19 FEBRUARI 2019. - Ministerieel besluit tot wijziging van de regelgeving betreffende het landbouw- en visserijbeleid
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot vaststelling van een technisch controlereglement betreffende het bosbouwkundig teeltmateriaal
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 2 juni 2009 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen in de landbouw die zich op natuurlijke wijze hebben aangepast aan de lokale en regionale omstandigheden en die door genetische erosie worden bedreigd, en voor het in de handel brengen van zaaizaad en pootaardappelen van die landrassen en rassen
Art. 2-6
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 22 juni 2009 tot uitvoering van artikelen 7, 9, 10, 11 en 48 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten
Art. 7-10
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 20 januari 2010 tot vaststelling van de procedures voor de rassenlijsten van landbouw- en groentegewassen
Art. 11-14
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 2 december 2010 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen van groenten die van oudsher op bepaalde plaatsen en in bepaalde gebieden worden gekweekt en die door genetische erosie worden bedreigd, en van groenterassen die geen intrinsieke waarde hebben voor de commerciële productie van gewassen, maar die ontwikkeld zijn voor teelt onder bijzondere omstandigheden, en voor het in de handel brengen van zaaizaad van die landrassen en rassen
Art. 15-17
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 22 november 2013 betreffende de voorwaarden tot het subsidiëren van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw
Art. 18-29, 16/1, 30-31, 17/2, 32-33
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 20 december 2013 tot uitvoering van artikel 11, 12, 15, 16, 17 en 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 tot toekenning van subsidies aan land- of tuinbouwers voor de diversificatie naar zorgboerderijactiviteiten
Art. 34-37
HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het ministerieel besluit van 23 januari 2015 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, voor wat de rechtstreekse betalingen betreft
Art. 38
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 15 juni 2015 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, wat betreft de regels voor de premie voor het behoud van de gespecialiseerde zoogkoeienhouderij
Art. 39
HOOFDSTUK 10. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 23 juni 2015 houdende vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid
Art. 40-42
HOOFDSTUK 11. - Wijziging van het ministerieel besluit van 13 juli 2015 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, wat betreft de specifieke regels voor vergroening binnen de rechtstreekse betalingen
Art. 43
HOOFDSTUK 12. - Wijziging van het ministerieel besluit van 5 november 2015 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen
Art. 44-46
HOOFDSTUK 13. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 22 december 2015 betreffende steun aan de investeringen en aan de overname in de landbouw
Art. 47-50
HOOFDSTUK 14. - Wijziging van het ministerieel besluit van 4 maart 2016 houdende een oproep tot indiening van steunaanvragen als vermeld in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2015 betreffende steun voor innovaties in de landbouw
Art. 51
HOOFDSTUK 15. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 8 juli 2016 betreffende de voorschriften voor het etiketteren, plomberen en verpakken van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsook van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt
Art. 52-53
HOOFDSTUK 16. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 14 december 2016 houdende een oproep tot indiening van steunaanvragen als vermeld in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2015 betreffende steun voor innovaties in de landbouw
Art. 54
HOOFDSTUK 17. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 30 april 2017 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement van zaaizaden van landbouw- en groentegewassen
Art. 55
HOOFDSTUK 18. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 13 december 2017 houdende een oproep tot indiening van steunaanvragen als vermeld in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2015 betreffende steun voor innovaties in de landbouw
Art. 56
HOOFDSTUK 19. - Slotbepalingen
Art. 57-58
2004035916 2009035483 2009035733 2010035175 2010035981 2013036151 2013036183 2015035154 2015035918 2015035940 2015035999 2015036512 2016035090 2016035296 2016036444 2016036662 2017031884 2017040318 2018015336
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot vaststelling van een technisch controlereglement betreffende het bosbouwkundig teeltmateriaal
Artikel 1. In punt 1.6.7 van de bijlage bij het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot vaststelling van een technisch controlereglement betreffende het bosbouwkundig teeltmateriaal, wordt de zin "Indien voor de douane een bijzonder document vereist is dient dit tijdig aan de entiteit aangevraagd te worden." opgeheven.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 2 juni 2009 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen in de landbouw die zich op natuurlijke wijze hebben aangepast aan de lokale en regionale omstandigheden en die door genetische erosie worden bedreigd, en voor het in de handel brengen van zaaizaad en pootaardappelen van die landrassen en rassen
Art.2. In artikel 2, 4°, van het ministerieel besluit van 2 juni 2009 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen in de landbouw die zich op natuurlijke wijze hebben aangepast aan de lokale en regionale omstandigheden en die door genetische erosie worden bedreigd, en voor het in de handel brengen van zaaizaad en pootaardappelen van die landrassen en rassen wordt tussen de zinsnede "omstandigheden," en het woord "die" het woord "en" ingevoegd.
Art.3. In artikel 8, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "Verordening (EG) nr. 930/2000 van de Commissie van 4 mei 2000 tot vaststelling van nadere bepalingen betreffende de geschiktheid van rasbenamingen voor landbouw- en groentegewassen" vervangen door de zinsnede "Verordening (EG) nr. 637/2009 van de Commissie van 22 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen betreffende de geschiktheid van rasbenamingen voor landbouw- en groentegewassen".
Art.4. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de woorden "systematisch in stand worden gehouden" vervangen door de woorden "in stand gehouden".
Art.5. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden "en pootgoed" opgeheven;
2° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "en het pootgoed", het woord "respectievelijk" en de woorden "en gecertificeerd pootgoed" opgeheven.
Art.6. In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 3 worden de woorden "en Economische Informatie" opgeheven;
2° in paragraaf 3 worden de woorden "in de interministeriële Conferentie van het landbouwbeleid" opgeheven.
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 22 juni 2009 tot uitvoering van artikelen 7, 9, 10, 11 en 48 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten
Art.7. In artikel 1, 4°, van het ministerieel besluit van 22 juni 2009 tot uitvoering van artikelen 7, 9, 10, 11 en 48 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten wordt de zin "Voor Vlaanderen is dat het Vlaamse onderdeel van www.organicXseeds.be." opgeheven.
Art.8. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015, wordt titel III, die bestaat uit artikel 17, opgeheven.
Art.9. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015, wordt titel IV, die bestaat uit artikel 18, opgeheven.
Art.10. In artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt punt 5° opgeheven;
2° in paragraaf 2, eerste lid, 5°, wordt het woord "Fedis" vervangen door de woorden "Comeos vzw";
3° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord "aangetekende" opgeheven.
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 20 januari 2010 tot vaststelling van de procedures voor de rassenlijsten van landbouw- en groentegewassen
Art.11. In artikel 2 van het ministerieel besluit van 20 januari 2010 tot vaststelling van de procedures voor de rassenlijsten van landbouw- en groentegewassen worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "inschrijving in" vervangen door de woorden "toelating tot";
2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt:
"De aanvraag is geldig als:
1° ze de gegevens, vermeld in artikel 3, § 1, bevat en is ingediend binnen de hiervoor vastgelegde termijn;
2° de betalingsvoorwaarden van de verschuldigde retributies voor het indienen van de aanvraag en voor de onderzoekskosten, vermeld in artikel 3 en 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 houdende vaststelling van de retributies voor de toelating van de rassen tot de rassenlijsten, voor de registratie van rassen van teeltmateriaal van fruitgewassen in het rassenregister, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal, vervuld zijn;
3° de inzending van het bij de aanvraag behorende proefmateriaal beantwoordt aan de gestelde voorwaarden, vermeld in artikel 3, § 2, en binnen de hiervoor vastgelegde termijnen gebeurt.".
3° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"De bevoegde entiteit bepaalt per gewas de termijnen, vermeld in het vierde lid, 1° en 3°. ".
Art.12. In artikel 3, § 1, 7°, van hetzelfde besluit worden de woorden "een verzoek tot inschrijving op" vervangen door de woorden "een aanvraag tot toelating tot".
Art.13. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt:
"1° de aanvragen tot toelating tot de rassenlijsten en de intrekkingen van de aanvragen tot toelating;";
2° in punt 3° wordt het woord "inschrijvingen" vervangen door het woord "toelating";
3° in punt 6° worden de woorden "inschrijving in" vervangen door de woorden "toelating tot".
Art.14. De bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 oktober 2013, wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 2 december 2010 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen van groenten die van oudsher op bepaalde plaatsen en in bepaalde gebieden worden gekweekt en die door genetische erosie worden bedreigd, en van groenterassen die geen intrinsieke waarde hebben voor de commerciële productie van gewassen, maar die ontwikkeld zijn voor teelt onder bijzondere omstandigheden, en voor het in de handel brengen van zaaizaad van die landrassen en rassen
Art.15. In artikel 3, § 1, 2°, van het ministerieel besluit van 2 december 2010 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen van groenten die van oudsher op bepaalde plaatsen en in bepaalde gebieden worden gekweekt en die door genetische erosie worden bedreigd, en van groenterassen die geen intrinsieke waarde hebben voor de commerciële productie van gewassen, maar die ontwikkeld zijn voor teelt onder bijzondere omstandigheden, en voor het in de handel brengen van zaaizaad van die landrassen en rassen wordt de zinsnede "onder a)" vervangen door de zinsnede "in punt 1° ".
Art.16. In artikel 26 van hetzelfde besluit worden de woorden "voor de industrie" opgeheven.
Art.17. In bijlage 1 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 januari 2014, wordt de zinsnede "artikel 15" vervangen door de zinsnede "artikel 16".
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 22 november 2013 betreffende de voorwaarden tot het subsidiëren van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw
Art.18. Artikel 1 van het ministerieel besluit van 22 november 2013 betreffende de voorwaarden tot het subsidiëren van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw wordt vervangen door wat volgt:
"Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013: het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw;
2° e-loket: het e-loket, vermeld in artikel 1, punt 8° van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.".
Art.19. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015, wordt een artikel 2/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 2/1. De elektronische ondertekening, vermeld in artikel 17/1, tweede lid van dit besluit, wordt uitgevoerd conform artikel 68 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.".
Art.20. In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt punt 9° opgeheven.
Art.21. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden punt 1° en punt 2° opgeheven.
Art.22. In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.
Art.23. In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt punt 7° vervangen door wat volgt:
"7° bedrijfseconomie, kostprijsberekening en bedrijfseconomische berekening;".
Art.24. In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.
Art.25. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan het eerste lid, 6°, worden de woorden "en bedrijfseconomische berekening" toegevoegd;
2° in het eerste lid worden punt 9° en 10° vervangen door wat volgt:
"9° afzet en marketing;
10° bodembeheer;";
3° er wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"11° bedrijfsmanagement.".
Art.26. In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.
Art.27. In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan het eerste lid, 6°, worden de woorden "en bedrijfseconomische berekening" toegevoegd;
2° in het eerste lid worden punt 9° en 10° vervangen door wat volgt:
"9° afzet en marketing;
10° bodembeheer;";
3° aan het eerste lid wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"11° bedrijfsmanagement.".
Art.28. In artikel 16 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.
Art.29. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015, wordt een hoofdstuk 7/1, dat bestaat uit artikel 16/1, ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk 7/1. Subsidiebedragen
Art. 16/1. Conform artikel 22 van verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, bedraagt de subsidie voor bedrijfsadvisering in de biologische landbouw maximaal 1500 euro per advies.".
Art.30. In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan het eerste lid worden de woorden "via het e-loket" toegevoegd;
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.31. In hoofdstuk 9 van hetzelfde besluit worden een artikel 17/1 en 17/2 ingevoegd, die luiden als volgt:
"Art. 17/1. Het contract, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013, is elektronisch beschikbaar via het e-loket.
Het contract wordt door de landbouwer, de kandidaat-biologische landbouwer of de land- en tuinbouwschool en de erkende adviesdienst elektronisch ingevuld en ondertekend via het e-loket.
Art. 17/2. De plaats en het tijdstip van de bedrijfsbezoeken en de annulering van een bedrijfsbezoek worden gemeld via het e-loket.".
Art.32. In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
"2° een kopie van het biobedrijfsplan, het omschakelingsadvies, het startersadvies of het bedrijfsadvies;";
2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
"De uitbetalingsaanvraag en de documenten worden ingediend via het e-loket.".
Art.33. Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 20 december 2013 tot uitvoering van artikel 11, 12, 15, 16, 17 en 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 tot toekenning van subsidies aan land- of tuinbouwers voor de diversificatie naar zorgboerderijactiviteiten
Art.34. In artikel 1, 2°, van het ministerieel besluit van 20 december 2013 tot uitvoering van artikel 11, 12, 15, 16, 17 en 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 tot toekenning van subsidies aan land- of tuinbouwers voor de diversificatie naar zorgboerderijactiviteiten wordt de zinsnede "8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden" vervangen door de zinsnede "24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid".
Art.35. In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "5septies van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden" vervangen door de zinsnede "68 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid".
Art.36. In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015, worden de woorden "De land- of tuinbouwer dient jaarlijks het aanslagbiljet van de belastingen in" vervangen door de woorden "De bevoegde entiteit kan vragen dat de land- of tuinbouwer het aanslagbiljet van de belastingen jaarlijks indient".
Art.37. In artikel 12, derde lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun" vervangen door de zinsnede "verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (L 352) van 24 december 2013".
HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het ministerieel besluit van 23 januari 2015 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, voor wat de rechtstreekse betalingen betreft
Art.38. In artikel 13 van het ministerieel besluit van 23 januari 2015 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, voor wat de rechtstreekse betalingen betreft, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 8 februari 2018, wordt de zinsnede "45, lid 4, van uitvoeringsverordening (EG) nr. 809/2014" vervangen door de zinsnede "9, lid 7, van gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014'.
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 15 juni 2015 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, wat betreft de regels voor de premie voor het behoud van de gespecialiseerde zoogkoeienhouderij
Art.39. In artikel 9, § 3 van het ministerieel besluit van 15 juni 2015 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, wat betreft de regels voor de premie voor het behoud van de gespecialiseerde zoogkoeienhouderij, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 11 september 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het derde lid wordt vervangen door wat volgt:
"Als de overlater, die een natuurlijke persoon is en op 1 januari van het kalenderjaar in kwestie de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, rechten overdraagt, bedraagt de afhouding voor de zoogkoeienreserve 100 %, behalve als het om een overname van minstens alle exploitaties met een rundveebeslag gaat door de langstlevende echtgenoot, een bloed- of aanverwant tot in de derde graad of door een rechtspersoon waarvan minstens een van de verantwoordelijken de langstlevende echtgenoot of een bloed- of aanverwant tot in de derde graad is. In de voormelde gevallen is er geen afhouding voor de reserve.";
2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt:
"Als de overlater, die een rechtspersoon is waarvan alle verantwoordelijken op 1 januari van het kalenderjaar in kwestie de leeftijd van 65 jaar bereikt hebben, rechten overdraagt, bedraagt de afhouding voor de zoogkoeienreserve 100 %, behalve als de overname betrekking heeft op minstens alle exploitaties met een rundveebeslag, en de overnemer-natuurlijke persoon de langstlevende echtgenoot of een bloed- of aanverwant is tot in de derde graad van minstens een van de verantwoordelijken van de overlater of als minstens een van de verantwoordelijken van de overnemer-rechtspersoon de langstlevende echtgenoot of een bloed- of aanverwant is tot in de derde graad van minstens een van de verantwoordelijken van de overlater. In de voormelde gevallen is er geen afhouding voor de reserve.".
HOOFDSTUK 10. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 23 juni 2015 houdende vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid
Art.40. Artikel 2 van het ministerieel besluit van 23 juni 2015 houdende vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 april 2016 en 3 februari 2017, wordt opgeheven.
Art.41. In artikel 3, eerste lid van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "2 van dit besluit" vervangen door de zinsnede "4, § 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid".
Art.42. In artikel 6, derde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 8 februari 2018, wordt punt 3° opgeheven.
HOOFDSTUK 11. - Wijziging van het ministerieel besluit van 13 juli 2015 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, wat betreft de specifieke regels voor vergroening binnen de rechtstreekse betalingen
Art.43. In artikel 12 van het ministerieel besluit van 13 juli 2015 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, wat betreft de specifieke regels voor vergroening binnen de rechtstreekse betalingen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 8 februari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° tussen het eerste lid en het bestaande tweede lid, dat het vijfde lid wordt, worden drie nieuwe leden ingevoegd die luiden als volgt:
"Ingeval van overmacht kan de bevoegde entiteit afwijkingen toestaan op de in het vorige lid vermelde minimale zaaidichtheden waaraan de gewassoorten in het mengsel moeten voldoen.
In het kalenderjaar 2018 komen arealen met vanggewassen of groenbedekkers eveneens in aanmerking als ecologisch aandachtsgebied wanneer ze ingezaaid zijn met zuivere gewas op voorwaarde dat de ingezaaide gewassen grassen of andere kruidachtige voedergewassen zijn.
Voor het kalenderjaar 2018 komen arealen met wintergewassen die normaliter in het najaar worden ingezaaid om te worden geoogst als ruwvoeder of begraasd, eveneens in aanmerking als arealen met vanggewassen of groenbedekkers.";
2° tussen het bestaande derde lid, dat het zesde lid wordt en het bestaande vierde lid, dat het achtste lid wordt, wordt een lid ingevoegd dat luidt als volgt: "Ingeval van overmacht kan de bevoegde entiteit afwijkingen toestaan op de datums vermeld in het vorige lid.".
HOOFDSTUK 12. - Wijziging van het ministerieel besluit van 5 november 2015 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen
Art.44. In punt 3.1.2 van de bijlage bij het ministerieel besluit van 5 november 2015 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen wordt tussen de vierde en de vijfde alinea een alinea ingevoegd, die luidt als volgt:
"Als een inschrijver een teeltinschrijving doet in het kader van een contract met een contractant, worden de naam en het adres van die contractant bij de inschrijving gemeld en machtigt de inschrijver door de inschrijving de contractant met wie hij het contract heeft gesloten, om inzage te krijgen in de resultaten van veld- en partijkeuringen en analyses van de teelten die onder dat contract ingeschreven zijn.".
Art.45. In punt 5.3.2. van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt in de tabel het cijfer "8,7" telkens vervangen door het cijfer "8,8".
Art.46. In punt 5.4 van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt aan de eerste alinea een zinsnede toegevoegd, die luidt als volgt:
"of in een officieel laboratorium erkend door de bevoegde keuringsdienst van een andere Europese lidstaat.".
HOOFDSTUK 13. - Wijzigingen van het ministerieel besluit van 22 december 2015 betreffende steun aan de investeringen en aan de overname in de landbouw
Art.47. In artikel 2, eerste lid, van het ministerieel besluit van 22 december 2015 betreffende steun aan de investeringen en aan de overname in de landbouw, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt:
"1° een omgevingsvergunning voor alle werken in onroerende staat waarvoor een omgevingsvergunning vereist is en die de uitoefening van alle bestaande en nieuw geplande bedrijfsactiviteiten die onderworpen zijn aan het bezit van een omgevingsvergunning, toelaat op het landbouwbedrijf waar de investering uitgevoerd wordt of waar de landbouwer zich voor het eerst als bedrijfshoofd vestigt.
De uitvoering van de werkzaamheden, de bestemming en de exploitatie van het vergunde bedrijfsgebouw of de vergunde installaties zijn in overeenstemming met de omgevingsvergunning;";
2° in punt 2° wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door het woord "omgevingsvergunning";
3° punt 7° wordt opgeheven.
Art.48. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan punt 2° wordt de zinsnede ", als de aangevraagde steun de vorm van een rentesubsidie of waarborg heeft" toegevoegd;
2° punt 3° en 4° worden vervangen door wat volgt:
"3° twee jaar na het afsluiten van de blokperiode waarin de aanvraag geregistreerd is, voor de noodzakelijke omgevingsvergunning;
"4° drie jaar na het afsluiten van de blokperiode waarin de aanvraag van investeringssteun of opstartsteun geregistreerd is, voor het landbouwer-zijn;";
3° in punt 5° wordt de zinsnede ", de minimaal vereiste bedrijfsomvang en het beschikken over een gepaste milieuvergunning" vervangen door de woorden "en de minimaal vereiste bedrijfsomvang";
4° in punt 13° wordt het woord "drie" vervangen door de woorden "twee en een half".
Art.49. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 4° wordt de zinsnede ", gekoppelde steun en het suikerbietenquotum" vervangen door de woorden "en gekoppelde steun";
2° in punt 6° wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door het woord "omgevingsvergunning";
3° in punt 8° worden de woorden "productie- en" opgeheven.
Art.50. In de bijlage bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 1°, as), wordt de normeenheid "m2" vervangen door de normeenheid "m";
2° in punt 1°, as), wordt het getal "17,25" vervangen door het getal "483";
3° in punt 5°, ap), wordt het getal "14.950,00" vervangen door het getal "15.000,00";
4° aan punt 5° wordt een punt bv) toegevoegd, dat luidt als volgt:
Bv) kleine en middelgrote windturbine | W | 2 |