27 JANUARI 2022. - Decreet tot wijziging van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen
Art. 1-9
Artikel 1. In artikel 1 van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen, wordt het woord "voorgelegd" vervangen door het woord "bedoeld".
Art.2. Voor de toepassing van dit decreet, dient verstaan te worden onder :
1° Wet van 19 maart 1971 : de wet van 19 maart 1971 betreffende de gelijkwaardigheid van de buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften;
2° Wet van 7 juli 1970 : de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs;
3° Decreet van 16 april 1991 : het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie;
4° Decreet van 25 juli 1996 : het decreet van 25 juli 1996 betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen;
5° Decreet van 9 september 1996 : het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen;
6° Decreet van 24 juli 1997 : het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;
7° Decreet van 7 november 2013: het decreet van 7 november 2013 tot bepaling van het hoger onderwijslandschap en de academische organisatie van de studies;
8° Decreet van 21 februari 2019: het decreet van 21 februari 2019 tot vaststelling van de organisatie van het hoger onderwijs in de hogescholen;
9° Besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969 : het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel en van het sociaal personeel van de inrichtingen voor voorschools, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en niet-universitair hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, alsmede van de internaten die van deze inrichtingen afhangen;
10° Hogeschool : de hogeschool bedoeld bij artikel 11 van het decreet van 7 november 2013;
11° Inrichtende macht : de inrichtende macht van een onderwijsinstelling in de zin van artikel 3, 2°, a), van het decreet van 3 mei 2019 tot vaststelling van boek 1 en 2 van het wetboek van het basis- en secundair onderwijs, en tot vaststelling van de gemeenschappelijk kern;
12° Vacante betrekking: de vacante betrekking bedoeld in artikel 9 van het decreet van 25 juli 1996;
13° Getuigschrift van pedagogische bekwaamheid: het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid bedoeld in artikel 16 van het decreet van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969;
14° Getuigschrift van pedagogische bekwaamheid (certificat d'aptitude pédagogique) : het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid bedoeld bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 juli 1994 tot goedkeuring van het verwijzingsdossier van het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie van het korte type van stelsel I, ter uitreiking van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid;
15° Getuigschrift van pedagogische bekwaamheid passend in het hoger onderwijs: het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid passend in het hoger onderwijs zoals bedoeld in het decreet van 17 juli 2002 tot vaststelling van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid passend in het hoger onderwijs (CAPAES) en in het hoger onderwijs voor sociale promotie en van de voorwaarden voor het verkrijgen ervan;
16° Getuigschrift middelbare technische normaalleergangen: het getuigschrift middelbare technische normaalleergangen bedoeld bij artikel 17 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969;
17° Nuttige ervaring van het onderwijs : de nuttige ervaring van het onderwijs bestaat uit de diensten verricht in een ambt van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op welk niveau van onderwijs ook;
18° Nuttige ervaring van het beroep: de nuttige ervaring van het beroep bestaat uit de diensten verricht ofwel in de privé- of openbare sector, ofwel in een beroep of een vak. Deze diensten dienen verband te houden met de toe te kennen cursussen;
19° Algemene raad voor de hogescholen en het hoger onderwijs voor sociale promotie: de Algemene raad voor de hogescholen en het hoger onderwijs voor sociale promotie, bedoeld in artikel 37, paragraaf 2, 2°, van het decreet van 7 november 2013;
20° Bekwaamheidsbewijzen : de bekwaamheidsbewijzen uitgereikt overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 69 tot 71 van het decreet van 7 november 2013;
21° Vereiste bekwaamheidsbewijzen de bekwaamheidsbewijzen waarvan de specificiteit bepaald is in de bijlagen 1, 2 en 3;
22° Tijdelijke voor een beperkte duur : het personeelslid dat in die hoedanigheid werd aangesteld of aangeworven overeenkomstig de bepalingen van artikel 10, eerste lid, van het decreet van 25 juli 1996;
23° Tijdelijke voor een onbeperkte duur : het personeelslid dat in die hoedanigheid werd aangesteld of aangeworven overeenkomstig de bepalingen van artikel 10, tweede en derde lid, van het decreet van 25 juli 1996;
24° Benoeming of aanwerving in vast verband : de benoeming of aanwerving in vast verband uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, § 1, van het decreet van 25 juli 1996;
25° Toe te kennen cursussen: een geheel van leeractiviteiten zoals beschreven in artikel 76 van het decreet van 7 november 2013.".
Art.3. In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. in § 1, eerste lid, 2°, worden de woorden "door een examencommissie voor hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, samengesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 43 van het decreet van 5 augustus 1995" vervangen door de woorden "door een examencommissie van de Franse Gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 136 van het decreet van 7 november 2013";
2. in § 1, derde lid, 1°, worden de woorden "overeenkomstig de artikelen 14 en 15 van het decreet van 5 augustus 1995" vervangen door de woorden "overeenkomstig artikel 69, § 1, van het decreet van 7 november 2013";
3. in § 2, 1°, worden de woorden ", eerste lid, 1° " opgeheven;
4. in § 2, 2°, worden de woorden "artikel 45, eerste lid, 1° " vervangen door de woorden "artikel 47, eerste lid".
Art.4. In artikel 4 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. in § 1, tweede lid, 1°, worden de woorden "overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 5 september 1994" opgeheven;
2. aan § 1, tweede lid, wordt een 4° toegevoegd, luidend als volgt:
" 4° een diploma uitgereikt overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 7 november 2013.";
3. in § 2 worden de woorden "van artikel 43 van het decreet van 31 maart 2004 tot bepaling van het hoger onderwijs, tot bevordering van de integratie ervan in de Europese ruimte voor hoger onderwijs en tot herfinanciering van de universiteiten" vervangen door de woorden "van artikel 92 van het decreet van 7 november 2013";
4. in § 3, eerste lid, worden de woorden "van de Algemene Raad" vervangen door de woorden "van de Raad voor de hogescholen en het onderwijs voor sociale promotie";
5. in § 3, tweede lid, worden de woorden "De Algemene Raad" vervangen door de woorden " De Raad voor de hogescholen en het onderwijs voor sociale promotie ";
6. aan § 3 worden twee leden toegevoegd, die als volgt luiden:
"Beroepsbekendheid is het proces dat het verkrijgen, op persoonlijke en vaste basis, van een bekwaamheidsbewijs met het oog op de toegang tot de ambten van leden van het onderwijzend personeel van de hogescholen als meester praktijkopleiding of meester-assistent voor één of meer specifieke toe te kennen cursussen, toelaat.
Wetenschappelijke bekendheid is het proces dat het verkrijgen, op persoonlijke en vaste basis, van een bekwaamheidsbewijs met het oog op de toegang tot de ambten van onderwijzend personeelslid in de hogescholen als docent voor één of meer specifieke toe te kennen cursussen, toelaat. De wetenschappelijke bekendheid staat voor een niveau van wetenschappelijke bekwaamheid dat vergelijkbaar is met dat van een doctoraat en dat een aanvulling vormt op het oorspronkelijke academische diploma van de kandidaat. Ze moet gebaseerd zijn op de wetenschappelijke productie van de kandidaat.".
Art.5. In artikel 10, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet:
1. worden de woorden "volgens de door de regering vastgestelde nadere regels" geschrapt;
2. worden de woorden "Algemene Raad. De Algemene Raad" vervangen door de woorden "Inrichtende macht. De Inrichtende macht";
3. worden tussen de woorden "diverse" en "Indien" de woorden: "De Inrichtende macht is verplicht de afwezigheid van een kandidaat met de vereiste kwalificaties ter ondersteuning van de aanstelling of indienstneming te bevestigen door overlegging van een door de regionale diensten voor arbeidsvoorziening verstrekt getuigschrift" ingevoegd.
Art.6. In artikel 41 van hetzelfde decreet wordt het woord "voorgelegd" vervangen door het woord "bedoeld".
Art.7. In hetzelfde decreet wordt een artikel 48bis toegevoegd, dat als volgt luidt
"Artikel 48bis - Wanneer een lid van het onderwijzend personeel voor bepaalde of onbepaalde tijd aangesteld of tijdelijk aangewezen wordt als meester praktijkopleiding, meester-assistent of docent bij een "andere te verlenen cursus" en een te verlenen cursus met een vergelijkbaar opschrift en de overeenkomstige vereiste bekwaamheidsbewijzen wordt opgericht, wordt hij onmiddellijk de houder van deze tijdelijk te verlenen cursus voor bepaalde of onbepaalde tijd.
Het personeelslid behoudt alle rechten die hij in het kader van de voormalige cursus heeft verworven, met inbegrip van de dienstanciënniteit en de geldelijke anciënniteit.
Wanneer het lid van het onderwijzend personeel vóór het academiejaar 2021-2022 in vaste dienst is benoemd of aangeworven als meester praktijkopleiding, meerster-assistent of docent in een "andere te begeven cursus" en er een te verlenen cursus met een vergelijkbaar opschrift en de overeenkomstige vereiste bekwaamheidsbewijzen wordt opgericht, wordt hij onmiddellijk de houder van deze in vast verband te verlenen cursus.
De erkenning van de beroeps- of wetenschappelijke bekendheid die aan dat lid van het onderwijzend personeel zou zijn verleend, wordt geacht te zijn verleend voor de nieuwe categorie "te verlenen cursussen" waarvoor hij in toepassing van het vorige lid de houder in vast verband is geworden.".
Art.8. De bijlagen 1, 2 en 3 van hetzelfde decreet worden vervangen door de bijlagen 1, 2 en 3 bij dit decreet.
Art. 9. Dit decreet heeft uitwerking met ingang van het academiejaar 2021-2022.
In afwijking van het vorige lid worden de in bijlage 2 opgenomen vereiste bekwaamheidsbewijzen voor de te verlenen cursussen " enseignant praticien " en " didactique d'une discipline " van kracht met ingang van het academiejaar 2022-2023.