21 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorlopige regels die als beheerscontract van Infrabel en [...] NMBS gelden <Opschrift gewijzigd bij KB2014-03-21/39, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 27-05-2014> <NOTA: opgeheven, behoudens de bepalingen die het bevat met betrekking tot de uitvoering van hun taken van openbare dienst door de NMBS en Infrabel gedurende het jaar 2022, en waarvan de toepassing is voorzien na 31 december 2022 door KB2022-12-26/20, art. 1, 036; Inwerkingtreding : 01-01-2023>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-12-2013 en tekstbijwerking tot 29-12-2023)
Art. 1-3, 3/1, 4, 4/1, 4/2, 4/3, 4/4, 4/5, 4/6, 4/7, 4/8, 4/9, 4/10, 4/11, 4/12, 4/13, 4/14, 4/15, 4/16, 4/17, 4/18, 4/20, 5-10
BIJLAGEN.
Art. N1-N10
2015014192 2016014081 2016014399 2017013889 2017020032 2018013241 2019041878 2020030572 2020042502 2021021791 2021022547 2021022756 2021022757 2021030055 2021031034 2021031857 2021042712 2021043583 2022015204 2022020043 2022020044 2022020045 2022031360 2022040737 2022041556 2022042379 2022042530 2022043233 2023030026 2023030027
Artikel 1.Dit besluit stelt met toepassing van artikel 5, § 3, derde lid van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, de voorlopige regels vast die als beheerscontract van de naamloze vennootschappen van publiek recht Infrabel en [1 NMBS]1 gelden.
----------
(1)<KB 2014-03-21/39, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 27-05-2014>
Art.2.Vanaf 1 januari 2014 en tot de inwerkingtreding van een beheerscontract gesloten overeenkomstig artikel 4 van voornoemde wet van 21 maart 1991, zullen de bepalingen van het huidige beheerscontract tussen de Belgische Staat en Infrabel, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 29 juni 2008, en verlengd bij mededeling van een bericht in het Belgisch Staatsblad op 14 december 2012, met inbegrip van zijn bijvoegsels, op Infrabel van toepassing zijn.
Voornoemde bepalingen zijn slechts van toepassing op Infrabel op voorwaarde en in de mate dat ze betrekking hebben op de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst van de vennootschap zoals bepaald in artikel 199, § 2, van voornoemde wet van 21 maart 1991. De bepalingen die betrekking hebben op de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst van [1 NMBS]1 zoals bepaald in artikel 156 van voornoemde wet van 21 maart 1991, zijn van toepassing op [1 NMBS]1.
----------
(1)<KB 2014-03-21/39, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 27-05-2014>
Art.3.Vanaf 1 januari 2014 en tot de inwerkingtreding van een beheerscontract gesloten overeenkomstig artikel 4 van voornoemde wet van 21 maart 1991 zullen de bepalingen van het huidige beheerscontract tussen de Belgische Staat en NMBS, alsook van het huidige beheerscontract gesloten tussen de Belgische Staat en NMBS Holding, die werden goedgekeurd bij koninklijke besluiten van 29 juni 2008, en verlengd bij mededeling van een bericht in het Belgisch Staatsblad op 14 december 2012, met inbegrip van hun respectieve bijvoegsels, op [1 NMBS]1 van toepassing zijn.
Voornoemde bepalingen zijn slechts van toepassing op [1 NMBS]1 op voorwaarde en in de mate dat ze betrekking hebben op de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst van de vennootschap zoals bepaald in artikel 156 van voornoemde wet van 21 maart 1991. De bepalingen die betrekking hebben op de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst van Infrabel zoals bepaald in artikel 199, § 2 van voornoemde wet van 21 maart 1991, zijn van toepassing op Infrabel.
----------
(1)<KB 2014-03-21/39, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 27-05-2014>
Art. 3/1. [1 Voor het jaar 2015 en tot de inwerkingtreding van een beheerscontract gesloten overeenkomstig artikel 4 van voornoemde wet van 21 maart 1991 worden de huidige, in het voorgaande artikel bedoelde, beheerscontracten gesloten tussen de Belgische Staat en de NMBS en tussen de Belgische Staat en de NMBS Holding, en elk aangepast door vier bijvoegsels, gewijzigd door de bepalingen opgenomen in respectievelijk de bijlage 2 en de bijlage 3 van dit besluit.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2015-07-02/34, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-08-2015>
Art.4.[1 § 1. De exploitatie- en investeringstoelagen waarop Infrabel en de NMBS voor de jaren 2014 en 2015 ten laste van de Belgische Staat recht hebben zijn deze bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit.
§ 2. Zonder afbreuk te doen aan wat in artikel 4/1 is bepaald, worden de exploitatie- en investeringstoelagen bedoeld in paragraaf 1, betaald en, voor het jaar 2015, geïndexeerd in overeenstemming met de voorwaarden en modaliteiten die op de overeenkomstige toelagencategorie van toepassing zijn op grond van de beheerscontracten bedoeld in de artikelen 2 en 3.
§ 3. De voorschotten op de exploitatie- en investeringstoelagen die voor 2014 in voorkomend geval aan Infrabel, respectievelijk de NMBS werden betaald, worden verrekend met de toelagen bedoeld in paragraaf 1.]1
[2 § 5. De controle van de tenuitvoerlegging van de bijkomende financiering voor het GEN en de prioritaire infrastructuren, voor een totaal bedrag van één miljard euro, alsook de controle van het gebruik van het beschikbaar saldo ten laste van het GEN fonds zijn opgenomen in de bestaande procedures van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Deze controles worden uitgevoerd, in samenwerking met de Inspecteur van Financiën en de FOD Beleid en Ondersteuning, op basis van trimestriële rapporten geleverd door Infrabel en de NMBS voor wat betreft de materiële uitvoering van de werken, de besteding van de middelen uitsluitend voor de werken waarvoor ze voorzien zijn, de evaluatie om de twee jaar van de realisatie van de regionale verdeelsleutel en de eerbiediging van de maximale drempels voor de uitgaven op deze sleutel op het einde van de werken. De indicatieve verdeling van deze bijkomende financiering tot en met 2031 wordt in bijlage 5 uiteengezet.
Indien de evaluatie van de gewestelijke sleutel een afwijking vertoont van 5% of vijf miljoen euro, of meer, tegenover de sleutel die werd berekend op basis van de geplande gecumuleerde bedragen van de werken zoals opgenomen in bijlage 6, worden door Infrabel en de NMBS, samen met hun voogdijminister de nodige maatregelen voorgesteld om binnen een termijn van drie jaar opnieuw de geplande gecumuleerde bedragen van de werken te halen.]2
[3 Het bedrag van 118 k euro voorzien als reserve voor Wallonië in bovenvermelde bijlage 5 wordt toegewezen aan de financiering van de studie "Dinant-Givet". Bijgevolg wordt een bedrag van 33 k euro voor de NMBS in 2022 en van 85 k euro voor Infrabel in 2023 toegevoegd aan hun subsidie "Bijkomende financiering GEN en prioritaire infrastructuren".]3
[3 Een bedrag van 20.000 k euro wordt overgedragen in 2022 van de investeringssubsidie van Infrabel naar de exploitatiesubsidie van Infrabel.]3
----------
(1)<KB 2014-03-21/39, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 27-05-2014>
(2)<KB 2017-11-19/03, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 10-12-2017>
(3)<KB 2022-03-29/17, art. 1, 029; Inwerkingtreding : 25-05-2022>
Art. 4/1.[1 § 1. In afwijking van artikel 73 van het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de NMBS bedoeld in artikel 3, bestaat de jaarlijkse exploitatiedotatie van de NMBS vanaf het jaar 2014 uit een vast en een variabel gedeelte.
De jaarlijkse variabele exploitatietoelage wordt bepaald op basis van het werkelijke volume van het binnenlandse reizigersvervoer voor het betrokken jaar, en wordt volgens volgende formule berekend: [3 0,04514 euros 2016]3 vermenigvuldigd met het aantal werkelijke binnenlandse reizigerskilometers gerealiseerd door de NMBS gedurende het betreffende jaar.
Onder "binnenlandse reizigerskilometer" wordt begrepen elk binnenlands vervoer van een reiziger over een afstand van één kilometer met treinen van de gewone dienst, met inbegrip van het aandoen van binnenlandse bestemmingen door hogesnelheidstreinen, alsook van het grensoverschrijdende vervoer met treinen van de gewone dienst voor het deel van het nationale traject dat geen deel uitmaakt van het binnenlands vervoer, tot de stations gelegen op de naburige netwerken bepaald in het artikel 24 van het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de NMBS bedoeld in artikel 3.
§ 2. [2 [3 de variabele exploitatietoelage is voorlopig geraamd op 443.584 k 2016 voor het jaar 2017.
Vanaf 2018, is het bedrag van de variabele exploitatietoelage van het jaar "t" geraamd door het vermenigvuldigen van het aantal gebruikte reizigers-km voor de afrekening van het jaar "t-2" rekening houdend met de correcties voor stakingen en uitzonderlijke gebeurtenissen, met de geobserveerde groei van 30 juni van het jaar "t-2" tot 30 juni van het jaar "t-1".]3
De statistiek van het aantal reizigerskilometers wordt bij stakingen en bij uitzonderlijke gebeurtenissen aangepast als het aantal treinkilometers van de voorziene reizigersdienst dat wordt afgeschaft groter dan of gelijk aan 20% is.
De aanpassing vindt plaats :
- in functie van het aantal betrokken werkdagen (aantal afgeschafte treinkilometers groter dan of gelijk aan 20%; en
- voor de treinkaarten en de ritten waarvoor de reiziger niet zelf de datum van de reis dient in te vullen.
Het aantal reizigerskilometers van de betrokken treinkaarten en rittenkaarten wordt als volgt aangepast :
Rkm maandelijkse statistiek * (A - B)/A
Met
o A = Parameter van het aantal reizen
* Maandbasis
o B =
(Formule niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 22-07-2015, p. 46819)
Waarin i = aantal gebeurtenissen.
Met de Maandbasis gelijk aan:
o 52/12 voor de weekabonnementen ;
o 1 voor de maandabonnementen ;
o 1/3 voor de kwartaalabonnementen ;
o 1/12 voor de jaarabonnementen.
(A-B) moet groter dan of gelijk aan 0 zijn.
Indien het percentage afgeschafte treinkilometers groter dan of gelijk aan 80% is, wordt het percentage op 100 % gebracht.
De geraamde variabele exploitatietoelage wordt tijdens het betrokken jaar gestort overeenkomstig de kalender bepaald in artikel 81 van het beheerscontract tussen de NMBS en de Belgische Staat, bedoeld in artikel 3.
Na afloop van elk jaar, wordt de definitieve variabele exploitatietoelage berekend volgens de hierboven bepaalde formule.
Met het oog op de eindafrekening, maakt de NMBS vóór 31 maart van elk jaar (en voor het eerst op 31 maart 2015) een gedetailleerd en door het college van commissarissen, en in het bijzonder door de vertegenwoordigers van het Rekenhof, geauditeerd rapport over aan de Minister belast met de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen en aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Het positieve of negatieve saldo wordt verrekend uiterlijk op het ogenblik van de storting van de eerste schijf van de exploitatietoelage van het daaropvolgende jaar.]2
§ 3. [3 De compensatie van 0,04514 euro per binnenlandse reizigers-km bedoelt in de eerste paragraaf, is verbonden aan de monetaire waarde van januari 2016, en is jaarlijks geïndexeerd volgens de coëfficiënt van indexatie toegepast op de basis exploitatietoelage van de NMBS.]3]1
[3 § 4. In geval van tariefaanpassingen naar beneden voor meer dan 10% voor een vervoersbewijs, door een directe vermindering van deze laatste of door de creatie van een transportbewijs aan verminderd tarief bedoeld voor dezelfde categorie van reizigers, zal de NMBS het voorafgaand akkoord van de Minister vragen.]3
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-03-21/39, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 27-05-2014>
(2)<KB 2015-07-02/34, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-08-2015>
(3)<KB 2016-12-25/23, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 16-01-2017>
Art. 4/2.[1 De subsidies worden toegekend aan de NMBS voor de compensatie van de specifieke projecten voor wat betreft de strijd tegen het terrorisme en het radicalisme. Deze subsidies en hun affectatie, evenals hun verdeling tussen investeringen en exploitatie, zijn opgenomen in bijlage 4.
De subsidies worden toegekend aan Infrabel voor de compensatie van de specifieke projecten voor wat betreft bijkomende investeringen op het gebied van beveiliging en veiligheid. Deze subsidies en hun affectatie, zijn opgenomen in bijlage 4.
Overdrachten door de NMBS en Infrabel zijn toegestaan binnen de grenzen van het jaarlijkse totale bedrag van deze eigen exploitatiesubsidies en van het jaarlijkse totale bedrag van deze eigen investeringssubsidies.]1
----------
(1)<KB 2018-07-30/15, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 20-08-2018>
Art. 4/3. [1 Vanaf 2017, onthouden de NMBS en Infrabel zich van elke vraag bedoeld om een vrijstelling te bekomen van bedrijfsvoorheffing voor hun activiteiten van openbare dienst in het kader van het relance plan in werking gesteld in 2009.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2016-12-25/23, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 16-01-2017>
Art. 4/4. [1 De daling van het bedrag van de ontvangsten van de gebruiksheffing geïnd door Infrabel vanwege de NMBS, tot een niveau overeenkomend met 350.000 k euros 2018 voor het volume en de structuur van het verkeer 2018, voor de circulatie van reizigerstreinen van openbare dienst ten gevolge van de invoering van de nieuwe formule voor de gebruiksheffing geeft aanleiding, vanaf de inwerkingstelling door de spoorweginfrastructuurbeheerder van de nieuwe formule voor de berekening van de gebruiksheffing en op jaarbasis, tot een verhoging van de exploitatiesubsidie van Infrabel met 327.892 k euros en tot een vermindering van de exploitatiesubsidies van de NMBS voor hetzelfde bedrag. Dit bedrag is uitgedrukt in euros 2018 en wordt geïndexeerd volgens dezelfde modaliteiten dan de exploitatiesubsidies van Infrabel en van de NMBS. De compensatie zal, bij de invoering, berekend worden pro rata de gebruiksheffing gestort door de NMBS tijdens de periode van 2018 die overeenstemt met de periode van toepassing van de nieuwe formule op de totale gestorte gebruiksheffing door de NMBS tijdens het jaar 2018.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2019-07-19/21, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 09-09-2019>
Art. 4/5. [1 § 1. Naar aanleiding van de COVID-19-crisis wil de federale Staat het gebruik van het spoorvervoer, en de toeristische, recreatieve, culturele en economische sectoren promoten door enerzijds aan de NMBS te vragen om een nieuw gratis vervoerbewijs te verdelen voor het binnenlandse reizigersvervoer, nl. de 12-TRAJECTEN-PASS, en door anderzijds het gratis meenemen van de fiets op de trein tijdelijk toe te laten.
§ 2. Dit vervoerbewijs heeft de vorm van een kaart op papier op naam van de aanvrager die op het moment van de aanvraag aan de volgende voorwaarden voldoet:
1° in België ingeschreven is in het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister of het protocol register;
2° én ouder is dan twaalf jaar of de leeftijd van twaalf jaar bereikt vóór 28 februari 2021.
Er wordt slechts één (1) nominatieve kaart op papier per persoon toegekend die voldoet aan bovenstaande voorwaarden.
De kaart kan via een webformulier aangevraagd worden waarbij de nodige maatregelen getroffen worden om dubbele aanvragen of misbruik te vermijden.
Voor personen die geen toegang hebben tot het internet of die problemen ondervinden om het webformulier in te vullen kan het webformulier ook via telefonische assistentie ingevuld worden.
De kaart wordt uitsluitend toegestuurd naar de hoofdverblijfplaats van de aanvrager.
De kaart is goed voor twaalf ritten in tweede klasse met een maximum van twee ritten per maand, tussen 7 september 2020 en 28 februari 2021. Van maandag tot vrijdag mag de kaart enkel na 9u 's ochtends gebruikt worden. Niet gebruikte ritten zijn verloren.
De kaart mag enkel gebruikt worden voor binnenlandse trajecten.
De kaart geldt niet voor trajecten waar vervangbussen ingezet worden en deze vervanging op voorhand werd gecommuniceerd aan de reiziger. Deze kaart wordt niet vervangen bij verlies, diefstal of beschadiging en is niet overdraagbaar. De kaart kan aangevraagd worden vanaf 24 augustus 2020 tot 30 september 2020.
De geldigheidsduur van de kaart wordt niet verlengd in geval van pandemie, werken aan de infrastructuur, stakingen of overmacht.
In geval van veiligheid-en/of gezondheidsrisico's, overmacht of op basis van instructies van de autoriteiten die belast zijn met het beheer van de gezondheidscrisis, kan NMBS het gebruik van de 12-TRAJECTEN-PASS beperken of stopzetten.
§ 3. Tussen 1 juli 2020 en 31 december 2020 kan de reiziger zijn fiets gratis meenemen op de trein. De volgende voorwaarden zijn evenwel van toepassing:
1° er moet nog steeds een geldig vervoersbewijs voor de fiets worden bekomen, maar dit is tijdens deze periode gratis;
2° het transport van de fiets kan ten allen tijde geweigerd worden door personeelsleden van de NMBS (bijvoorbeeld in geval van overbezetting of indien de openbare orde of veiligheid het vereist).
§ 4. De regels van de variabele toelage voorzien in het artikel 4/1 zijn niet van toepassing op de 12-TRAJECTEN-PASS-maatregel. De reizigers die genieten van deze maatregel worden niet geteld bij de berekening van de variabele toelage.
Een uitzonderlijke forfaitaire toelage van 100.000 k2020 wordt door de federale Staat aan de NMBS betaald in 2020, in vier schijven van 25.000 k2020, dit in september, oktober, november en december 2020 om de kost van deze 12-TRAJECTEN-PASS-maatregel te compenseren.
Om de kosten verbonden aan de operationalisering van de 12-TRAJECTEN PASS-maatregel te financieren is een provisie van een bijkomende toelage van 10.000 k2020 voorzien die de federale Staat ten laatste op 30 september 2020 ter beschikking stelt aan de NMBS. Het positieve of negatieve saldo ten opzichte van deze provisie wordt verrekend uiterlijk op het ogenblik van de storting van de eerste schijf van de exploitatietoelage van het daaropvolgende jaar.
De NMBS maakt ten laatste op 30 april 2021 de documenten ter rechtvaardiging van het gebruik van de in de leden 2 en 3 vermelde bedragen over aan de Minister belast met de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen en aan de FOD Mobiliteit en Vervoer.
Bovenstaande toelagen worden geacht de financiering van de tijdelijke opheffing van de fietssupplementen eveneens te dekken.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2020-07-28/02, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 10-08-2020>
Art. 4/6. [1 In uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 5 oktober 2018 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren, wordt een specifieke toelage voor de terugbetaling van de door Infrabel af te sluiten lening i.h.k.v. de prefinanciering, toegekend aan Infrabel vanaf 2021 en dit tot het einde van de terugbetaling.
Het bedrag van deze toelage wordt vastgelegd bij het afsluiten van de lening en zal gelijk zijn aan 231.122.388,93 gedeeld door het aantal jaren dat de terugbetaling zal lopen, zonder dat dit bedrag hoger ligt dan 15.400 k per jaar.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2020-07-28/02, art. 2, 012; Inwerkingtreding : 10-08-2020>
Art. 4/7.[1 § 1. Een uitzonderlijke forfaitaire toelage van 264.000 k2020 wordt door de federale Staat aan de NMBS betaald, ten laatste op 31 december 2020, om de impact van de COVID-19-pandemie te compenseren op de rekeningen van de openbaredienstverplichtingen van de NMBS.
[2 Dit laatste bedrag wordt aangevuld door een toelage van 24.000 k dat overgemaakt wordt ten laatste een maand na de inwerkingtreding van huidig lid, om het geheel te dekken van de impact van de COVID-19-pandemie op de rekeningen van de openbaredienstverplichtingen van de NMBS voor het jaar 2020. Om de impact te dekken van de COVID-19-pandemie op de rekeningen van de openbaredienstverplichtingen van de NMBS voor het jaar 2021, wordt een uitzonderlijke forfaitaire toelage van 124.000 k met betrekking tot het eerste trimester 2021 overgemaakt ten laatste een maand na de inwerkingtreding van huidig lid.]2
[6 Dit laatste bedrag wordt aangevuld door een toelage van 150.000 k dat overgemaakt wordt in twee delen, namelijk 98.000 k ten laatste overgemaakt drie maanden na de inwerkingtreding van huidig lid, en 52.000 k ten laatste overgemaakt op 30 november 2021, om de impact te dekken van de COVID-19-pandemie op de rekeningen van de openbaredienstverplichtingen van de NMBS voor de drie eerste trimesters van het jaar 2021.]6
[8 Dit laatste bedrag wordt aangevuld door een toelage van 27.000 k overgemaakt ten laatste op 31 december 2021, om de impact te dekken van de COVID-19-pandemie op de rekeningen van de openbaredienstverplichtingen van de NMBS voor het jaar 2021.]8
[10 Om de impact van de COVID-19 pandemie op de rekeningen van de openbare dienst van de NMBS voor het jaar 2022 te dekken, wordt een subsidie van 26.750k euro, wat overeenkomt met de helft van de geraamde compensatie die nodig is voor het eerste kwartaal van het jaar 2022, als voorschot betaald, en dit uiterlijk op 15 februari 2022.]10
§ 2. Een uitzonderlijke forfaitaire toelage van 46.900 k2020 wordt door de federale Staat aan Infrabel betaald in 2020, ten laatste op 31 december 2020, om de impact van de Covid-19-pandemie te compenseren op de rekeningen van de openbaredienstverplichtingen van Infrabel.]1
[3 Dit laatste bedrag wordt aangevuld door een toelage van 1.300 k dat overgemaakt wordt ten laatste een maand na de inwerkingtreding van huidig lid, om het geheel te dekken van de impact van de COVID-19-pandemie op de rekeningen van de openbaredienstverplichtingen van Infrabel voor het jaar 2020. Om de impact te dekken van de COVID-19-pandemie op de rekeningen van de openbaredienstverplichtingen van Infrabel voor het jaar 2021, met uitzondering van het niet factureren van annuleringen van treinpaden en de verminderingen van de retributie voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur, wordt een uitzonderlijke forfaitaire toelage van 13.500 k met betrekking tot het eerste trimester 2021 overgemaakt ten laatste een maand na de inwerkingtreding van huidig lid.]3
[7 Dit laatste bedrag wordt aangevuld door een toelage van 18.400 k dat in twee delen overgemaakt wordt, namelijk 10.500 k ten laatste drie maanden na de inwerkingtreding van huidig lid en 7.900 k ten laatste overgemaakt op 30 november 2021, om de impact te dekken van de COVID-19-pandemie op de rekeningen van de openbaredienstverplichtingen van Infrabel voor de drie eerste trimesters van het jaar 2021.]7
[9 Dit laatste bedrag wordt aangevuld door een toelage van 6.700 k overgemaakt ten laatste op 31 december 2021, om de impact te dekken van de COVID-19-pandemie op de rekeningen van de openbaredienstverplichtingen van Infrabel voor het jaar 2021.]9
[11 Om de impact van de COVID-19 pandemie op de rekeningen van de openbaredienstverplichtingen van Infrabel voor het jaar 2022 te dekken, wordt een subsidie van 1.250k euro, wat overeenkomt met de helft van de geraamde compensatie die nodig is voor het eerste trimester van het jaar 2022, als voorschot betaald, en dit ten laatste op 15 februari 2022.]11
[4 § 3. De toelages voorzien in paragrafen 1 en 2 van huidig artikel worden opnieuw geëvalueerd op basis van een actualisering van de schattingen van 2020 en 2021, te leveren door de NMBS en Infrabel in maart 2021, om een voorstelling toe te laten op de Ministerraad in april 2021. Deze toelages zijn onder voorwaarde van het uitvoeren door de NMBS van zijn transportplan voorzien in 2021 en worden herzien in geval van niet-naleving van deze voorwaarde.]4
[12 De voorziene subsidies in de paragrafen 1 en 2 van het huidige artikel die het jaar 2022 betreffen zullen kunnen worden geherevalueerd op basis van een actualisatie van de ramingen voor 2022 aan te leveren door NMBS en Infrabel in maart 2022 om een voorlegging aan de Ministerraad van april 2022 mogelijk te maken. Deze subsidies zijn onder voorwaarde van de uitvoering door de NMBS van de integraliteit van haar vervoersplan in het eerste kwartaal van 2022 en worden herzien in geval van niet-respect van deze voorwaarde.]12
[5 § 4. De NMBS en Infrabel geven de bevoegde Minister en de FOD Mobiliteit en Transport kennis van een gedetailleerd bewijsstuk van het gebruik van de toelages voorzien in paragrafen 1 en 2 van huidig artikel, ten laatste een maand na het sluiten van de rekeningen van elk betreffend jaar. Het deel van deze toelages waarvan het gebruik niet gerechtvaardigd zou zijn wordt gecompenseerd door de Staat door een vermindering van het saldo van de exploitatietoelage van de betreffende onderneming die nog overgemaakt moet worden voor het betreffende jaar, en indien dit saldo onvoldoende is, door een vermindering van de exploitatietoelage van het daaropvolgende jaar zodra dit mogelijk is om het totale bedrag te compenseren.]5
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2020-11-08/03, art. 1, 013; Inwerkingtreding : 20-11-2020>
(2)<KB 2021-03-21/05, art. 1, 015; Inwerkingtreding : 21-04-2021>
(3)<KB 2021-03-21/05, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 21-04-2021>
(4)<KB 2021-03-21/05, art. 3, 015; Inwerkingtreding : 21-04-2021>
(5)<KB 2021-03-21/05, art. 4, 015; Inwerkingtreding : 21-04-2021>
(6)<KB 2021-06-29/14, art. 1, 016; Inwerkingtreding : 30-07-2021>
(7)<KB 2021-06-29/14, art. 2, 016; Inwerkingtreding : 30-07-2021>
(8)<KB 2021-11-23/04, art. 1, 020; Inwerkingtreding : 09-12-2021>
(9)<KB 2021-11-23/04, art. 2, 020; Inwerkingtreding : 09-12-2021>
(10)<KB 2021-12-23/34, art. 1, 024; Inwerkingtreding : 25-01-2022>
(11)<KB 2021-12-23/34, art. 2, 024; Inwerkingtreding : 25-01-2022>
(12)<KB 2021-12-23/34, art. 3, 024; Inwerkingtreding : 25-01-2022>
Art. 4/8.[1 Er wordt een aanvullende uitzonderlijke compensatie aan de NMBS toegekend bij wijze van prefinanciering van 4.940 k in verband met de opgelopen schade als gevolg van waterschade in het zuidelijk landsgedeelte in de periode 13-15/07/2021 en op 24/07/2021 en ten laatste dertig dagen na de inwerkingtreding van huidig lid overgemaakt.
Er wordt een aanvullende uitzonderlijke compensatie aan Infrabel toegekend bij wijze van prefinanciering van 63.170 k in verband met de opgelopen schade als gevolg van waterschade in het zuidelijk landsgedeelte in de periode 13-15/07/2021 en op 24/07/2021 en ten laatste dertig dagen na de inwerkingtreding van huidig lid overgemaakt.
De NMBS en Infrabel geven de bevoegde Minister en de FOD Mobiliteit en Vervoer kennis van de gerecupereerde bedragen van de verzekeringen en het Europese Solidariteitsfonds, ten laatste een maand na het sluiten van de rekeningen van elk betrokken jaar. [2 Deze teruggevorderde bedragen worden door de betrokken onderneming aan de Staat terugbetaald en komen toe tot de Schatkist]2.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2021-10-29/18, art. 1, 019; Inwerkingtreding : 26-11-2021>
(2)<KB 2022-10-09/05, art. 1, 033; Inwerkingtreding : 08-12-2022>
Art. 4/9. [1 § 1. Onder voorbehoud van de bepalingen van § 2, een aanvullende uitzonderlijke subsidie van 2.109 k wordt gestort aan Infrabel ten laatste op 31 december 2021 als financiering voor het jaar 2021 van acties rond het verminderen van pesticidegebruik, van acties voor het ecologische beheer van de spoorbermen en voor studies voor het ecologische beheer van de spoorbermen en over de circulaire economie om een visie uit te werken voor de toekomst.
§ 2. De voorziene subsidie in paragraaf 1 wordt slechts gestort aan Infrabel op voorwaarde van een akkoord van het Parlement over de ter beschikking stelling van de noodzakelijke middelen ten laste van de algemene uitgavenbegroting voor de "Bijdrage voor het onderhoud, het beheer en de exploitatie van de spoorweginfrastructuur ten voordele van Infrabel".
§ 3. Infrabel maakt aan de bevoegde Minister en aan de FOD Mobiliteit en Vervoer een gedetailleerde verantwoording over van het gebruik van de voorziene subsidie in paragraaf 1 ten laatste een maand na de afsluiting van de rekeningen 2021. Het gedeelte van deze subsidie waarvan het gebruik niet zal worden verantwoord wordt gecompenseerd door de Staat door een vergelijkbare vermindering van het overblijvende saldo van de exploitatiesubsidie van Infrabel om te storten voor het betrokken jaar en als het saldo onvoldoende is, door een vermindering van de exploitatiesubsidie van het volgende jaar vanaf dit mogelijk is om zo het totaal te compenseren bedrag te bereiken.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2021-12-07/09, art. 1, 021; Inwerkingtreding : 28-12-2021>
Art. 4/10. [1 Er wordt de NMBS een subsidie toegekend van maximaal 10.910 k euro in 2022 ter dekking van de kosten [excl. btw] die gepaard gaan met de verwezenlijking van het project `I - 3.09 ; Spoor - toegankelijke en multimodale stations' in het kader van het Nationaal plan voor herstel en veerkracht. Er wordt de NMBS een subsidie toegekend van maximaal 3.690 k euro in 2021 en van maximaal 4.950 k euro in 2022 ter dekking van de kosten [excl. btw] die gepaard gaan met de verwezenlijking van het project `I - 3.12 : Spoor - slimme mobiliteit' in het kader van het Nationaal plan voor herstel en veerkracht. Deze subsidies zijn exclusief de voorziene subsidies voor het Plan Boost 2021.
De in het eerste lid bedoelde bedragen zullen worden aangerekend op het programma 06.41.1 van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar voor elk betrokken jaar.
30% van de voorziene subsidies in het eerste lid worden als voorschot gestort ten laatste op 31 december 2021 voor de subsidies met betrekking tot 2021 en ten laatste op 31 januari 2022 voor de subsidies met betrekking tot 2022. Het saldo van de jaarlijkse subsidie wordt overgemaakt na voorlegging van bewijsstukken die de materialiteit en het bedrag van de opgegeven lasten staven. De bedragen gestort waarvan het gebruik niet wordt verantwoord zullen terugbetaald worden op vraag van de Staat binnen een termijn van drie maanden na deze aanvraag.
De voorlopige planning van de door NMBS gerealiseerde projecten is opgenomen in bijlage 7 van het huidige besluit. De principes van de modaliteiten inzake de uitvoering, rapportage en van de verantwoording van de verbonden kosten aan de projecten zijn opgenomen in bijlage 9 van het huidige besluit." Uiterlijk binnen drie maanden na de publicatie van het koninklijk besluit zal een protocol worden gesloten tussen de NMBS en de Minister van Mobiliteit. In dit protocol worden de modaliteiten gespecificeerd voor de uitvoering, de rapportage over de activiteiten die onder het project vallen en de verantwoording van de gedeclareerde uitgaven.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2021-12-20/06, art. 1, 022; Inwerkingtreding : 28-12-2021>
Art. 4/11. [1 Er wordt Infrabel een subsidie toegekend van maximaal 6.950 k euro in 2021 en maximaal 8.880 k euro in 2022 ter dekking van de kosten [excl. btw] die gepaard gaan met de verwezenlijking van het project " I - 3.09 : Spoor - toegankelijke en multimodale stations" in het kader van het Nationaal plan voor herstel en veerkracht. Er wordt Infrabel een subsidie toegekend van maximaal 60.100 k euro in 2021 en maximaal 102.870 k euro in 2022 ter dekking van de kosten [excl. btw] die gepaard gaan met de verwezenlijking van het project `I - 3.10 : Spoor - een efficiënt netwerk' in het kader van het Nationaal plan voor herstel en veerkracht. Deze subsidies zijn exclusief de voorziene subsidies voor het Plan Boost 2021.
De in het eerste lid bedoelde bedragen zullen worden aangerekend op het programma 06.41.1 van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar voor elk betrokken jaar.
30% van de voorziene subsidies in het eerste lid worden als voorschot gestort ten laatste op 31 december 2021 voor de subsidies met betrekking tot 2021 en ten laatste op 31 januari 2022 voor de subsidies met betrekking tot 2022. Het saldo van de jaarlijkse subsidie wordt overgemaakt na voorlegging van bewijsstukken die de materialiteit en het bedrag van de opgegeven lasten staven. De bedragen gestort waarvan het gebruik niet wordt verantwoord zullen terugbetaald worden op vraag van de Staat binnen een termijn van drie maanden na deze aanvraag.
De voorlopige planning van de door Infrabel gerealiseerde projecten is opgenomen in bijlage 8 van het huidige besluit. De principes van de modaliteiten inzake de uitvoering, rapportage en van de verantwoording van de verbonden kosten aan de projecten zijn opgenomen in bijlage 9 van het huidige besluit. Uiterlijk binnen drie maanden na de publicatie van het koninklijk besluit zal een protocol worden gesloten tussen Infrabel en de Minister van Mobiliteit. In dit protocol worden de modaliteiten gespecificeerd voor de uitvoering, de rapportage over de activiteiten die onder het project vallen en de verantwoording van de gedeclareerde uitgaven.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2021-12-20/06, art. 2, 022; Inwerkingtreding : 28-12-2021>
Art. 4/12. [1 Een voorschot van 23.750 k euro op de te ontvangen subsidies voor de dekking van de kosten in 2021 van de tijdelijke maatregelen van de vermindering van de kosten van de infrastructuurvergoeding voor het goederenvervoer per spoor en de sector van de internationale hogesnelheidsreiziger wordt aan Infrabel gestort ten laatste op 31 december 2021. Dit voorschot is bestemd om de al aanzienlijke vertraging te beperken van de inwerkingstelling van deze maatregelen in afwachting van de beslissing van de Europese Commissie. Het voorschot wordt terugbetaald op vraag van de Staat als deze inwerkingstelling niet wordt gerealiseerd.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2021-12-20/06, art. 3, 022; Inwerkingtreding : 28-12-2021>
Art. 4/13. [1 Er wordt een bijkomende subsidie toegekend aan NMBS in het kader van as 5 "investeringsbeleid" van het Belgisch herstel- en transitieplan voor de jaren 2022, 2023 en 2024, voor het project "Onthaal". De toewijzing en verdeling van deze middelen, alsmede de regionale verdeelsleutel, zijn opgenomen in bijlage 10 bij dit besluit. De controle op de uitvoering van de projecten, voor een totaalbedrag van 28 miljoen euro, wordt geïntegreerd in de bestaande procedures van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Deze projecten worden ook geïntegreerd in het federale herstel- en investeringsplan en maken het voorwerp uit van een zesmaandelijks opvolgingsverslag dat wordt gecoördineerd met de verslagen die voor het nationale herstel- en veerkrachtplan worden verstrekt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2022-03-09/13, art. 1, 028; Inwerkingtreding : 10-05-2022>
Art. 4/14. [1 Er wordt een bijkomende subsidie toegekend aan Infrabel in het kader van as 5 "investeringsbeleid" van het Belgisch herstel- en transitieplan voor de jaren 2022, 2023 en 2024, voor de projecten "As 3" en "Goedereninfrastructuur". De toewijzing en verdeling van deze middelen, alsmede de regionale verdeelsleutel, zijn opgenomen in bijlage 10 bij dit besluit. De controle op de uitvoering van de projecten, voor een totaalbedrag van 222 miljoen euro, wordt geïntegreerd in de bestaande procedures van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Deze projecten worden ook geïntegreerd in het federale herstel- en investeringsplan en maken het voorwerp uit van een zesmaandelijks opvolgingsverslag dat wordt gecoördineerd met de verslagen die voor het nationale herstel- en veerkrachtplan worden verstrekt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2022-03-09/13, art. 2, 028; Inwerkingtreding : 10-05-2022>
Art. 4/15. [1 Ter dekking van de uitzonderlijke impact op haar openbaredienstrekeningen van de onmogelijkheid om de kosten van de stijging van de lonen en energie vóór 1 februari 2023 door te rekenen in haar tarieven, krijgt de NMBS een subsidie van 13.000 k euro in 2022, betaald uiterlijk op 30 september 2022.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2022-06-06/10, art. 1, 030; Inwerkingtreding : 31-08-2022>
Art.4/16.[1 § 1. Er wordt in 2022 een subsidie van maximaal 171.100 k euro toegekend aan de NMBS om de uitzonderlijke impact in de loop van het jaar 2022 op de rekeningen van de openbare dienst te dekken van de stijging van de energieprijzen en de loonkosten. Hiervan is maximaal 64.600 k euro voorzien voor het eerste semester, en maximaal 106.500 k euro voor het tweede semester.
§ 2. De betaling van de in lid 1 bedoelde subsidie voor de eerste 3 kwartalen van 2022 is afhankelijk van de beschikbaarheid van de op de staatsbegroting aan te rekenen kredieten en van de voorlegging door de NMBS van bewijsstukken waaruit de materialiteit en het bedrag van de gemaakte extra kosten blijken. Deze bewijsstukken worden uiterlijk ten laatste op 10 november 2022 overgemaakt aan de bevoegde minister en aan de FOD Mobiliteit en Vervoer.
§ 3. De betaling van de in lid 1 bedoelde subsidie voor het laatste kwartaal van 2022 gebeurt als voorschot, en is afhankelijk van de beschikbaarheid van de kredieten ten laste van de staatsbegroting en van de voorlegging door de NMBS van een nieuwe raming van de negatieve financiële impact voor dit kwartaal. Deze raming wordt uiterlijk ten laatste op 10 november 2022 aan de bevoegde minister en aan de FOD Mobiliteit en Vervoer meegedeeld
§ 4 De NMBS verstrekt de bevoegde minister en de FOD Mobiliteit en Vervoer uiterlijk één maand na het sluiten van de rekeningen van het begrotingsjaar 2022 een gedetailleerde verantwoording van het gebruik van de subsidie. Het deel van deze subsidie waarvan het gebruik niet gerechtvaardigd zou zijn, wordt door de staat gecompenseerd door een gelijkwaardige vermindering van de exploitatiesubsidie van de NMBS.]1
----------
(1)<KB 2022-10-23/05, art. 1, 032; Inwerkingtreding : 18-11-2022>
Art.4/17.[1 § 1. Er wordt in 2022 een subsidie van maximaal 30.100 k euro toegekend aan Infrabel om de uitzonderlijke impact in de loop van het jaar 2022 op de rekeningen van de openbare dienst te dekken van de stijging van de energieprijzen en de loonkosten. Hiervan is maximaal 17.400 k euro voorzien voor het eerste semester, en maximaal 12.700 k euro voor het tweede semester.
§ 2. De betaling van de in lid 1 bedoelde subsidie voor de eerste 3 kwartalen van 2022 is afhankelijk van de beschikbaarheid van de op de staatsbegroting aan te rekenen kredieten en van de voorlegging door Infrabel van bewijsstukken waaruit de materialiteit en het bedrag van de gemaakte extra kosten blijken. Deze bewijsstukken worden uiterlijk ten laatste op 10 november 2022 overgemaakt aan de bevoegde minister en aan de FOD Mobiliteit en Vervoer.
§ 3. De betaling van de in lid 1 bedoelde subsidie voor het laatste kwartaal van 2022 gebeurt als voorschot, en is afhankelijk van de beschikbaarheid van de kredieten ten laste van de staatsbegroting en van de voorlegging door Infrabel van een nieuwe raming van de negatieve financiële impact voor dit kwartaal. Deze raming wordt uiterlijk ten laatste op 10 november 2022 aan de bevoegde minister en aan de FOD Mobiliteit en Vervoer meegedeeld
§ 4 Infrabel verstrekt de bevoegde minister en de FOD Mobiliteit en Vervoer uiterlijk één maand na het sluiten van de rekeningen van het begrotingsjaar 2022 een gedetailleerde verantwoording van het gebruik van de subsidie. Het deel van deze subsidie waarvan het gebruik niet gerechtvaardigd zou zijn, wordt door de staat gecompenseerd door een gelijkwaardige vermindering van de exploitatiesubsidie van Infrabel.]1
----------
(1)<KB 2022-10-23/05, art. 2, 032; Inwerkingtreding : 18-11-2022>
Art.4/18.[1 § 1. Een aanvullende uitzonderlijke subsidie van 2000 k euros wordt gestort aan de NMBS ten laatste op 31 december 2022 om maatregelen in kader van steun voor de ontwikkeling van grensoverschrijdend en internationaal passagiersvervoer te financieren.
Deze subsidie wordt als volgt verdeeld:
1° 100 K euros bovenop de exploitatiesubsidie voor de financiering van een studie om de de mogelijkheden te identificeren voor aanpassing en ontwikkeling van de spoordienst op de spoorlijnen tussen Nederland en België-Luxemburg ;
2° 1.900 k euros bovenop de investeringssubsidie voor de verbetering van de grenscontrole-infrastructuur in de `Channel Terminal' van het station Brussel-Zuid.
§ 2. De NMBS maakt aan de bevoegde Minister en aan de FOD Mobiliteit en Vervoer een gedetailleerde verantwoording over van het gebruik van de voorziene subsidie in paragraaf 1 ten laatste twee maand na de afsluiting van de rekeningen [2 2024]2.
Het gedeelte van deze subsidie waarvan het gebruik niet overeenkomstig het eerste lid verantwoord wordt, wordt door de NMBS aan de Staat terugbetaald en teruggestort in de Schatkist.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2022-12-26/11, art. 1, 034; Inwerkingtreding : 30-12-2022>
(2)<KB 2023-12-25/06, art. 1, 037; Inwerkingtreding : 29-12-2023>
Art.4/20. [1 § 1. Een aanvullende uitzonderlijke subsidie van 2.000.000 euros, die gevolgen zal hebben op de begroting van het Staat voor het jaar 2022, wordt gestort aan Infrabel om projecten ter uitvoering van de Energiestrategie van Infrabel volgens de voorwaarden overeengekomen met Infrabel. "
§ 2. Overeenkomstig de notificatie van de Ministerraad van 1 april 2022 wordt de subsidie bedoeld in paragraaf 1 aangerekend tussen exploitatie en investering tot 1855 kEUR op AB 33.51.11.614151 en 145 kEUR op AB 33.51.10.414051 op grond van artikel 5, § 3, 3° lid van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
§ 3. Infrabel maakt aan de bevoegde Minister en aan de FOD Mobiliteit en Vervoer een verslag en een gedetailleerde verantwoording over van het gebruik van de voorziene subsidie in paragraaf 1 ten laatste twee maanden na de afsluiting van de rekeningen 2022.
§ 4. Het gedeelte van deze subsidie waarvan het gebruik niet overeenkomstig het eerste lid verantwoord wordt, wordt door Infrabel aan de Staat terugbetaald en teruggestort in de Schatkist.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2022-12-26/12, art. 1, 035; Inwerkingtreding : 16-12-2022>
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.
Art.6.[1 De Minister belast met de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen en bevoegd voor Infrabel is belast met de uitvoering van dit besluit.]1
----------
(1)<KB 2015-07-02/34, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-08-2015>
Art.7.[1 § 1. Met toepassing van de verordening (EU) 2020/1429 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 tot vaststelling van maatregelen voor een duurzame spoorwegmarkt naar aanleiding van de COVID-19-uitbraak, publiceert Infrabel onverwijld, in afwijking van de termijnen voorzien in artikel 8 van het koninklijk besluit van 19 juli 2019 betreffende de verdeling van de spoorweginfrastructuurcapaciteiten en de gebruiksheffing voor de spoorweginfrastructuur, in zijn netverklaring als bedoeld in artikel 3, 22°, van de Spoorcodex, het verminderingsmechanisme van de gebruiksheffing voor de spoorweginfrastructuur als bedoeld in huidig artikel ten voordele van de kandidaten die beantwoorden aan de voorwaarden opgenomen in paragraaf 2.
Dit verminderingsmechanisme van de gebruiksheffing voor de spoorweginfrastructuur heeft tot voorwerp het ondersteunen van kandidaten bedoeld in het eerste lid gelet op de negatieve financiële impact ondergaan ten gevolge van de COVID-19-crisis.
Dit mechanisme bestaat enerzijds uit de neutralisering van annulerings- en reservatiekosten van rijpaden en anderzijds een lineaire vermindering van 1,50 euro per daadwerkelijk afgelegde trein/km voor de circulatieperiode gaande van 1 januari 2021 tot [2 31 december 2021]2, en dit ten voordele van kandidaten die beantwoorden aan de voorwaarden van paragraaf 2.
Dit verminderingsmechanisme van de gebruiksheffing voor de spoorweginfrastructuur is verwant aan een indirecte subsidie toegekend aan kandidaten die beantwoorden aan de voorwaarden als bedoeld in paragraaf 2. Met toepassing van artikel 8, wordt een compensatiebetaling overgemaakt door de Staat aan Infrabel, met als gevolg het verminderen van de factuur van kandidaten die beantwoorden aan de voorwaarden van paragraaf 2.
In de netverklaring worden de beginselen opgenomen beschreven in paragrafen 2 en 3 die het verminderingsmechanisme bedoeld in het eerste lid regelen.
§ 2. De activiteiten van kandidaten begunstigd met de vermindering bedoeld in paragraaf 1 beantwoorden aan de volgende voorwaarden:
1° zij vallen onder een overeenkomst gesloten met Infrabel;
2° zij worden niet gepresteerd in toepassing van een openbaredienstcontract.
§ 3. Het verminderingsmechanisme bedoeld in paragraaf 1 is conform de volgende beginselen:
1° het treedt in werking vanaf 1 januari 2021 en eindigt op [2 31 december 2021]2;
2° het is van toepassing met het oog op personenvervoer gepresteerd op commerciële basis, met uitzondering van treindiensten gedekt door subsidies voor openbare diensten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2022-01-14/20, art. 1, 025; Inwerkingtreding : 20-03-2022>
(2)<KB 2022-01-14/21, art. 1, 027; Inwerkingtreding : 20-03-2022>
Art.8.[1 Infrabel verkrijgt een financiële compensatie ten gevolge van de lineaire vermindering bedoeld in artikel 7. De betaling van deze compensatie is onderhevig aan de volgende voorwaarden:
1° [2 Infrabel bezorgt ten laatste 31 october 2021 en 31 maart 2022 aan de bevoegde Minister en aan de FOD Mobiliteit en Vervoer de verantwoordingsstukken voor de goede tenuitvoerlegging van dit verminderingsmechanisme.]2 Deze verantwoordingsstukken bevatten met name:
a) Een gedetailleerd rapport van de facturen betaald door de betrokken kandidaten;
b) De werkelijk afgelegde treinkilometers van betrokken kandidaten;
2° Infrabel bezorgt in de mate van het mogelijke elke bijkomende informatie die de bevoegde Minister of de FOD Mobiliteit en Vervoer eist binnen een termijn van 15 werkdagen;
3° de betaling van de Staat van een provisie van 4.100 k euro gebeurt ten laatste drie maanden na de inwerkingtreding van de huidige bepalingen. [2 De betaling van de Staat van een provisie van 900 k euro gebeurt ten laatste een maand na de inwerkingtreding van de huidig bepaling]2;
4° het verschil tussen de provisie en de verantwoorde werkelijke kost van de beide maatregelen van artikel 7, wordt definitief vastgesteld door de Minister. Het positieve verschil wordt door Infrabel terugbetaald in 2022. Het negatieve verschil wordt aan Infrabel betaald in 2022.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2022-01-14/20, art. 2, 025; Inwerkingtreding : 20-03-2022>
(2)<KB 2022-01-14/21, art. 2, 027; Inwerkingtreding : 20-03-2022>
Art.9.[1 § 1. Met toepassing van de verordening (EU) 2020/1429 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 tot vaststelling van maatregelen voor een duurzame spoorwegmarkt naar aanleiding van de COVID-19-uitbraak, publiceert Infrabel onverwijld, in afwijking van de termijnen voorzien in artikel 8 van het koninklijk besluit van 19 juli 2019 betreffende de verdeling van de spoorweginfrastructuurcapaciteiten en de gebruiksheffing voor de spoorweginfrastructuur, in zijn netverklaring als bedoeld in artikel 3, 22°, van de Spoorcodex, het verminderingsmechanisme van de gebruiksheffing voor de spoorweginfrastructuur als bedoeld in huidig artikel ten voordele van de kandidaten die beantwoorden aan de voorwaarden opgenomen in paragraaf 2.
Dit verminderingsmechanisme van de gebruiksheffing voor de spoorweginfrastructuur heeft tot voorwerp het ondersteunen van kandidaten bedoeld in het eerste lid gelet op de negatieve financiële impact ondergaan ten gevolge van de COVID-19-crisis en het versnellen van het herstel van de trafieken.
Dit mechanisme bestaat enerzijds uit de neutralisering van annulerings- en reservatiekosten van rijpaden en anderzijds een lineaire vermindering van 0,75 euro per daadwerkelijk afgelegde trein/km voor de circulatieperiode gaande van 1 januari 2021 tot 30 juni 2021, en dit ten voordele van kandidaten die beantwoorden aan de voorwaarden van paragraaf 2. [2 Dit mechanisme bestaat enerzijds uit de neutralisering van annulerings- en reservatiekosten van rijpaden en anderzijds een lineaire vermindering van 1,5 euro per daadwerkelijk afgelegde trein/km voor de circulatieperiode gaande van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, en dit ten voordele van kandidaten die beantwoorden aan de voorwaarden van paragraaf 2.]2
Dit verminderingsmechanisme van de gebruiksheffing voor de spoorweginfrastructuur is verwant aan een indirecte subsidie toegekend aan kandidaten die beantwoorden aan de voorwaarden als bedoeld in paragraaf 2. Met toepassing van artikel 10, wordt een compensatiebetaling overgemaakt door de Staat aan Infrabel, met als gevolg het verminderen van de factuur van kandidaten die beantwoorden aan de voorwaarden van paragraaf 2.
In de netverklaring worden de beginselen opgenomen beschreven in paragrafen 2 en 3 die het verminderingsmechanisme bedoeld in het eerste lid regelen.
§ 2. De activiteiten van kandidaten begunstigd met de vermindering bedoeld in paragraaf 1 vallen onder een overeenkomst gesloten met Infrabel.
§ 3. Het verminderingsmechanisme bedoeld in paragraaf 1 is conform de volgende beginselen:
1° het treedt in werking vanaf 1 januari 2021 en eindigt op [2 31 december 2021]2;
2° het is van toepassing met het oog op goederenvervoer.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2022-01-14/22, art. 1, 026; Inwerkingtreding : 20-03-2022>
(2)<KB 2022-01-14/21, art. 3, 027; Inwerkingtreding : 20-03-2022>
Art.10.[1 Infrabel verkrijgt een financiële compensatie ten gevolge van de lineaire vermindering bedoeld in artikel 9. De betaling van deze compensatie is onderhevig aan de volgende voorwaarden:
1° [2 Infrabel bezorgt ten laatste 31 october 2021 en 31 maart 2022 aan de bevoegde Minister en aan de FOD Mobiliteit en Vervoer de verantwoordingsstukken voor de goede tenuitvoerlegging van dit verminderingsmechanisme.]2 Deze verantwoordingsstukken bevatten met name:
a) Een gedetailleerd rapport van de facturen betaald door de betrokken kandidaten;
b) De werkelijk afgelegde kilometers van betrokken kandidaten;
2° Infrabel bezorgt elke bijkomende informatie die de bevoegde Minister of de FOD Mobiliteit en Vervoer eist binnen een termijn van 15 werkdagen;
3° de betaling van de Staat van een provisie van 6.800 k euro gebeurt ten laatste drie maanden na de inwerkingtreding van de huidige bepalingen. [2 De betaling van de Staat van een provisie van 11.950 k euro gebeurt ten laatste een maand na de inwerkingtreding van de huidig bepaling]2;
4° het verschil tussen de provisie bedoeld in het vorig punt en de verantwoorde werkelijke kost van de beide maatregelen van artikel 9, wordt definitief vastgesteld door de Minister. Het positieve verschil door Infrabel terugbetaald in 2022. Het negatieve verschil wordt aan Infrabel in 2022.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2022-01-14/22, art. 2, 026; Inwerkingtreding : 20-03-2022>
(2)<KB 2022-01-14/21, art. 4, 027; Inwerkingtreding : 20-03-2022>
BIJLAGEN.
Art. N1.[1 Bijlage 1]1
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 18-11-2022, p. 82920)
----------
(1)<KB 2022-10-23/05, art. 3, 032; Inwerkingtreding : 18-11-2022>
Art. N2. [1 Bijlage 2 - Voorlopige regels - 5e Bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, gesloten tussen de Staat en de NMBS
Artikel 22 wordt aangevuld door het volgende lid:
"Deze GO Pass actie is opgehouden te bestaan in 2014. De NMBS zal in 2015 de uitreiking van de GO Passen aan de jongeren die de laatste uitgereikte bons hebben ontvangen tot in december 2014 verderzetten.".
Artikel 88 wordt vervangen door :
"De sectorrekeningen van de NMBS worden opgesteld conform de IFRS 8-norm "Sectoriële rapportering", goedgekeurd door de EU op 15/10/2008 en conform de verordening 1370/2007.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2015-07-02/34, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-08-2015>
Art. N3. [1 Bijlage 3 - Voorlopige regels - 5e Bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, gesloten tussen de Staat en de NMBS Holding
Artikel 84 wordt opgeheven.
Artikel 94 wordt vervangen door :
"De sectorrekeningen van de NMBS worden opgesteld conform de IFRS 8-norm "Sectoriële rapportering", goedgekeurd door de EC op 15/10/2008 et conform de verordening 1370/2007.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2015-07-02/34, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-08-2015>
Art. N4.[1 Bijlage 4 bij het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de voorlopige regels die als beheerscontract van Infrabel en NMBS gelden]1
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 15-02-2019, p. 13558)
----------
(1)<KB 2019-02-03/08, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 25-02-2019>
Art. N5.[1 Bijlage 5 bij het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de voorlopige regels die als beheerscontract van Infrabel en NMBS gelden]1
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 15-02-2019, p. 13558)
----------
(1)<KB 2019-02-03/08, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 25-02-2019>
Art. N6. [1 Bijlage 6 bij het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de voorlopige regels die als beheerscontract van Infrabel en NMBS gelden]1
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 15-02-2019, p. 13558)
----------
(1)<KB 2019-02-03/08, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 25-02-2019>
Art. N7. [1 Bijlage 7.]1
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 28-12-2021, p. 125197)
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2021-12-20/06, art. 4, 022; Inwerkingtreding : 28-12-2021>
Art. N8. [1 Bijlage 8.]1
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 28-12-2021, p. 125199)
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2021-12-20/06, art. 4, 022; Inwerkingtreding : 28-12-2021>
Art. N9. [1 Bijlage 9.]1
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 28-12-2021, p. 125203)
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2021-12-20/06, art. 4, 022; Inwerkingtreding : 28-12-2021>
Art. N10.[1 bijlage 10]1
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 10-05-2022, p. 41829)
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2022-03-09/13, art. 3, 028; Inwerkingtreding : 10-05-2022>