement te ondertekenen.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-05-22/01, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 05-05-2020>

Onderafdeling 6. - HR-Beleid
Art.32. Het afdelingshoofd van de afdeling Organisatie is ertoe gemachtigd om namens het departement de afspraken te maken met het Agentschap voor Overheidspersoneel in uitvoering van het VPS en het HR-beleid van de Vlaamse Overheid.

Afdeling 3. - Delegaties inzake rechtsgedingen
Art.33.[1 Het afdelingshoofd van de afdeling Organisatie heeft, voor alle materies uitgezonderd overheidsopdrachten, delegatie om:
   1° advocaten en experten aan te stellen en het bedrag van de erelonen en de vergoedbare kosten van de advocaten goed te keuren en te betalen;
   2° rechtsgedingen te voeren, als eiser, verweerder of tussenkomende partij, voor de hoven en rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Rekenhof, met uitzondering van de rechtsgedingen voor het Grondwettelijk Hof.
   De rechtsgedingen worden gevoerd namens de Vlaamse Regering, ten verzoeke van de minister.
   Deze delegatie omvat het nemen van de beslissingen over:
   a) het instellen van rechtsgedingen;
   b) het verrichten van alle noodzakelijke proceshandelingen;
   c) het berusten in een vonnis of arrest of het instellen van rechtsmiddelen ertegen;
   d) het instellen van een hoger beroep of een voorziening in cassatie;
   e) de afstand van geding;
   3° dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen aan te gaan, als het bedrag van de uitgaven die eruit voortvloeien het grensbedrag vermeld in artikel 48 van het BVCO van 17 mei 2019 niet bereikt;
   4° overeenkomsten tot arbitrage sluiten, voor zover, als het een in geld waardeerbaar geschil betreft, de waarde van het geschil het grensbedrag vermeld in artikel 50 van het BVCO van 17 mei 2019 niet bereikt;
   5° de uitgaven die verbonden zijn aan de uitvoering van vonnissen, arresten, dadingen, minnelijke schikkingen, schulderkenningen en arbitrageprocedures, goed te keuren en te betalen.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-05-22/01, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 05-05-2020>

HOOFDSTUK 4. - Delegaties specifiek voor de afdeling Waterbouwkundig Laboratorium
Art.34. Het afdelingshoofd van de afdeling Waterbouwkundig Laboratorium is ertoe gemachtigd om te voldoen aan de verplichtingen en formaliteiten, gesteld door de Europese richtlijnen rond productveiligheid, voor de onderzoeksinstrumenten van het Waterbouwkundig Laboratorium. Dit betreft concreet de delegatie om er voor te zorgen dat :
  1) aan alle van toepassing zijnde essentiële veiligheids- en gezondheidseisen wordt voldaan,
  2) het technisch dossier beschikbaar is,
  3) de gebruiksaanwijzing wordt verstrekt,
  4) de relevante overeenstemmingsbeoordelingsprocedure wordt uitgevoerd,
  5) de EG-verklaring van overeenstemming wordt opgesteld en ondertekend.
  6) de CE-markering wordt aangebracht.

HOOFDSTUK 5. [1 - Delegaties specifiek voor de afdelingen Beleid en Toepast Mobiliteitsbeleid]1   ----------   (1)
Art.34/1.[1 De ambtenaren van rang A1 of hoger binnen de [2 afdelingen]2 Beleid [2 en Toegepast Mobiliteitsbeleid]2 van het departement Mobiliteit en Openbare Werken die instaan voor de werking van het Pendelfonds hebben de delegatie om beslissingen te nemen inzake het dagelijks bestuur en de organisatie van het Pendelfonds.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2020-12-21/19, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 19-02-2021>
  (2)<BVR 2021-10-18/02, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2021>

TITEL 3. - Subdelegatie, vervanging, verantwoording en slotbepalingen
HOOFDSTUK 1. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art.35. Met het oog op een efficiënte en resultaatgerichte interne organisatie kan het afdelingshoofd, na overleg met het hoofd van het departement, een deel van de gedelegeerde aangelegenheden verder subdelegeren aan personeelsleden van zijn afdeling, tot op het meest functionele niveau.

Art.36. De subdelegaties worden vastgelegd in een besluit van het afdelingshoofd. Het besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Een afschrift van het besluit wordt aan het hoofd van het departement bezorgd.

HOOFDSTUK 2. - Regeling bij vervanging
Art.37. De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie van afdelingshoofd belast is of dat het afdelingshoofd vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
  In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn graad en handtekening volgende formule : "voor het afdelingshoofd, afwezig".

HOOFDSTUK 3. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art.38. § 1. Het afdelingshoofd, alsook de personeelsleden aan wie met toepassing van artikel 29 beslissingsbevoegdheden zijn gesubdelegeerd, nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties.
  § 2. Het gebruik van de verleende delegaties kan door het hoofd van het departement nader worden geregeld bij eenvoudige beslissing die wordt verspreid onder de vorm van een dienstorder of nota.

Art.39. Het afdelingshoofd organiseert het systeem van interne controle op zodanige wijze dat de verleende delegaties op een doeltreffende en doelmatige wijze worden gebruikt en misbruiken worden vermeden.

Art.40. Het afdelingshoofd is ten aanzien van het hoofd van het departement verantwoordelijk voor het gebruik van de verleende delegaties. Die verantwoordelijkheid betreft ook de aangelegenheden waarvoor de beslissingsbevoegdheid door het afdelingshoofd is gesubdelegeerd aan andere personeelsleden.

Art.41. Over het gebruik van de verleende delegaties wordt periodiek verantwoording afgelegd met een rapport dat door het afdelingshoofd aan het hoofd van het departement wordt voorgelegd.
  Het rapport bevat de nodige informatie over de beslissingen die met toepassing van de verleende delegaties in de periode in kwestie zijn genomen.
  De informatie die in het rapport verstrekt wordt, is exact, toereikend en ter zake dienend. Het rapport is niet overmatig, op een degelijke wijze gestructureerd en op een toegankelijke wijze voorgesteld.
  Voor alle aangelegenheden wordt informatie op geaggregeerd niveau verstrekt. Daarnaast wordt, voor de aangelegenheden waarvoor dat relevant en aangewezen is, ook informatie op het niveau van afzonderlijke en individuele onderwerpen en dossiers opgenomen.
  Het hoofd van het departement stelt vast met welke periodiciteit het rapport wordt voorgelegd. Hij kan tevens nadere instructies geven over de concrete informatie die per gedelegeerde aangelegenheid in het rapport verstrekt moet worden en een verplicht te volgen schema voor de rapportering vaststellen.

Art.42. Het hoofd van het departement kan, buiten de verplichte periodieke rapportering, op ieder ogenblik aan het afdelingshoofd verantwoording vragen over het gebruik van de delegatie in een bepaalde aangelegenheid.
  Het hoofd van het departement heeft het recht om, bij eenvoudige beslissing, de verleende delegaties tijdelijk, geheel of gedeeltelijk op te heffen of individuele dossiers naar zich toe te trekken.

HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.43. Het besluit van de secretaris-generaal van 27 oktober 2016 tot delegatie van sommige beslissingsbevoegdheden aan personeelsleden van het departement wordt opgeheven.

Art. 44. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2018.