19 MAART 1971. - Wet betreffende de gelijkwaardigheid van de buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften. (NOTA : opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap door DVR2011-07-01/33, art. X.8, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2011))(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-08-2011 en tekstbijwerking tot 30-08-2011)
Art. 1-3
1995029232 1995029430 1996029376 1997029416 1997033090 1998029033 1999029367 1999029368 1999029415 1999029532 2000029075 2000029286 2003029270 2003029272 2003035367 2004029144 2006033116 2011029432 2012029198 2014029605 2016029352 2018040122 2019013782 2019030573 2021021811 2022020232 2022042668 2024000255
Artikel 1. De Koning bepaalt de voorwaarden tot en de procedure van het verlenen van de gedeeltelijke of volledige gelijkwaardigheid van :
1° de in een onderwijsinrichting naar buitenlands statuut doorgebrachte studieperiodes en afgelegde examens met de voor de onderwijsinrichtingen naar Belgisch statuut opgelegde studieperiodes en examens;
2° de naar buitenlands statuut behaalde diploma's en studiegetuigschriften met de Belgische diploma's en studiegetuigschriften.
Hij wijst de bevoegde adviesorganen aan.
Art.2. (NOTA : "opgeheven voor wat betreft de beroepen of activiteiten die, in het kader van het koninklijk besluit nr 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, geregeld worden, op initiatief van de Minister die de Volksgezondheid in zijn bevoegdheid heeft", art. 208, W 1998-02-22/43)
Het recht om in België een beroep of een ambt uit te oefenen, waarvoor het bezit van een diploma of getuigschrift vereist is, kan uitgebreid worden tot de buitenlandse onderdanen :
a) door internationale verdragen of overeenkomsten gesloten in het raam van een stelsel van wederkerigheid;
b) door de Koning, om wetenschappelijke of humanitaire redenen.
Art. 3. Opgeheven worden :
1° in de gecoördineerde wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens :
a) artikel 14, gewijzigd bij de wet van 8 juni 1964;
b) artikel 56, gewijzigd bij de wetten van 2 juli 1956 en 3 maart 1958;
2° de wet van 11 april 1967 waarbij, ten voordele van vluchtelingen, afgeweken wordt van sommige bepalingen van de gecoördineerde wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens.