Details





Titel:

26 JUNI 2022. - Koninklijk besluit tot invoeging van een hoofdstuk XI in de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, en tot opheffing van bepaalde tijdelijke maatregelen van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2020041295 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juni 2022, wordt een hoofdstuk XI ingevoegd, luidende:
  "Hoofdstuk XI - Zorg op afstand
  Artikel 37 - Zorg op afstand.
  § 1. Definities
  a) Zorg op afstand: verstrekkingen gedekt door de noties raadpleging op afstand, tele-expertise, telemonitoring en telebehandeling, die plaatsvinden zonder fysieke aanwezigheid van de patiënt en de zorgverlener en met ondersteuning van informatie- en communicatietechnologieën.
  b) Videoraadpleging: raadpleging op afstand verleend door een zorgverlener aan een patiënt door middel van informatie- en communicatietechnologieën met een videoverbinding.
  c) Telefonische raadpleging: raadpleging op afstand verleend door een zorgverlener aan een patiënt door middel van informatie- en communicatietechnologieën met een telefoonverbinding.
  § 2. Zorg op afstand door een arts
  A. Raadplegingen op afstand
101673
  Videoraadpleging door een huisarts...............N 8
101695
  Videoraadpleging door een arts-specialist.......N 8
101710
  Videoraadpleging door een huisarts op basis van verworven rechten of een houder van het artsendiploma...........................................N 5
101732
  Telefonische raadpleging door een arts........N 3,6
  De verstrekkingen 101673, 101695, 101710 en 101732 omvatten een volledige anamnese van de patiënt, een eventueel behandelvoorstel met daarbij het eventueel opmaken en ondertekenen van de nodige getuigschriften, voorschriften en allerlei bescheiden.
  De arts noteert in het patiëntendossier het contact, de reden van de raadpleging, de raadgevingen die werden verstrekt, de eventuele aanpassingen aan het behandelingsschema en de aard van de documenten die werden afgeleverd.
  De verstrekkingen 101673, 101695, 101710 en 101732 mogen niet op dezelfde dag door dezelfde arts samengevoegd worden met het honorarium voor verstrekkingen bedoeld in artikel 2 van de nomenclatuur.
  De verstrekkingen 101673, 101695 en 101710 mogen niet op dezelfde dag door dezelfde arts samengevoegd worden met de verstrekking 101732.
  De verstrekkingen 101695 en 101732 kunnen niet worden gecumuleerd op dezelfde dag door dezelfde arts met het honorarium voor de verstrekkingen bedoeld in de artikelen 9 en 10 van het KB nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.
  De verstrekking 101732 kan aangerekend worden door de huisarts, huisarts op basis van verworven rechten, houder van het artsendiploma of arts-specialist, zoals gedefinieerd in artikel 1, § 12.
  § 3. Om te kunnen worden aangerekend dienen de verstrekkingen onder § 2, A. te voldoen aan volgende voorwaarden:
  a) Voor de videoraadplegingen wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
  - communicatie verloopt via een tool met end-to-end encryptie;
  - communicatie wordt niet op het gebruikte platform opgeslagen;
  - indien de tool andere functies bevat, naast de mogelijkheid tot video- of audiocommunicatie, waaronder de uitwisseling van documenten, worden die aangeboden op zodanige wijze dat de gebruikers in de mogelijkheid worden gesteld om de toepasselijke wettelijke bepalingen na te leven.
  b) Een raadpleging op afstand kan enkel gebeuren op aanvraag van de rechthebbende en na akkoord van de arts. De arts of zijn/haar medewerker noteert het tijdstip van de aanvraag in het dossier van de patiënt en houdt het ter beschikking van de controleorganen.
  c) De raadpleging op afstand gebeurt synchroon door middel van een telefonisch contact of een videoverbinding tussen de arts en de patiënt.
  d) De arts heeft toegang tot het patiëntendossier tijdens de raadpleging op afstand.
  e) De arts heeft een bestaande behandelrelatie met de patiënt. Een behandelrelatie tussen arts en patiënt is aanwezig in volgende gevallen:
  - bij de huisarts die het GMD beheert;
  - bij de huisarts die deel uitmaakt van een geregistreerde groepering van huisartsen waarvan een lid het GMD beheert;
  - de arts en de patiënt hebben minimaal één keer een fysieke raadpleging gehad in het lopende kalenderjaar of in ten minste een van de twee kalenderjaren voorafgaand aan de raadpleging op afstand.
  In afwijking van het eerste lid kan een telefonische raadpleging of videoraadpleging worden aangerekend wanneer de patiënt is doorverwezen door een arts naar een arts-specialist of wanneer de raadpleging plaatsvond tijdens de georganiseerde huisartsenwachtdienst.
  Bij deze afwijkende situatie noteert de arts die aanrekent, de omstandigheden die een aanrekening rechtvaardigen in het patiëntendossier.".

Art.2. In het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, bekrachtigd bij de wet van 24 december 2020, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2021 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° artikel 8 wordt opgeheven;
  2° in artikel 10 worden de woorden "met de verstrekking 101135 alsook" opgeheven.

Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2022.

Art. 4. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.