Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 AUGUSTUS 1989. - Ministerieel besluit waarbij voor kooktoestellen opgesteld in grootkeukens een algemene afwijking wordt verleend van titel IV van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming en van de voorschriften van het ministerieel rondschrijven van 16 juli 1963 betreffende de uitvoering van de voorschriften van titel IV van dit reglement.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In afwijking van de voorschriften van titel IV van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming en van de voorschriften van het ministerieel rondschrijven van 16 juli 1963 betreffende de uitvoering van de voorschriften van titel IV wordt toegelaten stoomgeneratoren zoals bedoeld in artikel 2 die deel uitmaken van kooktoestellen voor grootkeukens en niet voldoen aan deze voorschriften, op de markt te brengen op voorwaarde dat ze voldoen aan de voorschriften van de artikelen 3 tot 7 van dit besluit of in dienst te houden op voorwaarde dat ze voldoen aan de voorschriften van artikel 8 van dit besluit.

Art.2. De stoomgeneratoren hebben een inhoud die groter is dan 25 l en kleiner dan of gelijk aan 100 l en produceren stoom op een druk die groter is dan 0,5 bar en kleiner dan of gelijk aan 1,2 bar.
  Onder inhoud wordt verstaan de inhoud van het stoomgeneratorgedeelte dat wil zeggen de ruimte waarin de stoom gevormd wordt. Indien er zich tussen het stoomgeneratorgedeelte en de eigenlijke kookkamer(s) afsluiters of kranen bevinden, dan moet de inhoud van de kookkamers niet opgeteld worden bij de inhoud van het stoomgeneratorgedeelte.

Art.3. De toestellen beantwoorden aan de hierna volgende voorschriften :
  3.1. De toestellen voldoen aan de reglementering van het land van oorsprong; bij ontbreken van een reglementering voldoen zij aan een norm of code van goede praktijk aanvaard in het land van oorsprong.
  3.2. Elk toestel maakt het voorwerp uit van een attest waarin verklaard wordt dat het toestel door de constructeur of door een controle-instantie onderworpen werd aan een waterdrukproef op een druk die ten minste gelijk is aan de maximumdienstdruk (zegeldruk) vermeerderd met 1 bar. In het attest wordt het type en het constructienummer van het toestel vermeld.
  3.3. Elk toestel is voorzien van een kenplaat waarop vermeld zijn :
  - de naam van de constructeur;
  - het constructienummer;
  - de zegeldruk;
  - het jaar van fabricage.
  3.4. Elk toestel is tenminste voorzien van de volgende veiligheidsinrichtingen :
  3.4.1. een veiligheidsklep waarvan de openingsdruk niet hoger dan de zegeldruk mag zijn en die rechtstreeks in verbinding staat met het stoomgeneratorgedeelte. De constructeur dient bij elk toestel een attest af te leveren waarin bevestigd wordt dat het afvoerdebiet van de veiligheidsklep zodanig is dat de druk in het toestel onder geen enkele omstandigheid de zegeldruk met meer dan een tiende kan overschrijden;
  3.4.2. een manometer die de druk in de kookkamer aanduidt in tienden van een bar;
  3.4.3. een inrichting die verhindert dat de temperatuur van de onder druk staande delen de berekeningstemperatuur kan overschrijden. Deze inrichting schakelt de verwarming uit en moet zodanig zijn dat de verwarming slechts opnieuw kan ingeschakeld worden door een manuele tussenkomst. Wanneer deze inrichting in werking is getreden wordt dit kenbaar gemaakt door een lamp, bel of een ander signaal.
  3.5. Elk toestel is zodanig ontworpen of van zodanige inrichtingen voorzien dat het onmogelijk is het toestel te starten wanneer de deur van de kookkamer niet goed gesloten is en de deur van de kookkamer te openen wanneer de kookkamer onder druk staat.
  3.6. Elk toestel is voorzien van een inrichting die de verwarming uitschakelt wanneer de druk een door de constructeur bepaalde waarde bereikt. Deze waarde is in elk geval lager dan de zegeldruk. De inrichting mag de verwarming automatisch opnieuw inschakelen wanneer de druk gedaald is.
  3.7. Elk toestel komt overeen met een type dat goedgekeurd is door een organisme erkend voor de controle van stoomtoestellen. Met het oog op de typekeuring wordt door de constructeur of de invoerder een dossier samengesteld dat de volgende documenten bevat :
  - de plannen en berekeningen;
  - een opgave van de gebruikte materialen;
  - de documenten waaruit blijkt dat aan artikel 3.1. voldaan is:
  - een uitvoerige beschrijving van de veiligheidsinrichtingen.
  Het erkend organisme gaat aan de hand van het dossier en van het onderzoek van het type kenmerkend toestel na of het type beantwoord aan de bepalingen van de artikelen 2 en 3.
  In voorkomend geval levert het erkend organisme een attest af waarin dit bevestigd wordt.
  In dit attest wordt duidelijk vermeld :
  - de naam en het adres van de constructeur van het toestel;
  - het type van het toestel;
  - de inhoud en zegeldruk van het toestel;
  - de reglementering, norm of code volgens welke het toestel gebouwd is.
  3.8. De constructeur of invoerder verwittigt voorafgaandelijk het erkend organisme bedoeld in 3.7. van elke wijziging van het goedgekeurde type en/of van zijn veiligheidsuitrusting.
  Het erkend organisme oordeelt of deze voorziene wijzigingen een nieuwe typegoedkeuring vereisen.

Art.4. Elk toestel dat geleverd wordt is vergezeld van :
  4.1. een gebruiksaanwijziging gesteld in de taal van de gebruiker, waarin de aard, de volgorde en de frequentie aangegeven worden van de bewerkingen die moeten uitgevoerd worden om een goede werking te verzekeren, evenals de na te leven en uit te voeren handelingen in geval van een abnormale werking, een incident of een ongeval met het toestel;
  4.2. een afschrift van het attest bedoeld in artikel 3.2. en een afschrift van het attest van typekeuring bedoeld in artikel 3.7.

Art.5. Onverminderd de bepalingen met betrekking tot de vergunningsprocedure die onder de bevoegdheid van de regionale overheid valt, is de gebruiker verplicht het toestel aan te geven bij het hoofd van de dienst belast met het toezicht op de stoomtoestellen.
  De aangifte omvat :
  - de plaats van opstelling van het toestel;
  - het constructienummer en het type van het toestel;
  - de inhoud en zegeldruk van het toestel;
  - een afschrift van het attest van typekeuring bedoeld in artikel 3.7.
  Voor deze toestellen moet geen proces-verbaal van ingebruikneming opgemaakt worden.

Art.6. De toestellen alsook hun veiligheidsinrichtingen, verwarmingsorganen en regelorganen worden in goede staat van werking gehouden.
  Voor de naleving van dit voorschrift laat de gebruiker het toestel, zijn veiligheidsinrichtingen, verwarmingsorganen en regelorganen regelmatig onderzoeken, reinigen en onderhouden, overeenkomstig de instructies van de constructeur en rekening houdend met de gebruiksomstandigheden van het toestel, meer bepaald de aard van de verwarmingswijze en de kwaliteit van het voedingswater.

Art.7. Onverminderd de voorschriften van artikel 6 wordt elk toestel eenmaal per jaar onderzocht door een organisme erkend voor de controle van stoomtoestellen. Bij dit onderzoek gaat het erkend organisme na of de onder druk staande delen in goede staat zijn en/of de veiligheidstoestellen nog aan de gestelde eisen kunnen voldoen. Het erkend organisme maakt een verslag op van dit onderzoek. Dit verslag wordt door de gebruiker van het toestel ter beschikking gehouden van de ambtenaar belast met het toezicht.

Art. 8. De toestellen bedoeld in artikel 1 die bij het verschijnen van dit besluit in dienst zijn zonder reglementaire vergunning, kunnen genieten van de bepalingen van dit besluit op voorwaarde dat :
  - zij beantwoorden aan de bepalingen van artikel 2;
  - een voor de controle van stoomtoestellen erkend organisme aan de hand van ter beschikking zijnde documenten en na elk onderzoek dat het nodig acht, een attest gelijkaardig aan het in artikel 3.7. bedoelde attest kan afleveren;
  - vóór het toestel overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 wordt aangegeven, het toestel door een erkend organisme onderworpen wordt aan een waterdrukproef overeenkomstig artikel 3.2 en aan het onderzoek bedoeld in artikel 7;
  - de bepalingen van de artikelen 5 tot 7 nageleefd worden.