Details





Titel:

30 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot vaststelling van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-10-2020 en tekstbijwerking tot 22-06-2022)



Inhoudstafel:


Art. 1-5, 5/1, 5/2, 6-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2020041295 



Uitvoeringsbesluit(en):

2021020566  2021042427  2021043413  2022032521 



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit stelt de regels vast volgens dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging een tijdelijke financiële tussenkomst verleent in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie.

Art.2.De verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging verleent aan de volgende zorgverleners een financiële tussenkomst per patiëntencontact waarvoor een vergoedbare geneeskundige verstrekking werd geattesteerd:
  1° artsen;
  2° kinesitherapeuten;
  3° klinisch orthopedagogen;
  4° klinisch psychologen;
  5° logopedisten;
  6° tandheelkundigen;
  7° vroedvrouwen;
  [1 8° beoefenaars van de verpleegkunde;
   9° zorgkundigen.]1
  Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder "vergoedbare geneeskundige verstrekking": een geneeskundige verstrekking die wordt vergoed door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen [1 ...]1.
  De financiële tussenkomst kan enkel worden verleend als de verstrekkingen werden verleend in de fysieke aanwezigheid van de patiënt en de zorgverlener.
  De financiële tussenkomst is niet verschuldigd voor de geneeskundige verstrekkingen die worden aangerekend door een ziekenhuis. Deze uitzondering is niet van toepassing voor de psychologische zorg verleend door klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen in het kader van de overeenkomsten gesloten op basis van artikel 22, 6° bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
  ----------
  (1)<KB 2021-06-20/05, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.3.De financiële tussenkomst bedoeld in artikel 2 bedraagt 2,50 euro per patiëntencontact [1 , en voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022, 1,25 euro per patiëntencontact]1. Voor de tandheelkundigen, de artsen-specialisten in de otorhinolaryngologie en de artsen-specialisten in de stomatologie bedraagt de financiële tussenkomst 20,00 euro per patiëntencontact [1 , en voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022, 10,00 euro per patiëntencontact]1. De financiële tussenkomst wordt per zorgverlener maximum 200 maal per maand verleend.
  ----------
  (1)<KB 2022-06-06/05, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2021>

Art.4.De verzekeringsinstellingen betalen de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 2 op intermutualistische wijze [1 ten laatste op 31 december 2020 en, voor de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020, ten laatste op 31 augustus 2021]1 [2 en, voor de periode van 1 december 2020 tot 30 juni 2021, ten laatste op 28 februari 2022]2 [3 en, voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, ten laatste op 31 juli 2022 en, voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, ten laatste op 30 september 2022]3. De verzekeringsinstellingen houden voor elke zorgverlener een gezamenlijke teller bij van het aantal patiëntencontacten op basis van de gegevens waarover ze beschikken [1 op 31 oktober 2020 en, voor de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020, op 31 januari 2021]1 [2 en, voor de periode van 1 december 2020 tot 30 juni 2021, op 31 augustus 2021]2 [3 en, voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, op 28 februari 2022 en, voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, op 31 mei 2022]3. De verzekeringsinstellingen wijzen de rechtspersoon aan die de betalingen voor hun rekening zal uitvoeren. De leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering kan de nadere regels bepalen betreffende die betaling.
  Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen, dient er voor de in artikel 2 bedoelde zorgverlener uiterlijk op 30 november 2020 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV. [1 Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen voor de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020, dient er voor de in artikel 2 bedoelde zorgverlener uiterlijk op 31 juli 2021 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV.]1 [2 Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen voor de periode van 1 december 2020 tot 30 juni 2021, dient er voor de in artikel 2 bedoelde zorgverlener uiterlijk op 31 januari 2022 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV.]2 [3 Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, dient er voor de in artikel 2 bedoelde zorgverlener uiterlijk op 30 juni 2022 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV. Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, dient er voor de in artikel 2 bedoelde zorgverlener uiterlijk op 31 augustus 2022 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV.]3
  ----------
  (1)<KB 2021-06-20/05, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
  (2)<KB 2021-12-05/01, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2020>
  (3)<KB 2022-06-06/05, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2021>

Art.5.§ 1. De verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging verleent een financiële tussenkomst voor elke voor het publiek opengestelde apotheek en elk medisch huis, evenals voor elke vestigingseenheid zoals bedoeld in artikel I.2, 16°, van het Wetboek van economisch recht waar verstrekkingen worden verleend die tot de bevoegdheid behoren van de bandagisten, de orthopedisten, de audiciens of de opticiens en elk revalidatiecentrum dat niet is geïntegreerd in een ziekenhuis en dat een lopende overeenkomst heeft met het Verzekeringscomité in uitvoering van artikel 22, 6°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
  De financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid bedraagt 500 euro per maand [3 , en voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022, 250 euro per maand]3. [2 Voor de medische huizen waar meer dan 2000 rechthebbenden zijn ingeschreven, wordt dit bedrag van 500 euro per maand verhoogd met 1 euro per maand per ingeschreven rechthebbende boven dit aantal.]2 [3 Voor de medische huizen waar meer dan 2000 rechthebbenden zijn ingeschreven, wordt voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022 dit bedrag van 250 euro per maand verhoogd met 0,50 euro per maand per ingeschreven rechthebbende boven dit aantal.]3
  Er is slechts één financiële tussenkomst per maand verschuldigd per vestigingseenheid. De financiële tussenkomst is niet verschuldigd voor de revalidatiecentra Centre Médical Pédiatrique Clairs Vallons asbl en Zeepreventorium Medisch Pediatrisch Centrum Mucoviscidose-revalidatiecentrum vzw.
  § 2. De verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging verleent een financiële tussenkomst voor de diëtisten, de ergotherapeuten, de orthoptisten en de podologen.
  De financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid bedraagt 100 euro per maand tijdens dewelke vergoedbare geneeskundige verstrekkingen werden verleend. [3 Voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022 bedraagt de financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid 50 euro per maand tijdens dewelke vergoedbare geneeskundige verstrekkingen werden verleend.]3
  Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid in aanmerking te komen, dient er voor de in het eerste lid bedoelde zorgverlener uiterlijk op 30 november 2020 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV. [1 Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid in aanmerking te komen voor de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020, dient er voor de in het eerste lid bedoelde zorgverlener uiterlijk op 31 juli 2021 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV.]1 [2 Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid in aanmerking te komen voor de periode van 1 december 2020 tot 30 juni 2021, dient er voor de in het eerste lid bedoelde zorgverlener uiterlijk op 31 januari 2022 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV.]2 [3 Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid in aanmerking te komen voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, dient er voor de in het eerste lid bedoelde zorgverlener uiterlijk op 30 juni 2022 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV. Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid in aanmerking te komen voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, dient er voor de in het eerste lid bedoelde zorgverlener uiterlijk op 31 augustus 2022 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV.]3
  § 3. [1 ...]1
  § 4. De verzekeringsinstellingen betalen de financiële tussenkomst bedoeld in de paragrafen 1 en 2 op intermutualistische wijze [1 ten laatste op 31 december 2020 en, voor de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020, ten laatste op [3 28 februari 2022]3]1 [2 en, voor de periode van 1 december 2020 tot 30 juni 2021, ten laatste op 28 februari 2022]2 [3 en, voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, ten laatste op 31 juli 2022 en, voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, ten laatste op 30 september 2022]3. De verzekeringsinstellingen wijzen de rechtspersoon aan die de betalingen voor hun rekening zal uitvoeren. [2 ...]2
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<KB 2021-06-20/05, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
  (2)<KB 2021-12-05/01, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2020>
  (3)<KB 2022-06-06/05, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2021>

Art.5/1.[1 § 1. Het indienen van de aanvraag voor de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 5, § 1, wordt bij een voor het publiek opengestelde apotheek uitgevoerd via de erkende tariferingsdienst zoals bedoeld in artikel 165, eerste lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
   De erkende tariferingsdienst stuurt voor de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020 en voor de periode van 1 december 2020 tot 30 juni 2021 op uiterlijk 31 januari 2022, [2 en voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021 op uiterlijk 30 juni 2022, en voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022 op uiterlijk 31 augustus 2022,]2 een papieren factuur naar de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (HZIV) bedoeld in artikel 2, i), van dezelfde wet, met daarop het globaal bedrag voor al de bij die tariferingsdienst aangesloten voor het publiek opengestelde apotheken.
   De HZIV betaalt na ontvangst van de factuur het daarop vermelde globale bedrag aan de erkende tariferingsdienst. Het komt aan de tariferingsdienst toe om het globale bedrag conform de bepaling in artikel 5, § 1, tweede lid, te verdelen onder de aangesloten apotheken.
   § 2. Het indienen van de aanvraag voor de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 5, § 1, wordt bij een vestigingseenheid zoals bedoeld in artikel I.2, 16°, van het Wetboek van economisch recht waar verstrekkingen worden verleend die tot de bevoegdheid behoren van de bandagisten, de orthopedisten, de audiciens of de opticiens, uitgevoerd in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV, via diens nieuwe service `Financiering beschermingsmateriaal COVID'.
   Vanaf 1 februari 2021 en uiterlijk op 31 januari 2022 kan er per vestigingseenheid voor de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020 één aanvraag worden uitgevoerd in de in het eerste lid voorziene webtoepassing. Vanaf 15 december 2021 en uiterlijk op 31 januari 2022 kan er per vestigingseenheid voor de periode van 1 december 2020 tot 30 juni 2021 één aanvraag worden uitgevoerd in de in het eerste lid voorziene webtoepassing. [2 Vanaf 31 mei 2022 en uiterlijk op 30 juni 2022 kan er per vestigingseenheid voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021 één aanvraag worden uitgevoerd in de in het eerste lid voorziene webtoepassing. Vanaf 1 juli 2022 en uiterlijk op 31 augustus 2022 kan er per vestigingseenheid voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022 één aanvraag worden uitgevoerd in de in het eerste lid voorziene webtoepassing.]2
   De aanvraag bedoeld in het eerste lid, wordt, conform de regels bedoeld in het tweede lid, uitgevoerd door een bandagist, orthopedist, opticien, audicien met een RIZIV-nummer of diens mandaatnemer na aanmaak van een geldig mandaat via het Self Service Mandatensysteem van CSAM, het geheel van afspraken om het overkoepelend identiteits- en toegangsbeheer binnen het e-government te organiseren.
   Bij de aanvraag duidt de aanvrager uit een exhaustieve lijst de betreffende vestigingseenheid aan. De aanvrager voert tevens het bankrekeningnummer in dat aan de onderneming toebehoort en waarop de financiële tussenkomst moet worden gestort. Via een verklaring op eer garandeert de aanvrager of diens mandaatnemer de correctheid van de opgegeven informatie bij de aanvraag.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2021-12-05/01, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2020>
  (2)<KB 2022-06-06/05, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2021>

Art.5/2. [1 De regels betreffende de aanvragen tot financiële tussenkomst zoals bepaald in artikel 5/1 worden door het Instituut op diens website geplaatst op het adres http://www.riziv.fgov.be teneinde de betrokken zorgverleners te informeren over de geldende procedures.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2021-12-05/01, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2020>


Art.6. De artikelen 62 tot 64 van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging treden buiten werking op 31 augustus 2020.

Art.7.De financiële tussenkomsten bedoeld in de artikelen 2 en 5 kunnen enkel betrekking hebben op de periode van 4 mei 2020 [3 tot 31 maart 2022]3.
  ----------
  (1)<KB 2021-06-20/05, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
  (2)<KB 2021-12-05/01, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2020>
  (3)<KB 2022-06-06/05, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2021>

Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 4 mei 2020.

Art. 9. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.