Artikels:
TITEL 1. - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.Behoudens een tegengestelde vermelding in dit besluit of een andere wettelijke of reglementaire bepaling aangenomen na 13 maart 2020, worden de termijnen die zijn voorzien bij of krachtens de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met uitzondering van de termijnen voorzien bij of krachtens afdeling XVI en afdeling XXII van hoofdstuk V van titel III, de titels IV, V, Vbis, hoofdstuk III van titel VI en hoofdstukken II, III en IV van titel VII van de wet, geschorst vanaf 13 maart 2020 tot een door de Koning op generieke wijze of voor sommige van die termijnen te bepalen datum.
[1 NOTA: Artikel 1 opgeheven behalve wat betreft de termijnen bedoeld in artikel 174 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en de termijnen betreffende de procedures waarbij de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen of de Commissie Tegemoetkoming Implantaten en Invasieve Medische hulpmiddelen betrokken zijn.]1
[2 NOTA: Artikel 1 opgeheven wat betreft de termijnen bedoeld in artikel 174 van de voornoemde wet.
Artikel 1 opgeheven wat betreft de termijnen betreffende de procedures waarbij de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen of de Commissie Tegemoetkoming Implantaten en Invasieve Medische hulpmiddelen betrokken zijn.]2
----------
(1)<KB 2020-12-28/05, art. 1,§1, 008; Inwerkingtreding : 08-01-2021>
(2)<KB 2020-12-28/05, art. 2-3, 008; Inwerkingtreding : 01-04-2021>
Art.2. De procedures die zijn ingesteld bij of krachtens de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, kunnen schriftelijk plaatsvinden of op afstand.
Zo nodig kunnen de adviezen worden ingewonnen binnen een kortere termijn dan de wettelijk of reglementair voorgeschreven termijn of kunnen de maatregelen worden genomen zonder dat de wettelijk of reglementair voorgeschreven voorstellen of adviezen voorafgaandelijk worden ingewonnen.
TITEL 2. - ZUURSTOFCONCENTRATOREN
Art.3. In hoofdstuk 2, afdeling 6, van deel 1 van de bijlage gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2002 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van de verstrekkingen bedoeld in artikel 34, eerste lid, 20°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 maart 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° In § 1, wordt de lijst van de middelen aangevuld met de volgende middelen:
VASTE ZUURSTOFCONCENTRATOR, DEVILBISS DRIVE 525 KS (SOS OXYGENE Benelux)
VASTE ZUURSTOFCONCENTRATOR, PERFECTO2 INVACARE (SOS OXYGENE Benelux)
VASTE ZUURSTOFCONCENTRATOR, PLATINUM 9 INVACARE (SOS OXYGENE Benelux)
2° In § 2, wordt punt A, 1°, aangevuld als volgt:
Installatie door de leverancier:
Cat. | Code | Benaming en verpakking Dénomination et conditionnement | Prijs Prix | Vergoedingsbasis Base de remboursement | I | II |
A | | VASTE ZUURSTOFCONCENTRATOR, DEVILBISS DRIVE 525 KS/ OXYCONCENTRATEUR FIXE, DEVILBISS DRIVE 525 KS (SOS OXYGENE Benelux) | 31,80 | 31,80 | 0,00 | 0,00 |
A | | VASTE ZUURSTOFCONCENTRATOR, PERFECTO2 INVACARE/OXYCONCENTRATEUR FIXE, PERFECTO2 INVACARE (SOS OXYGENE Benelux) | 31,80 | 31,80 | 0,00 | 0,00 |
A | | VASTE ZUURSTOFCONCENTRATOR, PLATINUM 9 INVACARE/ OXYCONCENTRATEUR FIXE, PLATINUM 9INVACARE (SOS OXYGENE Benelux) | 31,80 | 31,80 | 0,00 | 0,00 |
3° In § 2 wordt punt A, 2°, a), aangevuld als volgt:
Huurgeld en onderhoud :
Cat. | Code | Benaming en verpakking Dénomination et conditionnement | Prijs Prix | Vergoedingsbasis Base de remboursement | I | II |
A | | VASTE ZUURSTOFCONCENTRATOR, DEVILBISS DRIVE 525 KS/ OXYCONCENTRATEUR FIXE, DEVILBISS DRIVE 525 KS (SOS OXYGENE Benelux) | 90,10 | 90,10 | 0,00 | 0,00 |
A | | VASTE ZUURSTOFCONCENTRATOR, PERFECTO2 (INVACARE)/OXYCONCENTRATEUR FIXE, PERFECTO2,INVACARE (SOS OXYGENE Benelux) | 90,10 | 90,10 | 0,00 | 0,00 |
A | | VASTE ZUURSTOFCONCENTRATOR, PLATINUM 9, INVACARE/OXYCONCENTRATEUR FIXE, PLATINUM 9 INVACARE (SOS OXYGENE Benelux) | 90,10 | 90,10 | 0,00 | 0,00 |
Bevochtiger voor éénmalig gebruik:
Cat. | Code | Benaming en verpakking Dénomination et conditionnement | Prijs Prix | Vergoedingsbasis Base de remboursement | I | II |
A | | VASTE ZUURSTOFCONCENTRATOR, DEVILBISS DRIVE 525 KS/ OXYCONCENTRATEUR FIXE, DEVILBISS DRIVE 525 KS (SOS OXYGENE Benelux) | 5,51 | 5,51 | 0,00 | 0,00 |
A | | VASTE ZUURSTOFCONCENTRATOR, PERFECTO2 INVACARE/OXYCONCENTRATEUR FIXE, PERFECTO2,INVACARE (SOS OXYGENE Benelux) | 5,51 | 5,51 | 0,00 | 0,00 |
A | | VASTE ZUURSTOFCONCENTRATOR, PLATINUM 9 INVACARE/OXYCONCENTRATEUR FIXE PLATINUM 9, INVACARE (SOS OXYGENE Benelux) | 5,51 | 5,51 | 0,00 | 0,00 |
TITEL 3. - CONTINUCKTEIT VAN ZORG
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art.4. § 1. De verstrekkingen worden aangeduid met een rangnummer vóór de omschrijving van de verstrekking. De omschrijving van elke verstrekking wordt gevolgd door de sleutelletter N voor de verstrekkingen van de artsen of tandarts, C voor het toezicht door een arts-specialist op een in een ziekenhuis opgenomen rechthebbende, K voor de technische verstrekkingen van artsen-specialisten, M voor de verstrekkingen van kinesitherapeuten.
§ 2. Die sleutelletter komt vóór een coëfficiëntgetal dat de betrekkelijke waarde van elke verstrekking aangeeft.
§ 3. De sleutelletter is een teken waarvan de waarde in euro als volgt is bepaald:
- voor de verstrekking 444710 - 444721 opgenomen in artikel 5 van dit besluit wordt de waarde van de sleutelletter K vastgesteld op 1,290865 EUR;
- voor de verstrekkingen opgenomen in artikel 6 van dit besluit wordt de waarde van de sleutelletter N vastgesteld op 0,774166 EUR ;
- voor de verstrekkingen opgenomen in artikel 6 van dit besluit wordt de waarde van de sleutelletter C vastgesteld op 1,4 EUR ;
- voor de verstrekkingen opgenomen in de artikelen 8, 9 en 10 van dit besluit wordt de waarde van N vastgesteld op 2 EUR
- voor de verstrekkingen opgenomen in de artikel 12 van dit besluit wordt de waarde van N vastgesteld op 4 EUR
- voor de verstrekking 518011 opgenomen in artikel 13 van dit besluit wordt de waarde van de sleutelletter M vastgesteld op 0,930233 EUR ;
- voor de verstrekking 518033 opgenomen in artikel 13 van dit besluit wordt de waarde van de sleutelletter M vastgesteld op 0,925926 EUR.
§ 4. Op elke nota, opgemaakt ter staving van het verrichten van één of andere verstrekking, moet het in § 1 bedoelde rangnummer vermeld worden.
§ 5. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° "de nomenclatuur" in de artikelen 4 tot en met 18 van dit besluit: de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen zoals bedoeld in de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
2° "de nomenclatuur" in de artikelen 19 tot en met 28 van dit besluit: koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen.
HOOFDSTUK 2. - Verstrekkingen in een ziekenhuis
Art.5. Verkorte bestraling bij borstkankerpatiënten:
444710-444721
Borstbestraling via hypofractionering (5 fracties) met gebruik van intensiteitsmodulatie (IMRT) in kader van COVID-19 K 2000.
In tegenstelling tot de bepalingen van artikel 19, § 1, categorie 4, van de nomenclatuur, is de verplichting om minstens 15 fracties volgens IMRT toe te dienen niet van toepassing op de verstrekking 444710-444721.
HOOFDSTUK 3. - Bijzonder toezicht op patiënten met COVID-19
Art.6.§ 1. Identificatie van de COVID-19-patiënt:
793800
COVID-19-patiënt N 0
De verstrekking 793800 wordt geattesteerd voor alle gehospitaliseerde COVID-19-patiënten.
Onder COVID-19-patiënt wordt verstaan:
- een persoon met laboratoriumbevestiging van COVID-19 infectie
of
- een persoon bij wie de laboratoriumtest voor COVID-19 negatief is, maar bij wie de diagnose van COVID-19 wordt gesteld op basis van een suggestieve klinische presentatie EN een compatibele CT thorax.
§ 2. [1 ...]1
§ 3. [1 ...]1
§ 4. [1 ...]1
§ 5. De in de paragrafen 1, 2, 3 en 4 bedoelde verstrekkingen kunnen enkel worden aangerekend in algemene ziekenhuizen (acute algemene ziekenhuizen, universitaire ziekenhuizen en ziekenhuizen met een universitair karakter).
----------
(1)
HOOFDSTUK 4. - Zorg op afstand
Art.7. De volgende basisprincipes gelden voor de verstrekkingen op afstand opgenomen in de artikelen 8 tot en met 13, 16, 17 en 19 tot en met 28:
1° de patiënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger geeft zijn geïnformeerde toestemming voor de verstrekking per telefonische of videocommunicatie;
2° het communicatiemiddel bevat verplicht een end-to-end encryptering;
3° de patiënt verkeert in de mogelijkheid om deze verstrekking zonder fysieke aanwezigheid te volgen;
4° de verstrekking kadert in continuïteit van zorg met uitzondering van de verstrekkingen m.b.t. de triage;
5° de kwaliteit van zorg wordt gegarandeerd door in bepaalde gevallen een beperking op het aantal verstrekkingen per zorgverlener te voorzien.
Afdeling 1. - Specifieke zorg op afstand
Art.8.
Art.9.Zorg door een psychiater
§ 1. Advies :
101872
Advies met het oog op een eventuele dringende doorverwijzing van de patiënt naar een mobiel 2a-team of een psychiatrische spoeddienst N 10
De verstrekking 101872 vereist de telefonische anamnese van de patiënt.
De verstrekking 101872 kan slechts eenmaal per patiënt worden aangerekend.
§ 2. Volwassenen-, kinder- en jeugdpsychiatrie :
101894
Zitting met een minimum duur van 30 minuten, zonder fysieke aanwezigheid, met het oog op een psychiatrische diagnose of een psychotherapeutische behandeling N 22,5
De verstrekking 101894 impliceert een telefonische of videocommunicatie tussen de arts en de patiënt.
101916
Zitting met een minimum duur van 45 minuten, zonder fysieke aanwezigheid, [1 met het oog op het verderzetten van een psychotherapeutische behandeling]1 N 35
De verstrekking 101916 impliceert een videocommunicatie tussen de arts en de patiënt.
[1 Onder "het verderzetten van een psychotherapeutische behandeling" wordt verstaan voor de toepassing van dit besluit, elke psychotherapeutische behandeling waarvoor drie zittingen bedoeld in artikel 2, D of E, van de nomenclatuur werden verricht sedert 4 mei 2020.]1
§ 3. Kinder- en jeugdpsychiatrie :
101931
Zitting met een minimumduur van 60 minuten met het oog op een mediatietherapie van een kind of jongere van minder dan 18 jaar met deelname van één of meerdere volwassenen die instaan voor de opvoeding en de dagelijkse begeleiding, zonder fysieke aanwezigheid N 48
De verstrekking 101931 impliceert een videocommunicatie tussen de arts en de deelnemers.
De verstrekking 101931 vereist steeds de deelname van hogergenoemde volwassene(n), al dan niet samen met het kind.
Voor de psychotherapeutische behandeling met enkel het kind, zonder fysieke aanwezigheid, wordt de verstrekking 101916 geattesteerd.
101953
Overleg zonder fysieke aanwezigheid tussen de arts en de psycholoog of orthopedagoog betreffende de ambulante behandeling van een patiënt jonger dan 18 jaar N 26
De verstrekking 101953 impliceert een telefonische of videocommunicatie tussen de arts en de psycholoog of orthopedagoog met een minimumduur van 30 minuten.
Vóór deze verstrekking heeft de arts de rol van de psycholoog of van de orthopedagoog verduidelijkt in een behandelingsplan dat werd opgesteld tijdens een uitgebreide psychiatrische evaluatie (109351,109410 of 101975), een mediatietherapie (109336, 109675 of 101931) of een ziekenhuisopname in een dienst voor kinderneuropsychiatrie (K-dienst).
Een verslag wordt opgemaakt. De ondertekening door de deelnemers is niet vereist.
De verstrekking 101953 wordt meegeteld in de beperking van maximaal 5 overleggesprekken per jaar voor de verstrekkingen 109373 en 109395.
101975
Zitting met een minimumduur van 120 minuten met het oog op een uitgebreide en individuele psychiatrische evaluatie van een kind of jongere van minder dan 18 jaar, zonder fysieke aanwezigheid, op voorschrift van de behandelend arts, met dossieropmaak en verslag N 100
De verstrekking 101975 omvat, per zitting, minstens één videocommunicatie van minimum 60 minuten met de patiënt en eventueel de verantwoordelijke(n) voor diens opvoeding en dagelijkse begeleiding. De verstrekking 101975 omvat ook de eventuele contacten voor heteroanamnese van en instructies aan derden (huisarts, school, opvangcentrum) en de supervisie en gezamenlijke interpretatie van de nodige psychologische testonderzoeken.
De verstrekking 101975 dekt de opmaak van een gedetailleerd behandelingsplan en de inleiding tot de behandeling.
De verstrekking 101975 kan slechts uitgevoerd worden op voorschrift van de behandelend arts.
De eventuele herhaling van deze volledige kinder- en jeugdpsychiatrische evaluatie vereist opnieuw een voorschrift van de behandelend arts.
De verstrekking 101975 wordt meegeteld in de beperking van maximum zeven aangerekende verstrekkingen 109351 en 109410 per volledige evaluatie.
§ 4. Algemene toepassingsregels :
De verstrekkingen 101872, 101894, 101916, 101931, 101953 en 101975 kunnen enkel worden aangerekend door arts-specialisten in de psychiatrie en arts-specialisten in de neuropsychiatrie.
Teneinde de kwaliteit van de verstrekkingen te garanderen wordt de maximale dagelijkse duur voor het geheel van die verstrekkingen vastgesteld op 8 uren per arts-specialist.
De verstrekkingen 101894, 101916, 101931, 101953 en 101975 zijn onderling niet cumuleerbaar.
De verstrekkingen 101894, 101916, 101931, 101953 en 101975 zijn niet cumuleerbaar met de verstrekkingen van de nomenclatuur, uitgevoerd dezelfde dag door dezelfde of een andere arts-specialist in de psychiatrie of arts-specialist in de neuropsychiatrie.
Voor wat de maatregelen inzake de gedeeltelijke dag- of nachtopnames in psychiatrische ziekenhuisafdelingen betreft met inbegrip van de aanpassingen naar aanleiding van COVID-19 pandemie, kunnen de verstrekkingen 101872, 101894, 101916, 101931, 101953 en 101975 niet worden aangerekend, met uitzondering van de verstrekking 101916 die enkel kan worden aangerekend, buiten de normale aanwezigheidsuren in het ziekenhuis, voor patiënten in gedeeltelijke nachtopname van wie een regelmatige psychotherapeutische behandeling buiten aanwezigheidsuren in het ziekenhuis [1 aan de gang was vóór 2 november 2020]1.
----------
(1)<W 2021-06-13/01, art. 58, 009; Inwerkingtreding : 04-05-2020>
Art.9 TOEKOMSTIG RECHT. 1 ...]1 ----------
(1)<KB 2024-09-06/17, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 01-12-2024>
Art.10.Zorg door een neuropediater:
101791
Zitting van minstens 45 minuten, zonder fysieke aanwezigheid, voor de follow-up van kinderen, adolescenten of jongvolwassenen jonger dan 23 jaar met neurologische ontwikkelingsstoornissen (autisme-spectrumstoornis, aandachtsstoornis of hyperactiviteit) of verstandelijke beperking die gepaard gaan met ernstige gedragsstoornissen N 25
De verstrekking 101791 omvat:
1° een verplicht contact via telefoon of videocommunicatie met de patiënt met begeleiding en ondersteuning van de volwassenen die voor de opvoeding instaan;
2° de eventuele aanpassing van de behandeling;
3° een schriftelijk verslag dat verplicht aan de behandelende arts moet worden bezorgd.
De verstrekking 101791 impliceert een telefonische of videocommunicatie tussen de arts en de deelnemers.
De verstrekking 101791 kan enkel worden aangerekend door arts-specialisten in de neurologie of pediatrie die houder zijn van de bijzondere beroepstitel in de kinderneurologie.
Om de kwaliteit van de verstrekkingen te garanderen is de maximale dagelijkse duur van al die verstrekkingen per arts-specialist in de neurologie of pediatrie die houder zijn van de bijzondere beroepstitel in de kinderneurologie. vastgesteld op 8 uren.
De verstrekking 101791 kan niet gecumuleerd [1 ...]1 met de raadplegingen bedoeld in artikel 2 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur, die dezelfde dag zijn uitgevoerd door eender welke arts-specialist in de neurologie of pediatrie die houder zijn van de bijzondere beroepstitel in de kinderneurologie.
----------
(1)<KB 2022-06-26/03, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 01-08-2022>
Art.10 TOEKOMSTIG RECHT. 1 ...]1 ----------
(1)<KB 2024-09-06/17, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 01-12-2024>
Art.11. In afwijking van de bepaling "De verstrekkingen 350372-350383, 350276-350280, 350291-350302, 350394-350405 en 350416-350420 vereisen de gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de verschillende deelnemende artsen." van artikel 11 van de nomenclatuur mag het multidisciplinair oncologisch consult worden georganiseerd via videocommunicatie.
Art.12.
<Opgeheven bij KB 2024-09-06/17, art. 3, 015; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
Art.13. Kinesitherapeutische zorg
§ 1. Weekforfait:
518011
Verzorging op afstand via videocommunicatie (weekforfait) M 43
518033
Verzorging op afstand via telefonisch communicatie (weekforfait) M 27
Deze verstrekkingen omvatten minstens :
1° de evaluatie van de toestand van de patiënt via een anamnese;
2° de opmaak van een individueel oefenprogramma en de timing van activiteiten van het dagelijks leven (ADL);
3° 2 contacten per week waarbij de patiënt gestimuleerd wordt zijn oefenprogramma te volgen;
4° het opvolgen en bijsturen van het oefenprogramma van de patiënt;
5° het registreren van nuttige parameters (mobiliteit, ...).
§ 2. Toepassingsvoorwaarden :
De verstrekkingen 518011 en 518033 kunnen worden verleend door alle kinesitherapeuten met een RIZIV-nummer.
De verstrekking 518011 kan enkel worden aangerekend indien tijdens een week minstens twee videocommunicaties hebben plaatsgehad tussen de kinesitherapeut en de patiënt waarvan één met een minimumduur van 20 minuten.
De verstrekking 518033 kan enkel worden aangerekend indien tijdens een week minstens twee telefonische communicaties hebben plaatsgehad tussen de kinesitherapeut en de patiënt.
De verstrekkingen 518011 en 518033 zijn te beschouwen als een forfaitaire vergoeding per week en per patiënt.
Onder "week" wordt verstaan: de periode van maandag tot en met zondag.
Per patiënt en per week kan slechts één van de verstrekkingen 518011 of 518033 worden aangerekend.
De kinesitherapeut volgt de patiënt in zijn revalidatietraject en stimuleert hem om zijn zorgprotocol te volgen.
De kinesitherapeut noteert in het patiëntendossier de contactmomenten, de duurtijd en de wijze waarop die zijn verlopen, met de vermelding van het voorgestelde revalidatieprotocol en de evolutie van de patiënt alsook van de gebruikte applicatie.
Deze kinesitherapeutische verzorging moet voorgeschreven zijn door een bevoegde zorgverlener. Er is geen specifieke verwijzing vereist op het voorschrift voor een verzorging op afstand.
De verstrekkingen 518011 en 518033 zijn niet van toepassing bij gehospitaliseerde patiënten.
De verstrekkingen 518011 en 518033 hebben geen invloed op de "tellers" binnen de nomenclatuur, maar kunnen worden gemonitord per verstrekker.
De verstrekkingen 518011 en 518033 tellen niet mee voor het aantal voorgeschreven verstrekkingen op het klassieke kinesitherapievoorschrift.
Voor de week waarin dergelijke verstrekkingen worden aangerekend kunnen er geen verstrekkingen van artikel 7 van de nomenclatuur worden aangerekend (o.a. schriftelijk verslag, hands-on verstrekkingen, enz.).
Art.14. Er is geen persoonlijk aandeel verschuldigd door de rechthebbenden voor de verstrekkingen bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10, 12 en 13.
Art.15. Er zijn geen supplementen toegelaten voor de verstrekkingen bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10, 12 en 13.
Afdeling 2. - Mogelijkheid tot zorg op afstand
Art.16. Zorg van logopedie
Alle verstrekkingen uit artikel 36 van de nomenclatuur mogen worden verleend via videocommunicatie.
Voor elke specifieke zorgsituatie moet de logopedist steeds nagaan of een verstrekking op afstand verantwoord is.
Voor de jongere onder de 18 jaar moet de logopedist voorafgaand de toestemming per e-mail hebben van de ouder(s) (of wettelijke vertegenwoordiger) dat de jongere logopedie op afstand volgt.
De verstrekkingen via videocommunicatie kunnen worden verleend door alle logopedisten met een RIZIV-nummer.
Om een verstrekking zonder fysieke aanwezigheid te kunnen aanrekenen moet de pseudocode 792433 (betrekkelijke verstrekking voor zorg op afstand) toegevoegd worden aan de code voorzien in artikel 36 van de nomenclatuur.
De bestaande beperkingen van artikel 36 van de nomenclatuur blijven van toepassing: 1 zitting per dag is terugbetaald.
Art.17. Pre- en postnatale zorg
Alle verstrekkingen uit artikel 9, a), van de nomenclatuur mogen worden verleend via telefonische of videocommunicatie, met uitzondering van de verstrekkingen waarbij de fysieke aanwezigheid van de vroedvrouw onontbeerlijk is, zoals onder andere de injecties, het toezicht en de hulp aan de parturiënte tijdens de arbeidsfase, de verlossingen, het postnataal toezicht op de dag van de verlossing, enz.
Voor elke specifieke zorgsituatie moet de vroedvrouw steeds nagaan of een begeleiding op afstand verantwoord is.
De verstrekkingen via telefonische of videocommunicatie kunnen worden verleend door alle vroedvrouwen met een RIZIV-nummer.
Om een verstrekking zonder fysieke aanwezigheid te kunnen aanrekenen moet de pseudocode 792433 (betrekkelijke verstrekking voor zorg op afstand) toegevoegd worden aan de code voorzien in artikel 9, a), van de nomenclatuur.
De bepalingen in de nomenclatuur betreffende de minimale duur van de verstrekkingen, de cumulatie van verstrekkingen en het dossier van de rechthebbende blijven van toepassing indien de verstrekking wordt uitgevoerd via telefonische of videocommunicatie.
De collectieve voorbereiding op de bevalling blijft mogelijk indien gebruikt wordt gemaakt van de technologie van een interactieve "webinar". De deelnemers kunnen de sessie rechtstreeks thuis volgen, de vroedvrouw zien en horen en indien gewenst vragen stellen.
Art.18. Het honorarium en het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekkingen bedoeld in de artikelen 16 en 17 zijn dezelfde als voor de verstrekkingen met fysieke aanwezigheid van de nomenclatuur.
Afdeling 3. - Zorg op afstand inzake revalidatieverstrekkingen
Art.19. Gelet op de adviezen in verband met de COVID-19 pandemie worden afwijkingen voorzien op de bepalingen voorzien in het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen voor de periode vanaf 14 maart 2020.
Art.20. Diëtetiekverstrekkingen
Per patiënt die voor de verstrekkingen 794010 of 771131 in aanmerking komt, kunnen maximum 2 van deze verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie worden verricht, onder de volgende voorwaarden:
1° er wordt voldaan aan alle voorwaarden die op de verstrekkingen 794010 en 771131 van toepassing zijn;
2° de minimum-duur van de verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie blijft 30 minuten;
3° het honorarium en het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming is voor de verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie hetzelfde als voor de verstrekkingen 794010 en 771131;
4° de diëtist kan voor eenzelfde patiënt maximum 2 verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie realiseren, en maximum 1 per dag per patiënt;
5° de verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie tellen mee voor het maximum aantal verstrekkingen 794010 en 771131 waarin de verzekering tussenkomt voor een patiënt;
6° de diëtist spreekt met de patiënt vooraf af om verstrekkingen via de telefoon of via videocommunicatie te verrichten;
7° de diëtist informeert de patiënt vooraf over het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in het honorarium voor deze verstrekkingen;
8° de diëtist registreert de verstrekking via telefoon of videocommunicatie en de duur ervan in het patiëntendossier dat hij per patiënt bijhoudt;
9° op het getuigschrift van verzorging attesteert de diëtist de verstrekking via telefoon of videocommunicatie door de nomenclatuurcode te vermelden die op deze verstrekking van toepassing is (794010 of 771131), samen met de bijkomende code 792433. De pseudocode 792433 wordt rechts naast de gebruikelijke nomenclatuurcode vermeld. Indien de diëtist elektronisch factureert, vermeldt hij de bijkomende pseudocode 792433 in de zone "betrekkelijke verstrekking" van het facturatiebestand.
Art.21. Verstrekkingen inzake educatie van diabetespatiënten
§ 1. Per patiënt die voor de verstrekkingen 794253, 794275, 794290 en/of 794312 in aanmerking komt, kunnen maximum 2 van deze verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie worden verricht, onder de volgende voorwaarden:
1° het maximum aantal van 2 verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie geldt per patiënt voor het totaal van alle verstrekkingen 794253, 794275, 794290 en 794312 samen;
2° behalve de voorwaarde betreffende de ruimte waar de verstrekking moet worden gerealiseerd, wordt er voldaan aan alle voorwaarden die op de gerealiseerde verstrekking van toepassing zijn;
3° de minimum-duur van de verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie blijft 30 minuten;
4° het honorarium en het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming is voor de verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie hetzelfde als voor de gerealiseerde verstrekking zonder telefoon of videocommunicatie;
5° de verstrekker kan voor eenzelfde patiënt maximum 2 verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie realiseren, en maximum 1 per dag per patiënt;
6° de verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie tellen mee voor het maximum aantal verstrekkingen 794253, 794275, 794290, 794312, 794334, 794356, 794371 en 794393 waarin de verzekering tussenkomt voor een patiënt;
7° de verstrekker spreekt met de patiënt vooraf af om verstrekkingen via de telefoon of via videocommunicatie te verrichten;
8° de verstrekker registreert de verstrekking via telefoon of videocommunicatie en de duur ervan in het patiëntendossier dat hij per patiënt bijhoudt;
9° indien een verstrekking 794253, 794275 of 794312 is verricht via telefoon of videocommunicatie, attesteert de verstrekker de verstrekking via telefoon of videocommunicatie door op het getuigschrift van verzorging de nomenclatuurcode te vermelden die op de gerealiseerde verstrekking van toepassing is (794253, 794275 of 794312), samen met de bijkomende code 792433. De pseudocode 792433 wordt rechts naast de gebruikelijke nomenclatuurcode vermeld. Indien de verstrekker elektronisch factureert, vermeldt hij de bijkomende pseudocode 792433 in de zone "betrekkelijke verstrekking" van het facturatiebestand;
10° indien een verstrekking 794290 is verricht via telefoon of videocommunicatie, attesteert de apotheker deze verstrekking met behulp van de code 794953.
§ 2. Per patiënt die voor de verstrekkingen 794415 en 794430 in aanmerking komt, kunnen maximum 2 van deze verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie worden verricht, onder de volgende voorwaarden:
1° het maximum aantal van 2 verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie geldt per patiënt voor het totaal van alle verstrekkingen 794415 en 794430 samen;
2° behalve de voorwaarde betreffende de ruimte waar de verstrekking moet worden gerealiseerd, wordt er voldaan aan alle voorwaarden die op de gerealiseerde verstrekking van toepassing zijn;
3° de minimumduur van de verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie blijft 30 minuten;
4° het honorarium en het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming is voor de verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie hetzelfde als voor de gerealiseerde verstrekking zonder telefoon of videocommunicatie;
5° de diabeteseducator kan voor eenzelfde patiënt maximum 2 verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie realiseren, en maximum 1 per dag per patiënt;
6° de verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie tellen mee voor het maximum aantal verstrekkingen 794415, 794430 en 794452 waarin de verzekering tussenkomt voor een patiënt;
7° de diabeteseducator spreekt met de patiënt vooraf af om verstrekkingen via de telefoon of via videocommunicatie te verrichten;
8° de diabeteseducator registreert de verstrekking via telefoon of videocommunicatie en de duur ervan in het patiëntendossier dat hij per patiënt bijhoudt;
9° op het getuigschrift van verzorging attesteert de diabeteseducator de verstrekking via telefoon of videocommunicatie door de nomenclatuurcode te vermelden die op deze verstrekking van toepassing is (794415 of 794430), samen met de bijkomende code 792433. De pseudocode 792433 wordt rechts naast de gebruikelijke nomenclatuurcode vermeld. Indien de diabeteseducator elektronisch factureert, vermeldt hij de bijkomende pseudocode 792433 in de zone "betrekkelijke verstrekking" van het facturatiebestand.
Art.22. Ergotherapieverstrekkingen
Per patiënt die voor de verstrekking 784335 in aanmerking komt, kunnen maximum 2 van deze verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie worden verricht, onder de volgende voorwaarden:
1° behalve de voorwaarde betreffende de ruimte waar de verstrekking moet worden gerealiseerd, wordt er voldaan aan alle voorwaarden die op de verstrekking 784335 van toepassing zijn;
2° de minimum-duur van de verstrekkingen via videocommunicatie blijft 60 minuten;
3° het honorarium en het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming is voor de verstrekkingen via videocommunicatie hetzelfde als voor de verstrekking 784335;
4° de ergotherapeut kan voor eenzelfde patiënt maximum 2 verstrekkingen via videocommunicatie realiseren, en maximum 1 per dag per patiënt;
5° de verstrekkingen via videocommunicatie tellen mee voor het maximum aantal verstrekkingen 784335 waarin de verzekering tussenkomt voor een patiënt;
6° de ergotherapeut moet vooraf, via telefoon, met de patiënt afspreken om via videocommunicatie te werken, en gaat daarbij na of de patiënt daartoe in staat is en of hij beschikt over het nodige materiaal (vereiste communicatie-apparatuur en software-applicaties). De ergotherapeut informeert de patiënt ook vooraf over het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in het honorarium voor deze verstrekkingen;
7° de ergotherapeut registreert de verstrekking via videocommunicatie en de duur ervan in het patiëntendossier dat hij per patiënt bijhoudt;
8° op het getuigschrift van verzorging attesteert de ergotherapeut de verstrekking via videocommunicatie door de gebruikelijke nomenclatuurcode 784335 te vermelden, samen met de bijkomende code 792433. De pseudocode 792433 wordt rechts naast de gebruikelijke nomenclatuurcode vermeld. Indien de ergotherapeut elektronisch factureert, vermeldt hij de bijkomende pseudocode 792433 in de zone "betrekkelijke verstrekking" van het facturatiebestand.
Afdeling 4. - Zorg op afstand inzake revalidatieverstrekkingen voorzien per overeenkomst
Art.23. Gelet op de adviezen in verband met de COVID-19 pandemie worden afwijkingen voorzien op de bepalingen van de overeenkomsten bedoeld in artikel 22, 6° en artikel 23, § 3 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de periode vanaf 14 maart 2020.
Art.24. Overeenkomsten met de centra die patiënten begeleiden die kampen met de gevolgen van vrouwelijke genitale verminkingen, met de centra voor transgenderzorg en met de geheugenklinieken.
§ 1. In het kader van de overeenkomsten die het Verzekeringscomité, op voorstel van het College van artsen-directeurs, gesloten heeft met de centra die patiënten begeleiden die kampen met de gevolgen van vrouwelijke genitale verminkingen (Riziv-identificatienummer 7.76.1xx.xx), met de centra voor transgenderzorg (Riziv-identificatienummer 7.76.2xx.xx) en met de geheugenklinieken (Riziv-identificatienummer 7.78.1xx.xx) kan een psycholoog die deel uitmaakt van het team dat de overeenkomst voorziet, zittingen via videocommunicatie realiseren.
§ 2. De volgende verstrekkingen komen hiervoor in aanmerking:
1° de verstrekking "zitting" (pseudocodes 784593 - 784604) van de centra die patiënten begeleiden die kampen met de gevolgen van vrouwelijke genitale verminkingen;
2° de verstrekking "zitting" (pseudocodes 787916 - 787920) van de centra voor transgenderzorg;
3° de verstrekking "zitting in de kliniek" (pseudocodes 784512 - 784523) van de geheugenklinieken.
§ 3. Deze verstrekkingen via videocommunicatie kunnen worden gerealiseerd onder volgende voorwaarden:
1° behalve de voorwaarde betreffende de ruimte waar de verstrekking moet worden gerealiseerd, wordt er voldaan aan alle voorwaarden van de respectieve overeenkomsten die op de respectieve verstrekkingen van toepassing zijn;
2° de adviserend arts van de verzekeringsinstelling van de rechthebbende heeft de tenlasteneming van de begeleiding in de betrokken inrichting toegestaan;
3° de minimum-duur van de verstrekkingen via videocommunicatie blijft 60 minuten;
4° per dag en per patiënt kan slechts één verstrekking via videocommunicatie worden vergoed;
5° de prijzen en honoraria van de verstrekkingen via videocommunicatie stemmen overeen met de prijzen en honoraria van de respectieve overeenkomsten die op de respectieve verstrekkingen van toepassing zijn;
6° de verstrekkingen via videocommunicatie tellen mee voor het maximum aantal verstrekkingen waarin de verzekering tussenkomt voor een patiënt;
7° de psycholoog moet vooraf, via telefoon, met de rechthebbende afspreken om via videocommunicatie te werken, en gaat daarbij na of de rechthebbende daartoe in staat is en of hij beschikt over het nodige materiaal (vereiste communicatie-apparatuur en software-applicaties). De psycholoog informeert de rechthebbende ook vooraf over het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in het honorarium voor deze verstrekkingen;
8° de psycholoog registreert de verstrekking via videocommunicatie en de duur ervan in het patiëntendossier dat de overeenkomst voorziet;
9° het ziekenhuis dat de respectieve overeenkomst heeft afgesloten met het Verzekeringscomité, factureert de gerealiseerde verstrekking via videocommunicatie met behulp van de pseudocode:
a) 788992 (ambulante patiënt) of 789003 (gehospitaliseerde patiënt) voor een zitting in het kader van de overeenkomst met de centra die patiënten begeleiden die kampen met de gevolgen van vrouwelijke genitale verminkingen;
b) 785971 (ambulante patiënt) of 785982 (gehospitaliseerde patiënt) voor een zitting in het kader van de overeenkomst met de centra voor transgenderzorg;
c) 785993 (ambulante patiënt) of 786004 (gehospitaliseerde patiënt) voor een zitting in het kader van de overeenkomst met de geheugenklinieken.
Art.25. Overeenkomsten met de inrichtingen Clairs Vallons en Zeepreventorium
§ 1. In het kader van de overeenkomsten die het Verzekeringscomité, op voorstel van het College van artsen-directeurs, gesloten heeft met de inrichtingen "Clairs Vallons" in Ottignies (Riziv-identificatienummer 7.76.601.78) en "Zeepreventorium" in De Haan (Riziv-identificatienummer 7.76.602.77), kan een individuele begeleidingssessie van minimum 1 uur, via telefoon of videocommunicatie worden gerealiseerd voor rechthebbenden van wie het revalidatieprogramma in de betrokken inrichting onderbroken is.
§ 2. Deze verstrekkingen via telefoon of videocommunicatie kunnen worden gerealiseerd onder volgende voorwaarden:
1° de verstrekking individuele begeleidingssessie van 1 uur via telefoon of videocommunicatie kan alleen worden verricht voor een rechthebbende voor wie de adviserend arts van de verzekeringsinstelling van de rechthebbende de tenlasteneming van het revalidatieprogramma in de betrokken inrichting heeft toegestaan;
2° alleen individuele begeleiding van 1 patiënt of van het gezin van 1 patiënt of van een gezin waarvan meerdere patiënten deel uitmaken, is mogelijk. Groepssessies via telefoon of video met meerdere patiënten die geen deel uitmaken van hetzelfde gezin, zijn uitgesloten;
3° de individuele begeleidingssessie van minimum 1 uur via telefoon of videocommunicatie kan nooit worden aangerekend voor patiënten die in de inrichting verblijven of die in een ziekenhuis zijn opgenomen;
4° de individuele begeleidingssessie van minimum 1 uur via telefoon of videocommunicatie kan nooit worden aangerekend voor nieuwe patiënten voor wie de tenlasteneming van de revalidatie op 14 maart 2020 nog niet was gestart;
5° de individuele begeleidingssessie van minimum 1 uur via telefoon of videocommunicatie mag worden opgesplitst in kleinere delen, waarbij eventueel afwisselend diverse leden van het team dat de overeenkomst voorziet, tussenkomen;
6° per week kunnen voor een zelfde rechthebbende maximum 5 individuele begeleidingssessies van minimum 1 uur via telefoon of videocommunicatie worden vergoed;
7° de prijs van de individuele begeleidingssessie van minimum 1 uur via telefoon of videocommunicatie bedraagt 100 euro. Deze prijs houdt niet alleen rekening met de minimale duur van de individuele begeleidingszitting, maar ook met de noodzakelijke voorbereidingstijd, de tijd die nodig is voor de rapportering hierover, de supervisie door de arts, de tijd besteed aan teamoverleg, de administratiekosten en de algemene werkingskosten van de inrichting;
8° het teamlid dat een individuele begeleidingssessie van minimum 1 uur via telefoon of videocommunicatie verricht, spreekt met de patiënt vooraf af om verstrekkingen via de telefoon of via videocommunicatie te verrichten en informeert de rechthebbende of zijn wettelijke vertegenwoordiger vooraf over het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in het honorarium voor de gerealiseerde verstrekking;
9° van iedere individuele begeleidingssessie van minimum 1 uur via telefoon of videocommunicatie wordt de datum, het begin- en einduur, de identiteit van alle betrokkenen, de discipline waartoe een betrokken teamlid behoort en de inhoud van de tussenkomst geregistreerd in het patiëntendossier dat de overeenkomst voorziet;
10° de individuele begeleidingssessie van minimum 1 uur via telefoon of videocommunicatie wordt aangerekend met behulp van de pseudocode 783996.
§ 3. De teamleden van Clairs Vallons en Zeepreventorium kunnen voor de patiënten van de inrichting waarin ze werkzaam zijn, met inbegrip van de patiënten die het revalidatieprogramma van deze inrichtingen onderbroken hebben, nooit verstrekkingen op afstand verrichten waarin de verzekering voor geneeskundige verzorging tussenkomt op basis van een andere regeling dan de overeenkomsten die het Verzekeringscomité met Clairs Vallons en het Zeepreventorium heeft gesloten. Alleen de individuele begeleidingssessie van minimum 1 uur via telefoon of videocommunicatie kan, onder de hierboven beschreven voorwaarden, door teamleden van deze inrichtingen via telefoon of videocommunicatie voor patiënten van deze inrichtingen worden gerealiseerd.
Art.26. Overeenkomsten met de revalidatiecentra voor locomotorische en neurologische revalidatie
§ 1. In het kader van de overeenkomsten die het Verzekeringscomité, op voorstel van het College van artsen-directeurs, gesloten heeft met de revalidatiecentra voor locomotorische en neurologische revalidatie (met een Riziv-identificatienummer van het type 7.71.xxx.xx, 9.50.xxx.xx of 9.51.xxx.xx), kan een verstrekking logopedie via videocommunicatie worden gerealiseerd.
§ 2. Het betrokken revalidatiecentrum kan deze verstrekking logopedie via videocommunicatie aanrekenen onder de volgende voorwaarden:
1° de verstrekking logopedie via videocommunicatie wordt verricht voor een rechthebbende voor wie de adviserend arts van de verzekeringsinstelling van de rechthebbende de tenlasteneming van het revalidatieprogramma in een revalidatiecentrum voor locomotorische en neurologische revalidatie heeft toegestaan;
2° de verstrekking logopedie via videocommunicatie wordt verricht voor een rechthebbende van wie het revalidatieprogramma in een revalidatiecentrum voor locomotorische en neurologische revalidatie tijdelijk is onderbroken;
3° de verstrekking logopedie via videocommunicatie wordt verricht door een logopedist die deel uitmaakt van het team van het revalidatiecentrum voor locomotorische en neurologische revalidatie dat met het Verzekeringscomité een overeenkomst heeft gesloten;
4° de minimumduur van de verstrekking logopedie via videocommunicatie bedraagt 30 minuten;
5° het betreft een individuele verstrekking, waarbij één logopedist één patiënt behandelt;
6° de logopedist moet vooraf, via telefoon, met de rechthebbende afspreken om via videocommunicatie te werken, en gaat daarbij na of de rechthebbende daartoe in staat is en of hij beschikt over het nodige materiaal (vereiste communicatie-apparatuur en software-applicaties). De logopedist informeert de rechthebbende ook vooraf over het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in het honorarium voor deze verstrekkingen;
7° de logopedist registreert de verstrekking via videocommunicatie en de duur ervan in het patiëntendossier dat de overeenkomst voorziet;
8° de prijs van de logopedieverstrekking via videocommunicatie bedraagt 24,06 euro;
9° per dag kan voor eenzelfde rechthebbende maximum één logopedieverstrekking via videocommunicatie in het kader van de overeenkomst met het Verzekeringscomité worden aangerekend;
10° het ziekenhuis dat de overeenkomst heeft afgesloten met het Verzekeringscomité, factureert de gerealiseerde verstrekking via videocommunicatie met behulp van de pseudocode:
a) 783495 (ambulante patiënt) of 783506 (gehospitaliseerde patiënt) voor een zitting in het kader van een overeenkomst met een Riziv-identificatienummer van het type 7.71.xxx.xx;
b) 791475 (ambulante patiënt) of 791486 (gehospitaliseerde patiënt) voor een zitting in het kader van een overeenkomst met een Riziv-identificatienummer van het type 9.50.xxx.xx;
c) 791534 (ambulante patiënt) of 791545 (gehospitaliseerde patiënt) voor een zitting in het kader van een overeenkomst met een Riziv-identificatienummer van het type 9.51.xxx.xx.
Art.27. Overeenkomst met de CP-referentiecentra
§ 1. In het kader van de overeenkomsten die het Verzekeringscomité, op voorstel van het College van artsen-directeurs, gesloten heeft met de referentiecentra voor cerebral palsy (CP) (overeenkomsten met een Riziv-identificatienummer van het type 7.89.50x.xx), kan de verstrekking "punctueel advies" die omschreven wordt in artikel 7, 3° en artikel 11 van die overeenkomsten, via telefoon of videocommunicatie worden gerealiseerd.
§ 2. Het betrokken CP-referentiecentrum kan deze verstrekking "punctueel advies" via telefoon of videocommunicatie aanrekenen aan de verzekering onder de volgende voorwaarden :
1° de verstrekking punctueel advies voldoet aan de voorwaarden van de overeenkomst, en in het bijzonder aan de voorwaarden van de artikelen 7, 3°, 11 en 12 van de overeenkomst;
2° de verstrekking punctueel advies kan alleen via telefoon of videocommunicatie worden gerealiseerd voor een rechthebbende voor wie er reeds een revalidatieprogramma lopende is waarvan de tenlasteneming door de adviserend arts van de verzekeringsinstelling van de rechthebbende is toegestaan;
3° de verstrekking punctueel advies kan alleen via telefoon of videocommunicatie worden gerealiseerd voor een rechthebbende voor wie eerder reeds de verstrekking 783510-783521, zoals die omschreven is in artikel 7, 1° en artikel 8 van de overeenkomst met het Verzekeringscomité, is gerealiseerd geweest;
4° de leden van het team van het CP-referentiecentrum die tussenkomen in de verstrekking, informeren de rechthebbende of zijn wettelijke vertegenwoordiger over het verschuldigde persoonlijk aandeel voordat met de verstrekking wordt gestart;
5° de rechthebbende of zijn wettelijke vertegenwoordiger heeft voorafgaandelijk ingestemd met het verrichten van de verstrekking punctueel advies via telefoon of videocommunicatie;
6° de rechthebbende heeft, verspreid over minimum 2 verschillende dagen, in het totaal minimum 2 uur begeleiding via telefoon of videocommunicatie gekregen. Per dag en per patiënt kan maximum 1 uur begeleiding via telefoon of videocommunicatie in aanmerking worden genomen. Dit uur mag eventueel worden opgesplitst in kleinere delen. Alleen begeleidingstijd waarvoor op geen enkele andere manier een tussenkomst wordt aangerekend, kan in aanmerking worden genomen;
7° de verstrekking punctueel advies via telefoon of videocommunicatie kan maximum 1 keer per maand en per rechthebbende worden aangerekend;
8° de verstrekking punctueel advies via telefoon of videocommunicatie wordt volledig gerealiseerd door middel van individuele begeleiding (begeleiding van 1 patiënt en zijn gezin). Groepssessies via telefoon of videocommunicatie met meerdere patiënten die geen deel uitmaken van hetzelfde gezin, kunnen geen deel uitmaken van de minimum vereiste begeleidingstijd;
9° alle tussenkomsten via telefoon of videocommunicatie moeten in het patiëntendossier worden vermeld (datum, begin- en einduur, welk teamlid en welke discipline, inhoud van de tussenkomst);
10° de verstrekking punctueel advies via telefoon of videocommunicatie wordt aangerekend aan de prijs die krachtens de overeenkomst met het Verzekeringscomité verschuldigd is voor een verstrekking punctueel advies;
11° de verstrekking punctueel advies via telefoon of videocommunicatie wordt aangerekend met behulp van de pseudocode 784394 (ambulante patiënt) of 784405 (gehospitaliseerde patiënt).
Art.28. Overeenkomst met het multidisciplinair diagnostisch centrum voor patiënten met het Chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS)
§ 1. In het kader van de overeenkomst die het Verzekeringscomité, op voorstel van het College van artsen-directeurs, gesloten heeft met het multidisciplinair diagnostisch centrum voor patiënten met chronisch vermoeidheidssyndroom (overeenkomst met Riziv-identificatienummer 7.89.453.30), kan de verstrekking "sessie cognitieve gedragstherapie" (CGT-sessie) via videocommunicatie worden gerealiseerd.
§ 2. De `CGT-sessie door videocommunicatie' is een CGT-sessie zoals gedefinieerd in artikel 19 van de overeenkomst waarbij de `cognitief gedragstherapeut voor CVS' en de rechthebbende niet samen lijfelijk aanwezig zijn in de praktijkkamer van de cognitief gedragstherapeut (in afwijking van artikel 19, 2° van de overeenkomst), maar de behandelingssessie van cognitieve gedragstherapie realiseren door communicatie op afstand via een toepassing van videocommunicatie.
§ 3. Om een CGT-sessie door videocommunicatie te kunnen realiseren dient de `cognitief gedragstherapeut voor CVS' vooraf, per telefoon, met de rechthebbende afgesproken te hebben om de sessie per videocommunicatie te realiseren. De `cognitief gedragstherapeut voor CVS' gaat daarbij na of de rechthebbende daartoe in staat is en of hij beschikt over de voor videocommunicatie vereiste communicatie-apparatuur en software-applicaties.
§ 4. De bepalingen en het tarief van de overeenkomst die van toepassing zijn op de `CGT-sessies' zijn eveneens van toepassing op de `CGT-sessies door videocommunicatie'. Onder meer wat de naleving van bepaalde maxima betreft, telt de CGT-sessie door videocommunicatie mee als een gewone CGT-sessie.
§ 5. De pseudocode voor de CGT-sessie door videocommunicatie is 788970 voor ambulante rechthebbenden en 788981 voor gehospitaliseerde rechthebbenden.
Art.29. Het koninklijk besluit van 18 maart 2020 tot vaststelling van verschillende uitzonderlijke maatregelen inzake de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen met het oog op de zorgopvang van patiënten in de context van de COVID-19 pandemie met het SARS-CoV-2 virus wordt opgeheven.
TITEL 4. - STRUCTUREN
HOOFDSTUK 1. - Schakelzorgcentra
Art.30. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
1° triage- en afnamecentrum: de centra bedoeld in artikel 44;
2° schakelzorgcentrum: de centra die in het kader van COVID-19 door de deelentiteiten zijn opgericht na goedkeuring van de gouverneur, die tijdelijk patiënten huisvesten die zijn doorverwezen na opname in een ziekenhuis of doorverwezen door een triage- en afnamecentrum of door een dienst spoedgevallen, en die om de reden die zijn opgenomen in dit hoofdstuk niet direct kunnen terugkeren naar hun gewone leefsituatie;
3° de wet: de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
4° de verplichte verzekering: de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen zoals bedoeld in de wet van 14 juli 1994;
5° het Riziv: het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Art.31. Dit hoofdstuk regelt :
1° voor de schakelzorgcentra, de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering kan tegemoetkomen in de kosten van opvolging, toezicht en zorg door verpleegkundigen, zorgkundigen en door artsen;
2° de voorwaarden voor de tegemoetkoming door de verplichte verzekering in de kost van andere gezondheidszorg in de centra bedoeld in artikel 30, 2°.
Art.32. § 1. De patiënten waarvoor de tegemoetkomingen bedoeld in dit hoofdstuk worden toegekend, zijn deze waarbij COVID-19 werd gedetecteerd. Ofwel werden ze hiervoor opgenomen in het ziekenhuis ofwel zijn ze onderzocht in een triage- en afnamecentrum of in een dienst spoedgevallen waar beslist werd dat een opname in het ziekenhuis niet nodig is.
Als bij deze patiënten wordt vastgesteld zij bij hun terugkeer naar hun gewone leefsituatie zich niet kunnen houden aan de strikte regels van isolering, hygiëne en afstand houden van hoog risico personen of als ze nog specifieke zorg nodig hebben die niet kan worden aangeboden in een gewone leefsituatie, kunnen ze opgenomen worden in een schakelzorgcentrum voor een verblijf tot drie weken.
Deze vaststelling wordt vermeld in de verwijsbrief van de behandelende arts naar het schakelzorgcentrum.
§ 2. Indien het gaat om een patiënt die in normale omstandigheden in een collectieve/residentiële structuur verblijft en waarbij COVID-19 werd gedetecteerd dient de patiënt bij ontslag uit het ziekenhuis terug verwezen te worden naar het collectieve/residentieel verblijf waar hij onder strikte voorwaarden van isolering en hygiëne moet kunnen opgevangen worden en waar de continuïteit van zorg kan gegarandeerd worden.
Indien dit onmogelijk kan gegarandeerd worden als gevolg van uitzonderlijk moeilijke omstandigheden binnen het residentieel verblijf en indien dit werd vastgesteld door de erkennende overheid, kan een tijdelijke opvang in het schakelzorgcentrum beslist worden.
Omwille van psychosociale reden dient dit verblijf tot een minimum in de tijd beperkt worden en bij voorkeur niet langer dan één week.
Art.33. § 1. De schakelzorgcentra moeten in staat zijn om de patiënten die zich bevinden in de volgende situaties op te nemen :
1° Voor een patiënt waarbij COVID-19 werd gedetecteerd en die geen chronische aandoening heeft, zelfredzaam is en in het algemeen onafhankelijk is in zijn dagelijks leven, is alleen dagelijkse bewaking van bepaalde parameters nodig om eventuele verslechtering van zijn toestand op te sporen.
2° Voor een patiënt waarbij COVID-19 werd gedetecteerd en die in het algemeen weinig onafhankelijk is in het dagelijks leven (gedesoriënteerd, geriatrisch, met een handicap, Katz-schaal thuisverpleging A, B of C, enz.) of die chronische zorg nodig heeft (wondverzorging, insuline, enz.), moet het schakelzorgcentrum omkadering aanbieden die hem in staat zal stellen om naast de dagelijkse bewaking van de parameters om eventuele verslechtering van zijn toestand op te sporen, de zorg te ontvangen die zijn afhankelijkheidssituatie vereist.
3° Voor een patiënt die in het algemeen autonoom is, waarbij COVID-19 werd gedetecteerd en die omwille van de opname in het ziekenhuis tijdelijke rehabilitatiezorg nodig heeft (onder meer na lang verblijf op een dienst intensieve zorg) die in een thuissituatie niet kan gegeven worden omwille van het ontbreken van de noodzakelijke apparatuur of door de ongeschiktheid van de woning, moet een omkadering worden geboden die hem in staat zal stellen om naast de dagelijkse bewaking van de parameters om eventuele verslechtering van zijn toestand op te sporen, de zorg te ontvangen die zijn herstelproces vereist.
§ 2. De opname in een schakelzorgcentrum is enkel mogelijk als de noodzakelijke uitrusting, het materieel en het personeel beschikbaar is.
Art.34. De tegemoetkoming voor artsen bedoeld in artikel 35 is afhankelijk van de volgende opdrachten en voorwaarden:
1° De tegemoetkoming dekt het medisch toezicht en de medische zorg door een groep van artsen die aangeduid wordt in overleg met de huisartsenkring van de plaats van het centrum;
2° Voor de opvolging van de patiënten, de coördinatie van de zorg en voor toediening van medische zorg wordt, in functie van de zorglast van de patiënten in het centrum, de fysieke aanwezigheid georganiseerd door een arts gedurende maximum 8 uur per dag voor een groep van 30 patiënten;
3° Per bijkomende schijf van 15 patiënten kunnen maximum 4 bijkomende uren van fysieke aanwezigheid van een arts per dag worden toegevoegd;
4° Onder de aangeduide artsen worden afspraken gemaakt voor de beschikbaarheid tijdens de avond en de nacht (17u - 8u de volgende dag) door één arts;
5° De arts verbonden aan het centrum is verantwoordelijk voor het voorschrijven van zorg voor de periode dat de patiënt verblijft in het schakelzorgcentrum;
6° De arts verbonden aan het centrum beslist om de patiënt terug te laten hospitaliseren;
7° De arts verbonden aan het centrum beslist tot het ontslag van de patiënt, in overleg met patiënt/huisarts/andere structuren. Daarbij houdt de arts ook rekening met de ontslagcriteria die door Sciensano worden opgemaakt in het kader van COVID-19 crisis;
8° Bij ontslag van de patiënt uit het centrum maakt de arts verbonden aan het centrum een ontslagbrief over aan de huisarts van de patiënt.
Art.35. Voor de opdrachten zoals voorzien in artikel 34 gelden de volgende tegemoetkomingen:
1° Voor de uren dat een arts oproepbaar is tussen 17 uur 's avonds en 8 uur 's ochtends de volgende dag bedraagt de tegemoetkoming 6,51 euro per uur (beschikbaarheid honoraria). Voor elk van die periodes kan maximum één arts dit honorarium ontvangen. Deze uren worden niet geregistreerd in Medega. Deze tegemoetkoming dekt eveneens de tijd voor telefonische consultaties.
Deze tegemoetkoming wordt door het Riziv betaald aan het schakelzorgcentrum op basis van een lijst van uren beschikbaarheid per arts;
2° Voor de fysieke aanwezigheid in het schakelzorgcentrum overdag en/of bij fysieke aanwezigheid na oproeping tussen 17 uur 's avonds en 8 uur 's ochtends de volgende dag bedraagt de tegemoetkoming 80,34 euro per uur;
Deze tegemoetkoming dekt alle verstrekkingen die worden uitgevoerd tijdens de aanwezigheid in het schakelzorgcentrum.
Deze tegemoetkoming wordt door het Riziv betaald aan het schakelzorgcentrum op basis van een lijst van het aantal gepresteerde uren per arts in het centrum.
3° Tijdens het verblijf van de patiënt in het schakelzorgcentrum kunnen de honoraria zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen niet worden aangerekend.
4° Op de tegemoetkoming bedoeld in 1°, 2° en 3° is geen remgeld verschuldigd voor de patiënt en kunnen hem evenmin supplementen worden aangerekend.
Art.36. De tegemoetkoming voor verpleegkundigen en zorgkundigen zoals bedoeld in artikel 37 is afhankelijk van de volgende opdrachten en voorwaarden:
1° opvolging van de parameters zoals bedoeld in artikel 33, 24 uur op 24 uur en 7 dagen op 7;
2° het verlenen van de zorg aan patiënten, 24 uur op 24 uur en 7 dagen op 7;
3° het team van verpleegkundigen en zorgkundigen wordt samengesteld op basis van de beschikbaarheid aan die kwalificaties in de regio;
4° het maximum aantal financierbare voltijds equivalenten (VTE) bedraagt 6 per 30 patiënten waaronder 4 VTE verpleegkundigen en 2 VTE zorgkundigen;
5° Per bijkomende schijf van 15 patiënten kunnen maximum 3 VTE, waaronder 2 verpleegkundigen en 1 zorgkundige worden toegevoegd aan de equipe;
6° binnen dit team wordt een verantwoordelijke aangeduid.
Art.37. Voor de opdrachten zoals voorzien in artikel 36 gelden de volgende tegemoetkomingen:
1°. De tegemoetkoming per werkelijk gepresteerde uur van een verpleegkundige bedraagt 47,25 euro;
2° De tegemoetkoming per werkelijk gepresteerd uur van een zorgkundige bedraagt 34,96 euro;
3° Deze tegemoetkoming wordt door het Riziv betaald aan het schakelzorgcentrum op basis van een lijst van het aantal werkelijk gepresteerde uren in het centrum, met een maximum van 228 uren per week (6 x 38 uur) per 30 patiënten. Voor elke schijf van 15 bijkomende patiënten kunnen daaraan maximum 114 uur worden toegevoegd;
4° Tijdens het verblijf van de patiënt in het schakelzorgcentrum kunnen de verstrekkingen die zijn bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 14 september 1984 niet worden aangerekend;
5° Op de tegemoetkomingen bedoeld in 1° en 2° is geen remgeld verschuldigd voor de patiënt en kunnen hem evenmin supplementen worden aangerekend.
Art.38. Wat de andere zorg betreft voor de patiënten die vallen onder de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende voorwaarden:
1° Wat de geneesmiddelen betreft: deze worden tijdens het verblijf van de patiënt in het centrum elektronisch voorgeschreven door de arts verbonden aan het centrum. Voor de aflevering en tarifering gelden de reguliere regels die van toepassing zijn voor de aflevering aan een ambulante patiënt door ofwel de ziekenhuisapotheek ofwel door de openbare officina.
2° Wat de verzorging verleend door een kinesitherapeut in een schakelzorgcentrum betreft : deze wordt vergoed op basis van maximum 1 individuele kinesitherapiezitting per rechthebbende en per dag. Deze wordt aangerekend aan de verzekeringsinstelling van de patiënt via de pseudocode 518055, waarbij er een persoonlijke betrokkenheid van de kinesitherapeut per rechthebbende is met een globale gemiddelde duur van 30 minuten. Het honorarium voor die verstrekking bedraagt 22,26 euro. Er is geen persoonlijk aandeel, noch supplement verschuldigd door de rechthebbenden voor deze verstrekking. Voor de kinesitherapeutische zorg verleend tijdens het verblijf van de rechthebbende in het schakelzorgcentrum mogen geen verstrekkingen uit artikel 7 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 worden aangerekend.
3° In afwijking van artikel 35, 3° kan, wat de verstrekkingen op vlak van geestelijke gezondheidszorg betreft, de patiënt een beroep doen op alle mogelijke bestaande structuren, inclusief op de uitzonderlijke nomenclatuur in kader van COVID-19 voor psychiaters en de eerstelijnspsychologen binnen de overeenkomst met het Verzekeringscomité van het Riziv voor de eerstelijnspsychologische zorg.
4° Alle andere geneeskundige zorg kan vergoed worden binnen de voorwaarden die zijn bepaald in of in uitvoering van de wet, tenzij wat de verstrekkingen betreft zoals bedoeld in de artikels 34 en 36.
Art.39. De tegemoetkomingen zoals bedoeld in artikel 35 en 37 zijn niet verschuldigd indien het gaat om artsen, verpleegkundigen en/of zorgkundigen die als vrijwilliger zijn tewerkgesteld of die dienstvrijstelling genieten bij een administratie of een verzekeringsinstelling.
De tegemoetkomingen zoals bedoeld in artikel 35 en 37 zijn evenmin van toepassing voor de uren dat de artsen, verpleegkundigen en/of zorgkundigen reeds vergoed zijn door een andere tegemoetkoming binnen de verplichte verzekering. Het kan onder meer gaan om personen gefinancierd voor de gepresteerde uren in de schakelzorgcentra door het budget van financiële middelen, door het forfait wijkgezondheidscentrum of door een forfait van een revalidatie-instelling.
Indien de prestaties bedoeld in dit hoofdstuk worden verleend aan een rechthebbende die is ingeschreven in een medisch huis, worden deze prestaties aangerekend aan en ten laste genomen door de verplichte verzekering overeenkomstig artikel 40 of door de verzekeringsinstelling van de rechthebbende overeenkomstig artikel 38, eerste lid, 2°, en worden ze niet overgemaakt aan het medisch huis voor tenlasteneming.
De tegemoetkomingen zoals bedoeld in artikel 35 en 37 zijn evenmin van toepassing als de kost is ten laste genomen door een andere werkgever/instelling/dienst/overheid.
Art.40. De tegemoetkomingen zoals bedoeld in artikel 35 en 37 kunnen door de verantwoordelijke van het schakelzorgcentrum worden gefactureerd aan de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Riziv overeenkomstig de facturatie-instructies bepaald door de leidend ambtenaar van die dienst.
De betaling wordt gedaan op het rekeningnummer dat door het schakelzorgcentrum aan het Riziv wordt meegedeeld.
Art.41. Het schakelzorgcentrum registreert gegevens in een centrale database die wordt georganiseerd bij de FOD Volksgezondheid. Het gaat onder meer over de identificatie van de patiënten, de doorverwijzende instelling, de opnamedatum en de ontslagdatum en de bestemming na ontslag uit het centrum.
De persoonsgegevens uit die database en de opnamedatum en de ontslagdatum worden wekelijks via het Riziv meegedeeld aan het Nationaal Intermutualistisch College dat zorgt voor de mededeling aan elke betrokken verzekeringsinstelling.
Art.42. De gezondheidszorgbeoefenaars tewerkgesteld in het schakelzorgcentrum vallen onder de verantwoordelijkheid van het schakelzorgcentrum. Het schakelzorgcentrum vergewist zich van de status inzake de noodzakelijke verzekeringen inzake ondermeer beroepsaansprakelijkheid en arbeidsongevallenverzekering.
Art.43. Enkel de schakelzorgcentra waarvan de benaming en adres, de datum van opening/sluiting, de verantwoordelijke en het Riziv-nummer is gepubliceerd op de website van het Riziv, die van deze publicatie zijn ingelicht en die voldoen aan de bepalingen van dit hoofdstuk, komen in aanmerking voor de tegemoetkomingen bedoeld in dit hoofdstuk.
HOOFDSTUK 2. - Triage- en afnamecentra
Art.44.
Art.45.
<Opgeheven bij KB 2022-12-06/03, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 01-11-2022>
Art.46.
<Opgeheven bij KB 2022-12-06/03, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 01-11-2022>
Art.47.
<Opgeheven bij KB 2022-12-06/03, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 01-11-2022>
Art.48.
<Opgeheven bij KB 2022-12-06/03, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 01-11-2022>
Art.49.
<Opgeheven bij KB 2022-12-06/03, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 01-11-2022>
Art.50.
<Opgeheven bij KB 2022-12-06/03, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 01-11-2022>
Art.51.
<Opgeheven bij KB 2022-12-06/03, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 01-11-2022>
Art.52.
<Opgeheven bij KB 2022-12-06/03, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 01-11-2022>
HOOFDSTUK 3. - Weekwacht
Art.53. De huisartsenwachtposten die op basis van artikel 22, 6°, van de wet gefinancierd worden voor het verzekeren van de medische permanentie tijdens de weekends kunnen voor een periode van drie maanden hun werking uitbreiden tot de avonden en de nachten van de week, voor het tijdvak dat telkens aanvat om 18 uur en eindigt om 8 uur de dag nadien.
Art.54. De huisartsenwachtpost die wenst toepassing te maken van artikel 53 dient daartoe een aanvraag in bij de Leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Riziv, met de volgende minimale gegevens :
- De startdatum van de weekwacht;
- Het onderling akkoord tussen de wachtpost en de huisartsenkring of huisartsenkringen om de weekwacht te organiseren in de wachtpost;
- De openingsuren;
- De wachtorganisatie : aantal zittende en rijdende wachtartsen;
- Het aantal uren per week waarop onthaalpersoneel aanwezig is;
- Aantal uren per week waarover een externe vervoersfirma wordt ingeschakeld;
- Het aantal uren per week aan bijkomende administratie en coördinatie;
- Het engagement om de weekwacht-activiteit nauwkeurig te registreren, zowel wat betreft de bezoeken als de consultaties, bij voorkeur gesplitst in twee tijdvakken: van 18 tot 23 uur en 23 tot 8 uur;
- Het engagement om mee te werken aan een gecoördineerde evaluatie van de werking en het gebruik van financiële middelen.
Art.55. § 1. De Dienst voor geneeskundige verzorging van het Riziv controleert of de aanvraag bedoeld in artikel 54 alle minimale gegevens bevat.
§ 2. Indien voldaan is aan de voorwaarden bedoeld in artikel 54 betaalt het Riziv een bedrag van 50.000 euro voor de werking van de wachtpost tijdens de periodes bedoeld in artikel 53 voor een duur van drie maanden, te rekenen vanaf de startdatum van de weekwacht, op het bankrekeningnummer dat gebruikt wordt voor de financiering van de medische permanentie tijdens de weekends.
§ 3. Het bedrag van 50.000 euro dekt de totaliteit van de functioneringskosten van de wachtposten tijdens de week, in het bijzonder de infrastructuurkosten, de personeelskosten in de ruime betekenis, de beheerskosten en alle ICT- en communicatiekosten.
Het bedrag van 50.000 euro dekt niet de raadplegingen en de bezoeken van de artsen in het kader van de werking van de huisartsenwachtposten tijdens de week.
§ 4. Volgens de modaliteiten bepaald door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Riziv maakt de huisartsenwachtpost in de loop van de eerste maand na het verloop van de periode van drie maanden een gedetailleerd financieel verslag over. Alleen de uitgaven die specifiek gestaafd zijn door bewijsstukken komen in aanmerking voor terugbetaling binnen het bedrag van 50.000 euro. Binnen de maand nadat de Dienst voor geneeskundige verzorging het totaalbedrag van de aanvaarde werkingskosten heeft vastgesteld, betaalt de huisartsenwachtpost het saldo terug aan het Riziv.
Art.56. De Dienst voor geneeskundige verzorging maakt een geïntegreerd verslag op van de toepassing van de artikelen 53 tot en met 55 en legt het verslag voor aan de Nationale commissie artsen-ziekenfondsen, de Commissie voor begrotingscontrole en het Verzekeringscomité.
TITEL 5. - VERPLEEGKUNDIGEN
HOOFDSTUK 1. - Opvolging en toezicht bij patiënten met een COVID-19 gerelateerde problematiek
Art.57. § 1. De specifieke verpleegkundige verstrekkingen met betrekking tot de opvolging en het toezicht bij patiënten met een COVID-19 gerelateerde problematiek zijn de volgende:
419333 Opvolging en toezicht thuis bij patiënten met een COVID-19 gerelateerde problematiek, gediagnosticeerd door een arts (W 2,946);
419355 Opvolging en toezicht in het weekeind of op een feestdag thuis bij patiënten met een COVID-19 gerelateerde problematiek, gediagnosticeerd door een arts (W 4,504);
419370 Opvolging en toezicht in een hersteloord bij patiënten met een COVID-19 gerelateerde problematiek, gediagnosticeerd door een arts (W 2,946);
419392 Opvolging en toezicht in een gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van mindervaliden bij patiënten met een COVID-19 gerelateerde problematiek, gediagnosticeerd door een arts (W 2,946).
Het honorarium dekt de verpleegkundige verstrekking en het (in het bijzonder beschermings)materiaal dat vereist is om deze verzorging op een medisch verantwoorde wijze uit te oefenen.
§ 2. Onder opvolging en toezicht wordt verstaan :
1° Gerichte observatie van parameters (temperatuur, spierpijn, respiratoir, RR, ...);
2° Begeleiden van de patiënt bij preventieve maatregelen: gebruik van beschermingsmaterialen, quarantainemaatregelen, ...;
3° Begeleiding bij zuurstoftoediening (in voorkomend geval).
Art.58. § 1. De patiënt bedoeld in artikel 57, § 1 betreft :
1° een patiënt die (vermoedelijk) besmet is of besmet is geweest met het COVID-19-virus en op één van bovenvermelde plaatsen ziek wordt;
2° een patiënt die (vermoedelijk) besmet is of besmet is geweest met het COVID-19-virus en die naar één van bovenvermelde plaatsen wordt teruggestuurd vanuit een triage- en afnamecentrum of schakelzorgcentrum;
3° een patiënt die (vermoedelijk) besmet is of besmet is geweest met het COVID-19-virus en na ontslag uit het ziekenhuis naar één van bovenvermelde plaatsen terugkeert;
4° een patiënt bij wie het gebruikelijk zorgnetwerk is weggevallen door de COVID19-maatregelen en waarbij de verpleegkundige wordt gevraagd regelmatig belangrijke parameters te controleren en toezicht te houden op de algemene gezondheidstoestand.
§ 2. Onder thuis wordt verstaan de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende overeenkomstig artikel 8, § 1, 1° van de nomenclatuur.
Onder thuis weekeinde of feestdag wordt verstaan de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende tijdens het weekeinde of op een feestdag overeenkomstig artikel 8, § 1, 2° van de nomenclatuur.
Onder hersteloord wordt verstaan een hersteloord overeenkomstig artikel 8, § 1, 3° van de nomenclatuur.
Onder gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van mindervaliden wordt verstaan een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van mindervaliden overeenkomstig artikel 8, § 1, 3° bis van de nomenclatuur.
Art.59. § 1. De toepassingsregels betreffende de verstrekkingen bedoeld in artikel 57, § 1, zijn de volgende:
1° moeten voorgeschreven zijn door een arts : in dringende gevallen kan dit een mondeling geformuleerd medisch voorschrift zijn mits schriftelijke bevestiging van de arts binnen de 6 maanden na de start van de verzorging;
2° mogen slechts eenmaal per verzorgingsdag geattesteerd worden en omvatten minstens één bezoek aan de patiënt tijdens die dag. Hierbij mag eenmaal per dag een basisverstrekking aangerekend worden;
3° mogen op dezelfde dag niet gecumuleerd worden met een zorgforfait A, B, C, PA, PB, PC of PP, noch met andere technische verpleegkundige verstrekkingen. Ze mogen wel gecumuleerd worden met specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen;
4° mogen op dezelfde dag niet worden gecumuleerd met verpleegkundige verstrekkingen die worden verleend in het kader van een schakelzorgcentrum;
5° mogen gecumuleerd worden met de pseudocode 418913 voor verstrekkingen die worden verricht bij de rechthebbende thuis of in zijn verblijfplaats in welbepaalde landelijk gelegen gemeenten;
6° vallen onder de bepalingen van art. 8, § 3 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen;
7° worden meegenomen in de berekening van het dagplafond dat is vastgelegd in art. 8, § 4 6° van de bovenvermelde nomenclatuur;
8° mogen slechts worden verleend en aangerekend door een gegradueerde verpleegkundige of gelijkgestelde, een vroedvrouw, of een verpleegkundige met brevet.
§ 2. De COVID-19 gerelateerde problematiek dient gedocumenteerd te zijn in het verpleegdossier van de patiënt met onder meer de inhoud van het voorschrift.
De documentatie bedoeld in het eerste lid moet op eenvoudige vraag worden voorgelegd aan de adviserend arts van het ziekenfonds van de patiënt of aan de bevoegde controlediensten.
De verpleegkundige moet minimum éénmaal per week rapporteren aan de behandelende arts. Dit kan in een patiëntenbespreking, telefonisch of elektronisch. De neerslag van deze rapportering moet in het verpleegdossier worden opgenomen.
Art.60. Er is geen persoonlijk aandeel verschuldigd door de rechthebbenden voor de verstrekkingen bedoeld in artikel 57, § 1.
Art.61. Er mogen geen ereloonsupplementen worden aangerekend, zelfs niet indien de verpleegkundige niet geconventioneerd is.
HOOFDSTUK 2. - Valorisatie van verpleegkundige zorgen tijdens de COVID-19-maatregelen : kosten en gebruik van beschermingsmateriaal
Art.62.
Art.63.
<Opgeheven bij KB 2020-09-30/05, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.64.
<Opgeheven bij KB 2020-09-30/05, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
TITEL 6.
<Opgeheven bij KB 2023-06-04/06, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-08-2023>
Art.65.
Art.66.
<Opgeheven bij KB 2023-06-04/06, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-08-2023>
Art.67.
<Opgeheven bij KB 2023-06-04/06, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-08-2023>
Art.68.
<Opgeheven bij KB 2023-06-04/06, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-08-2023>
Art.69.
<Opgeheven bij KB 2023-06-04/06, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-08-2023>
Art.70.
<Opgeheven bij KB 2023-06-04/06, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-08-2023>
TITEL 7. - BESCHERMINGSMAATREGELEN
Art.71. De Koning kan - voor de categorieën van zorgverleners die Hij aanduidt en onder de voorwaarden die Hij vaststelt - een tijdelijke financiële tussenkomst voorzien in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie.
Geen enkel bedrag kan aan de rechthebbende worden aangerekend door de zorgverleners voor wat betreft de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, ongeacht het conventiestatuut.
TITEL 8. - SLOTBEPALINGEN
Art.72.De maatregelen die zijn vastgesteld bij dit besluit blijven van toepassing tot een door de Koning te bepalen datum [1 en ten laatste tot 31 december 2025]1. De Koning kan voor iedere maatregel een andere datum bepalen.
----------
(1)
Art.73. Het koninklijk besluit van 27 maart 2020 tot stopzetting van de kalenders die de termijnen bepalen voor de uitvoering van de procedures tot wijziging van de lijst van de vergoedbare farmaceutische specialiteiten en van de lijst van de vergoedbare implantaten en invasieve medische hulpmiddelen ten gevolge van de pandemie COVID-19 wordt opgeheven.
Art.74. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2020.
De artikelen 4 tot en met 29 van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 14 maart 2020.
Artikel 51, § 5, treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum.
De artikelen 65 tot en met 70 hebben uitwerking met ingang van 1 maart 2020, met uitzondering van artikel 66, § 2, 2° dat uitwerking heeft met ingang van 1 april 2020.
Artikel 71 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 4 mei 2020.
(NOTA : Inwerkingtreding van artikel 51,§5 vastgesteld op 27-07-2020 door KB 2020-07-20/05, art. 2)
Art. 75. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.