22 NOVEMBER 2013. - Ministerieel besluit betreffende de voorwaarden tot het subsidiëren van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-12-2013 en tekstbijwerking tot 15-03-2019)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-2, 2/1
HOOFDSTUK 2. - Erkenning van adviesdiensten voor bedrijfsadvisering in de biologische landbouw
Art. 3
HOOFDSTUK 3. - Erkenning van een bedrijfsadviseur voor bedrijfsadvisering in de biologische landbouw
Art. 4-7
HOOFDSTUK 4. - Inhoud omschakelingsadvies
Art. 8-9
HOOFDSTUK 5. - Inhoud biobedrijfsplan
Art. 10-12
HOOFDSTUK 6. - Inhoud startersadvies
Art. 13-14
HOOFDSTUK 7. - Inhoud bedrijfsadvies
Art. 15-16
HOOFDSTUK 7/1. [1 Subsidiebedragen]1
Art. 16/1
HOOFDSTUK 8. - Evaluatie
Art. 17
HOOFDSTUK 9. - Administratieve procedure
Art. 17/1, 17/2, 18-20
HOOFDSTUK 10. - Slotbepalingen
Art. 21
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.[1 In dit besluit wordt verstaan onder:
1° besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013: het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw;
2° e-loket: het e-loket, vermeld in artikel 1, punt 8° van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.]1
----------
(1)<MB 2019-02-19/04, art. 18, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
Art.2.[1 De bevoegde entiteit wordt gemachtigd om de beslissingen te nemen over de toekenning van de subsidies voor bedrijfsadvisering in de biologische landbouw.]1
----------
(1)<MB 2015-02-24/04, art. 59, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art. 2/1. [1 De elektronische ondertekening, vermeld in artikel 17/1, tweede lid van dit besluit, wordt uitgevoerd conform artikel 68 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2019-02-19/04, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
HOOFDSTUK 2. - Erkenning van adviesdiensten voor bedrijfsadvisering in de biologische landbouw
Art.3. De erkenningsaanvraag, vermeld in artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013, moet minstens de volgende gegevens bevatten:
1° naam centrum;
2° adres van zetel of vestigingseenheid met permanent secretariaat in het Vlaamse gewest van het centrum;
3° rekeningnummer centrum;
4° voornaam en naam verantwoordelijke;
5° adres verantwoordelijke;
6° telefoon verantwoordelijke;
7° e-mail verantwoordelijke;
8° type van bedrijfsadvisering waarvoor een erkenning wordt aangevraagd.
Aan die erkenningsaanvraag moeten minstens de volgende documenten worden toegevoegd:
1° een kopie van de statuten van het centrum;
2° een bewijs waaruit blijkt dat men ten minste één erkende bedrijfsadviseur in dienst heeft of met tenminste één erkende bedrijfsadviseur een overeenkomst voor onderaanneming heeft afgesloten.
De bevoegde entiteit stelt een model van erkenningsaanvraag ter beschikking op de website van de Vlaamse overheid: http://lv.vlaanderen.be
HOOFDSTUK 3. - Erkenning van een bedrijfsadviseur voor bedrijfsadvisering in de biologische landbouw
Art.4. De erkenningsaanvraag, vermeld in artikel 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013, moet minstens de volgende gegevens bevatten:
1° voornaam en naam bedrijfsadviseur;
2° adres van zetel of vestigingseenheid met permanent secretariaat in het Vlaamse Gewest van de bedrijfsadviseur;
3° telefoon bedrijfsadviseur;
4° e-mail bedrijfsadviseur;
5° type van bedrijfsadvisering waarvoor een erkenning wordt aangevraagd;
6° sectoren of thema's waarvoor een erkenning wordt aangevraagd.
Aan die erkenningsaanvraag moeten minstens de volgende documenten worden toegevoegd:
1° cv waarin onder meer ervaring, persoonsgebonden en specifieke competenties en referenties beschreven staan die aantonen dat de bedrijfsadviseur kwaliteitsvolle bedrijfsbegeleiding in de biologische landbouw kan aanbieden;
2° een bewijs van ervaring of studie in de biologische landbouw;
3° in voorkomend geval een kopie van een overeenkomst met een erkend centrum.
De bevoegde entiteit stelt een model van erkenningsaanvraag ter beschikking op de website van de Vlaamse overheid: http://lv.vlaanderen.be
Art.5.De competenties, vermeld in artikel 18, eerste lid, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013, zijn de volgende:
1° gemotiveerd, oplossingsgericht, goed georganiseerd, klantgericht, communicatief, flexibel en, betrouwbaar zijn;
2° kwalitatieve informatie op een duidelijke manier kunnen brengen;
3° prioritaire zaken op het gebied van bedrijfsmanagement kunnen identificeren en oplossingen kunnen formuleren;
4° de sterktes/zwaktes van een landbouwbedrijf ten volle kunnen vaststellen, inschatten en begrijpen met respect voor biologische landbouwvoering;
5° mogelijke strategieën en een plan van aanpak kunnen ontwikkelen om de bedrijfsprestatie te verhogen;
6° de financiële impact van een gegeven advies kennen;
7° over een grondige kennis beschikken over onder meer biologische landbouw, normen, wetgeving, financiële implicaties, subsidies, agromilieumaatregelen;
8° nieuwe ontwikkelingen bio opvolgen;
9° [1 ...]1;
10° kennis van de betrokken sectoren of thema's waarvoor een aanvraag wordt gedaan;
11° voor nieuwe bedrijfsvoorlichters: ervaring in biologische landbouw kunnen aantonen en een verder inloop- en opleidingstraject kunnen voorleggen.
----------
(1)<MB 2019-02-19/04, art. 20, 003; Inwerkingtreding : 25-03-2019>
Art.6. De proef, vermeld in artikel 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013, bestaat uit een casestudie en een evaluatiegesprek.
De proef, vermeld in artikel 18 van het voormelde besluit, wordt georganiseerd door de bevoegde entiteit en dit eenmaal per kwartaal, na het ontvangen van een erkenningsaanvraag als vermeld in artikel 19 van het voormelde besluit.
Art.7.De beoordelingscommissie, vermeld in artikel 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013, wordt bijeengeroepen door de bevoegde entiteit en is als volgt samengesteld:
1° [1 ...]1;
2° [1 ...]1;
3° twee experten voorlichting;
4° een expert wetgeving biologische productie.
----------
(1)<MB 2019-02-19/04, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 25-03-2019>
HOOFDSTUK 4. - Inhoud omschakelingsadvies
Art.8. Bij de aanvang van het omschakelingsadvies moet de erkende adviesdienst duidelijk met de gangbare landbouwer, kandidaat-biologische landbouwer of de land- en tuinbouwschool zonder biologische productiemethode afspreken hoe het traject zal verlopen. In het contract wordt vastgelegd welke elementen gedurende het traject aan bod zullen komen.
Art.9.Het omschakelingsadvies moet minimaal drie van de volgende elementen bevatten:
1° noodzakelijke stappen bij omschakeling;
2° te verwachte bedrijfsvoering;
3° beschrijving arbeidsbehoefte;
4° eerste bedrijfseconomische berekening;
5° steunmaatregelen;
6° huidige regelgeving;
7° afzetmogelijkheden.
[1 ...]1.
----------
(1)<MB 2019-02-19/04, art. 22, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
HOOFDSTUK 5. - Inhoud biobedrijfsplan
Art.10. Bij de aanvang van de opmaak van een biobedrijfsplan moet de erkende adviesdienst duidelijk met de landbouwer, kandidaat-biologische landbouwer of de land- en tuinbouwschool afspreken hoe het traject zal verlopen. In het contract wordt vastgelegd welke elementen gedurende het traject aan bod zullen komen.
Art.11.Het biobedrijfsplan bevat minimaal de volgende elementen:
1° huidige bedrijfsvoering;
2° kansen en knelpunten van het bedrijf;
3° te verwachten bedrijfsvoering;
4° noodzakelijke stappen bij omschakeling;
5° teeltplan, beschrijving teelten;
6° beschrijving arbeidsbehoefte;
7° [1 bedrijfseconomie, kostprijsberekening en bedrijfseconomische berekening]1;
8° nodige investeringen;
9° steunmaatregelen;
10° afzetmogelijkheden.
[2 ...]2.
----------
(1)<MB 2019-02-19/04, art. 23, 003; Inwerkingtreding : 25-03-2019>
(2)<MB 2019-02-19/04, art. 24, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
Art.12. Het biobedrijfsplan moet opgemaakt worden binnen twaalf maanden na ondertekening van het contract tussen de erkende bedrijfsadviseur en de landbouwer, kandidaat-biologische landbouwer of de land- en tuinbouwschool, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013.
HOOFDSTUK 6. - Inhoud startersadvies
Art.13. Bij de aanvang van het startersadvies moet de erkende adviesdienst duidelijk met de startende biologische landbouwer of de startende land- en tuinbouwschool afspreken hoe het traject zal verlopen. In het contract wordt vastgelegd welke elementen gedurende het traject aan bod zullen komen.
Art.14.Het startersadvies moet minstens één van de volgende elementen bevatten:
1° onkruidbestrijding;
2° gewasbescherming;
3° bemesting;
4° verwerven van nieuwe technieken of vaardigheden;
5° nieuwe teelten, beschrijving teelten;
6° bedrijfseconomie, kostprijsberekening [1 en bedrijfseconomische berekening]1;
7° huidige regelgeving;
8° steunmaatregelen;
9° [1 afzet en marketing]1;
10° [1 bodembeheer]1;
[1 11° bedrijfsmanagement.]1
[2 ...]2.
----------
(1)<MB 2019-02-19/04, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 25-03-2019>
(2)<MB 2019-02-19/04, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 25-03-2019>
HOOFDSTUK 7. - Inhoud bedrijfsadvies
Art.15. Bij de aanvang van het bedrijfsadvies moet de erkende adviesdienst duidelijk met de biologische landbouwer of de land- en tuinbouwschool met een biologische productiemethode afspreken hoe het traject zal verlopen. In het contract wordt vastgelegd welke elementen gedurende het traject aan bod zullen komen.
Art.16.Het bedrijfsadvies moet minstens één van de volgende elementen bevatten:
1° onkruidbestrijding;
2° gewasbescherming;
3° bemesting;
4° verwerven van nieuwe technieken of vaardigheden;
5° nieuwe teelten, beschrijving teelten;
6° bedrijfseconomie, kostprijsberekening [1 en bedrijfseconomische berekening]1;
7° huidige regelgeving;
8° steunmaatregelen;
9° [1 afzet en marketing]1;
10° [1 bodembeheer]1;
[1 11° bedrijfsmanagement.]1
[2 ...]2.
----------
(1)<MB 2019-02-19/04, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 25-03-2019>
(2)<MB 2019-02-19/04, art. 28, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
HOOFDSTUK 7/1. [1 Subsidiebedragen]1
----------
(1)
Art. 16/1. [1 Conform artikel 22 van verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, bedraagt de subsidie voor bedrijfsadvisering in de biologische landbouw maximaal 1500 euro per advies.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2019-02-19/04, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 25-03-2019>
HOOFDSTUK 8. - Evaluatie
Art.17.De evaluatie, vermeld in artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013, moet uiterlijk veertien werkdagen na het laatste bedrijfsbezoek ingediend worden [1 via het e-loket]1.
[1 ...]1
----------
(1)<MB 2019-02-19/04, art. 30, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
HOOFDSTUK 9. - Administratieve procedure
Art. 17/1. [1 Het contract, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013, is elektronisch beschikbaar via het e-loket.
Het contract wordt door de landbouwer, de kandidaat-biologische landbouwer of de land- en tuinbouwschool en de erkende adviesdienst elektronisch ingevuld en ondertekend via het e-loket.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2019-02-19/04, art. 31, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
Art. 17/2. [1 De plaats en het tijdstip van de bedrijfsbezoeken en de annulering van een bedrijfsbezoek worden gemeld via het e-loket.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2019-02-19/04, art. 31, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
Art.18.De uitbetalingsaanvraag, vermeld in artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013, moet uiterlijk zes maanden na het laatste bedrijfsbezoek ingediend worden en moet minstens de volgende gegevens bevatten:
1° naam erkende adviesdienst;
2° [1 een kopie van het biobedrijfsplan, het omschakelingsadvies, het startersadvies of het bedrijfsadvies]1;
3° subsidiebedrag per type uitgevoerde bedrijfsadvisering;
4° totaal bedrag adviesprijzen;
5° totaal subsidiebedrag.
[1 De uitbetalingsaanvraag en de documenten worden ingediend via het e-loket.]1
----------
(1)<MB 2019-02-19/04, art. 32, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
Art.19. Na de administratieve, inhoudelijke en steekproefsgewijze controles wordt de subsidie berekend en uitbetaald.
Art.20.
<Opgeheven bij MB 2019-02-19/04, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2019>
HOOFDSTUK 10. - Slotbepalingen
Art. 21. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2014, met uitzondering van artikel 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7, die in werking treden de tiende dag na bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.