16 NOVEMBER 2006. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 13 juni 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het brevet in verpleegkundige verzorging wordt toegekend en van het besluit van de Regering van 21 december 2000 houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden aan [ambtenaren] van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap (VERTALING).
Voorzitterschap van de examencommissie.
Art. 1
Vrijstellingen.
Art. 2
Delegatie van bevoegdheid.
Art. 3
Inwerkingtreding.
Art. 4
Uitvoering.
Art. 5
Voorzitterschap van de examencommissie.
Artikel 1. Artikel 22, § 1, 1°, van het besluit van de Regering van 13 juni 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het brevet in verpleegkundige verzorging wordt toegekend, wordt door de volgende bepaling vervangen :
" 1° één voorzitter en één ondervoorzitter aangewezen onder de beambten van niveau 1 van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap of de adviserende inspecteurs in dienstactiviteit of in ruste gesteld; "
Vrijstellingen.
Art.2. Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. Is de kandidaat voor de examens niet geslaagd, beraadslaagt de examencommissie om de vakken te bepalen waarvoor deze kandidaat een vrijstelling van examen verkrijgt. Een vrijstelling voor het klinisch onderwijs en voor de examens " verpleegkundige wetenschappen " en " klinisch onderwijs " is niet mogelijk.
§ 2. Met inachtneming van de toelatingsvoorwaarden kan de Regering examenvrijstellingen toekennen aan een kandidaat die bewijst dat hij vóór een examencommissie buiten schoolverband, in België of in het buitenland, gelijkwaardige proeven met vrucht heeft afgelegd in de schoolopleiding leidend tot het verkrijgen van het brevet in verpleegkundige wetenschappen of in een gelijkwaardige academische opleiding van het hoger onderwijs. Vrijstellingen mogen slechts worden toegekend voor proeven waarvoor de kandidaat ten laatste 5 jaar voor de aanvraag is geslaagd.
De vrijstellingen worden op het ogenblik van de inschrijving tot de examens aangevraagd.
§ 3. Om overeenkomstig de §§ 1 en 2 examenvrijstellingen te verkrijgen, moet de kandidaat :
1° aan een volledige examenzittijd hebben deelgenomen (behalve bij overmacht);
2° voor deze examenzittijd ten minste 50 % van het totaal aantal toegekende punten hebben gekregen;
3° ten minste 60 % hebben gekregen in de proef betreffende het vak waarvoor hij een vrijstelling aanvraagt.
§ 4. De examenvrijstellingen zijn vijf jaar geldig. "
Delegatie van bevoegdheid.
Art.3. In artikel 13.1 van het besluit van de Regering van 21 december 2000 houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden aan beambten van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 23 december 2004, wordt een § 10 ingevoegd, luidend als volgt :
" § 10. Delegatie wordt toegekend aan het bevoegde afdelingshoofd om te beslissen over de examenvrijstelling bepaald in artikel 23 van het besluit van de Regering van 13 juni 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het brevet in verpleegkundige verzorging wordt toegekend. "
Inwerkingtreding.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2005.
Uitvoering.
Art. 5. De Minister bevoegd inzake Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 16 november 2006.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President,
Minister van Lokale Besturen
K.-H. LAMBERTZ
De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek,
O. PAASCH.