Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

12 DECEMBER 1990. - Decreet betreffende het bestuurlijk beleid. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-11-1991 en tekstbijwerking tot 14-01-2008)



Inhoudstafel:


Art. 1
TITEL I. - Herstructurering van Openbare Instellingen.
HOOFDSTUK 1. - Het Commissariaat-generaal voor de Internationale Samenwerking.
Art. 2-4
HOOFDSTUK 2. - Het Gebouwenfonds voor de Rijksscholen.
Art. 5
HOOFDSTUK 3. - Vlaams Fonds voor de Bouw van Ziekenhuizen en Medisch-Sociale Instellingen.
Art. 6-7
HOOFDSTUK 4. - Openbare Psychiatrische Ziekenhuizen te Geel en te Rekem. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Afdeling 1. - Algemene bepalingen. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art. 8
Afdeling 2. - Oprichting, taken en middelen. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art. 9-18
Afdeling 4. - Begrotingen, rekening en boekhouding.(Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art. 19-20
Afdeling 5. - Controle. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art. 21-23
Afdeling 6. - Personeel. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art. 24-27
Afdeling 7. - Overgangsbepalingen. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art. 28-30
HOOFDSTUK 5. - Gemeenschapsinstellingen voor bijzondere jeugdbijstand. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/43, art. 16, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art. 31-33
HOOFDSTUK 6. - (...) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
Afdeling 1. - (...) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
Art. 34-37
Afdeling 2. - (...) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
Art. 38-39
Afdeling 3. - (...) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
Art. 40
Afdeling 4. - (...) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
Art. 41-43
Afdeling 5. - (...) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
Art. 44-48
Afdeling 6. - (...) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
Art. 49-50
HOOFDSTUK 7. - Fonds ter voorkoming en vergoeding van schade veroorzaakt bij het winnen en pompen van grondwater.
Art. 51-52
HOOFDSTUK 8. - [1 Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij]1
Art. 53-56
HOOFDSTUK 9. - Vlaamse Milieumaatschappij.
Art. 57-58
HOOFDSTUK 10. - Vlaamse Landmaatschappij.
Art. 59
HOOFDSTUK 11. - Vlaamse Huisvestingsmaatschappij.
Art. 60
HOOFDSTUK 12. - Wegenfonds.
Art. 61
HOOFDSTUK 13. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art. 62-63
TITEL II. - Bestuurlijke maatregelen inzake het personeel van sommige openbare instellingen.
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003)
Art. 64
HOOFDSTUK 2. - De statutaire of contractuele positie van het personeel. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003)
Art. 65-66
HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepalingen. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003)
Art. 67-77
TITEL III. - Bestuurlijke maatregelen betreffende de structurering van de diensten van de Vlaamse Executieve.
HOOFDSTUK 1. - Organisatiestructuur en werking.
Art. 78-84
HOOFDSTUK 2. - Operationalisering.
Art. 85-95
HOOFDSTUK 3. - Bijzondere maatregelen inzake het niet-statutair personeel. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003)
Art. 96-98
TITEL IV. - Slotbepalingen.
Art. 99



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1974072201  1981001184  1983023313  1984023228  1985024571  1985024596  1985025051  1988030139  1988030140 





Artikels:

Artikel 1. Dit decreet regelt zowel aangelegenheden als bedoeld in artikel 59bis als in artikel 107quater van de Grondwet.

TITEL I. - Herstructurering van Openbare Instellingen.
HOOFDSTUK 1. - Het Commissariaat-generaal voor de Internationale Samenwerking.
Art.2. Het decreet van 28 juni 1985 houdende omvorming van het Commissariaat-generaal voor de Internationale Culturele Samenwerking van de Nederlandse Cultuurgemeenschap in België, opgericht bij decreet van 8 juli 1980, tot Commissariaat-generaal voor de Internationale Samenwerking van de Vlaamse Gemeenschap, wordt opgeheven.

Art.3. De uitvoering van de opdrachten van het Commissariaat-generaal zoals omschreven in artikel 5 van het voormeld decreet van 28 juni 1985 en de rechten, verplichtingen en goederen worden overgedragen aan de Vlaamse Gemeenschap.

Art.4. De personeelsleden van het Commissariaat-generaal worden overgedragen aan de Vlaamse Executieve en geïntegreerd in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

HOOFDSTUK 2. - Het Gebouwenfonds voor de Rijksscholen.
Art.5. De personeelsleden van het Gebouwenfonds voor de Rijksscholen die bij koninklijk besluit van 31 juli 1989 met ingang van 1 augustus 1989 werden overgedragen naar de Vlaamse Gemeenschap en die niet in toepassing van de artikelen 71 en 72 van het bijzonder decreet van 19 december 1988 betreffende de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs aangewezen werden voor de ARGO, worden geïntegreerd in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

HOOFDSTUK 3. - Vlaams Fonds voor de Bouw van Ziekenhuizen en Medisch-Sociale Instellingen.
Art.6. In artikel 4 van het decreet van 1 juni 1983 houdende oprichting van het Vlaams Fonds voor de Bouw van Ziekenhuizen en Medisch-Sociale Instellingen wordt de bepaling " Het personeel van het Fonds geniet hetzelfde statuut als dat van het personeel van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse Executieve stelt de personeelsformatie van het Fonds vast. " vervangen door " De personeelsleden van het Vlaams Fonds voor de Bouw van Ziekenhuizen en Medisch-Sociale Instellingen worden overgedragen aan de Vlaamse Executieve en geïntegreerd in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. "

Art.7. Artikel 5 van het voormeld decreet van 1 juni 1983 wordt vervangen door :
  " Artikel 5. De Vlaamse Executieve wijst de ambtenaar-generaal van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap aan die met het dagelijks beheer van het Fonds belast wordt. "

HOOFDSTUK 4. - Openbare Psychiatrische Ziekenhuizen te Geel en te Rekem. (Opgeheven)
Afdeling 1. - Algemene bepalingen. (Opgeheven)
Art.8. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Afdeling 2. - Oprichting, taken en middelen. (Opgeheven)
Art.9. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.10. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.11. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.12. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.13. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.14. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.15. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.16. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.17. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.18. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Afdeling 4. - Begrotingen, rekening en boekhouding.(Opgeheven)
Art.19. (Opgeheven) <DVR 1996-12-20/37, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 01-01-1997>

Art.20. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Afdeling 5. - Controle. (Opgeheven)
Art.21. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.22. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.23. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Afdeling 6. - Personeel. (Opgeheven)
Art.24. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.25. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.26. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.27. (Opgeheven) <DVR 1998-07-07/49, art. 5, 007; Inwerkingtreding : 01-01-1995>

Afdeling 7. - Overgangsbepalingen. (Opgeheven)
Art.28. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.29. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.30. (Opgeheven) <DVR 2006-07-19/45, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

HOOFDSTUK 5. - Gemeenschapsinstellingen voor bijzondere jeugdbijstand. (Opgeheven)
Art.31. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/43, art. 16, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.32. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/43, art. 16, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.33. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/43, art. 16, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

HOOFDSTUK 6. - (...)   ++++++++++++++++++++
Afdeling 1. - (...)
Art.34. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.35. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.36. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.37. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Afdeling 2. - (...)
Art.38. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.39. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Afdeling 3. - (...)
Art.40. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Afdeling 4. - (...)
Art.41. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.42. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.43. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Afdeling 5. - (...)
Art.44. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.45. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.46. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.47. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.48. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Afdeling 6. - (...)
Art.49. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.50. (Opgeheven) <DVR 2004-05-07/50, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

HOOFDSTUK 7. - Fonds ter voorkoming en vergoeding van schade veroorzaakt bij het winnen en pompen van grondwater.
Art.51. 1° <Wijzigingsbepaling van artikel 20, §§ 1 en 2 van DVR 1984-01-24/32>
  2° <Wijzigingsbepaling van artikel 20, § 3 van DVR 1984-01-24/32>
  3° <Wijzigingsbepaling van artikel 21, §§ 1 en 3 van DVR 1984-01-24/32>
  4° <Opheffingsbepalingen van de artikelen 22 en 25 van DVR 1984-01-24/32>
  5° <Wijzigingsbepaling van artikel 26, L 1 van DVR 1984-01-24/32>

Art.52. <Nieuwe bepaling van artikel 28bis van DVR 1984-01-24/32>

HOOFDSTUK 8. - [1 Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij]1   ----------   (1)
Art.53. Het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt belast met de taken inzake vergunningen en inspectie bepaald in de wet van 22 juli 1974 op de giftige afval en in het decreet van 2 juli 1981 op het beheer van afvalstoffen, onverminderd artikel 13, § 1, 5, van dit laatste decreet.

Art.54. <Wijzigingsbepalingen van art. 12, § 4; art. 13, § 1, 5; art. 13, § 1, 7; art. 13, § 1, 12; art. 13, § 1, 13; art. 21, § 2, c); art. 23, § 1; art. 26, § 3; art. 27, § 2; art. 52, § 3 van DVR 1981-07-02/30>

Art.55. § 1. <Nieuwe bepaling van art. 41bis van DVR 1985-06-28/36>
  (§ 2). <Wijzigingsbepaling van art. 45 van DVR 1985-06-28/36> <Erratum : zie B.St. 15-02-1991, p 3008>

Art.56.De Vlaamse Executieve bepaalt welke personeelsleden ingevolge de gewijzigde opdrachten van de [1 Openbare Vlaamse]1 Afvalstoffenmaatschappij en [1 de Vlaamse overheid]1, vanuit de [1 Openbare Vlaamse]1 Afvalstoffenmaatschappij worden overgedragen aan de Vlaamse Executieve en geïntegreerd in [1 de Vlaamse overheid]1.
  De Vlaamse Executieve bepaalt welke roerende en onroerende goederen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de ingevolge dit decreet aan [1 de Vlaamse overheid]1 toegewezen opdrachten vanuit de [1 Openbare Vlaamse]1 Afvalstoffenmaatschappij worden overgedragen naar het Vlaamse Gewest.
  De Vlaamse Executieve bepaalt de nadere regels inzake de overdracht van de betrokken ambtenaren en goederen.
  ----------
  (1)<DVR 2007-12-07/51, art. 44, 012; Inwerkingtreding : 14-01-2008>

HOOFDSTUK 9. - Vlaamse Milieumaatschappij.
Art.57.[1 De Vlaamse overheid]1 wordt belast met de taken inzake vergunningen en inspectie bepaald in de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging.
  ----------
  (1)<DVR 2007-12-07/51, art. 45, 012; Inwerkingtreding : 14-01-2008>

Art.58. <Wijzigingsbepalingen van de artikelen 32bis t.e.m. 32quinquies en 32septies t.e.m. 32septiesdecies van DVR 1971-03-26/02>

HOOFDSTUK 10. - Vlaamse Landmaatschappij.
Art.59. <Wijzigingsbepaling van artikel 6, § 4, nieuwe bepaling van artikel 8bis en wijzigingsbepaling van artikel 17, § 3 van DVR 1988-12-21/31>

HOOFDSTUK 11. - Vlaamse Huisvestingsmaatschappij.
Art.60. In artikel 8 van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij wordt § 4 vervangen door de volgende bepaling :
  " § 4. De Vlaamse Executieve benoemt de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en bepaalt hun geldelijk en administratief statuut. "

HOOFDSTUK 12. - Wegenfonds.
Art.61. De personeelsleden van het Wegenfonds die, in toepassing van artikel 14, §§ 4 en 5, van de wet van 26 juni 1990 betreffende sommige openbare instellingen of instellingen van openbaar nut en andere overheidsdiensten, bij koninklijk besluit worden overgedragen aan het Vlaamse Gewest, worden geïntegreerd in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

HOOFDSTUK 13. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art.62.De Vlaamse Executieve stelt nadere regels vast met betrekking tot de samenwerking tussen [1 de Vlaamse overheid]1, de [1 Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij]1, de Vlaamse Landmaatschappij, de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, de Vlaamse Milieumaatschappij, de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, en de in de artikel 32septies, § 1, van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren bedoelde naamloze vennootschap, inzonderheid wat de al dan niet geautomatiseerde informatieuitwisseling betreft.
  ----------
  (1)<DVR 2007-12-07/51, art. 46, 012; Inwerkingtreding : 14-01-2008>

Art.63.De overdracht van de personeelsleden van het Commissariaat-generaal voor de Internationale Samenwerking, het Gebouwenfonds voor de Rijksscholen, het Vlaams Fonds voor de Bouw van Ziekenhuizen en Medisch-Sociale Instellingen, het Wegenfonds, de Vlaamse Maatschappij voor Waterzuivering, de [1 Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest]1, naar [1 de Vlaamse overheid]1 geschiedt met hun graad of een gelijkwaardige graad en in hun hoedanigheid.
  Zij behouden ten minste de administratieve en geldelijke anciënniteit, de toelagen, vergoedingen of premies en andere voordelen die zij hadden of zouden verkregen hebben krachtens een reglementering indien zij binnen de instelling van herkomst het ambt hadden blijven uitoefenen dat zij bij hun overdracht bekleedden.
  Deze overdrachten zijn geen nieuwe benoemingen. Zij kunnen niet worden beschouwd als overplaatsingen volgens het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel.
  ----------
  (1)<DVR 2007-12-07/51, art. 46, 012; Inwerkingtreding : 14-01-2008>

TITEL II. - Bestuurlijke maatregelen inzake het personeel van sommige openbare instellingen.
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003)
Art.64. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) De hoofdstukken 1 tot en met 3 zijn van toepassing op de hierna volgende openbare instellingen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en van het Vlaamse Gewest :
  - het Commissariaat-generaal voor Internationale Samenwerking;
  - (Toerisme Vlaanderen); <DCFL 1998-07-07/45, art. 44, 006; Inwerkingtreding : onbepaald >
  - het Vlaams Fonds voor de Bouw van Ziekenhuizen en Medisch-Sociale Instellingen;
  - Kind en Gezin;
  - de administratieve diensten van de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs;
  - de Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs;
  - het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel;
  - het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem;
  - het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap;
  - de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest;
  - de Vlaamse Maatschappij voor Waterzuivering;
  - de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening;
  - de Vlaamse Landmaatschappij;
  - de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij;
  - de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;
  - de Dienst voor de Scheepvaart;
  - de N.V. Maatschappij voor Brugse Zeevaartinrichtingen;
  - de Vlaamse Milieumaatschappij;
  - het Vlaams Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie.

HOOFDSTUK 2. - De statutaire of contractuele positie van het personeel. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003)
Art.65. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) § 1. Niettegenstaande elke andere bepaling, geschieden de aanwervingen volgens de in de personeelsstatuten gestelde regels.
  § 2. In afwijking van paragraaf 1, kunnen in de in artikel 64 bedoelde instellingen, personen onder het stelsel van een arbeidsovereenkomst in dienst worden genomen uitsluitend om :
  1° aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften te voldoen; het betreft ofwel in de tijd beperkte acties ofwel een buitengewone toename van het werk;
  2° de ambtenaren te vervangen die hun betrekking niet of slechts deeltijds bekleden, met inbegrip van de ambtenaren die hun loopbaan onderbreken in de zin van het koninklijk besluit van 3 juli 1985 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in de besturen en andere diensten van de ministeries onverminderd de mogelijkheid om een statutair personeelslid door een ander statutair personeelslid te vervangen;
  3° bijkomende of specifieke opdrachten te vervullen, na voorafgaandelijk akkoord van de Vlaamse Executieve.
  § 3. De Vlaamse Executieve bepaalt na onderhandelingen met de representatieve vakbonden :
  1° de voorwaarden en de wijze waarop personen met inachtneming van de dwingende bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten in dienst worden genomen met een arbeidsovereenkomst als bedoeld in § 2;
  2° de in § 2, 3°, bedoelde specifieke of bijkomende opdrachten.

Art.66. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) In de in artikel 64 bedoelde instellingen mag het bestand van statutair en contractueel personeel het bestand waarin door de organieke formatie is voorzien, niet overschrijden, behalve voor de stagiairs bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces en voor behoeften en opdrachten bedoeld in artikel 65, § 2, 1° en 3°.
  (Lid 2 opgeheven) <DVR 1998-07-07/49, art. 20, 007; Inwerkingtreding : 01-01-1995>

HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepalingen. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003)
Art.67. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) Op de toepassing van dit hoofdstuk kunnen zich beroepen :
  1° de personeelsleden die benoemd zijn :
  - hetzij tijdelijk op grond van het besluit van de Regent van 30 april 1947 houdende vaststelling van het statuut van het tijdelijk personeel;
  - hetzij tijdelijk op grond van het besluit van de Regent van 10 april 1948 houdende statuut van het tijdelijk werkliedenpersoneel;
  - hetzij op grond van artikel 212 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986;
  2° de contractueel of precair aangeworven personeelsleden met uitzondering van de personeelsleden bedoeld in :
  a) artikel 5 van het koninklijk besluit van 1 maart 1976 betreffende de aanwerving van ambtenaren van bepaalde instellingen van openbaar nut;
  b) het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces;
  c) decreets- of verordeningsbepalingen die de aanwerving van personen bij arbeidsovereenkomst regelen;
  3° de personen die tewerkgesteld zijn geweest met toepassing, hetzij van artikel 51, § 2, van de wet van 28 december 1973 betreffende de budgettaire voorstellen 1973-1974, hetzij van de artikelen 161 tot 171 van het koninklijk besluit van 20 december 1963 betreffende de arbeidsvoorziening en de werkloosheid, hetzij van artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 juli 1985 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in de besturen en de andere diensten van de ministeries;

Art.68. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) De in artikel 67 bedoelde personen kunnen zich op de toepassing van dit hoofdstuk beroepen voor zover zij :
  (1° in dienst of tewerkgesteld zijn in één van de instellingen als bedoeld in artikel 64 of in de diensten van de Vlaamse Executieve op de dag dat deze titel in werking treedt ofwel in dienst geweest of tewerkgesteld geweest zijn in één van de openbare instellingen onder het gezag, de controle of het toezicht van de Staat en na de datum van inwerkingtreding van deze titel overgedragen naar de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest of aan een openbare instelling, die afhangt van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest ofwel in dienst geweest of tewerkgesteld geweest zijn in één of meer instellingen als bedoeld in artikel 64 en/of in de diensten van de Vlaamse Executieve gedurende een periode van ten minste twaalf maanden derwijze dat die periode valt binnen de vierentwintig maanden, die aan de datum van inwerkingtreding van deze titel voorafgaan;) <DVR 1992-07-01/33, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 21-12-1990>
  2°
  a) geslaagd zijn voor een door het Vast Wervingssecretariaat georganiseerd vergelijkend wervingsexamen waarvan de geldigheidsduur niet verstreken is op de datum van inwerkingtreding van deze titel;
  b) ofwel geslaagd zijn voor een door het Vast Wervingssecretariaat georganiseerd vergelijkend wervingsexamen, waarvan de geldigheidsduur verstreken is vóór de datum van inwerkingtreding van deze titel;
  c) ofwel slagen voor een vergelijkend examen dat na de datum van inwerkingtreding van deze titel georganiseerd wordt door het Vast Wervingssecretariaat. Dat examen zal ook toegankelijk zijn voor gegadigden die zich niet kunnen beroepen op deze regeling.
  Op datum van het afsluiten van de inschrijvingen voor dat vergelijkend examen moeten de belanghebbenden houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat eventueel vereist is met toepassing van de artikelen 16, 6°, en 17, § 1, A, B, E en F, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende statuut van het rijkspersoneel;
  3° op de voorzieningen van dit hoofdstuk aanspraak gemaakt hebben uiterlijk op een datum die bij besluit van de Vlaamse Executieve wordt vastgesteld en die niet vóór 31 december 1992 mag vallen.

Art.69. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) De in artikel 67 bedoelde personen die aan de in artikel 68 gestelde voorwaarden voldoen, moeten zich regelmatig inschrijven voor een door het Vast Wervingssecretariaat uitgeschreven vergelijkend wervingsexamen waarvoor de oproep wordt bekendgemaakt binnen de periode die aanvangt op de datum van inwerkingtreding van dit hoofdstuk en eindigt uiterlijk op de datum bedoeld in artikel 68, 3°.
  Het Vast Wervingssecretariaat is ertoe gehouden een vergelijkend wervingsexamen te organiseren voor de benoeming in de gemene graden van de rangen 10, 20, 30, 42, 41 en 40, zelfs indien voldoende reserves beschikbaar zijn om aan de voor deze graden toegestane machtigingen te voldoen.
  De geslaagden voor de vergelijkende wervingsexamens bedoeld in artikel 68, 2°, a) en b), moeten zich regelmatig aanmelden voor een vergelijkend examen en zich bij hun inschrijving beroepen op de toepassing van deze afdeling; zij worden vrijgesteld van deelneming aan dat vergelijkend wervingsexamen en van betaling van het inschrijvingsgeld.

Art.70. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) § 1. De onder artikel 68 bedoelde personen worden binnen de perken van het bij artikel 6, § 1, van de op 21 mei 1964 gecoördineerde wetten betreffende het personeel van Afrika bepaalde quotum, aangeworven in de graad waarvoor zij het examen hebben afgelegd, onmiddellijk na het beroepspersoneel van de kaders van Afrika.
  § 2. Zij worden, in onderstaande volgorde, opgenomen in het quotum :
  1° de geslaagden voor de vergelijkende wervingsexamens waarvan de oproep werd bekendgemaakt vóór de datum van inwerkingtreding van dit hoofdstuk en waarvan de geldigheidsduur niet verstreken is op deze datum;
  2° de geslaagden voor de vergelijkende wervingsexamens waarvan de geldigheidsduur verstreken is vóór de datum van inwerkingtreding van dit hoofdstuk;
  3° de geslaagden voor de vergelijkende wervingsexamens die worden aangekondigd in de periode die aanvangt op de datum van inwerkingtreding van dit hoofdstuk en die eindigt op de datum bedoeld in artikel 68, 3°.

Art.71. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) Tegen de begunstigden van dit hoofdstuk mogen niet worden ingeroepen de prioriteitsrechten die verleend worden door :
  1° de gecoördineerde wetten van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947 tot verzekering van de wederopneming der gemobiliseerde Belgen in hun bediening en tot toekenning aan de oorlogsinvaliden en oudstrijders, leden van de weerstand, politieke gevangenen, oorlogsweduwen en -wezen, gedeporteerden, arbeidsweigeraars en andere slachtoffers van de oorlogen 1914-1918 en 1940-1945 van een prioriteitsrecht voor de toegang tot de openbare betrekkingen;
  2° het koninklijk besluit nr. 3 van 18 april 1967 ter bevordering van een gemakkelijker werving of indienstneming, in overheidsdienst, van personen ontslagen wegens gehele of gedeeltelijke sluiting van steenkolenmijnen;
  3° de wet van 26 maart 1968 waarbij de aanwerving in openbare dienst wordt vergemakkelijkt van personen die bij de technische coöperatie met de ontwikkelingslanden diensten hebben gepresteerd;
  4° de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de krijgsmacht;
  5° het koninklijk besluit van 22 oktober 1982 houdende de uitvoeringsmaatregelen betreffende de mobiliteit van het personeel van sommige overheidsdiensten.

Art.72. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt het quotum waarnaar artikel 70, § 1, verwijst, uitgebreid tot de betrekkingen van niveau 3 en van niveau 4.

Art.73. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) § 1. Bij elke indienstneming met het oog op het verlenen van een openstaande vaste betrekking in een instelling genoemd in artikel 64 wordt het voorbehouden quotum vastgesteld op 50 procent van de te verlenen betrekkingen.
  § 2. Wanneer het aantal van deze betrekkingen oneven is, wordt het voorbehouden quotum teruggebracht tot de eenheid die onmiddellijk lager ligt dan de helft van dit aantal tenzij, bij de vroegere aanwerving, soortgelijke betrekking werd toegekend aan een persoon die het voordeel van dit hoofdstuk niet genoot.

Art.74. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) § 1. De geslaagden in een zelfde reserve worden gerangschikt op grond van het aantal punten dat zij behaald hebben.
  § 2. Voor de toelating tot de stage in de instelling waar zij in dienst of tewerkgesteld zijn of geweest zijn, onder de in artikel 68, 1°, bepaalde voorwaarden worden de personen die onder de regeling van dit hoofdstuk vallen, binnen het voorbehouden quotum gerangschikt vóór de andere geslaagden, voor zover de te verlenen betrekking met de bezette betrekking overeenstemt.
  § 3. De betrekkingen worden afwisselend toegewezen aan de begunstigden van deze regeling en aan de andere geslaagden.
  § 4. De betrekkingen van het quotum die vacant zouden blijven bij gebrek aan geslaagden bedoeld in artikel 70, § 1, en artikel 72 worden toegekend aan de geslaagden van de andere groep en omgekeerd.

Art.75. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) De regels ingesteld bij artikel 18, §§ 2 en 3, van het koninklijk besluit van 17 september 1969 betreffende de vergelijkende examens en examens georganiseerd voor de werving en de loopbaan van het rijkspersoneel, blijven van toepassing op de wervingsreserves bedoeld in artikel 70, § 2, 1° en 3°.
  In het voormelde artikel 18, § 2, tweede lid, zijn de woorden " en onverminderd de artikelen 5 en 6 van de wet van 26 maart 1968 waarbij de aanwerving in openbare dienst wordt vergemakkelijkt van personen die bij de technische coöperatie met de ontwikkelingslanden diensten hebben gepresteerd " evenwel niet van toepassing op de betrekkingen die behoren tot het voorbehouden quotum, bepaald in artikel 70, § 1.

Art.76. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) Om tot de stage te worden toegelaten worden de personen op wie dit hoofdstuk van toepassing is vrijgesteld van de toelatingsvereiste gesteld onder 5° van artikel 16 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel.

Art.77. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) § 1. De personen bedoeld in artikel 67, 3°, die de door artikel 68, 1°, gestelde voorwaarden vervullen, worden op de datum van inwerkingtreding van deze titel in dienst genomen bij arbeidsovereenkomst onder de voorwaarden vastgelegd bij het besluit van de Vlaamse Executieve van 14 februari 1990 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen.
  De geldigheidsduur van deze overeenkomst is beperkt tot het gedeelte van de toegestane periode van hun tewerkstelling dat op die datum nog overblijft.
  § 2. Onverminderd § 3, tweede lid, mogen de personen op wie dit hoofdstuk van toepassing is, al dan niet geslaagd voor het vergelijkend wervingsexamen bedoeld in artikel 68, 2°, in dienst blijven tot bij het verstrijken van de geldigheidsduur van hun contract of tot bij het verstrijken van hun statuut van tijdelijk ambtenaar dat thans op hen van toepassing is en in geen enkel geval na de in artikel 68, 3°, bepaalde datum.
  § 3. Na de in § 2 bedoelde termijnen kunnen personen met een arbeidsovereenkomst in dienst worden genomen in de gevallen en onder de voorwaarden vermeld in artikel 65, § 2.
  Voor de in § 1 bedoelde contractuelen die betrekkingen bekleden die definitief vacant zijn in de personeelsformatie van de in artikel 64 bedoelde instellingen die niet zouden kunnen worden vervangen door statutaire ambtenaren vóór het verstrijken van de termijn waarvan sprake in § 1, tweede lid, van dit artikel, mag de geldigheidsduur van hun contract verlengd worden voor een nieuwe periode die in geen geval de datum van indiensttreding van de statutaire ambtenaren die hen vervangen mag overschrijden.
  § 4. De Vlaamse Executieve mag van de personeelsleden en de personen die onder de toepassing van dit hoofdstuk vallen diegenen aanwijzen die in afwijking van de in artikel 65, § 2, limitatief opgesomde gevallen onder arbeidsovereenkomst in dienst worden gehouden, onder de bij een besluit van de Vlaamse Executieve vastgelegde voorwaarden.
  De personeelsleden en de personen die onder de toepassing van deze afdeling vallen en die op de in artikel 68, 3°, bedoelde datum vijftig jaar oud zijn of die geslaagd zijn voor een door het Vast Wervingssecretariaat georganiseerd vergelijkend wervingsexamen, worden ambtshalve in dienst gehouden onder de in het voorgaande lid vastgelegde voorwaarden.

TITEL III. - Bestuurlijke maatregelen betreffende de structurering van de diensten van de Vlaamse Executieve.
HOOFDSTUK 1. - Organisatiestructuur en werking.
Art.78. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.79. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.80. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.81. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.82. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.83. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.84. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

HOOFDSTUK 2. - Operationalisering.
Art.85. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.86. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.87. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.88. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.89. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.90. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.91. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.92. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.93. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.94. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.95. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

HOOFDSTUK 3. - Bijzondere maatregelen inzake het niet-statutair personeel. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003)
Art.96. (Opgeheven) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.97. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) § 1. (De personeelsleden met een precair statuut van de diensten van de Vlaamse regering die onder toepassing vallen van de wet van 20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en van sommige instellingen van openbaar nut en die niet geslaagd zijn voor de vóór 31 december 1991 aangekondigde examens die georganiseerd worden in het kader van de overgangsbepalingen van deze wet, genieten bij voorrrang de organieke regeling voor het in dienst nemen van contractuelen, zoals bepaald in artikel XIV.2 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel.) <DVR 1994-06-15/34, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>
  § 2. (...) <DVR 1994-06-15/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1994>
  § 3. De Vlaamse Executieve mag de personeelsleden aanwijzen die in afwijking van de organieke regeling voor het in dienst nemen van contractuelen onder arbeidsovereenkomst in dienst gehouden worden onder de te bepalen voorwaarden.

Art.98. (NOTA : opgeheven voor de rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest bij DVR 2003-07-18/45, art. 37, 2°; Inwerkingtreding : 01-09-2003) Op de personeelsleden van de openbare instellingen die geïntegreerd worden in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en nog niet ressorteerden onder het toepassingsgebied van de wet van 20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en van sommige instellingen van openbaar nut is inzonderheid artikel 68, 1°, van dit decreet van toepassing. Die personeelsleden oefenen hun prioriteitsrecht uit in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

TITEL IV. - Slotbepalingen.
Art. 99. Dit decreet treedt in werking de dag van de publikatie in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de diverse bepalingen van Titel I waarvoor de Vlaamse Executieve de inwerkingtreding van elk artikel bepaalt.