17 MEI 2024. - Ministerieel besluit houdende delegaties van bevoegdheid binnen de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Personeel
Art. 3-4
HOOFDSTUK III. - Overheidsopdrachten en raamovereenkomsten
Afdeling 1. - Bevoegdheid om deel te nemen aan een gezamenlijk overeenkomst als onderdeel van het federale aankoopbeleid
Art. 5
Afdeling 2. - Bevoegdheid om de voorgestelde plaatsingsprocedure, de opdrachtdocumenten en het opstarten van de overheidsopdrachtenprocedure goed te keuren
Art. 6
Afdeling 3. - Bevoegdheid om de kandidaten selecteren
Art. 7
Afdeling 4. - Bevoegdheid om overheidsopdrachten te gunnen en te sluiten
Art. 8-9
Afdeling 5. - Wijzigingen van een opdracht of een raamovereenkomst
Art. 10
Afdeling 6. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 11-13
HOOFDSTUK IV. - Uitvoering van de begroting en algemene zaken
Art. 14-18
HOOFDSTUK V. - Delegatie inzake bepaalde administratieve handelingen en beslissingen
Art. 19
HOOFDSTUK VI. - Delegaties inzake de directie-generaal Personen met een handicap
Art. 20
HOOFDSTUK VII. - Betwiste zaken
Art. 21
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen
Art. 22-23
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. § 1. Met uitzondering van de in dit besluit bepaalde gevallen, worden de delegaties van bevoegdheden toegekend aan de titularissen van een managementfunctie, die zijn aangeduid overeenkomstig de reglementaire bepalingen betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten.
De delegatie van bevoegdheden die worden verleend aan de titularis van een ambt, worden ook verleend aan de ambtenaar belast met dat ambt.
Voor de toepassing van dit besluit worden de leidende ambtenaren van de directies-generaal of de Directie van de Ondersteunende Diensten waarvoor geen manager is aangeduid, gelijkgesteld met een titularis van een managementfunctie.
§ 2. Binnen de perken van zijn bevoegdheden en onder zijn verantwoordelijkheid, kan elke titularis van een managementfunctie een subdelegatie van bevoegdheden verlenen op grond van een ondertekend en gedateerd geschreven document dat de gedelegeerde bevoegdheid bepaalt.
Het originele exemplaar van dit document wordt overgemaakt aan de Directie van de Ondersteunende Diensten, die instaat voor de bewaring van alle documenten waarbij een delegatie of subdelegatie van bevoegdheden wordt verleend. Een kopie van dit document wordt ook overgemaakt aan de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, aan de Inspectie van financiën en aan het Rekenhof.
§ 3. De persoon die delegatie verleent, kan, om welke reden ook, de bevoegdheden uitoefenen die aan de persoon die de delegatie krijgt, werden verleend overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
§ 4. Tenzij anders vermeld, is elk bedrag vermeld in dit besluit een bedrag zonder belasting over de toegevoegde waarde (btw).
Art.2. § 1. Met uitzondering van de Voorzitter van het Directiecomité, duidt de titularis van een managementfunctie het personeelslid aan dat bij afwezigheid of verhindering van de betrokken titularis de bevoegdheden uitoefent die aan deze laatste werden gedelegeerd.
De titularis van een managementfunctie kan één of meerdere personeelsleden als vervanger aanduiden. In dit geval dient hij wel een rangorde voor zijn vervanging te bepalen.
Indien de vervanger of vervangers van de betrokken titularis afwezig of verhinderd zijn, worden de betrokken bevoegdheden uitgeoefend door het personeelslid binnen de dienst dat de hoogste klasse heeft en dat binnen deze klasse de hoogste anciënniteit heeft.
§ 2. Ingeval van afwezigheid of verhindering van de Voorzitter van het Directiecomité, worden de bevoegdheden die hem krachtens dit besluit zijn toegekend, uitgeoefend door de directeur-generaal die ermee belast is hem te vervangen of, bij diens afwezigheid of verhindering, door de oudste directeur-generaal. De Voorzitter van het Directiecomité duidt de directeur-generaal belast met zijn vervanging aan en brengt deze beslissing ter kennis van de ministers.
HOOFDSTUK II. - Personeel
Art.3. Aan de Voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie van bevoegdheid verleend om:
1° definitief te beslissen of een ongeval een arbeidsongeval is in de zin van artikel 2 van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, en of een ziekte een beroepsziekte is in de zin van dezelfde bepaling;
2° de arbeidsovereenkomsten met de contractuele personeelsleden af te sluiten, te wijzigen, te schorsen en te verbreken;
3° de ambtenaren van de niveaus B, C en D te schorsen in het belang van de dienst;
4° te beslissen over aanvragen van het contractuele personeel voor ouderschapsverlof, verlof om dringende redenen en loopbaanonderbreking;
5° de bevoegdheden uit te oefenen inzake de werving, de vergelijkende selectie en de wijze van toekenning van een betrekking of functie voor de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid;
6° alle handelingen te stellen en bevoegdheden uit te oefenen die zijn opgedragen aan de werkgever door de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
7° zijn akkoord te geven aan de zendingen en de verplaatsingen buiten Europa voor alle personeelsleden wanneer deze zendingen en verplaatsingen nodig zijn in het kader van de opdrachten van hun dienst;
8° zijn akkoord te geven aan de zendingen en verplaatsingen binnen en buiten Europa voor de titularissen van een managementfunctie wanneer deze zendingen en verplaatsingen nodig zijn in het kader van de opdrachten van hun dienst.
Art.4. Aan de titularissen van een managementfunctie wordt delegatie van bevoegdheid verleend om hun akkoord te geven aan de zendingen en de verplaatsingen binnen Europa van de personeelsleden van hun dienst wanneer deze zendingen en verplaatsingen nodig zijn in het kader van de opdrachten van hun dienst.
HOOFDSTUK III. - Overheidsopdrachten en raamovereenkomsten
Afdeling 1. - Bevoegdheid om deel te nemen aan een gezamenlijk overeenkomst als onderdeel van het federale aankoopbeleid
Art.5. In toepassing van het koninklijk besluit van 21 juli 2023 inzake de federaal gecentraliseerde overheidsopdrachten in het kader van het federaal aankoopbeleid, wordt, voor een gemeenschappelijk overheidsopdracht waarvoor door de strategisch coördinator instemming van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid wordt gevraagd, na overleg met de of meerdere betrokken directies, delegatie verleend:
1° aan de Voorzitter van het Directiecomité wanneer het nodige geraamde bedrag van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid kleiner is dan 350.000 euro;
2° aan de Directeur-generaal van de Ondersteunende Diensten, wanneer het nodige geraamde bedrag van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid kleiner is dan 143.000 euro.
Afdeling 2. - Bevoegdheid om de voorgestelde plaatsingsprocedure, de opdrachtdocumenten en het opstarten van de overheidsopdrachtenprocedure goed te keuren
Art.6. § 1. Delegatie wordt verleend aan de Voorzitter van het Directiecomité om de voorgestelde plaatsingsprocedure, de opdrachtdocumenten en het opstarten van de plaatsingsprocedure goed te keuren voor overheidsopdrachten waarvan het geraamde bedrag lager is dan 350.000 euro.
§ 2. Delegatie wordt verleend aan de Directeur-generaal van de Ondersteunende Diensten, om de voorgestelde plaatsingsprocedure, de opdrachtdocumenten en het opstarten van de plaatsingsprocedure goed te keuren voor overheidsopdrachten wanneer het geraamde bedrag lager is dan 143.000 euro.
§ 3. Aan elke Directeur-generaal wordt delegatie verleend, om binnen de eigen directie, de voorgestelde plaatsingsprocedure, de opdrachtdocumenten en het opstarten van de plaatsingsprocedure goed te keuren voor overheidsopdrachten waarvan het geraamde waarde lager is dan 30.000 euro.
Afdeling 3. - Bevoegdheid om de kandidaten selecteren
Art.7. Aan de Voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie verleend om de geselecteerde kandidaten tot deelname aan een overheidsopdracht waarvan het geraamde bedrag lager is dan 350.000 euro goed te keuren.
Afdeling 4. - Bevoegdheid om overheidsopdrachten te gunnen en te sluiten
Art.8. § 1. De Voorzitter van het Directiecomité heeft delegatie om de gunningsbeslissing goed te keuren voor overheidsopdrachten waarvan het bedrag lager is dan 350.000 euro.
§ 2. De Directeur-generaal van de Ondersteunende Diensten, heeft delegatie om de gunningsbeslissing goed te keuren voor overheidsopdrachten waarvan het bedrag lager is dan 143.000 euro.
§ 3. Elke Directeur-generaal heeft delegatie om, binnen de eigen directie, de gunningsbeslissing goed te keuren voor overheidsopdrachten waarvan het bedrag lager is dan 30.000 euro, met uitzondering van de overheidsopdrachten inzake ICT.
Art.9. § 1. De Voorzitter van het Directiecomité heeft delegatie om overheidsopdrachten te sluiten waarvan het bedrag lager is dan 350.000 euro.
§ 2. De Directeur-generaal van de Ondersteunende Diensten, heeft delegatie om overheidsopdrachten te sluiten waarvan het bedrag lager is dan 143.000 euro.
§ 3. Elke Directeur-generaal heeft delegatie om, binnen de eigen directie, overheidsopdrachten te sluiten waarvan het bedrag lager is dan 30.000 euro, met uitzondering van de overheidsopdrachten inzake ICT.
Afdeling 5. - Wijzigingen van een opdracht of een raamovereenkomst
Art.10. Elke wijziging met financiële gevolgen voor de bepalingen van een overheidsopdracht of raamovereenkomst in de zin van de artikelen 37 en volgende van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wordt overeenkomstig artikel 8 voor goedkeuring voorgelegd aan de bevoegde persoon. Om de bevoegde persoon te bepalen, worden de bedragen van de oorspronkelijke overheidsopdracht en van de wijzigingen samengeteld.
Elke wezenlijke wijziging die geen financiële impact heeft op de bepalingen van een overheidsopdracht of raamovereenkomst in de zin van artikel 37 en volgende van voornoemde koninklijk besluit van 14 januari 2013, wordt voor goedkeuring aan de Directeur-generaal van de Ondersteunende Diensten voorgelegd.
Afdeling 6. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art.11. Het bedrag van 30.000 euro vermeld in de voorgaande artikelen komt op het ogenblik van uitvaardiging van dit besluit overeen met het bedrag waaronder overheidsopdrachten kunnen tot stand komen via een aanvaarde factuur overeenkomstig artikel 92 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Het bedrag van 143.000 euro vermeld in de voorgaande artikelen komt op de datum van inwerkingtreding van dit besluit overeen met het bedrag waaronder de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking kan worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 42, § 1, 1°, a, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, en artikel 90, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
Indien deze bedragen wegens wijzigingen in de wet- of regelgeving veranderen, dan gelden deze wijzigingen van rechtswege voor de in dit besluit genoemde bedragen.
Art.12. Onder voorbehoud van toepassing van artikel 9, heeft het hoofd van de Cel van de overheidsopdrachten delegatie om alle briefwisseling te ondertekenen die in het kader van een plaatsingsprocedure van een overheidsopdracht, waarvan het bedrag hoger is dan 30.000 euro, aan de inschrijvers wordt gericht.
Art.13. De bepalingen van artikel 9 zijn van toepassing op de afsluiting van de overheidsopdrachten voortvloeiende uit de uitvoering van een kaderakkoord die geen nieuwe oproep tot mededinging behoeft.
Wanneer een openstelling voor mededinging voorzien is in het kader van een kaderakkoord, zijn de delegaties en drempels zoals voorzien in de artikelen 6, 8 en 9 van toepassing. De raming van het bedrag van de af te sluiten overheidsopdracht wordt in rekening gebracht voor de toepassing van de voormelde drempels.
HOOFDSTUK IV. - Uitvoering van de begroting en algemene zaken
Art.14. Aan de goedkeurders opgelijst in de Chart of Authority (COA), beheerd door de Directeur van de Ondersteunende Diensten en goedgekeurd door de Voorzitter van het Directiecomité, wordt delegatie verleend betreffende:
1° de goedkeuring van facturen, schuldvorderingen, alle betalingsdocumenten, betalingsaanvragen inzake dotaties en toelagen;
2° de ontvangst van goederen en diensten.
Art.15. Aan de leden van de cel controle van de rekeningen, opgericht binnen de dienst budget en aangeduid, via besluit, door de Directeur-generaal van de Ondersteunende Diensten en aan het diensthoofd van de Dienst budget wordt delegatie van bevoegdheid verleend tot ordonnateur van de ontvangstverrichtingen, voor alle ontvangstenrekeningen van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid en ongeacht het bedrag. De ordonnateur is verantwoordelijk voor het opvolgen van de ontvangstverrichtingen in navolging van het koninklijk besluit van 20 maart 2023 tot uitvoering van artikel 29 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat.
Art.16. Aan de Directeur-generaal van de Ondersteunende Diensten wordt delegatie van bevoegdheid verleend om:
1° de staten van vergoedingen die aan de personeelsleden worden toegekend voor het verrichten van buitengewone prestaties goed te keuren;
2° te beslissen over de toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets op de weg naar en van het werk en voor de dienstopdrachten.
Art.17. § 1. Aan de Voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie van bevoegdheid verleend voor het goedkeuren van de onkostenstaten met inbegrip van de reis- en verblijfskosten van de titularissen van een managementfunctie.
§ 2. Binnen de perken van hun bevoegdheden wordt delegatie van bevoegdheid verleend aan de titularissen van een managementfunctie voor het goedkeuren van de onkostenstaten, met inbegrip van de reis- en verblijfskosten, van de personeelsleden van hun diensten.
§ 3. Aan de Directeur-generaal van de Ondersteunende Diensten wordt delegatie van bevoegdheid verleend voor het goedkeuren van de onkosten van de Voorzitter van het Directiecomité wanneer deze lager zijn dan vijfhonderd (500) euro met btw per maand.
Art.18. Aan de Directeur-generaal van Ondersteunende Diensten wordt delegatie van bevoegdheid verleend voor het aanduiden van de gewone rekenplichtigen, voor het goedkeuren van de rekeningen van de gewone en buitengewone rekenplichtigen, voor het aanduiden van de leden van de cel controle van de rekeningen en voor de aanvraag voor bankrekeningen en kredietkaarten.
HOOFDSTUK V. - Delegatie inzake bepaalde administratieve handelingen en beslissingen
Art.19. De Voorzitter van het Directiecomité is gemachtigd om:
1° de ambtenaren aan te wijzen die gemachtigd zijn om uittreksels of afschriften van stukken of besluiten van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid inzake administratief, budgettair, boekhoudkundig of personeelsbeheer eensluidend te verklaren en af te leveren;
2° de personeelsleden aan te wijzen die gemachtigd zijn om opdrachten tot bekendmaking in het Belgisch Staatsblad te ondertekenen.
HOOFDSTUK VI. - Delegaties inzake de directie-generaal Personen met een handicap
Art.20. Aan de Directeur-generaal van de directie-generaal Personen met een handicap wordt delegatie verleend:
1° om de beslissing te treffen over de aanvragen om tegemoetkomingen aan personen met een handicap;
2° voor het betalingsbestand betreffende de uitbetaling van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, ongeacht het bedrag;
3° voor het behandelen van de aanvragen betreffende verblijf in het buitenland van meer dan 90 dagen van de begunstigden van een tegemoetkoming voor personen met een handicap, overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming;
4° voor het behandelen van de aanvragen om verzaking aan de terugvordering van ten onrechte tegemoetkomingen aan personen met een handicap, overeenkomstig artikel 29 van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de procedure voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap;
5° voor het behandelen van de oninbare en verjaarde tegemoetkomingen aan personen met een handicap, overeenkomstig artikel 16 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap;
6° voor het aanwijzen van de personeelsleden die gemachtigd zijn de identificatiefiche te waarmerken, overeenkomstig artikel 9 van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de procedure voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap;
7° voor het opstellen van de lijst conform artikel 20bis van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de procedure voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap.
HOOFDSTUK VII. - Betwiste zaken
Art.21. Delegatie van bevoegdheden wordt toegekend aan de Voorzitter van het Directiecomité of zijn afgevaardigde;
1° om elke briefwisseling en alle documenten van alle rechtscolleges te ondertekenen en in ontvangst te nemen;
2° om een burgerlijke rechtsvordering instellen;
3° om klacht in te dienen bij de politie en verklaring te doen als benadeelde persoon;
4° om klacht in te dienen bij de onderzoeksrechter met burgerlijke partijstelling;
5° om te beslissen om beroep in te stellen;
6° om te beslissen over het instellen van beroep in cassatie;
7° om vonnissen en arresten te laten betekenen en te laten uitvoeren door een gerechtsdeurwaarder;
8° om een advocaat volmacht geven om een dossier ter griffie van de rechtbank te raadplegen.
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen
Art.22. Opgeheven worden:
1° het ministerieel besluit van 1 oktober 2008 houdende delegatie van bevoegdheid binnen de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid;
2° het ministerieel besluit van 6 november 2008 houdende delegatie van bevoegdheid inzake de toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid;
3° het ministerieel besluit van 4 februari 2021 houdende delegatie van de bevoegdheid over de toekenning aan tegemoetkomingen aan personen met een handicap;
4° het ministerieel besluit van 4 februari 2021 houdende delegatie van bevoegdheden voor verblijfsvergunningen voor meer dan 90 dagen in het buitenland met betrekking tot tegemoetkomingen aan personen met een handicap;
5° het ministerieel besluit van 4 februari 2021 houdende delegatie van de bevoegdheid om te beslissen over de terugvordering van onverschuldigd betaalde tegemoetkomingen aan personen met een handicap.
Art. 23. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.