Artikels:
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het Agentschap Wegen en Verkeer.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° het agentschap : het Agentschap Wegen en Verkeer;
1° het hoofd van het agentschap : het personeelslid, houder van een managementfunctie van N niveau, dat belast is met de leiding van het Agentschap Wegen en Verkeer;
2° het afdelingshoofd : het personeelslid, houder van een managementfunctie van N-1 niveau, dat belast is met de leiding van een entiteit op N-1 niveau binnen het Agentschap Wegen en Vekeer, zijnde :
- het personeelslid dat belast is met de leiding van de entiteit Planning en Coördinatie;
- het personeelslid dat belast is met de leiding van de entiteit Expertise Verkeer en Telematica;
- het personeelslid dat belast is met de leiding van de entiteit Wegenbouwkunde;
- het personeelslid dat belast is met de leiding van de entiteit Wegen en Verkeer Antwerpen;
- het personeelslid dat belast is met de leiding van de entiteit Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant;
- het personeelslid dat belast is met de leiding van de entiteit Wegen en Verkeer Limburg;
- het personeelslid dat belast is met de leiding van de entiteit Wegen en Verkeer Oost-Vlaanderen;
- het personeelslid dat belast is met de leiding van de entiteit Wegen en Verkeer West-Vlaanderen;
- het personeelslid dat belast is met de leiding van de entiteit Elektromechanica en Telematica;
3° goedgekeurd programma : het meest recent goedgekeurd programma;
4° geprogrammeerde bedrag : het bedrag zoals vermeld in het goedgekeurde programma;
5° geraamde bedrag : het bedrag zoals begroot door het bestuur voor aanbesteding;
6° goed te keuren offertebedrag : het bedrag waarvoor de opdracht gegund zal worden;
7° gunningbedrag : het bedrag waarvoor de opdracht gegund werd;
8° verrekening : een overeenkomst die aannemer en bestuur opmaken als zich een wijziging voordoet in een aanneming. De verrekening stelt de hoeveelheden vast die in vergelijking met de geraamde hoeveelheden in het bestek nieuw of gewijzigd zijn. De verrekening bepaalt ook de verbeterde of overeengekomen prijzen die het gevolg zijn van de toevoegingen, wijzigingen of weglatingen;
9° gunnen van de opdracht : de beslissing van de aanbestedende overheid om de gekozen inschrijver aan te wijzen;
10° sluiten van de opdracht : de totstandkoming van de contractuele band tussen de aanbestedende overheid en de begunstigde door de betekening aan de gekozen inschrijver van de goedkeuring van de offerte;
11° opdrachtdocumenten : de documenten die op de opdracht toepasselijk zijn, met inbegrip van alle aanvullende documenten en de andere documenten waarnaar deze verwijzen. Ze omvatten in voorkomend geval de aankondiging van de opdracht en het bestek dat de bijzondere bepalingen bevat die op de opdracht toepasselijk zijn;
12° bestelopdracht : een overeenkomst gesloten met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden voor toekomstige bestellingen vast te leggen, met name wat de prijzen betreft en eventueel de beoogde hoeveelheden, maar waarbij de aanbestedende overheid zich de vrijheid behoudt om al dan niet bestellingen te plaatsen op grond van de bestelopdracht en om de timing en de omvang van de concrete bestellingen te plaatsen;
13° apparaatskredieten : middelen die de interne werking van het Agentschap mogelijk maken;
14° beleidskredieten : kredieten die worden gebruikt voor de dienstverlening aan burgers, bedrijven en andere overheden;
15° overheidsopdrachtenwet : wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;
16° gezamelijke opdracht : gezamelijke werken, leveringen of diensten in de zin van artikel 19 van de overheidsopdrachtenwet;
Art.3. § 1. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met inachtname van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van de relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, instructies, richtlijnen en beslissingen, alsook van de desbetreffende beheersovereenkomst.
§ 2. De bij dit besluit aan het afdelingshoofd gedelegeerde beslissingsbevoegdheden kunnen enkel uitgeoefend worden binnen de perken van de taakstelling van de betrokken entiteit en van de kredieten en middelen die onder het beheer van de betrokken entiteit ressorteren.
Art.4. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot :
1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;
2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;
3° het afsluiten van overeenkomsten.
Art.5. De bij dit besluit verleende delegaties hebben zowel betrekking op de apparaatskredieten als op de beleidskredieten.
Art.6. Ingeval het gebruik van de bij dit besluit verleende delegaties gepaard gaat met het gunnen van een overheidsopdracht, gelden de bepalingen van artikel 11.
Art.7. De in dit besluit vermelde bedragen zijn bedragen, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.
HOOFDSTUK II. - Delegatie inzake interne organisatie, personeelsmanagement en facilitair management
Art.8. Het afdelingshoofd heeft delegatie om de beslissingen te nemen in verband met de organisatie van de werkzaamheden en het goed functioneren van zijn entiteit, met inbegrip van de indeling in subentiteiten, de vaststelling van het organogram en het procesmanagement.
Art.9. Inzake personeelsmanagement heeft het afdelingshoofd delegatie om de beslissingen te nemen in verband met :
1° de indienstneming van personeelsleden, na goedkeuring van de vacature en de functiebeschrijving op hoofdlijnen door het hoofd van het agentschap;
2° de toewijzing van de functie aan de personeelsleden;
3° de goedkeuring van toelagen en vergoedingen die het Raamstatuut voorziet, behoudens de beslissingen die in het Raamstatuut worden voorbehouden voor een ander orgaan;
4° het toestaan van de verloven en dienstvrijstellingen die het Raamstatuut voorziet, behoudens de verloven waarvoor het Raamstatuut bepaalt dat ze door de minister worden toegestaan.
Art.10. Inzake facilitair management heeft het afdelingshoofd delegatie om de beslissingen te nemen in verband met de huisvesting, de uitrusting, de informatie- en communicatiesystemen, en de werking van zijn entiteit.
HOOFDSTUK III. - Delegatie inzake overheidsopdrachten
Art.11. § 1. Het afdelingshoofd heeft delegatie om :
1° de gunningswijze te bepalen;
2° de opdrachtdocumenten goed te keuren;
3° overheidsopdrachten te gunnen en te sluiten;
§ 2. De in § 1 vermelde delegaties gelden :
- Binnen het goedgekeurde programma en tot het bedrag dat de bedragen van de onderstaande tabel niet overschrijdt;
Bedragen in EUR | Openbare aanbesteding | Beperkte aanbesteding | Algemene offerte- aanvraag | Beperkte offerte- aanvraag | Onderhandelingsprocedure met bekendmaking | Onderhandelingsprocedure zonder bekend- making |
Werken | 1.000.000 | 250.000 | 750.000 | 250.000 | 150.000 | 67.000 |
Leveringen | 500.000 | 150.000 | 400.000 | 150.000 | 150.000 | 40.000 |
Diensten | 250.000 | 75.000 | 250.000 | 75.000 | 75.000 | 25.000 |
Wat het bepalen van de gunningswijze en het goedkeuren van de opdrachtdocumenten betreft dient rekening gehouden te worden met het geraamde bedrag.
Voor het bepalen van het geraamde bedrag moet rekening worden gehouden met :
o de eventuele contractueel voorziene verlengingen van de opdracht;
o het totale bedrag van de aanbesteding in geval van een gezamelijke opdracht, waarbij het Agentschap aanbestedende overheid is.
o het aandeel van het Agentschap in geval van een gezamelijke opdracht, waarbij het Agentschap geen aanbestedende overheid is.
Wat de gunning en de sluiting betreft dient rekening gehouden te worden met het goed te keuren offertebedrag.
Bij het bepalen van het goed te keuren offertebedrag moet rekening worden gehouden met :
o de eventuele contractueel voorziene verlengingen van de opdracht.
o het totale bedrag van de aanbesteding in geval van een gezamelijke opdracht, waarbij het Agentschap aanbestedende overheid is.
o het aandeel van het Agentschap in geval van een gezamelijke opdracht, waarbij het Agentschap geen aanbestedende overheid is.
- Wat het bepalen van de gunningswijze en het goedkeuren van de opdrachtdocumenten betreft : voor zover het bedrag van de raming niet hoger is dan het geprogrammeerde bedrag plus 10 %;
- Wat de gunning betreft : voor zover het goed te keuren offertebedrag niet hoger is dan het geraamde bedrag plus 10 % en het geprogrammeerde bedrag niet met meer dan 15 % overschrijdt;
- Buiten het goedgekeurde programma tot een goed te keuren offertebedrag van 15.000 EUR voor werken, leveringen en diensten.
4° Het toestaan van verlengingen binnen de contractuele voorwaarden, ongeacht het bedrag;
§ 3. Het afdelingshoofd heeft delegatie om binnen het goedgekeurde programma en tot het bedrag dat de onderstaande bedragen niet overschrijdt ramingstaten goed te keuren en vastleggingen te nemen op grond van een bestellingsopdracht, binnen het voorwerp en de bepalingen van die bestellingsopdracht en tot een bedrag per ramingstaat van respectievelijk :
1° 150.000 euro voor werken;
2° 90.000 euro voor leveringen;
3° 50.000 euro voor diensten;
§ 4. Het afdelingshoofd heeft delegatie om beslissingen te nemen inzake de uitvoering van overheidsopdrachten.
Voor beslissingen met een financiële weerslag gelden de volgende beperkingen :
- voor verrekeningen :
o Het saldo van de verrekening bedraagt maximaal 65.000 euro;
o Het totaal aan werken in meer in de verrekening bedraagt maximaal 130.000 euro;
o Het gecumuleerde saldo van alle eerder ingediende verrekeningen (incl. de voorliggende) bedraagt maximaal 130.000 euro.
- voor alle beslissingen : enkel binnen het voorwerp van de opdracht en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 10 % boven het initiële gunningsbedrag en voor zover deze afwijking ten opzichte van het gunningsbedrag niet meer bedraagt dan 130.000 euro .
§ 5. Het afdelingshoofd heeft delegatie om overeenkomsten te sluiten met andere publiekrechtelijke personen voor het uitvoeren van een gezamenlijke opdracht, voor zover het geraamde bedrag binnen de drempels van § 2 valt.
HOOFDSTUK IV. - Delegatie inzake de uitvoering van de begroting
Art.12. Met betrekking tot de hem gedelegeerde beslissingsbevoegdheden heeft het afdelingshoofd, binnen de perken van de kredieten en middelen die onder het beheer van zijn entiteit ressorteren, delegatie om de beslissingen te nemen met betrekking tot het aangaan van verbintenissen, het nemen van vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen, uitgaven en betalingen, met inbegrip van de ondertekening van de vastleggings- en ordonnanceringsdocumenten, het vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten.
Art.13. Met betrekking tot de aangelegenheden waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de minister, het hoofd van het agentschap of een ander orgaan berust, heeft het afdelingshoofd, binnen de perken van de kredieten en middelen die onder het beheer van zijn entiteit ressorteren, delegatie om de administratieve beslissingen te nemen en handelingen te stellen, met inbegrip van de ondertekening van de vastleggings- en ordonnanceringsdocumenten, die in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus, noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering, de minister, het hoofd van het agentschap of het ander orgaan.
Art.14. Overeenkomstig het bepaalde in artikelen 12 en 13, treedt het afdelingshoofd, in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus en van het systeem van interne controle, op als inhoudelijk ordonnateur voor zijn entiteit.
Art.15. De delegatie aan het afdelingshoofd, verleend bij artikelen 12, 13 en 14, geldt onverminderd de bevoegdheden en opdrachten van de andere actoren in de ontvangsten- en uitgavencyclus en het systeem van interne controle.
HOOFDSTUK V. - Delegatie inzake briefwisseling
Art.16. § 1. Het afdelingshoofd heeft delegatie voor :
1° de ondertekening van de briefwisseling van zijn entiteit met de minister, met andere diensten van de Vlaamse overheid en met derden;
2° gewone en aangetekende zendingen, geadresseerd aan zijn afdeling in ontvangst te nemen, met uitzondering van de dagvaardingen, betekend aan het Vlaams Gewest;
3° uittreksels en afschriften van documenten die verband houden met de taken van zijn afdeling eensluidend te verklaren en af te leveren.
§ 2. Onverminderd het bepaalde in § 1 worden volgende categorieën van briefwisseling ter ondertekening aan het hoofd van het agentschap voorgelegd :
- briefwisseling van beleidsmatige aard, tenzij deze een louter informatief karakter heeft;
- andere briefwisseling die het niveau van individuele dossiers overstijgt, tenzij deze een louter informatief karakter heeft;
- antwoorden op vragen om uitleg, interpellaties en schriftelijke vragen van Vlaamse volksvertegenwoordigers;
- antwoorden op brieven van het Rekenhof.
Art.17. Het hoofd van het agentschap kan, bij eenvoudige beslissing, instructies uitvaardigen die ertoe strekken :
- bijkomende categorieën van briefwisseling aan zijn ondertekening te onderwerpen;
- briefwisseling betreffende bepaalde individuele dossiers aan zijn ondertekening te onderwerpen;
- de bedoelde categorieën van briefwisseling nader te omschrijven.
HOOFDSTUK VI. - Delegaties inzake diverse aangelegenheden
Art.18.Het afdelingshoofd heeft delegatie om :
1° goedgekeurde onteigeningsplannen te laten uitvoeren;
2° zich akkoord te verklaren met de uitvoering van de onteigeningen die vereist zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die vermeld worden in het door de minister goedgekeurde programma van het lopende dienstjaar en het volgende begrotingsjaar tot een bedrag van 400.000 euro;
3° afwijkingen toe te staan voor de achteruitbouwstroken langs de gewestwegen overeenkomstig artikel 7 van de koninklijke besluiten van 20 augustus 1934 met als opschrift "Wegen - Erfdienstbaarheid 'non aedificandi'";
4° adviezen te verlenen inzake bouwaanvragen, overeenkomstig artikel 4.7.16; van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
5° adviezen te verlenen inzake de vergunning tot de organisatie van wielerwedstrijden of van veldritten, overeenkomstig artikel 21, al. 2 van het koninklijk besluit van 21 augustus 1967 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de veldritten;
6° domeinconcessies en precaire vergunningen voor de privatieve ingebruikneming van het openbaar domein te verlenen;
7° aan gemeenten overeenkomstig de vigerende voorschriften tegemoetkomingen in de kosten die voortvloeien uit de overdracht van gewestwegen of uit de aanleg van rioleringen onder de gewestwegen toe te staan;
8° toelating te verlenen voor het plaatsen van signalisatie op autosnelwegen bij werken.
9° het geven van een verplaatsingsbevel voor het verplaatsen van nutsleidingen op het openbaar domein beheerd door de afdeling;
10° aangiften te doen in het kader van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en in het kader van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's;
[1 11° verplaatsingsbevelen te geven voor verplaatsingswerken aan leidingen en installaties van algemeen nut naar aanleiding van de uitvoering van openbare werken en de ermee gepaard gaande subsidies toe te staan.]1
----------
(1)<BVR 2012-08-16/03, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2012>
Art.19.[1 Het afdelingshoofd van de entiteit Planning en Coördinatie heeft delegatie voor het voeren van rechtsgedingen als verweerder voor de Raad van State betreffende de decreten van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999, inzonderheid hoofdstuk XIV en van 13 juni 2013 betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport.
Het afdelingshoofd van de entiteit Planning en Coördinatie heeft delegatie om in voorkomend geval de overtreder, de onderneming of de raadsman op de hoogte te brengen van de kennelijke onontvankelijkheid van het beroep en om de overtreder, de onderneming of de raadsman te horen in het kader van het beroep.]1
----------
(1)<BVR 2014-05-21/07, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2014>
Art.19/1. [1 Het personeelslid van niveau A met de functie van Projectingenieur EM, belast met de uitvoering van de taken eigen aan de Vlaamse Metrologie is gemachtigd het hoog toezicht, zoals beschreven in het Koninklijk Besluit van 12 oktober 2010 betreffende de goedkeuring, de ijking en de installatie van de meettoestellen gebruikt om toezicht te houden op de naleving van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten, uit te voeren.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2017-08-21/02, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2017>
HOOFDSTUK VII. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art.20. Met het oog op een efficiënte en resultaatgerichte interne organisatie kan het afdelingshoofd, na overleg met het hoofd van het agentschap, een deel van de gedelegeerde aangelegenheden verder subdelegeren aan personeelsleden van zijn entiteit die onder zijn hiërarchisch gezag staan, tot op het meest functionele niveau.
Art.21. De subdelegaties worden vastgesteld in een besluit van het afdelingshoofd. Een afschrift van het besluit wordt aan het hoofd van het agentschap bezorgd.
HOOFDSTUK VIII. - Regeling bij vervanging
Art.22. De bij dit besluit verleende delegaties worden tevens verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie van afdelingshoofd belast is of het afdelingshoofd vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn graad en handtekening, de formule "voor het afdelingshoofd, afwezig".
HOOFDSTUK IX. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art.23. § 1. Het afdelingshoofd, alsook de personeelsleden aan wie ingevolge artikel 19 beslissingsbevoegdheden werden gesubdelegeerd, nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties.
§ 2. Het gebruik van de verleende delegaties kan door het hoofd van het agentschap nader worden geregeld bij eenvoudige beslissing die wordt verspreid onder de vorm van een dienstorder of nota.
Art.24. Het afdelingshoofd organiseert het systeem van interne controle op zodanige wijze dat de verleende delegaties op een doeltreffende en doelmatige wijze worden gebruikt en misbruiken worden vermeden.
Art.25. Het afdelingshoofd is ten aanzien van het hoofd van het agentschap verantwoordelijk voor het gebruik van de verleende delegaties. Deze verantwoordelijkheid betreft eveneens de aangelegenheden waarvoor de beslissingsbevoegdheid door het afdelingshoofd werd gesubdelegeerd aan andere personeelsleden.
Art.26. Over het gebruik van de verleende delegaties wordt driemaandelijks verantwoording afgelegd door middel van een rapport dat door het afdelingshoofd aan het hoofd van het agentschap wordt voorgelegd. Het rapport wordt door het afdelinghoofd aan het hoofd van het agentschap voorgelegd, uiterlijk de vijftiende werkdag na het verstrijken van de periode waarop het rapport betrekking heeft.
Het rapport bevat de nodige informatie over de beslissingen die met toepassing van de verleende delegaties in de betrokken periode werden genomen, met inbegrip van informatie over de aangelegenheden waarvoor de beslissingbevoegdheid door het afdelingshoofd werd gesubdelegeerd aan andere personeelsleden.
De in het rapport verstrekte informatie is exact, toereikend en ter zake dienend. Ze is op een degelijke wijze gestructureerd en wordt op een toegankelijke wijze voorgesteld.
Het hoofd van het agentschap kan bij eenvoudige beslissing nadere instructies geven betreffende de concrete informatie die per gedelegeerde aangelegenheid in het rapport verstrekt moet worden en een verplicht te volgen schema voor de rapportering vaststellen.
Het hoofd van het agentschap kan, buiten de verplichte periodieke rapportering, op ieder ogenblik aan het afdelingshoofd verantwoording vragen betreffende het gebruik van de delegatie in een bepaalde aangelegenheid.
Art.27. Het hoofd van het agentschap heeft het recht om, bij eenvoudige beslissing, de verleende delegaties tijdelijk, geheel of gedeeltelijk op te heffen of individuele dossiers naar zich toe te trekken.
HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen
Art.28. Het besluit van 26 juni 2006 van het hoofd van het Agentschap Infrastructuur van het Vlaams ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken tot subdelegatie van sommige beslissingsbevoegdheden aan personeelsleden van het agentschap wordt opgeheven.
Art. 29. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2011.