31 JULI 2020. - Koninklijk besluit houdende maatregelen voor post-COVID-19-revalidatie en voor bijkomend toezicht op de COVID-19-afdelingen van geïsoleerde geriatriediensten en geïsoleerde gespecialiseerde diensten voor behandeling en revalidatie
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Revalidatie van gehospitaliseerde COVID-19-patiënten
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Bijzonder toezicht op patiënten met COVID-19
Art. 3-4
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 5-7
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. § 1. De verstrekkingen worden aangeduid met een rangnummer vóór de omschrijving van de verstrekking. De omschrijving van elke verstrekking wordt gevolgd door de sleutelletters C of K voor de verstrekkingen van artsen en M voor de verstrekkingen van kinesitherapeuten.
§ 2. Die sleutelletter komt vóór een coëfficiëntgetal dat de betrekkelijke waarde van elke verstrekking aangeeft.
§ 3. De sleutelletter is een teken waarvan de waarde in euro als volgt is bepaald:
* voor de verstrekkingen 557900, 557944 en 557981 opgenomen in artikel 2 van dit besluit wordt de waarde van de sleutelletter K vastgesteld op 1,215427 EUR;
* voor de verstrekkingen 518103 en 518081 opgenomen in artikel 2 van dit besluit wordt de waarde van de sleutelletter M vastgesteld op 0,927692 EUR;
* voor de verstrekking 599502 opgenomen in artikel 3 van dit besluit wordt de waarde van de sleutelletter C vastgesteld op 1,4 EUR.
§ 4. Op elke nota, opgemaakt ter staving van het verrichten van één of andere verstrekking, moet het in § 1 bedoelde rangnummer vermeld worden.
§ 5. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1) `de nomenclatuur': de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen zoals bedoeld in de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
2) `verblijf op intensieve zorg': het verblijf op een erkende functie intensieve zorg alsook op de bijkomende bedden voor intensieve zorg die dagelijks aan de FOD Volksgezondheid worden doorgegeven.
3) `COVID-19-patiënt':
a) een persoon met laboratoriumbevestiging van COVID-19 infectie
of
b) een persoon bij wie de laboratoriumtest voor COVID-19 negatief is, maar bij wie de diagnose van COVID-19 wordt gesteld op basis van een suggestieve klinische presentatie en een compatibele CT thorax.
HOOFDSTUK 2. - Revalidatie van gehospitaliseerde COVID-19-patiënten
Art.2. § 1. Revalidatieverstrekking waarvoor de bekwaming van arts-specialist voor fysische geneeskunde en revalidatie vereist is:
557900
Toeslag bij de verstrekking 558806 of 558423 voor een gehospitaliseerde COVID-19-patiënt die verblijft of verbleven heeft op intensieve zorg ... K 9,2
557944
Tweede revalidatiezitting op dezelfde dag als verstrekking 558806 of 558423 voor een gehospitaliseerde COVID-19-patiënt die verblijft of verbleven heeft op intensieve zorg ... K 20
557981
Bijkomend honorarium bij de verstrekking 558843, 558025 of 558821 voor een gehospitaliseerde COVID-19-patiënt die verblijft of verbleven heeft op intensieve zorg ... K 30
§ 2. Revalidatieverstrekking door een kinesitherapeut:
518103
Toeslag bij de verstrekking 560501 voor een gehospitaliseerde COVID-19-patiënt die verblijft of verbleven heeft op intensieve zorg ... M 12
518081
Tweede individuele kinesitherapiezitting op dezelfde dag met een globale gemiddelde duur van persoonlijke betrokkenheid van de kinesitherapeut van 30 minuten voor een gehospitaliseerde COVID-19-patiënt na een verblijf op een intensieve zorg ... M 24
§ 3. Toepassingsregels m.b.t. de verstrekkingen 557900, 557944 en 557981:
De verstrekkingen 557900, 557944 en 557981 mogen enkel worden aangerekend door een arts-specialist zoals bepaald in artikel 23, § 3, van de nomenclatuur.
De verstrekking 557900 kan enkel worden aangerekend als toeslag bij de verstrekking 558806 of 558423 voor een gehospitaliseerde patiënt tijdens of na zijn verblijf op intensieve zorg en dit gedurende het volledige traject van zijn hospitalisatie.
De verstrekking 557944 mag alleen aangerekend worden als ze minimum 3 uur na de vorige verstrekking 558806 of 558423 is uitgevoerd.
De verstrekking 557944 is niet cumuleerbaar op dezelfde dag:
* met de verstrekkingen van artikel 22 van de nomenclatuur, met uitzondering van de verstrekking 558806 of 558423;
* met de verstrekkingen van artikel 7 van de nomenclatuur of met de verstrekking 518081.
De verstrekking 557944 kan worden aangerekend voor een gehospitaliseerde patiënt die mono/pluridisciplinaire revalidatie krijgt tijdens of na zijn verblijf op intensieve zorg en dit gedurende het volledige traject van zijn hospitalisatie.
De verstrekking 557981 kan slechts aangerekend worden voor de codenummers 202, 301 en 504 van de limitatieve lijst van aandoeningen voor pluridisciplinaire revalidatie voorzien in artikel 23, § 11, van de nomenclatuur.
De verstrekking 557981 is niet cumuleerbaar op dezelfde dag:
* met de verstrekkingen van artikel 22 van de nomenclatuur, met uitzondering van de verstrekking 558843, 558025 of 558821;
* met de verstrekkingen van artikel 7 van de nomenclatuur of met de verstrekking 518081.
De verstrekking 557981 kan enkel worden aangerekend voor een gehospitaliseerde patiënt die pluridisciplinaire revalidatie krijgt tijdens of na zijn verblijf op intensieve zorg en dit gedurende het volledige traject van zijn hospitalisatie.
§ 4. Toepassingsregels m.b.t. de verstrekkingen 518103 en 518081:
De verstrekkingen 518103 en 518081 kunnen worden aangerekend door alle kinesitherapeuten met een RIZIV-nummer.
De verstrekking 518103 kan enkel worden aangerekend als toeslag bij de verstrekking 560501 voor een gehospitaliseerde patiënt tijdens of na zijn verblijf op intensieve zorg en dit gedurende het volledige traject van zijn hospitalisatie.
De verstrekking 518081 kan worden aangerekend voor een gehospitaliseerde patiënt na een verblijf op intensieve zorg gedurende het volledige traject van zijn hospitalisatie.
De verstrekking 518081 kan worden aangerekend als de kinesitherapeut beschikt over een medisch voorschrift dat deze tweede zitting duidelijk rechtvaardigt. Dit medisch voorschrift moet de noodzaak vermelden om een tweede zitting uit te voeren gedurende een globale gemiddelde duur van 30 minuten. In voorkomend geval is de kinesitherapeut ertoe gehouden een kopie van dit voorschrift voor te leggen aan de adviserend arts in het kader van een controle a posteriori.
Dit voorschrift moet de volgende elementen vermelden:
* de COVID-19-gerelateerde problematiek van de patiënt
* de datum van ontslag uit intensieve zorg.
De verstrekking 518081 mag alleen aangerekend worden als ze ten minste 3 uur na de vorige verstrekking heeft plaatsgehad.
De verstrekking 518081 is niet cumuleerbaar op dezelfde dag met de verstrekkingen van artikel 22 van de nomenclatuur of met de verstrekkingen 557944 en 557981.
HOOFDSTUK 3. - Bijzonder toezicht op patiënten met COVID-19
Art.3. Verstrekking voor toezicht op een in een ziekenhuis opgenomen COVID-19-patiënt:
599502
Bijkomend honorarium voor toezicht op de in een ziekenhuis opgenomen rechthebbende Covid-19-patiënt op een COVID-19-afdeling van een geïsoleerde gespecialiseerde G en Sp-dienst voor behandeling en revalidatie, per dag ... C 20
De verstrekking 599502 kan aangerekend worden door een arts-specialist.
De verstrekking 599502 kan per patiënt en per dag slechts één keer gecumuleerd worden met het gebruikelijke honorarium voor toezicht door een andere arts-specialist dan de arts-specialist die het gebruikelijke honorarium voor toezicht aanrekent.
De verstrekking 599502 kan enkel worden aangerekend voor een COVID-19-patiënt opgenomen op een COVID-19-afdeling van een geïsoleerde gespecialiseerde G- en Sp-dienst voor behandeling en revalidatie.
Art.4. Er is geen persoonlijk aandeel verschuldigd door de rechthebbenden voor de verstrekkingen bedoeld in de artikelen 2 en 3.
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.5. De maatregelen die zijn vastgesteld bij dit besluit blijven van toepassing tot een door de Koning te bepalen datum. De Koning kan voor iedere maatregel een andere datum bepalen.
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 14 maart 2020.
Art. 7. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.