Details





Titel:

27 SEPTEMBER 1947. - Besluit van de Regent houdende goedkeuring van de titels III, IV en V van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming.



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1. De titels III, IV en V van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming zijn goedgekeurd zoals zij als bijlage bij dit besluit gevoegd zijn. <zie cn:1947-09-27/02; cn:1947-09-27/03; cn:1947-09-27/04>

Art.2. Al de vroegere bepalingen over zaken welke krachtens dit besluit opnieuw worden gereglementeerd, worden ingetrokken.

Art.3. Onze ministers zullen, ieder wat hem betreft, in uitzonderlijke omstandigheden, afwijkingen mogen toestaan aan de voorschriften, die het voorwerp uitmaken der titels III en IV, van dit reglement.
  Deze afwijkingen, waaromtrent een gemotiveerde beslissing zal dienen getroffen, zullen verleend worden volgens het verslag van de dienst of van de bevoegde ambtenaar afhangende van het gezag van de belanghebbende minister, en mits het inachtnemen van alle speciale voorwaarden, die zouden nodig geacht worden.
  Onze belanghebbende ministers mogen dit recht overdragen op hogere ambtenaren, afhangende van hun gezag en die zij met het oog hierop aanduiden.
  (Afwijkingen van de bepalingen van titel III, hoofdstuk I, afdeling I, mogen eerst na raadpleging van het Vast Elektrotechnisch Comité of van zijn bevoegde vaste afdeling worden verleend en enkel in de volgende gevallen:
  1° wanneer gebruik gemaakt wordt van regelingen of van speciale inrichtingen die een veiligheid kunnen verzekeren welke ten minste gelijkwaardig is aan die welke voortspruit uit de naleving van de reglementaire voorschriften;
  2° in uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden.
  Het advies van het Vast Elektrotechnisch Comité of van zijn bevoegde vaste afdeling wordt uitgebracht binnen een termijn van drie maanden vanaf de mededeling van het dossier aan dat comité, anders wordt daarop niet gewacht.) <KB 18-08-1972>
  De afwijkingen van de bepalingen van §§ 2 en 3 van afdeling VIII van hoofdstuk II van titel III (afvalwateren) zullen slechts toegestaan worden na raadpleging van de dienst voor zuivering der afvalwateren; deze betreffende de stoomtoestellen en stoommachines na raadpleging van de Vaste Raadgevende Commissie voor de stoomtoestellen.

Art. 4. De Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg, de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin, de Minister van Economische Zaken en Middenstand, de Minister van Financiën en de Minister van Openbare Werken zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.