8 MEI 2019. - Wet tot invoering van het Belgisch Scheepvaartwetboek
HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALING
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - HET BELGISCH SCHEEPVAARTWETBOEK
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - WIJZIGINGSBEPALINGEN
Afdeling 1. - Wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering
Art. 3
Afdeling 2. - Wijziging van het Burgerlijk Wetboek
Art. 4-8
Afdeling 3. - Wijziging van het Strafwetboek
Art. 9-10
Afdeling 4. - Wijziging van de uitleveringswet van 15 maart 1874
Art. 11
Afdeling 5. - Wijziging van het wetboek van bepaalde voorrechten op zeeschepen en diverse bepalingen
Art. 12-19
Afdeling 6. - Wijziging van het Wetboek diverse rechten en taksen
Art. 20
Afdeling 7. - Wijziging van de wet van 5 juni 1928 houdende herziening van het Tucht- en Strafwetboek voor de koopvaardij en de zeevisscherij
Art. 21-44
Afdeling 8. - Wijziging van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken
Art. 45
Afdeling 9. - Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 46-63
Afdeling 10.-. Wijziging van de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg.
Art. 64
Afdeling 11. - Wijziging van de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden
Art. 65
Afdeling 12. - Wijziging van de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de vaartuigen
Art. 66-71
Afdeling 13. - Wijziging van de wet van 24 november 1975 houdende goedkeuring en uitvoering van het Verdrag inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, bijgevoegd Reglement en zijn Bijlagen, opgemaakt te Londen op 20 oktober 1972
Art. 72-73
Afdeling 14. - Wijziging van de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen
Art. 74-75
Afdeling 15.-. Wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
Art. 76
Afdeling 16. - Wijziging van de wet van 11 april 1989 houdende goedkeuring en uitvoering van diverse Internationale Akten inzake de zeevaart
Art. 77-81
Afdeling 17. - Wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van de begrotingsfondsen
Art. 82
Afdeling 18.-. Wijziging van de wet van 6 augustus 1993 houdende goedkeuring en uitvoering van het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, opgemaakt te Brussel op 18 december 1971, en houdende uitvoering van de Protocollen bij dit Verdrag, opgemaakt te Londen op 27 november 1992 en 16 mei 2003
Art. 83
Afdeling 19. - Wijziging van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België
Art. 84-86
Afdeling 20. - Wijziging van het Wetboek van Vennootschappen
Art. 87
Afdeling 21. - Wijziging van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser
Art. 88-89
Afdeling 22. - Wijziging van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht
Art. 90
Afdeling 23. - Wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten
Art. 91-92
Afdeling 24. - Wijziging van de wet van 3 juni 2007 houdende diverse arbeidsbepalingen
Art. 93-94
Afdeling 25. - Wijziging van de wet van 1 juli 2011 betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren
Art. 95
Afdeling 26. - Wijziging van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen
Art. 96
Afdeling 27. - Wijziging van de wet van 26 november 2012 houdende instemming met het Protocol van 2002 bij het Verdrag van Athene van 1974 inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee, gedaan te Londen op 1 november 2002
Art. 97
Afdeling 28. - Wijziging van het Wetboek van economisch recht
Art. 98
Afdeling 29. - Wijziging van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006
Art. 99-100
Afdeling 30. - Wijziging van de wet van 25 december 2016 tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten
Art. 101-102
Afdeling 31. - Wijziging van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid
Art. 103
HOOFDSTUK 4. - OPHEFFINGSBEPALINGEN
Art. 104-132
HOOFDSTUK 5. - OVERGANGSBEPALINGEN
Art. 133-140
HOOFDSTUK 6. - INWERKINGTREDING
Art. 141
1804032151 1804032154 1851121650 1867060850 1874031550 1878041750 1879082150 1891033030 1908090400 1919082600 1927030201 1928060550 1928112830 1935061501 1963080913 1967101056 1969021803 1969040109 1972060502 1975112401 1976070814 1976072001 1977071850 1978070303 1983014224 1984014066 1988015026 1989015161 1990015192 1991003014 1993015167 1995025179 1999000379 1999022033 1999A09646 2003012246 2004009511 2006009456 2007012307 2007014022 2009009933 2009009934 2011000399 2011014034 2011014036 2011014212 2012003296 2012014051 2012014192 2012014228 2012014268 2013000077 2013014097 2013015182 2014014254 2014014358 2014204102 2016014162 2016014163 2017010128 2017030001 2017031388
HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALING
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - HET BELGISCH SCHEEPVAARTWETBOEK
Art.2. De hiernavolgende bepalingen vormen het Belgisch Scheepvaartwetboek :
Belgisch Scheepvaartwetboek
(NOTA : voor het Belgisch Scheepvaartwetboek, zie 2019-05-08/15)
HOOFDSTUK 3. - WIJZIGINGSBEPALINGEN
Afdeling 1. - Wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering
Art.3. In artikel 21, eerste lid, 1°, tweede streepje, van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, ingevoegd bij de wet van 30 mei 1961 en vervangen bij de wet van 5 februari 2016, worden de woorden "34, 35, 68, derde lid, 69, tweede en derde lid, van de wet van 5 juni 1928 houdende herziening van het Tucht- en Strafwetboek voor de koopvaardij en de zeevisscherij of 4, § 3, derde lid, van de wet van 30 december 2009 betreffende de strijd tegen piraterij op zee" vervangen door de woorden "of 4.5.2.2, § 2 van het Belgisch Scheepvaartwetboek, of de misdaden omschreven in artikel 4.5.2.1 van het Belgisch Scheepvaartwetboek in de omstandigheden bedoeld in artikel 4.5.2.2, § 1, derde lid, 1° of 2°, of § 1, vierde lid, van het Belgisch Scheepvaartwetboek, of medeplichtigheid aan de misdaad omschreven in artikel 4.5.2.2, § 1, van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Afdeling 2. - Wijziging van het Burgerlijk Wetboek
Art.4. Artikel 531 van het Burgerlijk Wetboek, gewijzigd bij de wet van 5 mei 2014, wordt aangevuld met een lid, luidende :
"Dit artikel is niet van toepassing op schepen in de zin van het Belgisch Scheepvaartwetboek.".
Art.5. Artikel 1781 van afdeling II van hoofdstuk III van titel VIII van boek III van het Burgerlijk Wetboek opgeheven bij wet van 10 juli 1883, wordt hersteld als volgt :
"art. 1781. Deze afdeling is niet van toepassing op vervoerovereenkomsten die worden beheerst door het Belgisch Scheepvaartwetboek.".
Art.6. In artikel 1964 van het Burgerlijk Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid worden de woorden "De bodemerij," opgeheven;
2° het derde lid wordt opgeheven.
Art.7. Artikel 11 van de hypotheekwet van 16 december 1851 wordt opgeheven.
Art.8. Artikel 81ter van de hypotheekwet van 16 december 1851, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014, wordt aangevuld met een lid, luidende :
"Onverminderd de bepalingen van het Belgisch Scheepvaartwetboek, is deze afdeling eveneens van toepassing op alle schuldvorderingen gewaarborgd door een scheepshypotheek."
Afdeling 3. - Wijziging van het Strafwetboek
Art.9. In artikel 137, § 2 van het Strafwetboek, ingevoegd bij de wet van 19 december 2003 en gewijzigd bij de wetten van 30 december 2009 en 18 februari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de bepaling onder 4°, worden de woorden "in artikel 15 van de wet van 5 juni 1928 houdende herziening van het Tucht- en Strafwetboek voor de koopvaardij en de zeevisserij" vervangen door de woorden "in artikel 2.4.5.6 van het Belgisch Scheepvaartwetboek";
2° de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt : "de misdrijven van piraterij en daarmee gelijkgestelde daden bedoeld in artikel 4.5.2.2 en 4.5.2.3 van het Belgisch Scheepvaartwetboek;";
3° in de bepaling onder 8° worden de woorden "en in artikel 14 van de wet van 5 juni 1928 houdende herziening van het Tucht- en Strafwetboek voor de koopvaardij en de zeevisserij" vervangen door de woorden "en in artikel 2.4.5.5 van het Belgisch Scheepvaartwetboek in de omstandigheden bedoeld in artikel 4.1.2.17, § 2 van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Art.10. In artikel 546/1 van het Strafwetboek, ingevoegd bij de wet van 20 mei 2016, worden de woorden "artikel 5, 6° en 7° van de wet van 5 februari 2007 betreffende de maritieme beveiliging of in een onroerend dan wel roerend goed binnen de grenzen van een haven in de zin van dezelfde wet" vervangen door de woorden "artikel 2.5.2.2, 3° en 4° van het Belgisch Scheepvaartwetboek of in een onroerend dan wel roerend goed binnen de grenzen van een haven in de zin van artikel 2.5.2.3 van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Afdeling 4. - Wijziging van de uitleveringswet van 15 maart 1874
Art.11. In artikel 5bis van de uitleveringswet van 15 maart 1874, ingevoegd bij de wet van 28 juni 1899 en gewijzigd bij de wet van 5 mei 2014, worden de woorden "artikel 78 van de wet van 5 juni 1928 houdende herziening van het Tucht- en Strafwetboek voor de koopvaardij en de zeevisserij" vervangen door de woorden "artikel 4.2.3.2, § 2, van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Afdeling 5. - Wijziging van het wetboek van bepaalde voorrechten op zeeschepen en diverse bepalingen
Art.12. Artikel 2 van het Wetboek van bepaalde voorrechten op zeeschepen en diverse bepalingen wordt opgeheven.
Art.13. De artikel en 8 tot 22 van hetzelfde wetboek worden opgeheven.
Art.14. In artikel 23 van boek II van hetzelfde wetboek, vervangen bij de wet van 28 november 1928 en gewijzigd bij de wetten van 11 april 1989 en 21 oktober 1997 en bij de koninklijke besluiten van 31 maart 1987 en 10 mei 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden de woorden "Bevoorrechte schuldvorderingen op het zeeschip, op de vracht voor de reis tijdens welke zij ontstaan zijn, en op het toebehoren van schip en vracht na de aanvang van de reis verkregen, zijn alleen" vervangen door de woorden "Met een scheepsvoorrangsrecht in de zin van artikel 2.2.5.11 ou 3.2.3.11 van het Belgisch Scheepvaartwetboek dan wel een scheepsvoorrecht in de zin van artikel 2.2.5.14 of 3.2.3.14 van het Belgisch Scheepvaartwetboek zijn bekleed".
2° in paragraaf 1, 1° worden de woorden "de aan de Staat verschuldigde gerechtskosten en de andere kosten in het gemeenschappelijk belang van de schuldeisers gemaakt voor het behoud van het schip of voor de verkoop en de verdeling van de opbrengst;" en de woorden ", de kosten van bewaking en behoud sinds het schip in de laatste haven is binnengelopen" opgeheven;
3° in paragraaf 1 worden de bepalingen onder 2°, 2° bis en 3° opgeheven;
4° in paragraaf 1, 4° worden de woorden "wegens aanvaring of andere scheepvaartongevallen, alsmede" en de woorden "wegens lichamelijk letsel aan passagiers en schepelingen, wegens verlies of beschadiging van lading of bagage" opgeheven;
5° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 5° opgeheven;
6° paragraaf 2 wordt opgeheven.
Art.15. De artikel en 24 tot 190 van boek II van hetzelfde wetboek worden opgeheven.
Art.16. In artikel 191 van boek II van hetzelfde wetboek, gewijzigd bij de wet van 25 juni 1992, worden de woorden "- het op bodemerij gegeven geld en de bodemerijpremie;" opgeheven.
Art.17. Artikel 199 van boek II van hetzelfde wetboek wordt opgeheven.
Art.18. De artikel en 251 tot 275 van boek II van hetzelfde wetboek worden opgeheven.
Art.19. Artikel 278 van boek II van hetzelfde wetboek, vervangen bij de wet van 12 augustus 1911 en gewijzigd bij de wet van 21 oktober 1997, wordt opgeheven.
Afdeling 6. - Wijziging van het Wetboek diverse rechten en taksen
Art.20. In artikel 176/2, 10°, van het Wetboek diverse rechten en taksen, ingevoegd bij wet van 24 december 1963 en vervangen bij wet van 5 juli 1998, worden de woorden "de cascoverzekeringen van zeeschepen en van vaartuigen die als dusdanig beschouwd worden door artikel 1 van boek II van het Wetboek van koophandel, de cascoverzekeringen van binnenschepen en van met binnenschepen gelijkgestelde vaartuigen door artikel 271 van boek II van hetzelfde Wetboek" vervangen door de woorden "de cascoverzekeringen van schepen in de zin van het Belgisch Scheepvaartwetboek die voor winstgevende scheepvaartverrichtingen worden gebruikt".
Afdeling 7. - Wijziging van de wet van 5 juni 1928 houdende herziening van het Tucht- en Strafwetboek voor de koopvaardij en de zeevisscherij
Art.21. In artikel 1 van de wet van 5 juni 1928 houdende herziening van het Tucht- en Strafwetboek voor de koopvaardij en de zeevisscherij wordt het tweede lid opgeheven.
Art.22. Artikel 2 van dezelfde wet wordt opgeheven.
Art.23. In artikel 3 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het derde lid wordt opgeheven;
2° in het zesde lid worden de woorden "de artikel en 19, 20, 23, 32, 33, 41, 43, 44, 45bis, § 4, 46, § 3, 47, 57, 60 en 61" vervangen door de woorden "artikel 57".
Art.24. In artikel 4 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 oktober 1997, worden de woorden "scheepsgezellen" : zij die op de monsterrol ingeschreven zijn, officieren uitgezonderd; "passagiers" : zij die, zonder lid te zijn van de bemanning, aan boord zijn toegelaten om de reis mee te maken; "opvarenden" : de schepelingen en de passagiers; "aan boord" : op het schip met inbegrip van zijn vaste of niet vaste middelen tot verbinding met de wal; "in het buitenland" en "vreemde havens" : elke buiten het Rijk gelegen plaats; "Rijk" en "wateren of havens van het Rijk" : België en de Belgische wateren of havens" opgeheven.
Art.25. De artikel en 5 en 6 van dezelfde wet worden opgeheven.
Art.26. De artikel en 9 tot 51 van dezelfde wet worden opgeheven.
Art.27. Artikel 52 van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende :
"Dit artikel is niet van toepassing op de federale wetten en verordeningen inzake zeevaartpolitie.".
Art.28. Artikel 53 van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende :
"Dit artikel is niet van toepassing op de federale wetten en verordeningen inzake zeevaartpolitie".
Art.29. Artikel 55 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 3 mei 1999, wordt opgeheven.
Art.30. In artikel 56 van dezelfde wet worden de woorden "in de artikel en 52 en 55" vervangen door de woorden "in artikel 52".
Art.31. De artikel en 58 tot 66 van dezelfde wet worden opgeheven.
Art.32. In artikel 67, gewijzigd bij de wet van 5 februari 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "kapitein of de" opgeheven;
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.33. De artikel en 68 tot 72 van dezelfde wet worden opgeheven.
Art.34. Artikel 73 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 13 september 1974, wordt vervangen als volgt :
"Art. 73. Artikel 4.3.3.2, paragrafen 1, 2 en 4, en artikel 4.3.3.3 van het Belgisch Scheepvaartwetboek zijn op een in deze wet omschreven misdaad of wanbedrijf van overeenkomstige toepassing".
Art.35. De artikel en 74 tot 76 van dezelfde wet worden opgeheven.
Art.36. In artikel 77, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "een misdaad of een wanbedrijf" vervangen door de woorden "een in deze wet omschreven misdaad of wanbedrijf".
Art.37. Artikel 78 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 21 oktober 1997 en 3 mei 1999, wordt vervangen als volgt :
"Art. 78. Onder voorbehoud van de artikel en 77 en 81, is artikel 4.2.3.2. van het Belgisch Scheepvaartwetboek op een in deze wet omschreven misdaad of wanbedrijf van overeenkomstige toepassing."
Art.38. De artikel en 79 en 80 van dezelfde wet worden opgeheven.
Art.39. In artikel 81 van dezelfde wet worden het tweede en het derde lid opgeheven.
Art.40. Artikel 82 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 3 mei 1999, wordt vervangen als volgt :
"Art. 82. De artikel en 4.3.3.6. en 4.3.3.7 van het Belgisch Scheepvaartwetboek zijn op een in deze wet omschreven misdaad of wanbedrijf van overeenkomstige toepassing."
Art.41. Artikel 83 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 3 mei 1999, wordt opgeheven.
Art.42. In artikel 84 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "de scheepvaartmisdrijven" vervangen door de woorden "de in deze wet omschreven scheepvaartmisdrijven";
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.43. De artikel en 85 en 86 van dezelfde wet worden opgeheven.
Art.44. In artikel 87 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "Scheepvaartmisdaden en scheepvaartwanbedrijven" vervangen door de woorden" De in deze wet omschreven scheepvaartmisdaden en scheepvaartwanbedrijven";
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Afdeling 8. - Wijziging van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken
Art.45. In de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken wordt een artikel 39bis ingevoegd, luidende :
"In betwiste zaken die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op de in het Belgisch Scheepvaartwetboek geregelde aangelegenheden en geen strafzaken zijn :
1° kunnen in het Engels gestelde rechtsbronnen en overtuigingstukken worden overgelegd, in welk geval de rechter, in afwijking van artikel 8, hiervan niet de vertaling in de taal der rechtspleging kan bevelen;
2° kunnen in de akten van rechtspleging aanhalingen uit in het Engels gestelde rechtsbronnen en overtuigingsstukken, alsmede Engelse vaktermen worden opgenomen.
Afdeling 9. - Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek
Art.46. In artikel 144quater van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 augustus 2003 en gewijzigd bij de wet van 30 december 2009, worden de woorden "de artikel en 3 en 4 van de wet van 30 december 2009 betreffende de strijd tegen piraterij op zee" vervangen door de woorden "de artikel en 4.5.1.1. en 4.5.2.2. van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Art.47. In artikel 516 van hetzelfde wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het vierde lid, vervangen door de wet van 25 april 2014, wordt vervangen als volgt :
"De gerechtsdeurwaarders met kantoor in de gerechtelijke arrondissementen van Antwerpen en West-Vlaanderen zijn bevoegd om hun ambt uit te oefenen in de territoriale zee bedoeld bij artikel 1 van de wet van 6 oktober 1987 tot vaststelling van de breedte van de territoriale zee van België, en in de exclusieve economische zone, bedoeld in artikel 2 van de wet van 22 april 1999 betreffende de exclusieve economische zone van België in de Noordzee.";
2° tussen het vierde en het vijfde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende :
"In scheepvaartzaken zijn de gerechtsdeurwaarders met kantoor in de gerechtelijke arrondissementen van Antwerpen en Oost-Vlaanderen gelijkelijk bevoegd om hun ambt uit te oefenen in het Linkerscheldeoevergebied, bedoeld in artikel 1 van de wet van 19 juni 1978 betreffende het beheer van het Linkerscheldeoevergebied ter hoogte van Antwerpen en houdende maatregelen voor het beheer en de exploitatie van de haven van Antwerpen, gelegen binnen het arrondissement Oost-Vlaanderen."
Art.48. In artikel 569 van hetzelfde wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 april 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de bepalingen onder 18°, 21°, 28°, 40° en 42° opgeheven;
2° in het tweede lid worden de woorden "21°, 28° " en de woorden "en in het geval onder het eerste lid, 18°, 40° en 42°, die te Antwerpen" opgeheven.
Art.49. In artikel 574 van hetzelfde wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 maart 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, 7° worden de woorden "inzake zee- en binnenvaart" vervangen door de woorden "in scheepvaartzaken";
2° het eerste lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 20°, 21°, 22°, 23° en 24°, luidende :
"20° van de in artikel 2.7.3.1, paragrafen 1 en 2 van het Belgisch Scheepvaartwetboek bedoelde vorderingen;
21° van de in artikel 2.7.3.9 van het Belgisch Scheepvaartwetboek bedoelde vorderingen;
22° van de in artikel 2.7.3.15, paragrafen 1 en 2 van het Belgisch Scheepvaartwetboek bedoelde vorderingen;
23° van de vorderingen ingesteld krachtens de bepalingen van artikel 2.7.3.20 van het Belgisch Scheepvaartwetboek;
24° van de vorderingen tot schadeloosstelling op grond van beslissingen genomen door de bevoegde instantie bedoeld in artikel 2.7.4.4, § 1, van het Belgisch Scheepvaartwetboek overeenkomstig artikel 2.7.4.5, § 1, en artikel 2.7.4.7 van het Belgisch Scheepvaartwetboek.";
3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
"In de gevallen onder het eerste lid, 20°, 21°, 22°, 23° en 24°, is alleen de ondernemingsrechtbank te Antwerpen bevoegd."
Art.50. In artikel 585 van hetzelfde wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 december 2016, wordt de bepaling onder 8° opgeheven.
Art.51. In artikel 588 van hetzelfde wetboek, laatstelijk gewijzigd bij wet van 25 december 2016, worden de bepalingen onder 8° en 9° vervangen als volgt :
9° op de vorderingen ingesteld overeenkomstig artikel 2.3.2.48 of 3.3.3.18 van het Belgische Scheepvaartwetboek;".
Art.52. In hetzelfde wetboek wordt een artikel 622bis ingevoegd, luidende :
"Art. 622bis. § 1. In scheepvaartzaken zijn de rechters van de arrondissementen Antwerpen en West-Vlaanderen gelijkelijk bevoegd in de territoriale zee, bedoeld in artikel 1 van de wet van 6 oktober 1987 tot bepaling van de breedte van de territoriale zee van België, en in de exclusieve economische zone, bedoeld in artikel 2 van de wet van 22 april 1999 betreffende de exclusieve economische zone van België in de Noordzee.
§ 2. In scheepvaartzaken zijn de rechters van de arrondissementen Antwerpen en Oost-Vlaanderen gelijkelijk bevoegd in het deel van het Linkerscheldeoevergebied, bedoeld in artikel 1 van de wet van 19 juni 1978 betreffende het beheer van het Linkerscheldeoevergebied ter hoogte van Antwerpen en houdende maatregelen voor het beheer en de exploitatie van de haven van Antwerpen, dat is gelegen binnen het arrondissement Oost-Vlaanderen." .
Art.53. Aan artikel 627 van hetzelfde wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de bepaling onder 10° worden de woorden "of in de exclusieve economische zone" ingevoegd tussen de woorden "in de territoriale zee" en "of in open zee";
2° de bepaling onder 10° wordt aangevuld met de volgende zin :
"Bij wijze van uitzondering op het voorgaande is uitsluitend de voorzitter van de ondernemingsrechtbank te Antwerpen bevoegd wanneer de fondsvorming geschiedt op grond van het Internationaal Verdrag van 1992 inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor olieverontreinigingsschade.";
3° de bepaling onder 11° wordt opgeheven.
Art.54. In artikel 633 van hetzelfde wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1, vervangen bij artikel 20 van de wet van 30 december 2009, wordt aangevuld met een lid, luidende :
"Inzake een bewarend beslag op een schip is de bevoegde rechter die van de plaats waar het schip zich bevindt of verwacht wordt.";
2° in paragraaf 2, vervangen bij artikel 20 van de wet van 30 december 2009 en gewijzigd bij de wet van 1 december 2013, wordt het derde lid opgeheven.
Art.55. In artikel 1037 van hetzelfde wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "zee- en rivierzaken" worden vervangen door het woord "scheepvaartzaken";
2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
"De dagvaarding in kort geding bevat de keuze van woonplaats van alle eisers in België. De rechter kan zijn beslissing ambtshalve uitstellen indien de eisers geen woonplaats hebben gekozen totdat de keuze van woonplaats is gedaan.
Verzet of hoger beroep tegen de beschikking in kort geding wordt aan de gekozen woonplaats betekend door middel van een deurwaardersexploot. Het eerste lid is op het verzet en het hoger beroep tegen de beschikking in kort geding van overeenkomstige toepassing."
Art.56. In artikel 1253sexies, § 1, van hetzelfde wetboek, ingevoegd bij de wet van 14 juli 1976 en gewijzigd bij de wet van 30 juli 2013, worden de woorden " en, voor de zeeschepen, hun naam en andere kenmerken bepaald in artikel 227bis, § 2, 1° en 2°, van het Wetboek van Koophandel" vervangen door de woorden "en, voor de schepen, de in artikel 2.1.27 van het Belgisch Scheepvaartwetboek bedoelde vermeldingen".
Art.57. Artikel 1467 van hetzelfde wetboek wordt vervangen als volgt :
"Art. 1467. Het bewarend beslag op schepen wordt in het bijzonder geregeld in het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Art.58. De artikel en 1468 tot 1480 van hetzelfde wetboek worden opgeheven.
Art.59. In artikel 1493, tweede lid, van hetzelfde wetboek worden de woorden "en bewarend beslag op zeeschepen en binnenschepen" en de woorden "of van de inschrijving" opgeheven.
Art.60. In artikel 1497 van hetzelfde wetboek wordt het tweede lid vervangen als volgt :
"Wanneer bewarend beslag op onroerend goed omgezet wordt in uitvoerend beslag, geldt de overschrijving van het bevel voorafgaand aan de tenuitvoerlegging, voor de toepassing van hoofdstuk VI van deze titel, als overschrijving van het exploot van uitvoerend beslag. Dat bevel moet ten laatste binnen vijftien dagen worden overgeschreven op het bevoegde hypotheekkantoor en de nauwkeurige aanduiding bevatten van de overschrijving van het bewarend beslag dat in uitvoerend beslag is omgezet." .
Art.61. Artikel 1545 van hetzelfde wetboek wordt vervangen als volgt :
"Art. 1545. Het uitvoerend beslag op schepen wordt in het bijzonder geregeld in het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Art.62. De artikel en 1546 tot 1559 van hetzelfde wetboek worden opgeheven.
Art.63. De artikel en 1655 tot 1675 van hetzelfde wetboek worden opgeheven.
Afdeling 10.-. Wijziging van de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg.
Art.64. In artikel 1 van de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het derde lid, ingevoegd bij de wet van 28 juli 1987, worden de woorden "artikel 87 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, goedgekeurd bij de wet van 2 december 1957" vervangen door de woorden "artikel 103 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie";
2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
"Deze wet is niet van toepassing op de aangelegenheden die worden beheerst door artikel 1.1.2.4 van het Belgisch Scheepvaartwetboek.".
Afdeling 11. - Wijziging van de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden
Art.65. In artikel 7, § 1, zesde lid van de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden worden de woorden "het enige hun toebehorende binnenschip, als bedoeld in artikel 271, eerste lid, van Boek II van het Wetboek van Koophandel" vervangen door de woorden "het enige hun toebehorende binnenschip in de zin van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Afdeling 12. - Wijziging van de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de vaartuigen
Art.66. In artikel 1 van de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de vaartuigen, vervangen bij de wet van 22 januari 2007, wordt de bepaling onder 3° opgeheven.
Art.67. De artikel en 2 tot 17 van dezelfde wet worden opgeheven.
Art.68. Artikel 17quater van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 januari 2007, wordt opgeheven.
Art.69. In artikel 18 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 22 januari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "de artikel en 17 en 17decies" vervangen door de woorden "artikel 17decies" en worden de woorden "de artikel en 14, 17 en 17octies" vervangen door de woorden "artikel 17octies";
2° in het tweede lid worden de woorden "door de aanvrager of de houder van het certificaat en, in de gevallen van retentie, verbod tot afvaart of weigering van toegang tot een Belgische haven," opgeheven.
Art.70. Artikel 29 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 13 juni 2014, wordt opgeheven.
Art.71. In artikel 32bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 januari 2007, worden de woorden "3°, 4°, 5° en 6° " vervangen door het woord "4° ".
Afdeling 13. - Wijziging van de wet van 24 november 1975 houdende goedkeuring en uitvoering van het Verdrag inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, bijgevoegd Reglement en zijn Bijlagen, opgemaakt te Londen op 20 oktober 1972
Art.72. In artikel 2 van de wet van 24 november 1975 houdende goedkeuring en uitvoering van het Verdrag inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, bijgevoegd Reglement en zijn Bijlagen, opgemaakt te Londen op 20 oktober 1972 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de paragrafen 1 tot 3 worden opgeheven;
2° in paragraaf 4 worden de woorden "de Belgische territoriale zee en" opgeheven.
Art.73. In artikel 3 van dezelfde wet worden de woorden "het bij artikel 1 bedoelde verdrag en toegevoegd reglement," opgeheven.
Afdeling 14. - Wijziging van de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen
Art.74. In artikel 136 van de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen, gewijzigd bij de wetten van 22 december 1989, 27 december 1993 en 12 mei 2014, wordt het tweede lid vervangen als volgt :
"Dit voorrecht hoort bij de reeks van deze opgesomd in de artikel en 19 en 20 van de wet van 16 december 1851 tot herziening van de rechtsregeling der hypotheken en in artikel 2.2.5.14 van het Belgisch Scheepvaartwetboek en neemt rang onmiddellijk na deze van de Staat voor de verschuldigde rechten en taksen of, bij ontstentenis van dergelijke voorrechten, achteraan de reeks." .
Art.75. In artikel 313, § 1, eerste lid, 2° van dezelfde wet, vervangen bij wet van 22 december 1989 en gewijzigd bij wet van 27 december 1993, worden de woorden "en in artikel 23 van Boek II van het Wetboek van Koophandel" vervangen door de woorden "en in artikel 2.2.5.14 van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Afdeling 15.-. Wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
Art.76. In hoofdstuk I van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten worden de artikel en 15bis en 15ter ingevoegd, luidende :
"Art. 15bis. De beperking van aansprakelijkheid van scheepseigenaars zoals voorzien in afdeling 2 van hoofdstuk 2 van titel 3 van boek 2 en hoofdstuk 3 van titel 3 van boek 3 van het Belgisch Scheepvaartwetboek is niet van toepassing op de schuldvorderingen welke voor de aan boord van een schip tewerkgestelde werknemer voortvloeien uit de bepalingen van deze wet.
Art. 15ter. De schuldvorderingen van de aan boord van een schip tewerkgestelde werknemer die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst zijn op het schip bevoorrecht onder de voorwaarden bepaald in hoofdstuk 5 van titel 2 van boek 2 van het Belgisch Scheepvaartwetboek.".
Afdeling 16. - Wijziging van de wet van 11 april 1989 houdende goedkeuring en uitvoering van diverse Internationale Akten inzake de zeevaart
Art.77. De artikel en 10 en 11 van de wet van 11 april 1989 houdende goedkeuring en uitvoering van diverse Internationale Akten inzake de zeevaart worden opgeheven.
Art.78. Artikel 12 van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende :
"In de territoriale zee en de exclusieve economische zone is dit hoofdstuk niet van toepassing op de vaartuigen, wrakken, wrakstukken, gezonken tuigen of voorwerpen die geen aantasting van de bereikbaarheid van de Belgische havens en waterwegen vormen. De bepalingen van dit hoofdstuk doen geen afbreuk aan de bepalingen van het Belgisch Scheepvaartwetboek.".
Art.79. In artikel 13, zesde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 januari 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "Bij risico op mogelijke verontreiniging van het mariene milieu van de territoriale zee of de exclusieve economische zone of in" worden vervangen door het woord "In";
2° de woorden "deze mariene zones" worden vervangen door de woorden "de territoriale zee of de exclusieve economische zone";
3° de woorden "uit het mariene milieu" worden opgeheven;
4° de woorden ", behoudens indien het achterlaten door de overheid is vergund met toepassing van de artikel en 25 en 26 van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder rechtsbevoegdheid van België" worden opgeheven.
Art.80. In artikel 14 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, gewijzigd bij de wet van 20 januari 1999, wordt de bepaling onder e) opgeheven;
2° het zesde lid wordt opgeheven.
Art.81. Artikel 17, § 1, zevende lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 20 januari 1999, wordt de bepaling onder 5° opgeheven.
Afdeling 17. - Wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van de begrotingsfondsen
Art.82. In rubriek 25-8 van de tabel gevoegd bij de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van de begrotingsfondsen worden de woorden "artikel 30 van de wet van 6 april 1995 betreffende de voorkoming van de verontreiniging van de zee door schepen" vervangen door de woorden "artikel 4.1.2.54, § 5 van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Afdeling 18.-. Wijziging van de wet van 6 augustus 1993 houdende goedkeuring en uitvoering van het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, opgemaakt te Brussel op 18 december 1971, en houdende uitvoering van de Protocollen bij dit Verdrag, opgemaakt te Londen op 27 november 1992 en 16 mei 2003
Art.83. De artikel en 2 tot 12 van de wet van 6 augustus 1993 houdende goedkeuring en uitvoering van het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, opgemaakt te Brussel op 18 december 1971, en houdende uitvoering van de Protocollen bij dit Verdrag, opgemaakt te Londen op 27 november 1992 en 16 mei 2003, vervangen bij de wet van 6 oktober 2005, worden opgeheven.
Afdeling 19. - Wijziging van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België
Art.84. In artikel 2 van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 mei 2014, worden de bepalingen onder 15° en 16° vervangen als volgt :
"15° "storten" :
(i) het zich opzettelijk ontdoen in zee van afval of andere materie vanaf schepen, luchtvaartuigen of offshore-installaties;
(ii) het tot zinken brengen of het zich opzettelijk ontdoen in zee van schepen, luchtvaartuigen, offshore-installaties of pijpleidingen;
(iii) het in zee achterlaten van offshore-installaties of andere kunstmatige structuren, geheel of gedeeltelijk in situ, met de loutere bedoeling zich ervan te ontdoen.
Onder "storten" wordt niet begrepen :
(i) het lozen zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van titel 5 van boek 2 van het Belgisch Scheepvaartwetboek, noch het zich overeenkomstig toepasselijke regels van internationaal recht ontdoen van afval of andere materie gepaard gaande met, of voortvloeiende uit, de normale werking van luchtvaartuigen of offshore-installaties;
(ii) de plaatsing van materie met een ander doel dan er zich enkel en alleen van te ontdoen, mits deze plaatsing niet strijdig is met het doel van deze wet;
16° "verbranding" : elke opzettelijke verbranding van afval of andere materie op zee met de bedoeling deze thermisch te vernietigen.
Onder "verbranding" wordt niet begrepen het lozen door verbranden zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van titel 5 van boek 2 van het Belgisch Scheepvaartwetboek, noch de thermische vernietiging, in overeenstemming met toepasselijke regels van internationaal recht, van afval of andere materie die gepaard gaat met, of voortvloeit uit de normale werking van, luchtvaartuigen of offshore-installaties;".
Art.85. In artikel 21 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1, vervangen bij de wet van 21 april 2007, wordt vervangen als volgt :
" § 1. De kapitein en de exploitant van een schip dat betrokken is bij een scheepvaartongeval in de zeegebieden dienen dit onverwijld te melden aan de door de Koning aangewezen instantie volgens de modaliteiten voorzien in artikel 2.5.3.8 van het Belgisch Scheepvaartwetboek. Met de exploitant wordt in dit artikel bedoeld de eigenaar van het schip of elke andere organisatie of persoon, zoals de manager of rompbevrachter, die namens de eigenaar de verantwoordelijkheid heeft aanvaard voor de exploitatie van het schip en die bij de aanvaarding van die verantwoordelijkheid de verplichting op zich heeft genomen zich te kwijten van alle bijbehorende taken en verantwoordelijkheden die worden opgelegd door de ISM-Code. De kapitein en de exploitant treffen elke redelijke preventieve maatregel of inperkingsmaatregel.";
2° in paragraaf 2 worden de woorden "De kapitein is" vervangen door de woorden "De kapitein en de exploitant zijn".
Art.86. In artikel 59 van dezelfde wet wordt paragraaf 3 aangevuld met de woorden "en in hoofdstuk 6 van titel 7 van boek 2 van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Afdeling 20. - Wijziging van het Wetboek van Vennootschappen
Art.87. In artikel 683 van het Wetboek van Vennootschappen worden de woorden "de akten bedoeld in de hoofdstukken II en III van titel I, boek II, van het Wetboek van koophandel en in artikel 272 van boek II van hetzelfde wetboek" vervangen door de woorden "de akten bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 1 van titel 2 van boek 2, hoofdstuk 5 van titel 2 van boek 2, afdeling 2 van hoofdstuk 1 van titel 2 van boek 3 en hoofdstuk 3 van titel 2 van boek 3 van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Afdeling 21. - Wijziging van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser
Art.88. In artikel 50 van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser worden de woorden "de artikel en 46 en volgende van Boek II, Titel II van het Wetboek van Koophandel" vervangen door de woorden "afdeling 2 van hoofdstuk 2 van titel 3 van boek 2 van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Art.89. In artikel 51 van dezelfde wet worden de woorden "artikel 23 van Boek II, Titel I van het Wetboek van Koophandel" vervangen door "hoofdstuk 5 van titel 2 van boek 2 en hoofdstuk 3 van titel 2 van boek 3 van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Afdeling 22. - Wijziging van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht
Art.90. In artikel 89 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht worden de woorden ", schip, boot" opgeheven.
Afdeling 23. - Wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten
Art.91. In artikel 25, § 2, d) van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, ingevoegd bij de wet van 17 maart 2013 en gewijzigd bij de wetten van 10 april 2014, 1 februari 2016 en 5 februari 2016, wordt de bepaling onder het derde streepje vervangen als volgt "artikel 4.5.2.3 van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Art.92. In artikel 26, § 2, d) van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 17 maart 2013 en gewijzigd bij de wetten van 10 april 2014, 1 februari 2016 en 5 februari 2016, wordt de bepaling onder het derde streepje vervangen als volgt "artikel 4.5.2.3 van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Afdeling 24. - Wijziging van de wet van 3 juni 2007 houdende diverse arbeidsbepalingen
Art.93. In artikel 70 van de wet van 3 juni 2007 houdende diverse arbeidsbepalingen worden de woorden "de artikel en 46 en volgende van Boek II, Titel II van het Wetboek van Koophandel" vervangen door de woorden "afdeling 2 van hoofdstuk 2 van titel 3 van boek 2 van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Art.94. In artikel 71 van dezelfde wet worden de woorden "artikel 23 van Boek II, Titel I van het Wetboek van Koophandel" vervangen door "hoofdstuk 5 van titel 2 van boek 2 van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Afdeling 25. - Wijziging van de wet van 1 juli 2011 betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren
Art.95. In artikel 13, § 5 van de wet van 1 juli 2011 betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren worden de woorden "de wet van 5 februari 2007 betreffende de maritieme beveiliging, wordt het havenbeveiligingsplan opgelegd door die wet" vervangen door de woorden "hoofdstuk 2 van titel 5 van boek 2 van het Belgisch Scheepvaartwetboek, wordt het havenbeveiligingsplan opgelegd door die titel".
Afdeling 26. - Wijziging van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen
Art.96. In artikel 271/8, eerste lid van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014, worden de woorden "artikel 8 van hoofdstuk 2, Titel I van boek II van het Wetboek van Koophandel" vervangen door de woorden "artikel 2.2.1.12 van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Afdeling 27. - Wijziging van de wet van 26 november 2012 houdende instemming met het Protocol van 2002 bij het Verdrag van Athene van 1974 inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee, gedaan te Londen op 1 november 2002
Art.97. Artikel 4 van de wet van 26 november 2012 houdende instemming met het Protocol van 2002 bij het Verdrag van Athene van 1974 inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee, gedaan te Londen op 1 november 2002 wordt opgeheven.
Afdeling 28. - Wijziging van het Wetboek van economisch recht
Art.98. In artikel I.9, 53/1°, tweede lid, b) van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 22 april 2016, worden de woorden "binnenvaartuig zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet van 26 maart 2012 betreffende de teboekstelling van binnenvaartuigen andere dan binnenschepen als bedoeld in artikel 271 van Boek II van het Wetboek van Koophandel" vervangen door de woorden "schip zoals bedoeld in het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Afdeling 29. - Wijziging van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006
Art.99. In artikel 61, tweede lid, van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 worden de woorden "artikel 18 van de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de vaartuigen" vervangen door de woorden "artikel 4.2.1.28, § 6, van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Art.100. In artikel 76 van dezelfde wet worden de woorden "de artikel en 22 en 28 van de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de vaartuigen" vervangen door de woorden "artikel 4.1.2.6, § 2, eerste lid, 2°, van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
Afdeling 30. - Wijziging van de wet van 25 december 2016 tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten
Art.101. Artikel 2, 1° van dezelfde wet van 25 december 2016 tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten wordt vervangen door :
"1° de scheepvaartwetten :
- wet van 20 augustus 1981 houdende goedkeuring van de Internationale Overeenkomst voor veilige containers, en van de Bijlagen, opgemaakt te Genève op 2 december 1972;
- wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België;
- wet van 22 april 1999 betreffende de exclusieve economische zone van België in de Noordzee;
- wet van 4 april 2014 betreffende bescherming van het cultureel erfgoed onder water;
- wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006."
Art.102. In dezelfde wet worden de bepalingen onder A in de bijlage opgeheven.
Afdeling 31. - Wijziging van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid
Art.103. In artikel 197 van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid worden de woorden "artikel 3 van de wet van 16 januari 2013 houdende diverse maatregelen betreffende de strijd tegen maritieme piraterij" vervangen door de woorden "artikel 2.4.3.3. van het Belgisch Scheepvaartwetboek".
HOOFDSTUK 4. - OPHEFFINGSBEPALINGEN
Art.104. De wet van 30 maart 1891 rakende de aanhouding, aan boord van Belgische schepen, van lieden door het Belgisch gerecht vervolgd of veroordeeld wordt opgeheven.
Art.105. De wet van 4 september 1908 op de inbeslagneming en het opbod bij vrijwillige vervreemding van de zee- en de binnenschepen, alsmede op de bevoegdheid inzake van zee- en binnenvaart, gewijzigd bij de wetten van 10 oktober 1967 en van 15 juli 1970, wordt opgeheven.
Art.106. De wet van 26 augustus 1919 tot inrichting van het Prijsgerecht, gewijzigd bij de wet van 17 augustus 1920, wordt opgeheven.
Art.107. De wet van 28 november 1928 ten doel hebbende het invoeren in de Belgische wetgeving van beschikkingen gelijkluidend met deze van het internationaal verdrag tot het vaststellen van éénvormige regelen betreffende de immuniteiten van Staatsschepen, getekend te Brussel, op 10 april 1926, gewijzigd bij de wet van 10 oktober 1967, wordt opgeheven.
Art.108. De wet van 9 augustus 1963 tot vaststelling van de aansprakelijkheid van de exploitant van een atoomschip wordt opgeheven.
Art.109. De wet van 8 juli 1976 betreffende de vergunning voor de exploitatie van binnenvaartuigen en betreffende de financiering van het Instituut voor het transport langs de binnenwateren, laatst gewijzigd bij de wet van 25 december 2016, wordt opgeheven.
Art.110. De wet van 20 juli 1976 houdende goedkeuring en uitvoering van het Internationaal Verdrag inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie, en van de Bijlage, opgemaakt te Brussel op 29 november 1969, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1989, 10 augustus 1998, 3 mei 1999, 19 december 2012 en 10 januari 2013, wordt opgeheven.
Art.111. De wet van 12 juli 1983 op de scheepsmeting, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1990, 3 mei 1999, 8 maart 2010 en 25 december 2016, wordt opgeheven.
Art.112. De wet van 25 januari 1984 tot bescherming van de Belgische koopvaardij, gewijzigd bij de wet van 21 december 1990, wordt opgeheven.
Art.113. De wet van 17 juli 1987 houdende goedkeuring van het Verdrag inzake een gedragscode voor lijnvaartconferences, en van de Bijlage, opgemaakt te Genève op 6 april 1974 wordt opgeheven.
Art.114. De wet van 21 december 1990 betreffende de registratie van zeeschepen, gewijzigd bij de wetten van 3 mei 1999 en 25 december 2016, wordt opgeheven.
Art.115. De wet van 6 april 1995 betreffende de voorkoming van verontreiniging door schepen, laatst gewijzigd bij de wet van 22 mei 2014, wordt opgeheven.
Art.116. De wet van 3 mei 1999 tot regeling van de bevoegdheidsverdeling ingevolge de integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de federale politie, laatst gewijzigd bij wet van 25 december 2016, wordt opgeheven.
Art.117. De wet van 5 februari 2007 betreffende de maritieme beveiliging, gewijzigd bij de wetten van 19 november 2013 en 11 augustus 2017, wordt opgeheven.
Art.118. De wet van 30 december 2009 betreffende de strijd tegen piraterij op zee, gewijzigd bij de wetten van 16 januari 2013 en 5 februari 2016, wordt opgeheven.
Art.119. De wet van 30 december 2009 betreffende de strijd tegen piraterij op zee en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de wet van 16 januari 2013, wordt opgeheven.
Art.120. De wet van 20 januari 2011 houdende uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 3 december 2009 tussen de Federale Staat en de Gewesten betreffende de uitvoering van het Verdrag inzake de verzameling, de afgifte en de inname van afval in de Rijn- en binnenvaart, ondertekend te Straatsburg op 9 september 1996 en houdende uitvoering van het Verdrag wordt opgeheven.
Art.121. De wet van 27 juli 2011 betreffende de bevoegde instantie voor de opvang van schepen die bijstand behoeven wordt opgeheven.
Art.122. De wet van 30 januari 2012 tot regeling van aangelegenheden als bedoeld door artikel 78 van de Grondwet inzake verzekering van scheepseigenaren tegen maritieme vorderingen wordt opgeheven.
Art.123. De wet van 30 januari 2012 tot regeling van aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet inzake de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee bij ongevallen wordt opgeheven.
Art.124. De wet van 26 maart 2012 betreffende de teboekstelling van binnenvaartuigen andere dan binnenschepen als bedoeld in artikel 271 van Boek II van het Wetboek van Koophandel wordt opgeheven.
Art.125. De wet van 2 juni 2012 betreffende de federale instantie voor onderzoek van scheepvaartongevallen wordt opgeheven.
Art.126. De wet van 19 december 2012 houdende uitvoering van verscheidene Internationale Verdragen inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor verontreiniging door schepen, met betrekking tot aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet wordt opgeheven.
Art.127. De wet van 16 januari 2013 houdende diverse maatregelen betreffende de strijd tegen maritieme piraterij, gewijzigd bij de wetten van 10 augustus 2015 en 9 november 2015, wordt opgeheven.
Art.128. De wet van 24 april 2014 betreffende de bekendmaking van verscheidene internationale akten houdende technische voorschriften inzake schepen en de zeevaart wordt opgeheven.
Art.129. De wet van 3 juni 2014 betreffende de bevrachting en de prijsvorming in de binnenvaart, met betrekking tot aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet wordt opgeheven.
Art.130. De wet van 19 juni 2016 tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 1257/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 inzake scheepsrecycling, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1013/2006 en van Richtlijn 2009/16/EG wordt opgeheven.
Art.131. De wet van 22 juni 2016 houdende uitvoering van Verordening (EU) nr. 1177/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende de rechten van passagiers die over zee of binnenwateren reizen en houdende wijziging van verordening (EG) nr. 2006/2004, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016, wordt opgeheven.
Art.132. De wet van 25 december 2016 houdende overdracht van de scheepsregistratie en scheepshypotheekbewaring wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 5. - OVERGANGSBEPALINGEN
Art.133. De met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaren of het overheidspersoneel die voor de inwerkingtreding van het Belgisch Scheepvaartwetboek met een of meer welbepaalde uitvoerings- en handhavingsopdrachten zijn belast, behouden hun bevoegdheden na die inwerkingtreding totdat de Koning er anders over beschikt.
Art.134. De Belgische zeeschepen, die hetzij een lengte hebben van minder dan 24 meter, hetzij een lengte van 24 meter of meer hebben doch geen internationale reizen maken, en waarvan de kiel is gelegd of waarvan de bouw zich in een soortgelijk stadium van aanbouw bevond voor 18 juli 1982, blijven onderworpen aan het Algemeen Reglement voor de meting van zeeschepen, gehecht aan het koninklijk besluit van 2 december 1897.
Art.135. De bepalingen van hoofdstuk 5 van titel 2 van boek 2 en van hoofdstuk 3 van titel 2 van boek 3 van het Belgisch Scheepvaartwetboek zijn niet van toepassing op de op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze wet reeds bestaande situaties van samenloop van de rechten van schuldeisers.
Met betrekking tot die gevallen blijven de bepalingen die van toepassing waren vóór de inwerkingtreding van deze wet hun gelding behouden.
Art.136. De bepalingen van hoofdstuk 6 van titel 2 van boek 2, evenals artikel 2.2.7.8 van het Belgisch Scheepvaartwetboek en de bepalingen van hoofdstuk 4 van titel 2 van boek 3 zijn niet van toepassing op de scheepsbeslagen waarvan het exploot op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze wet reeds werd betekend.
Met betrekking tot die scheepsbeslagen blijven de bepalingen die van toepassing waren vóór de inwerkingtreding van deze wet hun gelding behouden.
Art.137. Artikel 2.2.1.26, afdeling 2 van hoofdstuk 2 van titel 3 van boek 2, titel 6 van boek 2 en hoofdstukken 1, 2, 3 en 5 van titel 7 van boek 2, hoofdstuk 3 van titel 3 van boek 3, en hoofdstukken 1 en 2 van titel 7 van boek 3 van het Belgisch Scheepvaartwetboek zijn niet van toepassing wanneer het feit dat de verbintenissen doet ontstaan of, ingeval van verbintenissen uit overeenkomst, het sluiten van de overeenkomst zich voordoet of aanvangt vóór de inwerkingtreding van deze wet.
Met betrekking tot die verbintenissen blijven de bepalingen die van toepassing waren vóór de inwerkingtreding van deze wet hun gelding behouden.
Art.138. Artikel 2.2.5.52 van het Belgisch Scheepvaartwetboek is niet van toepassing op de hangende zaken op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet.
Op die zaken blijven de bepalingen die van toepassing waren vóór de inwerkingtreding van deze wet hun gelding behouden.
Art.139. De artikel en 2.3.1.18 en 2.4.2.13 van het Belgisch Scheepvaartwetboek zijn van toepassing op de lopende termijnen.
Indien de toepasselijke verjaringstermijn door deze bepalingen ten opzichte van de vóór de inwerkingtreding van deze wet geldende bepalingen wordt verlengd, en de rechtsvordering vóór de inwerkingtreding van deze wet is ontstaan, blijft het aanvangspunt van de termijn het feit dat de verjaring deed lopen of de gestuite termijn opnieuw deed lopen.
Indien de verjaringstermijn door de genoemde bepalingen ten opzichte van de vóór de inwerkingtreding van deze wet geldende bepalingen wordt verkort, en de rechtsvordering vóór de inwerkingtreding van deze wet is ontstaan, begint de termijn pas te lopen vanaf haar inwerkingtreding. Desalniettemin worden de bepalingen die van toepassing waren vóór de inwerkingtreding van deze wet toch toegepast indien de verjaring onder die bepalingen zou intreden vóór de afloop van de nieuwe verjaringstermijn.
Art.140. § 1. De getuigschriften of certificaten, voor de inwerkingtreding van het Belgisch Scheepvaartwetboek afgegeven op basis van Boek II van het van bepaalde voorrechten op zeeschepen en diverse bepalingen, de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de vaartuigen, de wet van 8 juli 1976 betreffende de vergunning voor de exploitatie van binnenvaartuigen en betreffende de financiering van het Instituut voor het transport langs de binnenwateren, de wet van 12 juli 1983 op de scheepsmeting, de wet van 21 december 1990 betreffende de registratie van zeeschepen, de wet van 6 april 1995 betreffende de voorkoming van verontreiniging door schepen, de wet van 5 februari 2007 betreffende de maritieme beveiliging, de wet van 30 januari 2012 tot regeling van aangelegenheden als bedoeld door artikel 78 van de Grondwet inzake verzekering van scheepseigenaren tegen maritieme vorderingen, de wet van 30 januari 2012 tot regeling van aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet inzake de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee bij ongevallen, de wet van 19 december 2012 houdende uitvoering van verscheidene Internationale Verdragen inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor verontreiniging door schepen, met betrekking tot aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet of andere door deze wet opgeheven wetsbepalingen worden tot hun eventuele vervaldatum beschouwd als gelijkwaardig aan de overeenstemmende getuigschriften of certificaten afgegeven op basis van het Belgisch Scheepvaartwetboek.
Het certificaat van registratie bedoeld in artikel 2.2.1.3 wordt voor een zeeschip dat beschikt over een zeebrief overeenkomstig artikel 11, § 2, van de wet van 21 december 1990 betreffende de registratie van zeeschepen wordt voor de eerste maal afgegeven op de vervaldag van deze zeebrief.
§ 2. De Koning kan nadere overgangsmaatregelen vaststellen.
HOOFDSTUK 6. - INWERKINGTREDING
Art. 141.Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van één jaar na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
De Koning kan voor iedere bepaling van deze wet een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.
(NOTA : Inwerkingtreding van artikel 116 vastgesteld op 24-04-2020 door KB 2020-04-06/04, art. 4)