6 JUNI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 2020 tot vaststelling van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 september 2020 tot vaststelling van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de eerste zin wordt aangevuld met de woorden ", en voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022, 1,25 euro per patiëntencontact";
2° de tweede zin wordt aangevuld met de woorden ", en voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022, 10,00 euro per patiëntencontact".
Art.2. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juni 2021 en 5 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt de eerste zin aangevuld met de woorden "en, voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, ten laatste op 31 juli 2022 en, voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, ten laatste op 30 september 2022";
2° in het eerste lid wordt de tweede zin aangevuld met de woorden "en, voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, op 28 februari 2022 en, voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, op 31 mei 2022";
3° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zinnen:
"Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, dient er voor de in artikel 2 bedoelde zorgverlener uiterlijk op 30 juni 2022 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV. Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, dient er voor de in artikel 2 bedoelde zorgverlener uiterlijk op 31 augustus 2022 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV."
Art.3. In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juni 2021 en 5 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) de eerste zin wordt aangevuld met de woorden: ", en voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022, 250 euro per maand";
b) het lid wordt aangevuld met de volgende zin:
"Voor de medische huizen waar meer dan 2000 rechthebbenden zijn ingeschreven, wordt voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022 dit bedrag van 250 euro per maand verhoogd met 0,50 euro per maand per ingeschreven rechthebbende boven dit aantal.";
2° in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin:
"Voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022 bedraagt de financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid 50 euro per maand tijdens dewelke vergoedbare geneeskundige verstrekkingen werden verleend.";
b) het derde lid wordt aangevuld met de volgende zinnen:
"Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid in aanmerking te komen voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, dient er voor de in het eerste lid bedoelde zorgverlener uiterlijk op 30 juni 2022 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV. Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid in aanmerking te komen voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, dient er voor de in het eerste lid bedoelde zorgverlener uiterlijk op 31 augustus 2022 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV.";
3° in paragraaf 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) de woorden "31 augustus 2021" worden vervangen door de woorden "28 februari 2022";
b) de eerste zin wordt aangevuld met de woorden "en, voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, ten laatste op 31 juli 2022 en, voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, ten laatste op 30 september 2022".
Art.4. In artikel 5/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 5 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "en voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021 op uiterlijk 30 juni 2022, en voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022 op uiterlijk 31 augustus 2022," ingevoegd tussen de woorden "op uiterlijk 31 januari 2022," en de woorden "een papieren factuur";
2° paragraaf 2, tweede lid, wordt aangevuld met de volgende zinnen:
"Vanaf 31 mei 2022 en uiterlijk op 30 juni 2022 kan er per vestigingseenheid voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021 één aanvraag worden uitgevoerd in de in het eerste lid voorziene webtoepassing. Vanaf 1 juli 2022 en uiterlijk op 31 augustus 2022 kan er per vestigingseenheid voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022 één aanvraag worden uitgevoerd in de in het eerste lid voorziene webtoepassing."
Art.5. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juni 2021 en 5 december 2021, worden de woorden "tot 30 juni 2021" vervangen door de woorden "tot 31 maart 2022".
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2021.
Art. 7. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.