Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 APRIL 2013. - [Koninklijk besluit van 3 april 2013 betreffende de tussenkomst van de Ministerraad, de overdracht van bevoegdheid en de machtigingen inzake de plaatsing en de uitvoering van overheidsopdrachten, prijsvragen en concessies op federaal niveau]<KB2018-04-15/01, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-04-2013 en tekstbijwerking tot 18-04-2018)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Tussenkomst van de Ministerraad
Art. 3-6
HOOFDSTUK 3. - Overdracht van bevoegdheid inzake de plaatsing en de uitvoering van overheidsopdrachten, van [1 prijsvragen]1 en van concessies [2 ...]2
Art. 7-11
HOOFDSTUK 4. - Machtiging inzake de plaatsing en de uitvoering van overheidsopdrachten, [1 prijsvraagen]1 en concessies [2 ...]2 in geval van toepassing van [3 artikel 6 van de wet "overheidsopdrachten", artikel 26 van de wet "concessies"]3 en van artikel 9 van de wet van 13 augustus 2011
Art. 12
HOOFDSTUK 5. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 13
HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling
Art. 14-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° [1 de wet "overheidsopdrachten" : de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;]1
  [1 1° /1 de wet "concessies" : de wet van 17 juni 2016 inzake concessieovereenkomsten;]1
  2° de wet van 13 augustus 2011 : de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied;
  3° het koninklijk besluit van [1 18 april 2017]1 : het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011;
  4° het koninklijk besluit van [1 18 juni 2017]1 : het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten speciale sectoren van 16 juli 2012;
  5° het koninklijk besluit van 23 januari 2012 : het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied van 23 januari 2012;
  [1 5° /1 het koninklijk besluit van 25 juni 2017 : het koninklijk besluit van 25 juni 2017 betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten;]1
  6° federale aanbestedende overheid :
  a) het algemeen bestuur, dat alle federale overheidsdiensten hergroepeert, als bedoeld in artikel 2, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat;
  b) de federale administraties met beheersautonomie maar zonder rechtspersoonlijkheid en de ondernemingen met een handels-, industrieel of financieel karakter, met een vorm van autonomie maar zonder rechtspersoonlijkheid, als bedoeld in artikel 2, 2° en 4°, van dezelfde wet;
  c) de federale overheidsinstellingen met rechtspersoonlijkheid als bedoeld in artikel 2, 3°, van dezelfde wet, met inbegrip van de openbare instellingen van sociale zekerheid van de categorie D van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut en van de openbare instellingen bedoeld in het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid.
  ----------
  (1)<KB 2018-04-15/01, art. 18, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>

Art.2. Elk bedrag vermeld in dit besluit is een bedrag zonder belasting over de toegevoegde waarde.

HOOFDSTUK 2. - Tussenkomst van de Ministerraad
Art.3.§ 1. Vóór het opstarten van de gunningsprocedure worden de voorstellen van de [3 in artikel 169, eerste lid, van de wet "overheidsopdrachten"]3 en artikel 45, eerste lid, van de wet van 13 augustus 2011 bedoelde overheidsopdrachten, van de federale aanbestedende overheden als bedoeld in artikel 1, 6°, a en b, van dit besluit in de volgende gevallen ter goedkeuring aan de Ministerraad voorgelegd :
  1° de overheidsopdrachten die [3 bij openbare procedure, niet-openbare procedure, concurrentiegerichte dialoog, innovatiepartnerschap, mededingingsprocedure met onderhandeling als bedoeld in artikel 38 van de wet "overheidsopdrachten", onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging als bedoeld in het artikel 120 van de wet "overheidsopdrachten", of onderhandelingsprocedure met bekendmaking als bedoeld in het artikel 22, eerste lid, van de wet van 13 augustus 2011]3, worden geplaatst en waarvan het geraamde bedrag gelijk is aan of hoger dan :
  a) 10.000.000 euro voor overheidsopdrachten voor werken;
  b) 6.000.000 euro voor overheidsopdrachten voor leveringen;
  c) 4.000.000 euro voor overheidsopdrachten voor diensten;
  2° de overheidsopdrachten die [3 bij onderhandelings-procedure zonder voorafgaande bekendmaking als bedoeld in artikel 42 van de wet "overheidsopdrachten", onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging als bedoeld in artikel 124 van de wet "overheidsopdrachten" of onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking als bedoeld in artikel 25 van de wet van 13 augustus 2011]3 worden geplaatst, waarvan het geraamde bedrag gelijk is aan of hoger dan :
  a) 2.000.000 euro voor overheidsopdrachten voor werken;
  b) 1.250.000 euro voor overheidsopdrachten voor leveringen;
  c) 350.000 euro voor overheidsopdrachten voor diensten.
  § 2. Vóór het opstarten van de gunningsprocedure worden ter goedkeuring aan de Ministerraad voorgelegd :
  1° de voorstellen van [1 prijsvraag]1 waarvan het geraamde bedrag gelijk is aan of hoger dan 350.000 euro;
  2° [3 de voorstellen van concessieovereenkomsten als bedoeld in artikel 63, eerste lid, van de wet "concessies" waarvan het geraamde bedrag gelijk is aan of hoger is dan 3.500.000 euro wat de concessie voor werken betreft en het in artikel 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 25 juni 2017 bedoelde bedrag wat de concessie voor diensten betreft.]3
  § 3. Elk ontwerp van overeenkomst dat tot gevolg zou kunnen hebben dat een federale aanbestedende overheid als bedoeld in artikel 1, 6°, a en b, zich zou verbinden op het gebied van overheidsopdrachten, [1 prijsvragen]1 of concessies [2 ...]2, wordt aan de voorafgaande goedkeuring van de Ministerraad voorgelegd wanneer het geraamde bedrag van het ontwerp van overeenkomst gelijk is aan of hoger dan de toepasselijke bedragen vermeld in de paragrafen 1 en 2.
  § 4. Indien het geraamde bedrag van een overheidsopdracht, [1 prijsvraag]1 of concessie voor openbare werken lager is dan het toepasselijke bedrag vermeld in de paragrafen 1 en 2, maar het bedrag van de goed te keuren offerte het laatstgenoemde bedrag met meer dan vijftien procent overschrijdt, is vóór de gunning van de betreffende opdracht, [1 prijsvraag]1 of concessie, de goedkeuring van de Ministerraad vereist.
  [3 § 5. De paragrafen 1, 3 en 4 zijn van toepassing op de raamovereenkomst.]3
  ----------
  (1)<KB 2018-04-15/01, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (2)<KB 2018-04-15/01, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (3)<KB 2018-04-15/01, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>

Art.4.De goedkeuring van de Ministerraad als bedoeld in artikel 3 wordt vervangen door de goedkeuring van de Eerste Minister [1 in de gevallen bedoeld in de artikelen 42, § 1, 1°, b, en 124, § 1, 5°, van de wet "overheidsopdrachten"]1 en artikel 25, 1°, e en f, van de wet van 13 augustus 2011 en voor zover het, gelet op de dringende noodzakelijkheid, niet mogelijk is vooraf de goedkeuring van de Ministerraad te verkrijgen.
  In dit geval licht de bevoegde minister de Ministerraad hierover onmiddellijk in, met motivering van de ingeroepen dringende noodzakelijkheid.
  ----------
  (1)<KB 2018-04-15/01, art. 20, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>

Art.5.In afwijking van artikel 3 is de goedkeuring van de Ministerraad niet vereist voor :
  1° [3 de overheidsopdrachten geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking in de gevallen bedoeld in artikel 42, § 1, 1°, c, 3° en 5°, van de wet "overheidsopdrachten", bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging in de gevallen bedoeld in artikel 124, § 1, 2°, 10°, 11° en 12°, van de wet "overheidsopdrachten" en bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de gevallen bedoeld in artikel 25, 1°, c en d, en 3°, c, van de wet van 13 augustus 2011;]3
  2° de overheidsopdrachten geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de gevallen bedoeld in [3 ...]3 artikel 25, 3°, a en 4°, a en b, van de wet van 13 augustus 2011, indien het gecumuleerde bedrag van de aanvullende werken, leveringen of diensten tien percent van het oorspronkelijke goedgekeurde bedrag van de hoofdopdracht niet overschrijdt;
  [3 2° /1 de overheidsopdrachten geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking in de gevallen bedoeld in artikel 42, § 1, 2°, van de wet "overheidsopdrachten", bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging in de gevallen bedoeld in artikel 124, § 1, 8°, van de wet "overheidsopdrachten" en bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de gevallen bedoeld in artikel 25, 4°, b), van de wet van 13 augustus 2011, behalve indien niet om de goedkeuring van de Ministerraad werd verzocht voor de oorspronkelijke opdracht;]3
  3° de overheidsopdrachten, [1 prijsvragen]1 of concessies [2 ...]2 die in het raam van de ambtshalve maatregelen bepaald in de algemene uitvoeringsregels, met één of meerdere derden worden gesloten voor rekening van de in gebreke gebleven opdrachtnemer;
  4° de overheidsopdrachten, [1 prijsvragen]1 of concessies [2 ...]2 waarvoor de controle door bijzondere wets- of reglementaire bepalingen is geregeld;
  5° de opdrachten, [1 prijsvragen]1 of concessies [2 ...]2 geplaatst in naam en voor rekening van een andere overheid dan die bedoeld in artikel 2, 1° tot 3°, van de [3 wet "overheidsopdrachten"]3 en artikel 2, 1° tot 3°, van de wet van 13 augustus 2011;
  [3 6° de opdrachten gebaseerd op een raamovereenkomst.]3
  ----------
  (1)<KB 2018-04-15/01, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (2)<KB 2018-04-15/01, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (3)<KB 2018-04-15/01, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>

Art.6.[1 De plaatsing van overheidsopdrachten, [2 prijsvragen]2 en concessies [3 ...]3 door of in naam en voor rekening van federale aanbestedende overheden als bedoeld in artikel 1, 6°, c, is onderworpen aan dezelfde regels als die bepaald in de artikelen 3 tot 5.
   Wat evenwel de federale aanbestedende overheden als bedoeld in artikel 1, 6°, c, betreft, die niet onder het hiërarchische gezag maar onder de toezicht van een minister staan, wordt de in de artikelen 3 en 5 bedoelde goedkeuring van de Ministerraad vervangen door de goedkeuring van de toezichthoudende minister en van de minister die de begroting onder zijn bevoegdheid heeft, en is artikel 4 niet van toepassing.
   De goedkeuring van de toezichthoudende minister en van de minister die de begroting onder zijn bevoegdheid heeft, bedoeld in het vorige lid, wordt geacht verworven te zijn bij ontstentenis van een tegengestelde beslissing, waarvan aan de betrokken federale aanbestedende overheid kennis werd gegeven binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de datum van de ontvangstmelding van het verzoek. Dit verzoek wordt dezelfde dag gericht aan de toezichthoudende minister en de minister die de Begroting onder zijn bevoegdheid heeft. De datum van de ontvangstmelding van het laatst ontvangen verzoek geldt als vertrekdatum voor de bedoelde termijn van dertig dagen.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-02-07/10, art. 82, 002; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
  (2)<KB 2018-04-15/01, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (3)<KB 2018-04-15/01, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>

HOOFDSTUK 3. - Overdracht van bevoegdheid inzake de plaatsing en de uitvoering van overheidsopdrachten, van [1 prijsvragen]1 en van concessies [2 ...]2   ----------   (1)   (2)
Art.7.Onder voorbehoud van bijzondere wets- of reglementaire bepalingen kan iedere federale aanbestedende overheid, binnen de in dit hoofdstuk bepaalde grenzen, zijn bevoegdheid inzake overheidsopdrachten, [1 prijsvragen]1 of concessies [2 ...]2 overdragen aan door hem aangewezen titularissen van ambten.
  ----------
  (1)<KB 2018-04-15/01, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (2)<KB 2018-04-15/01, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>

Art.8.§ 1. De bevoegdheid om de gunningswijze van de opdracht te bepalen, de [3 overheidsopdracht-, prijsvraag- of concessiedocumenten]3 vast te stellen en de procedure in te zetten, kan worden overgedragen voor zover de federale aanbestedende overheid vooraf het voorwerp van de overheidsopdracht, de [1 prijsvraag]1 of de concessie heeft goedgekeurd.
  Tenzij de federale aanbestedende overheid anders beslist, is deze goedkeuring evenwel niet vereist voor de opdrachten waarvan de uitgave de bedragen bepaald in [3 artikel 90 van het koninklijk besluit van 18 april 2017, artikel 89, § 1, 2°, van de wet "overheidsopdrachten", artikel 88 van het koninklijk besluit van 18 juni 2017, artikel 159, § 1, 2°, van de wet "overheidsopdrachten" en artikel 110, § 1, van het koninklijk besluit van 23 januari 2012 niet overschrijdt, en evenmin voor de concessies waarvan de geraamde waarde 1.700.000 euro niet overschrijdt]3.
  § 2. De besluiten of de gelijkwaardige beslissingen van de federale aanbestedende overheid beperken, naargelang het bedrag en de gunningswijze van de overheidsopdracht of het bedrag van de [1 prijsvraag]1 of de concessie [2 ...]2, de op grond van dit artikel overgedragen bevoegdheden.
  ----------
  (1)<KB 2018-04-15/01, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (2)<KB 2018-04-15/01, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (3)<KB 2018-04-15/01, art. 22, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>

Art.9.De bevoegdheid om de kandidaten voor een overheidsopdracht, een [2 prijsvraag]2 of een concessie [3 ...]3 te selecteren, kan worden overgedragen voor zover het geraamde bedrag van de opdracht volgende bedragen niet overschrijdt :
  1° 2.000.000 euro voor de overheidsopdrachten;
  2° [1 700.000]1 euro voor de [2 prijsvragen]2;
  3° 3.500.000 euro voor de concessies [3 ...]3.
  ----------
  (1)<KB 2014-02-07/10, art. 83, 002; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
  (2)<KB 2018-04-15/01, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (3)<KB 2018-04-15/01, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>

Art.10.§ 1. De bevoegdheid voor de gunning en de sluiting van [1 overheidsopdrachten en concessies [3 ...]3 alsook de bevoegdheid voor de keuze van de laureaat of de laureaten van een [2 prijsvraag]2 kunnen]1 worden overgedragen voor zover het bedrag ervan niet hoger ligt dan een grens vastgesteld door het besluit betreffende het overdragen van bevoegdheid of door een gelijkwaardige beslissing van de federale aanbestedende overheid.
  Deze grens mag niet hoger liggen dan :
  1° 2.000.000 euro voor de overheidsopdrachten geplaatst [4 bij openbare procedure, niet openbare procedure, concurrentiegerichte dialoog, innovatiepartnerschap, mededingingsprocedure met onderhandeling als bedoeld in artikel 38 van de wet "overheidsopdrachten", onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging als bedoeld in artikel 120 van de wet "overheidsopdrachten" of onderhandelingsprocedure met bekendmaking als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de wet van 13 augustus 2011]4;
  2° 700.000 euro voor de overheidsopdrachten geplaatst [4 bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking als bedoeld in artikel 42 van de wet "overheidsopdrachten", onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging als bedoeld in artikel 124 van de wet "overheidsopdrachten", of onderhandelings-procedure zonder bekendmaking als bedoeld in artikel 25 van de wet van 13 augustus 2011]4 [1 ...]1 ;
  [1 2/1° 700.000 euro voor de keuze van de laureaat of de laureaten van een [2 prijsvraag]2.]1
  3° 3.500.000 euro voor de concessies [3 ...]3.
  § 2. Van paragraaf 1 kan evenwel worden afgeweken voor de opdrachten, [2 prijsvraagen]2 en concessies [3 ...]3 geplaatst :
  1° door in het buitenland gevestigde diensten;
  2° door de diensten van het Ministerie van Landsverdediging samen met een andere Staat, een bevoorradings- of herstellingsinstelling opgericht door de lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie of een Europese openbare instantie als bedoeld in artikel 2, 4°, van de wet van 13 augustus 2011.
  ----------
  (1)<KB 2014-02-07/10, art. 84, 002; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
  (2)<KB 2018-04-15/01, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (3)<KB 2018-04-15/01, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (4)<KB 2018-04-15/01, art. 23, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>

Art.11.De hiertoe aangewezen titularissen van ambten kunnen, bij overdracht van bevoegdheid en binnen de grenzen die de federale aanbestedende overheid bepaalt, worden gemachtigd tot het nemen van elke beslissing in het kader van de uitvoering van de overheidsopdracht, de [1 prijsvraag]1 of de concessie [2 ...]2, overeenkomstig de algemene uitvoeringsregels, alsook tot het sluiten van dadingen.
  ----------
  (1)<KB 2018-04-15/01, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (2)<KB 2018-04-15/01, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>

HOOFDSTUK 4. - Machtiging inzake de plaatsing en de uitvoering van overheidsopdrachten, [1 prijsvraagen]1 en concessies [2 ...]2 in geval van toepassing van [3 artikel 6 van de wet "overheidsopdrachten", artikel 26 van de wet "concessies"]3 en van artikel 9 van de wet van 13 augustus 2011   ----------   (1)   (2)   (3)
Art.12.Wanneer de bevoegde minister of staatssecretaris vaststelt dat hij zich voor een bepaalde overheidsopdracht, [1 prijsvraag]1 of concessie [2 ...]2 bevindt in één van de toestanden als bedoeld in [3 artikel 6 van de wet "overheidsopdrachten", artikel 26 van de wet "concessies"]3 of artikel 9 van de wet van 13 augustus 2011, die hem verplichten zichzelf te wraken, machtigt hij een andere minister of staatssecretaris tot het nemen van de beslissingen inzake de plaatsing en de uitvoering van deze opdracht, [1 prijsvraag]1 of concessie zolang deze toestand aanhoudt.
  Deze machtiging wordt verleend :
  1° door de Eerste Minister, aan de op hem volgende minister in de orde van voorrang van de regeringsleden;
  2° door een minister, aan de op hem volgende minister in de orde van voorrang van de regeringsleden of bij ontstentenis, aan de Eerste Minister;
  3° door een staatssecretaris, aan de minister aan wie hij is toegevoegd.
  Indien wordt vastgesteld dat de gemachtigde minister zich voor deze overheidsopdracht, [1 prijsvraag]1 of concessie [2 ...]2 op zijn beurt in één van de in het eerste lid bedoelde toestanden bevindt, wordt de machtiging verleend aan de op hem volgende minister in de orde van voorrang van de regeringsleden of, bij ontstentenis, aan de Eerste Minister.
  ----------
  (1)<KB 2018-04-15/01, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (2)<KB 2018-04-15/01, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (3)<KB 2018-04-15/01, art. 24, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>

HOOFDSTUK 5. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art.13.Voor de toepassing van dit besluit wordt het bedrag van de overheidsopdrachten, [1 prijsvraagen]1 of concessies [2 ...]2 geraamd volgens de regels vastgesteld, naargelang het geval, [3 door artikel 35 van de wet "concessies", door artikel 7 van het koninklijk besluit van 18 april 2017, door artikel 7 van het koninklijk besluit van 18 juni 2017]3 en de artikelen 25 tot 28 van het koninklijk besluit van 23 januari 2012.
  In geval van aanvullende werken, leveringen of diensten die worden geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking met toepassing van [3 ...]3 artikel 25, 3°, a, en 4°, a, van de wet van 13 augustus 2011, wordt ook het bedrag van de hoofdopdracht meegerekend, onverminderd artikel 5, 2°, van dit besluit.
  ----------
  (1)<KB 2018-04-15/01, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (2)<KB 2018-04-15/01, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
  (3)<KB 2018-04-15/01, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2018>

HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling
Art.14. Dit besluit treedt in werking :
  1° op de door Ons te bepalen datum voor de overheidsopdrachten, ontwerpenwedstrijden en concessies voor openbare werken onderworpen aan de toepassing van de wet van 15 juni 2006;
  2° vijf dagen na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad voor de overheidsopdrachten onderworpen aan de toepassing van de wet van 13 augustus 2011 en de opdrachten geplaatst bij concurrentiedialoog onderworpen aan de toepassing van de wet van 15 juni 2006.
  De overheidsopdrachten, ontwerpenwedstrijden en concessies voor openbare werken bekendgemaakt vóór deze datum of waarvoor, bij ontstentenis van een aankondiging van opdracht, vóór deze datum uitgenodigd wordt om een aanvraag tot deelneming of een offerte in te dienen, blijven onderworpen aan de regels inzake tussenkomst van de Ministerraad, overdracht van bevoegdheid en de machtigingen die gelden op het ogenblik van de bedoelde bekendmaking of uitnodiging.
  (NOTA : inwerkingtreding op 01-07-2013 vastgesteld, voor de overheidsopdrachten, de ontwerpenwedstrijden en de concessies voor openbare werken onderworpen aan de toepassing van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 en die worden geplaatst bij een andere procedure dan de concurrentiedialoog. Zie KB 2013-06-02/01, art. 4)

Art. 15. De Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.