Details





Titel:

29 MEI 2024. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de delegaties van bevoegdheden in financiële aangelegenheden binnen de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-07-2024 en tekstbijwerking tot 10-12-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-5, 5/1, 6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2011014243 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen bedoeld in het koninklijk besluit van 22 juni 2011 tot aanwijzing van de veiligheidsinstantie van de spoorwegen.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° " wet van 17 juni 2016 " : de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;
  2° " koninklijk besluit van 18 april 2017 " : het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren;
  3° " koninklijk besluit van 14 januari 2013 " : het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten;
  4° " DVIS " : de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen bedoeld in het koninklijk besluit van 22 juni 2011 tot aanwijzing van de veiligheidsinstantie van de spoorwegen;
  5° " bevoegde overheid " : de Minister verantwoordelijk voor de DVIS;
  6° " Directeur " : de aangeduide persoon om de DVIS te leiden in toepassing van het koninklijk besluit van 22 juni 2011 tot aanwijzing van de veiligheidsinstantie van de spoorwegen.

Art.3. Elk bij dit besluit vastgelegd bedrag behelst, tenzij anders bepaald, het totale reële of geraamde bedrag van de uitgave in euro, met inbegrip van de bijkomende kosten, maar met uitsluiting van de btw, rekening houdend met de ramingsregels bedoeld in de artikelen 6 en 7 van het koninklijk besluit van 18 april 2017.
  Bij de plaatsing van gezamenlijke overheidsopdrachten in toepassing van artikel 48 van de wet van 17 juni 2016, is het bedrag dat in aanmerking wordt genomen voor de toepassing van de financiële beperkingen bepaald in dit besluit het totale geraamde bedrag van de opdracht, welke ook het bedrag is dat ten laste is van de DVIS.

Art.4. § 1. De in de paragrafen 2 en 3 bedoelde bevoegdheden in verband met de gunning en uitvoering van overheidsopdrachten voor de aanneming van werken, leveringen en diensten, alsook voor concessies en raamovereenkomsten ten laste van de begroting van de DVIS worden gedelegeerd aan de Directeur, binnen de grenzen van zijn bevoegdheden, tot het bedrag de Europese publicatiedrempel bedoeld in artikel 11, lid 1, 2° van het koninklijk besluit van 18 april 2017, ongeacht de wijze van gunning van de opdracht of de concessie.
  § 2. De in paragraaf 1 bedoelde bevoegdheden zijn:
  1° in de eerste stap van een plaatsingsprocedure voor een overheidsopdracht of een concessie:
  a) de goedkeuring van het onderwerp van de overheidsopdracht of de concessie;
  b) de keuze van de plaatsingsprocedure;
  c) de goedkeuring van het bijzonder bestek of de documenten die het vervangen, en, indien nodig, het afwijken van de algemene uitvoeringsregels;
  2° de kwalitatieve selectie van de kandidaten of de inschrijvers in toepassing van de in de regelgeving inzake overheidsopdrachten voorziene gunningswijzen en de ondertekening van de gemotiveerde selectiebeslissing in het kader van de procedures die in twee fasen verlopen;
  3° de beoordeling van de offertes en de afwijzing van onregelmatige, onaanvaardbare of ongeschikte offertes;
  4° de beslissing, in de finale fase van een plaatsingsprocedure:
  a) om de opdracht of de concessie te gunnen en de gemotiveerde gunningsbeslissing te ondertekenen;
  b) om de opdracht of de concessie niet te gunnen en de procedure eventueel naar behoefte herop te starten volgens een andere plaatsingsprocedure ;
  c) om de opdracht of de concessie al dan niet te sluiten;
  d) om de offerte goed te keuren;
  e) om, in voorkomend geval, het contract of de overeenkomst te ondertekenen;
  5° de beslissingen tot uitvoering van de opdracht of de concessie die al dan niet een financiële weerslag hebben, inzonderheid:
  a) de wijzigingen van de opdracht overeenkomstig de artikelen 37 en volgende van het koninklijk besluit van 14 januari 2013;
  b) de aanvaarding middels korting wegens minderwaarde;
  c) de beslissing tot teruggave, of de weigering tot teruggave van boetes wegens laattijdige uitvoering;
  d) de goedkeuring van de verrekeningen, zoals vastgelegd in artikel 2, 18°, van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 voor zover het totale bedrag bestaande uit het oorspronkelijke bedrag van de opdracht of van de concessie en de verrekeningen de in paragraaf 1 bedoelde financiële grenzen niet overschrijdt.
  § 3. De Directeur heeft ook de in paragraaf 2 vermelde bevoegdheden om raamovereenkomsten te sluiten overeenkomstig artikel 43 van de wet van 17 juni 2016.
  Wanneer de raamovereenkomst openstaat voor andere aanbestedende overheden en de DVIS optreedt als aankoopcentrale, is het bedrag dat in aanmerking moet worden genomen voor de toepassing van de financiële grenzen het totale bedrag van de raamovereenkomst berekend rekening houdend met de noden van de DVIS en de aanbestedende overheden die gebruik kunnen maken van de raamovereenkomst.
  De Directeur is bevoegd om bestellingen en daaruit voortvloeiende opdrachten goed te keuren op basis van raamovereenkomsten die door de DVIS zijn gesloten, alsook op basis van raamovereenkomsten die door andere aanbestedende overheden zijn gesloten en waarbij de DVIS als begunstigde is vermeld.
  § 4. Onverminderd de delegatie van al zijn bevoegdheden in geval van afwezigheid, kan de Directeur de in de paragrafen 2 en 3 bedoelde bevoegdheden tot een bedrag van 8000 euro delegeren aan één of meer DVIS personeelsleden.

Art.5. § 1. Nadat de bevoegde overheid de gemotiveerde kwalitatieve selectiebeslissing of gunningsbeslissing heeft goedgekeurd, beschikt de Directeur of zijn afgevaardigde over de bevoegdheid om:
  1° de notificatiebrief van selectie aan de gekozen kandida(a)t(en) te ondertekenen;
  2° de notificatiebrief van gunning aan de gekozen inschrijver(s) en/of de bestelbon(nen) te ondertekenen;
  3° de notificatiebrief aan de niet-gekozen kandida(a)t(en)/inschrijver(s) te ondertekenen;
  4° de beslissingen mee te delen aan de gekozen en niet-gekozen kandida(a)t(en)/inschrijver(s);
  5° de bepalingen betreffende de borgtocht toe te passen, zoals voorzien in het bijzonder bestek en in de artikelen 25 tot 33 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013.
  Ze hebben deze bevoegdheden ook wanneer zij gedelegeerde ordonnateurs zijn op grond van dit besluit.
  § 2. De Directeur, zonder financiële beperking, beschikt in het kader van de door de bevoegde overheid gesloten opdrachten en concessies over de volgende bevoegdheden:
  1° de verlenging van de opdracht voorzien bij de sluiting ervan, overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van de wet van 17 juni 2016;
  2° de bestelling van de voorwaardelijke gedeelten van de opdrachten gesloten door de Minister overeenkomstig artikel 57, eerste lid, van de wet van 17 juni 2016;
  3° de lichting, tijdens de uitvoering van de opdracht, van de opties die bij de gunning van een opdracht werden gekozen.
  Onverminderd de delegatie van al zijn bevoegdheden in geval van afwezigheid, kan de Directeur de in lid 1 bedoelde bevoegdheden tot een bedrag van 8000 euro delegeren aan één of meer DVIS personeelsleden.

Art.5/1. [1 De ordonnateur ontvangsten is verantwoordelijk voor het vaststellen van de te innen ontvangsten.
   De Directeur wordt aangeduid als gedelegeerd ordonnateur ontvangsten.
   Onverminderd de delegatie van al zijn bevoegdheden in geval van afwezigheid, kan deze bevoegdheid delegeren aan één of meer DVIS personeelsleden.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2024-12-05/02, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 20-12-2024>


Art. 6. Het ministerieel besluit van 4 oktober 2011 tot vaststelling van de delegaties van bevoegdheden in financiële aangelegenheden wordt opgeheven.