10 MAART 2021. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 5, § 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 30 september 2020 tot vaststelling van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie
Art. 1-3
Artikel 1. § 1. Het indienen van de aanvraag voor de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 30 september 2020 tot vaststelling van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie, wordt bij een voor het publiek opengestelde apotheek uitgevoerd via de erkende tariferingsdienst zoals bedoeld in artikel 165, eerste lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994.
De erkende tariferingsdienst stuurt voor de periode van 4 mei 2020 tot 31 augustus 2020 op uiterlijk de laatste dag van de maand die volgt op de maand van publicatie van dit besluit een papieren factuur naar de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (HZIV) bedoeld in artikel 2, i), van dezelfde wet, met daarop het globaal bedrag voor al de bij die tariferingsdienst aangesloten voor het publiek opengestelde apotheken.
De HZIV betaalt na ontvangst van de factuur het daarop vermelde globale bedrag aan de erkende tariferingsdienst. Het komt aan de tariferingsdienst toe om het globale bedrag conform de bepaling in artikel 5, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit bedoeld in het eerste lid, te verdelen onder de aangesloten apotheken.
§ 2. Het indienen van de aanvraag voor de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 30 september 2020 tot vaststelling van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie, wordt bij een vestigingseenheid zoals bedoeld in artikel I.2, 16°, van het Wetboek van economisch recht waar verstrekkingen worden verleend die tot de bevoegdheid behoren van de bandagisten, de orthopedisten, de audiciens of de opticiens, uitgevoerd in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV, via diens nieuwe service `Financiering beschermingsmateriaal Covid'.
Vanaf 17 november 2020 en uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op de maand van publicatie van dit besluit kan er per vestigingseenheid voor de periode van 4 mei 2020 tot 31 augustus 2020 één aanvraag worden uitgevoerd in de in het eerste lid voorziene webtoepassing.
De aanvraag bedoeld in het eerste lid, wordt, conform de regels voorzien in het tweede lid, uitgevoerd door een bandagist, orthopedist, opticien, audicien met een RIZIV-nummer of diens mandaatnemer na aanmaak van een geldig mandaat via het Self Service Mandatensysteem van CSAM, het geheel van afspraken om het overkoepelend identiteits- en toegangsbeheer binnen het e-government te organiseren.
Bij de aanvraag duidt de aanvrager uit een exhaustieve lijst de betreffende vestigingseenheid aan. De aanvrager voert tevens het bankrekeningnummer in dat aan de onderneming toebehoort en waarop de financiële tussenkomst moet worden gestort. Via een verklaring op eer garandeert de aanvrager of diens mandaatnemer de correctheid van de opgegeven informatie bij de aanvraag.
Art.2. De regels betreffende de aanvragen tot financiële tussenkomst zoals bepaald in artikel 1 worden door het Instituut op diens website geplaatst op het adres http://www.riziv.fgov.be teneinde de betrokken zorgverleners te informeren over de geldende procedures.
Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 9 november 2020.