Details





Titel:

13 DECEMBER 2016. - [1Decreet houdende maatregelen inzake zelfbeschikkend leven]1(1)<DDG2023-11-13/18, art.5 , 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-01-2017 en tekstbijwerking tot 30-08-2024)



Inhoudstafel:

Hoofdstuk 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-4
Hoofdstuk 2.
Art. 5
Hoofdstuk 3. - Zelfbeschikkend leven en taken van de [1 bevoegde dienst]1
Afdeling 1. - Algemene taken en bepalingen
Art. 6-10
Afdeling 2. - Specifieke taken ten behoeve van kinderen, jongeren en volwassenen
Art. 11-14
Afdeling 3. - Specifieke taken ten behoeve van de bejaarden
Art. 15-16
Afdeling 4. - Inspectie- en controletaken
Art. 17
Afdeling 5. - Uitvoering [1 ...]1
Art. 18-19
Hoofdstuk 4. - [1 Medewerking en advies inzake zelfbeschikkend leven]1
Afdeling 1. [1Beheerscomité]1
Art. 19.1-25
Afdeling 2. - Gespecialiseerd adviesorgaan
Art. 26-30
Afdeling 3. - Conferenties van dienstverrichters
Art. 31
Afdeling 4.
Art. 32-34
Hoofdstuk 5. - Participatie van het maatschappelijk middenveld
Art. 35
Hoofdstuk 6. - Elektronische communicatie
Art. 36-40
Hoofdstuk 7. [1 VERTROUWELIJKHEID EN BESCHERMING VAN PERSOONSGEGEVENS ]1
Art. 41-47, 47/1
Hoofdstuk 8. - Financiële bepalingen
Art. 48-50.1
Hoofdstuk 9. - Slotbepalingen
Art. 51-77, 77/1, 78-80



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1990030169  1998037687  2002033050  2004033082  2007033054  2009033025  2009202013  2009202854  2009203077 





Artikels:

Hoofdstuk 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.- Toepassingsgebied
  Dit decreet is van toepassing op [1 de door de Regering bepaalde dienst]1, de dienstverrichters en alle personen die als gebruiker een beroep doen op hun ondersteuningsmaatregelen.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.2. - Verwijzing naar personen
  De verwijzingen naar personen in dit decreet gelden voor alle geslachten.

Art.3.- Definities
  Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder:
  1° zelfbeschikkend leven: vorm geven aan het eigen dagelijks leven, met de noodzakelijke adviesverlening, begeleiding en ondersteuning indien de betrokken gebruiker die nodig heeft of wenst;
  2° keuzevrijheid: de vrijheid van de gebruiker om zelf voor een mogelijkheid te kiezen;
  3° gebruikers: de hierna volgende natuurlijke personen:
  a) kinderen en jongeren: personen tussen 0 jaar en 21 jaar die wegens langdurige of blijvende lichamelijke, psychische, verstandelijke of zintuiglijke beperkingen en in wisselwerking met diverse drempels niet volledig, effectief en op voet van gelijkheid kunnen participeren in de samenleving;
  b) volwassenen: personen tussen 21 jaar en de wettelijke pensioenleeftijd die wegens langdurige of blijvende lichamelijke, psychische, verstandelijke of zintuiglijke beperkingen en in wisselwerking met diverse drempels niet volledig, effectief en op voet van gelijkheid kunnen participeren in de samenleving;
  c) bejaarden: personen die de wettelijke pensioenleeftijd overschreden hebben;
  d) mantelzorgers: personen die niet-beroepshalve zorgen voor een onder a), b) of c) vermelde persoon met wie ze een nauwe band hebben, los van de vraag of ze daarvoor vergoed worden of niet. Als mantelzorgers gelden ook de mantelzorgers vermeld in de wet van 12 mei 2014 betreffende de erkenning van de mantelzorger die voor mensen met een grote zorgbehoefte zorgen;
  4° vertegenwoordiger: één van de hierna volgende natuurlijke personen:
  a) de wettelijke of door de rechter aangewezen vertegenwoordiger van de gebruiker;
  b) de door de gebruiker notarieel aangewezen gevolmachtigde, met uitzondering van de personen die werken voor een dienstverrichter op wie de gebruiker een beroep doet;
  5° dienstverrichters: diensten en instellingen die ondersteuning verstrekken bij de gebruikers;
  6° redelijke aanpassingen: de redelijke aanpassingen vermeld in artikel 3, 9°, van het decreet van 19 maart 2012 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie;
  7° barrièrevrijheid: de vindbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de aspecten van het leven waaraan vorm wordt gegeven voor de gebruiker;
  8° behoefteanalyse: het inschatten en vaststellen van de nodige zorgverstrekkende, sociale, sociaal-pedagogische en huishoudelijke ondersteuningsmaatregelen, de behoefte aan hulpmiddelen en de behoefte aan aanpassingen van de woning, eventueel de behoefte aan professionele integratie, de financiële en administratieve hulp en andere behoeften van de gebruiker. Hierbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheden en bekwaamheden van de gebruiker en zijn sociale omgeving;
  9° casemanagement: de methode om samen met de gebruiker behoeftegericht en op passende wijze de nodige ondersteuning, begeleiding, stimulering en verzorging te organiseren. De opgave is hierbij, samen met de gebruiker, een doelgericht samenwerkingssysteem te plannen, te organiseren en te evalueren dat afgestemd is op de concrete ondersteuningsbehoefte van de gebruiker;
  10° ondersteuningsplan: het met behulp van de gebruiker op basis van de individuele behoefteanalyse samengestelde ondersteuningsaanbod als aanbeveling voor de ondersteuningsmaatregelen die de gebruiker heeft aangevraagd;
  11° [1 bevoegde dienst: de door de Regering bepaalde dienst;]1
  12° VN-verdrag: het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en het Facultatief Protocol, gedaan te New York op 13 december 2006[1;]1
  [1 13° eensluidend advies: een overeenkomstig de voorschriften en binnen de gestelde termijn opgesteld dwingend advies dat voorafgaat aan een beslissing, waarbij de voorgestelde beslissing slechts genomen mag worden als het advies, al dan niet onder voorwaarden, gunstig is;]1
  [1 14° BelRAI-screener: wetenschappelijk gefundeerd, globaal evaluatie-instrument dat op het internationale Resident Assessment Instrument steunt. Het gaat om een gevalideerd elektronisch instrument dat gestandaardiseerde inlichtingen over de gebruiker genereert, om de begeleiding te verbeteren;]1
  [1 15° Algemene Verordening Gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming)]1
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 7, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.4. - Vertegenwoordiger
  Binnen de perken van de wettelijke bepalingen kan de vertegenwoordiger van de gebruiker alle rechten en plichten van de gebruiker die in dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan vermeld worden in diens naam en voor diens rekening waarnemen. Hierbij handelt hij uitsluitend in het belang van de gebruiker.

Hoofdstuk 2.   
Art.5.
  <Opgeheven bij DDG 2023-11-13/18, art.8, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Hoofdstuk 3. - Zelfbeschikkend leven en taken van de [1 bevoegde dienst]1   ----------   (1)
Afdeling 1. - Algemene taken en bepalingen
Art.6.- Algemene taken
  De [1 bevoegde dienst]1 heeft de volgende algemene taken:
  1° de bevolking via bewustmaking, publieksvoorlichting en verspreiding van documentatie algemeen informeren over de bestaande ondersteuningsmaatregelen en het bestaande ondersteuningsaanbod [1 inzake zelfbeschikkend leven]1;
  2° op eigen initiatief of op verzoek van het Parlement of de Regering ontwikkelingen opvolgen [1 de ontwikkelingen inzake zelfbeschikkend leven volgen]1;
  3° op eigen initiatief of op verzoek van het Parlement of van de Regering voorstellen of aanbevelingen uitwerken om het aanbod aan te passen, met de daarmee samenhangende raamvoorwaarden. De [1 bevoegde dienst]1 kan ook op verzoek van andere overheidsdiensten voorstellen of aanbevelingen uitwerken om het aanbod aan te passen, met de daarmee samenhangende raamvoorwaarden;
  4° informatie-uitwisseling en networking tussen de dienstverrichters [1 inzake zelfbeschikkend ]1;
  5° studies en onderzoeken uitvoeren of in opdracht geven;
  6° de bij- en nascholing van de personen die werkzaam zijn [1 inzake zelfbeschikkend]1;
  7° als centraal aanspreekpunt ('focal point') van de Duitstalige Gemeenschap voor het VN-verdrag:
  a) de uitvoering van het VN-verdrag in de Duitstalige Gemeenschap algemeen coördineren;
  b) een overkoepelend actieplan opmaken voor de uitvoering van het VN-verdrag in de Duitstalige Gemeenschap; dat actieplan wordt eerst door de Regering goedgekeurd en daarna aan het Parlement voorgelegd;
  c) de uitvoering van het VN-verdrag en de in het actieplan vermelde maatregelen als gespecialiseerde dienst coördineren;
  d) informeren en de bewustwording bevorderen over het VN-verdrag en vernieuwende concepten en ontwikkelingen op dat gebied, alsook over of voor de maatregelen en processen in de Duitstalige Gemeenschap;
  e) rapporteren over de uitvoering van het VN-verdrag;
  f) overleg plegen met de bevoegde nationale en internationale instellingen;
  8° advies verlenen over barrièrevrijheid en de bewustwording omtrent barrièrevrijheid bevorderen;
  9° de Duitstalige Gemeenschap in opdracht van de Regering vertegenwoordigen in Belgische, Europese of internationale organen, alsook samenwerkingsovereenkomsten sluiten met overheidsinstanties en instellingen in het binnen- en buitenland.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 10, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.7.- Advisering van de gebruikers
  De [2 bevoegde dienst]2 vervult de volgende adviserende taken voor de gebruikers:
  1° de persoonlijke informatie, oriëntering en advisering van de gebruiker over de bestaande ondersteuningsmaatregelen [2 inzake zelfbeschikkend leven volgen]2;
  2° de uitvoering van de individuele behoefteanalyse, samen met de gebruiker. Bij deze analyse houdt de Dienst rekening met de wensen en noden van de gebruiker en met zijn keuzevrijheid. Als de gebruiker dat wenst, kunnen andere personen bij de analyse van de behoeften worden betrokken. De analyse van de behoeften gebeurt in de regel in de woning van de gebruiker of, naargelang van het geval, op de plaats waar hij een opleiding volgt of op de plaats waar hij werkt[1 .]1 [2 ...]2
  3° het opstellen van een individueel en leefwereldgericht ondersteuningsplan in overleg met de gebruiker. In het ondersteuningsplan worden de resultaten van de behoefteanalyse en de overeenkomstig die behoefteanalyse vastgestelde ondersteuningsmaatregelen vastgelegd. Het ondersteuningsplan wordt opgesteld met kennis van de eigen en voorhanden zijnde vrije capaciteiten bij de dienstverrichters en in overleg met die dienstverrichters;
  4° de coördinatie van de maatregelen van het ondersteuningsplan, voor zover daar behoefte aan is en voor zover de gebruiker het eens is met het uitgewerkte ondersteuningsplan. Indien van het ondersteuningsplan wordt afgeweken of indien het verworpen wordt, ondersteunt de[2 bevoegde dienst]2 de gebruiker bij de uitvoering van de door hem gekozen ondersteuningsmaatregelen, binnen de perken van de beschikbare capaciteiten van de dienstverrichter;
  5° de simulatie van de persoonlijke participatie voor de ondersteuningen die in het ondersteuningsplan zijn opgenomen en de informatie van de gebruiker over mogelijke financiële en administratieve hulp;
  6° het geven van vakkundig en persoonlijk advies aan de gebruiker gedurende de hele ondersteuningsperiode en het behoeftegericht coördineren van de maatregelen, met inachtneming van de individuele leefwereld van de gebruiker. Om na te gaan of de maatregelen nog altijd aangepast zijn, wordt het ondersteuningsplan samen met de gebruiker en de betrokken dienstverrichters:
  a) voor kinderen, jongeren en volwassenen: op verzoek van de gebruiker of op voorstel van de [2 bevoegde dienst]2 opnieuw bekeken;
  b) voor bejaarden: minstens om de zes maanden opnieuw bekeken.
  De gebruikers en betrokken dienstverrichters brengen de [2 bevoegde dienst]2 op de hoogte als de behoeften veranderd zijn;
  7° de gebruiker advies geven over geweldpreventie en hem ondersteunen na geweldervaringen.
  De Regering bepaalt aan welke voorwaarden moet worden voldaan om een beroep te kunnen doen op de behoefteanalyse en op het opstellen van het ondersteuningsplan, alsook welke evaluatiecriteria en evaluatieprocedure gehanteerd worden om de behoefte in te schatten.
  ----------
  (1)<DDG 2018-12-11/11, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 21-01-2019>
  (2)<DDG 2023-11-13/18, art. 11, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.8.- Tegemoetkomingen en subsidies voor de gebruikers
  De [1 bevoegde dienst]1 kan financiële tegemoetkomingen en/of subsidies voor individuele hulp- en aanpassingsmaatregelen aan de gebruikers toekennen om de redelijke aanpassingen uit te voeren, ook voor mobiliteitshulpmiddelen.
  De Regering bepaalt:
  1° de voorwaarden voor de toekenning van tegemoetkomingen en subsidies, met inbegrip van een eventueel maximumbedrag;
  2° de eventuele vormen van de tegemoetkomingen en subsidies;
  3° de criteria en de procedure op basis waarvan de[1 bevoegde dienst]1 tegemoetkomingen en subsidies kan toekennen.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 12, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.9.- Materiële ondersteuning voor de gebruikers
  De [1 bevoegde dienst]1kan de gebruikers materiële ondersteuning voor individuele hulp- en aanpassingsmaatregelen bieden om redelijke aanpassingen uit te voeren, ook mobiliteitshulpmiddelen in de vorm van uitleningen.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 13, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.10.- Plichten van de gebruikers
  De Regering bepaalt:
  1° het bedrag en de nadere regels voor de vaststelling van de persoonlijke participatie ten laste van de gebruikers die een beroep doen op de ondersteuning van de [1 bevoegde dienst]1 of van de dienstverrichters, onverminderd andersluidende wettelijke of decretale bepalingen;
  2° de plichten van de gebruiker of, naargelang van het geval, van zijn rechtsopvolger indien het eventueel gesubsidieerde of ter beschikking gestelde materiaal niet meer door hem persoonlijk gebruikt wordt;
  3° de andere plichten van de gebruiker die gepaard gaan met de toekenning van een tegemoetkoming, een subsidie of materiële ondersteuning.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 14, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Afdeling 2. - Specifieke taken ten behoeve van kinderen, jongeren en volwassenen
Art.11.- Taken
  § 1 - De [1 bevoegde dienst]1 vervult de volgende specifieke taken ten behoeve van kinderen, jongeren en volwassenen:
  1° de sociaal-pedagogische begeleiding;
  2° de begeleiding in het kader van de professionele integratie;
  3° de toekenning van opleidings- en werkgelegenheidssteun;
  4° de organisatie van woonaanbod buiten instellingen.
  § 2 - De [1 bevoegde dienst]1 leidt de kinderen en jongeren met medische revalidatiebehoeften in het kader van een casemanagement.
  De Regering bepaalt de criteria die daarbij gehanteerd worden.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 15, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.12.- Erkenning van dienstverrichters
  Elke dienstverrichter die in het kader van dit decreet regelmatig één of meer van de volgende ondersteuningsmaatregelen voor kinderen, jongeren of volwassenen aanbiedt, moet door de [1 bevoegde dienst]1 erkend zijn voordat hij van start gaat met:
  1° een therapeutisch aanbod, onverminderd andersluidende wettelijke of decretale bepalingen;
  2° instellingsgebonden woonvormen;
  3° instellingsgebonden vormen van werkgelegenheid;
  4° ondersteuningsaanbod en aanbod om belasting te verminderen;
  5° aanbod op het gebied van zelfhulp, zelfbeschikking, bewustwording, vrije tijd en onderwijs en opleiding;
  6° gespecialiseerd aanbod op het gebied van personenvervoer.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 16, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.13.- Erkenningsprocedure
  Om als dienstverrichter overeenkomstig artikel 12 erkend te kunnen worden, moet de inrichtende macht als vereniging zonder winstoogmerk opgericht zijn of van een ondergeschikte overheid afhangen.
  [1 De veiligheid van de ruimten die de inrichtende macht voor de aangeboden diensten gebruikt, wordt gestaafd door een gunstig advies van de bevoegde commandant van de brandweerdienst over de brandveiligheid.]1
  De Regering bepaalt:
  1° de verdere erkenningsvoorwaarden en verplichtingen;
  2° de eventuele vormen van de erkenning;
  3° de criteria en de procedure op basis waarvan de [2 bevoegde dienst]2 de erkenning toekent, weigert, schorst of intrekt;
  4° de duur van de erkenning die voor minstens één jaar en voor hoogstens tien jaar wordt toegekend.
  ----------
  (1)<DDG 2020-12-10/38, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
  (2)<DDG 2023-11-13/18, art. 17, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.14.- Subsidie voor de dienstverrichters
  § 1 - De [2 bevoegde dienst]2 kan subsidie toekennen aan erkende dienstverrichters, ook voor uitrusting.
  De Regering bepaalt:
  1° de subsidievoorwaarden en verplichtingen, met inbegrip van een eventueel maximumbedrag;
  2° de eventuele subsidievormen;
  3° de criteria en de procedure op basis waarvan de [2 bevoegde dienst]2 subsidies kan toekennen.
  § 2 - Onverminderd paragraaf 1 kan de subsidiëring in het kader van een overeenkomst tussen de Dienst en de dienstverrichter geschieden.
  De Regering bepaalt de criteria die daarbij gehanteerd worden.
  [1 § 3 - Onverminderd de paragrafen 1 en 2 kan de Regering de [2 bevoegde dienst]2 ertoe machtigen om, onder de door de Regering gestelde voorwaarden en nadere regels, de wedden van het personeel van de erkende dienstverrichters uit te betalen.]1
  ----------
  (1)<DDG 2018-12-11/11, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 21-01-2019>
  (2)<DDG 2023-11-13/18, art. 18, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Afdeling 3. - Specifieke taken ten behoeve van de bejaarden
Art.15.- Adviesattest
  § 1 - Na de adviesverlening vermeld in afdeling 1 en na de opmaak van een ondersteuningsplan bezorgt de [1bevoegde dienst]1 een attest aan de bejaarde.
  Indien de bejaarde een beroep wil doen op het residentiële aanbod van de [1 woonzorgcentra voor ouderen]1 of op dienstverstrekkingen van de gezins- en bejaardenhulp, dient hij dat attest samen met zijn aanvraag bij de dienstverrichter in.
  Als geen attest is ingediend, verwijst de dienstverrichter - voordat hij ondersteuning verstrekt - de bejaarde naar de [1 bevoegde dienst]1 om een ondersteuningsplan te laten opstellen.
  § 2 - In afwijking van paragraaf 1 hoeft geen attest bij de dienstverrichter te worden ingediend als de ondersteuning minder dan één maand duurt of als het gaat om palliatieve zorg.
  Als een dringende ondersteuningsmaatregel toegekend wordt en verwacht wordt dat de ondersteuning meer dan een maand zal duren, licht de dienstverrichter de [1 bevoegde dienst]1 onmiddellijk in over de gemotiveerde urgentie. De [1 bevoegde dienst]1onderzoekt de behoefte binnen een maand na het begin van de ondersteuning die door de dienstverrichter wordt verstrekt.
  In geval van palliatieve zorg wordt de [1 bevoegde dienst]1 over de genomen maatregelen ingelicht.
  § 3 - Met uitzondering van de mobiliteitshulpmiddelen vermeld in de artikelen 8 en 9 en met uitzondering van de toewijzing van een zorgcategorie vermeld in artikel 16 eindigt de opdracht van de [1bevoegde dienst]1van rechtswege zodra de betrokkene permanent residentiële begeleiding krijgt.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 19, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.16.- Toewijzing van een zorgcategorie
  Met het oog op de toekenning van de passende financiële middelen aan de inrichtende machten van de [2 woonzorgcentra voor ouderen]2 deelt de [2 bevoegde dienst]2[1 met gebruik van de BelRAI screener]1de bejaarde in een zorgcategorie in, voordat de bejaarde een beroep doet op het residentiële zorgaanbod van de [2 woonzorgcentra voor ouderen]2.
  [1 "Onverminderd het eerste lid bepaalt de Regering welke evaluatieprocedure voor de toewijzing van de zorgcategorie moet worden gehanteerd]1.
  ----------
  (1)<DDG 2018-12-11/11, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 21-01-2019>
  (2)<DDG 2023-11-13/18, art. 20, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Afdeling 4. - Inspectie- en controletaken
Art.17.- Inspectie en controle
  § 1 - [1 Onverminderd artikel 83 van het decreet van 13 december 2018 betreffende het aanbod aan diensten voor ouderen en personen met ondersteuningsbehoefte, alsook betreffende palliatieve zorg]1 vallen de dienstverrichters vermeld in dit decreet onder het toezicht van de inspecteurs die door de Regering zijn aangewezen. Met het oog op de uitoefening van hun opdracht kunnen de inspecteurs een beroep doen op de steun van vertegenwoordigers van het openbaar gezag.
  De met het toezicht belaste inspecteurs mogen alle onderzoeken, controles en opsporingen uitvoeren en alle inlichtingen verzamelen die zij noodzakelijk achten om zich ervan te vergewissen dat de bepalingen van dit decreet en van de uitvoeringsbesluiten ervan nageleefd worden. Ze kunnen:
  1° iedere persoon ondervragen over feiten waarvan de bekendheid nuttig is voor de uitoefening van het toezicht;
  2° ter plaatse kennis nemen van alle boeken en bescheiden voorgeschreven bij dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan, alsook afschriften of uittreksels ervan vervaardigen;
  3° alle boeken en bescheiden inzien die noodzakelijk zijn om hun opdracht te vervullen;
  4° op om het even welk ogenblik alle ruimten van de dienstverrichters bezoeken die geen woning zijn. Die onderzoeken en controles mogen worden uitgevoerd zonder voorafgaande aanmelding en zonder dat ze door een vertegenwoordiger van de dienstverrichter worden begeleid. In dat geval krijgt de vertegenwoordiger van de dienstverrichter in aansluiting daarop onmiddellijk feedback;
  5° de woningen met toestemming van alle meerderjarige inwonenden met voorafgaande aanmelding bezoeken. De inwonenden hebben het recht daarbij aanwezig te zijn;
  6° in de uitoefening van hun ambt een beroep doen op de hulp van de lokale of federale politie.
  § 2 - De Regering kan bovendien externe deskundigen, onder toezicht van de inspecteurs, belasten met het onderzoek en de beoordeling van een dienstverrichter. In dat geval ondersteunen de met die taken belaste deskundigen de inspecteurs bij de uitoefening van hun bevoegdheden vermeld in paragraaf 1.
  § 3 - De aanwending van de toegekende subsidies wordt gecontroleerd overeenkomstig de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof.
  ----------
  (1)<DDG 2018-12-13/23, art. 87, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Afdeling 5. - Uitvoering [1 ...]1   ----------   (1)
Art.18.- Uitvoering
  § 1 - Voor zover dit hoofdstuk geen bijzondere regeling voor verdere raamvoorwaarden bevat, kan de Regering verdere raamvoorwaarden voor de uitvoering van de taken vermeld in dit hoofdstuk vastleggen, met inbegrip van eventuele procedurebepalingen.
  § 2 -[1 ...]1.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 22, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.19.
  <Opgeheven bij DDG 2023-11-13/18, art. 23, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Hoofdstuk 4. - [1 Medewerking en advies inzake zelfbeschikkend leven]1   ----------   (1)
Afdeling 1. [1Beheerscomité]1   ----------   (1)
Art. 19.1.
  ----------
   [1 Er wordt een beheerscomité inzake zelfbeschikkend leven opgericht.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DDG 2023-11-13/18, art. 26, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.20.- Samenstelling
  [1 Het beheerscomité]1 is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden :
  1° een voorzitter, onverminderd artikel 23, tweede lid;
  2° twee vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties;
  3° twee vertegenwoordigers van de interprofessionele werkgeversorganisaties die in de Duitstalige Gemeenschap gevestigd zijn;
  4° twee vertegenwoordigers van de ziekenfondsen;
  5° twee deskundigen [1 inzake zelfbeschikkend leven]1, onder wie minstens één persoon betrokken bij de taken bepaald in hoofdstuk 3, afdeling 2, en één persoon betrokken bij de taken bepaald in hoofdstuk 3, afdeling 3.
  Hebben raadgevende stem in [1 het beheerscomité]1:
  1° twee door de Regering aangewezen vertegenwoordigers van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;
  2° [1 een door de Regering aangewezen vertegenwoordiger van de dienst;]1;
  [1 2.1° een vertegenwoordiger van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap;]1
  3° één vertegenwoordiger van elke conferentie van dienstverrichters;
  4° twee vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld.
  [1 Het beheerscomité]1 kan voor bepaalde punten deskundigen met adviserende stem voor zijn vergaderingen uitnodigen.
  Het beheerscomité kan overkoepelende werkgroepen opzetten en ontbinden. Het legt de taken, de doelstellingen, de eventuele termijnen en de nadere regels van de samenstelling vast en het wijst de voorzitter aan.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 27, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.21.- Aanwijzing van de leden
  § 1 - De Regering wijst de volgende personen aan:
  1° de voorzitter van [2 het beheerscomité]2;
  2° de leden vermeld in artikel 20, eerste lid, 2°, op voordracht van de representatieve werknemersorganisaties;
  3° de leden vermeld in artikel 20, eerste lid, 3°, op voordracht van de interprofessionele werkgeversorganisaties die in de Duitstalige Gemeenschap gevestigd zijn;
  4° de leden vermeld in artikel 20, eerste lid, 4°, op voordracht van de ziekenfondsen;
  5° de leden vermeld in artikel 20, eerste lid, 5°;
  6° de leden vermeld in artikel 20, tweede lid, 3°, op voordracht van elke overeenkomstig artikel 31 ingestelde conferentie van dienstverrichters;
  7° [1 de leden vermeld in artikel 20, tweede lid, 4°, die zijn voorgedragen door de adviescommissie voor mensen met een beperking en de gemeentelijke adviescommissies ter behartiging van de belangen van ouderen.]1
  Niet meer dan twee derde van de leden vermeld in artikel 20, eerste lid, 2° tot 5°, mag van hetzelfde geslacht zijn.
  § 2 - De hoedanigheid van lid van [2 het beheerscomité]2 is niet verenigbaar met de hoedanigheid van lid van het Europees Parlement, de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, een gemeenschapsparlement, een gewestparlement of een regering. Bovendien is de hoedanigheid van lid van [2 het beheerscomité]2 niet verenigbaar met de hoedanigheid van [2 provinciegouverneur of kabinetsmedewerker]2.
  Een stemgerechtigd lid van de [2 het beheerscomité]2 mag geen zitting hebben in de besluitvormings- of toezichtsorganen van de dienstverrichters die onder dit decreet vallen en mag evenmin personeelslid van één van die dienstverrichters zijn.
  ----------
  (1)<DDG 2022-11-21/07, art. 13, 007; Inwerkingtreding : 03-12-2022>
  (2)<DDG 2023-11-13/18, art. 28, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>


Art.22.[2 § 1.]2 - Duur van de mandaten
  De leden van [1 het beheerscomité]1 worden voor een termijn van vijf jaar aangewezen. Hun mandaat kan worden verlengd.
  [2 § 2.]2 Het mandaat van de leden van [1 het beheerscomité]1 eindigt door overlijden, vrijwillig ontslag, verval van de burgerlijke of politieke rechten, verlies van het mandaat van de verenigingen, instellingen, diensten of groeperingen die kandidaten mogen voordragen of als één van de onverenigbaarheden bepaald in artikel 21, § 2, zich voordoet.
  [2 Met behoud van de toepassing van de bepalingen inzake afzettingsrecht vervat in dit decreet of in het algemene recht kan de Regering op eigen initiatief, op voorstel van een van de in artikel 21, § 1, bedoelde voordragende instanties of op voorstel van het beheerscomité een door haar in het beheerscomité aangesteld lid onder de volgende voorwaarden te allen tijde afzetten:
   1° als kan worden bewezen dat het betrokken lid in de uitoefening van zijn mandaat een zware fout of een grove nalatigheid heeft begaan of
   2° als kan worden bewezen dat het betrokken lid een handeling of een gedraging heeft gesteld die onverenigbaar is met de uitoefening van zijn mandaat of
   3° als kan worden bewezen dat het betrokken lid de democratische beginselen die in de volgende rechtsteksten zijn vastgelegd, niet in acht neemt of lid is van een organisatie, partij, vereniging of rechtspersoon die de democratische beginselen die in de volgende rechtsteksten zijn vastgelegd, niet in acht neemt:
   - wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden; en
   - wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaalsocialistische regime is gepleegd.
   Een afzetting overeenkomstig het tweede lid vindt plaats na een voorafgaande hoorzitting waarop het betrokken lid zich mag laten begeleiden door een persoon van zijn keuze. De Regering legt de nadere regels voor de afzettingsprocedure vast.]2
  [2 § 3.]2 Elk lid van [1 het beheerscomité]1 dat vóór de beëindiging van zijn mandaat [2 aftreedt of wordt afgezet]2, wordt binnen drie maanden vervangen. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.
  [2 Een lid dat overeenkomstig § 2, tweede lid, wordt afgezet, kan niet opnieuw als lid van het beheerscomité worden aangesteld voor de resterende mandaatstermijn, noch voor de daaropvolgende mandaatstermijn.]2
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 29, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (2)<DDG 2024-05-06/14, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2024>

Art.23.- Besluitvorming
  [1 Het beheerscomité]1 kan rechtsgeldig beraadslagen en besluiten als meer dan de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Voor punten die voor de tweede keer op de agenda staan, kan [1 het beheerscomité]1 geldige besluiten nemen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigende stemgerechtigde leden.
  De besluiten van de [1 het beheerscomité]1 worden bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen genomen, waarbij de voorzitter alleen bij staking van stemmen stemgerechtigd is. In dat geval is zijn stem doorslaggevend.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 30, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.24.[1aken
   " § 1 - Het beheerscomité geeft aan de bevoegde dienst advies inzake zelfbeschikkend leven en in het bijzonder bij de uitvoering van de taken vermeld in hoofdstuk 3.
   Met behoud van de toepassing van paragraaf 2 neemt de bevoegde dienst, voor zover hij gemachtigd is om beslissingen te nemen, in de volgende aangelegenheden geen beslissing zonder eensluidend advies van het beheerscomité:
   1° de erkenning van nieuwe dienstverrichters of de intrekking van erkenningen;
   2° de structurele subsidiëring van dienstverrichters;
   3° de toekenning van de door de Regering bepaalde tegemoetkomingen voor de gebruikers;
   4° de gunning van overheidsopdrachten inzake zelfbeschikkend leven uit de uitgavenbegroting van de Duitstalige Gemeenschap indien het opdrachtbedrag hoger is dan 30.000 euro;
   5° de ontwerpen voor de algemene strategie, voor het gespecialiseerde conceptueel werk en voor de organisatie en uitvoering van de openbare dienstverlening in het kader van de operationele implementatie van de decretale en reglementaire opdrachten die werden overgedragen aan de bevoegde dienst;
   6° de begrotingsontwerpen voor het deel van de uitgavenbegroting van de Duitstalige Gemeenschap dat betrekking heeft op zelfbeschikkend leven.
   § 2 - Indien het algemeen belang of geldende bepalingen dit vereisen, kan de Regering het beheerscomité met aandrang vragen om opnieuw een advies uit te brengen over bepaalde ontwerpbeslissingen of om bepaalde vragen te beantwoorden. De Regering deelt het beheerscomité mee over welke aangelegenheden het een advies moet uitbrengen en binnen welke termijn.
   Indien het beheerscomité geen advies heeft verstrekt binnen de gestelde termijn of indien de Regering zich niet kan aansluiten bij het verstrekte advies, kan ze in afwijking van paragraaf 1 een beslissing nemen zonder advies of niettegenstaande het advies van het beheerscomité.
   § 3 - De bevoegde dienst bezorgt het beheerscomité om de zes maanden een statistisch overzicht van de begrotings- en personeelssituatie, een verslag over het klachtenbeheer en een voortgangsverslag over de realisatie van de strategische doelstellingen en projecten inzake zelfbeschikkend leven.
   De bevoegde dienst informeert het beheerscomité over alle aangelegenheden die besproken worden in de andere organen die bij dit decreet worden opgericht.
   De bevoegde dienst bezorgt de ter uitvoering van artikel 24 van het decreet van 15 oktober 2018 betreffende de niet-openbare en openbare elektronische communicatie van de overheden van het Duitse taalgebied opgestelde toezichtverslagen ter informatie aan het beheerscomité.
   § 4 - De Regering wint het advies van het beheerscomité in over elk ontwerp van decreet of besluit inzake zelfbeschikkend leven. Het beheerscomité is verplicht om binnen twee maanden na indiening van de aanvraag een advies uit te brengen, tenzij er een andere termijn is overeengekomen.
   Als het statuut van de personeelsleden van de bevoegde dienst wordt gewijzigd, vraagt de Regering een voorafgaand advies aan bij het beheerscomité.
   De Regering keurt de bepalingen voor de uitvoering van de in dit decreet vastgelegde machtigingen goed, hetzij op voorstel van het beheerscomité, hetzij na de voorontwerpen voor advies te hebben voorgelegd aan het beheerscomité.
   Het beheerscomité kan op eigen initiatief of op verzoek van het Parlement of de Regering voorstellen of aanbevelingen doen om het aanbod inzake zelfbeschikkend leven en de bijbehorende randvoorwaarden aan te passen.
   Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap kan via zijn voorzitter een advies aanvragen bij het beheerscomité. Het beheerscomité bezorgt dat advies binnen een door het Parlement gestelde termijn aan de aanvrager.
   § 5 - Het beheerscomité oefent de bevoegdheden van een Hoge Raad van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven uit.]1
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 31, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.25.[1 Huishoudelijk reglement
   Het beheerscomité stelt zijn huishoudelijk reglement op, dat door de Regering moet worden goedgekeurd. In het huishoudelijk reglement worden in het bijzonder de volgende aspecten geregeld:
   1° de bijeenroeping van het beheerscomité, de agendering en de voorbereiding van de agendapunten;
   2° de besluitvormingsprocedure in het beheerscomité;
   3° de notulering;
   4° de vergaderplaats;
   5° de procedure om voor bepaalde punten deskundigen erbij te betrekken.]1
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 32, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Afdeling 2. - Gespecialiseerd adviesorgaan
Art.26.
  [1 Er wordt een gespecialiseerd adviesorgaan inzake zelfbeschikkend leven opgericht.]1
  {XXXXXXXXX}
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 33, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.27.- Samenstelling
  Het gespecialiseerd adviesorgaan is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden:
  1° twee leden van [1 het beheerscomité]1;
  2° [2 hoogstens twee]2 leden van elke ingestelde conferentie van dienstverrichters;
  3° [2 hoogstens acht deskundigen, bijvoorbeeld op het gebied van tewerkstelling, onderwijs en opleiding, bio-ethiek, gezondheid, langdurige zorg, revalidatie, socioprofessionele integratie of huisvesting.]2
  [2 ...]2
  [1 De personeelsleden van de bevoegde dienst]1 kunnen de vergaderingen van het gespecialiseerd adviesorgaan met raadgevende stem bijwonen.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 34, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (2)<DDG 2022-12-15/54, art. 5, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.28.- Aanwijzing van de leden
  De Regering wijst de leden van het gespecialiseerd adviesorgaan aan en kiest uit die leden de voorzitter van het gespecialiseerd adviesorgaan.
  Als zij [1 Regering]1 daarom verzoeken, kunnen zij hun mandaat te allen tijde neerleggen.
  De Regering beëindigt het mandaat van een lid:
  1° wanneer het lid op zes achtereenvolgende zittingen van het gespecialiseerd adviesorgaan afwezig is of op drie achtereenvolgende zittingen zonder excuus afwezig is;
  2° bij niet-naleving van dit decreet of de uitvoeringsbepalingen ervan.
  Elk lid dat vóór de beëindiging van zijn mandaat geen deel meer uitmaakt van het gespecialiseerd adviesorgaan, wordt binnen drie maanden vervangen.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 35, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.29.-Taken
  Het gespecialiseerd adviesorgaan vervult op verzoek van [1 Regering, de bevoegde dienst of het beheerscomité]1 de volgende taken:
  1° advies geven over situaties waarin leemten in[1 dienstverleningsnetwerk inzake zelfbeschikkend leven]1 opduiken of nieuwe behoeften van specifieke doelgroepen worden vastgesteld;
  2° advies geven over voorgestelde nieuwe projecten en ondersteuningsverstrekkingen[1 inzake zelfbeschikkend leven]1;
  3° advies geven over deontologische vragen [1 inzake zelfbeschikkend leven]1;
  4° advies geven over ingewikkelde individuele dossiers;
  5° in het kader van het klachtenbeheer actief worden;
  6° onverminderd artikel 17, in het kader van de door de Regering bepaalde voorwaarden en procedureregels, taken uitvoeren op het gebied van het verifiëren van de dienstverrichters en hun ondersteuningsverstrekkingen;
  7° buitengewone adviesactiviteiten uitoefenen.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 36, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.30.- Huishoudelijk reglement
  [1 Het gespecialiseerd adviesorgaan stelt zijn huishoudelijk reglement op, dat moet worden goedgekeurd door de Regering. In dat huishoudelijk reglement]1 worden in het bijzonder de volgende aspecten geregeld:
  1° de bijeenroeping van het gespecialiseerd adviesorgaan;
  2° het besluitvormingsproces in het gespecialiseerd adviesorgaan;
  3° het opstellen van de notulen;
  4° de plaats waar vergaderd wordt;
  5° de manier waarop deskundigen voor bepaalde punten bij de vergaderingen betrokken worden.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 37, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Afdeling 3. - Conferenties van dienstverrichters
Art.31.- Oprichting
  [1 Regering]1 richt minstens twee conferenties van dienstverrichters op om informatie uit te wisselen en te netwerken tussen de betrokken dienstverrichters, waaronder minstens één conferentie van dienstverrichters betrokken bij de taken bepaald in hoofdstuk 3, afdeling 2 en één conferentie van dienstverrichters betrokken bij de taken bepaald in hoofdstuk 3, afdeling 3.
  De dienstverrichters zijn lid van minstens één van die conferenties.
  De Regering bepaalt de procedure voor de oprichting van de conferenties van dienstverrichters en bepaalt de werkwijze en de taken van die conferenties.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 38, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Afdeling 4.   
Art.32.
  <Opgeheven bij DDG 2023-11-13/18, art. 39, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.33.
  <Opgeheven bij DDG 2023-11-13/18, art. 39, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.34.
  <Opgeheven bij DDG 2023-11-13/18, art. 39, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Hoofdstuk 5. - Participatie van het maatschappelijk middenveld
Art.35.[1 - Structurele participatie
   De structurele participatie van het maatschappelijk middenveld aan het niet-persoonsgebonden besluitvormingsproces wordt gewaarborgd door de oprichting van een adviescommissie voor mensen met een beperking.]1
  ----------
  (1)<DDG 2022-11-21/07, art. 14, 007; Inwerkingtreding : 03-12-2022>

Hoofdstuk 6. - Elektronische communicatie
Art.36.[1 - Verplichte elektronische communicatie
   In afwijking van artikel 14 van het decreet van 15 oktober 2018 betreffende de niet-openbare en openbare elektronische communicatie van de overheden van het Duitse taalgebied en onverminderd artikel 16, § 2, vierde lid, van hetzelfde decreet kan de [2 Regering]2 de dienstverrichters ertoe verplichten elektronisch met [2 de bevoegde dienst]2 te communiceren.]1
  ----------
  (1)<DDG 2018-10-15/11, art. 28, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
  (2)<DDG 2023-11-13/18, art. 40, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.37.
  <Opgeheven bij DDG 2018-10-15/11, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.38.
  <Opgeheven bij DDG 2018-10-15/11, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.39.[1 De Dienst creëert, valideert, beveiligt en verzorgt een databank van de personen die de taken vermeld in de artikelen 7 en 16 uitoefenen.]1
  ----------
  (1)<DDG 2018-12-11/11, art. 16, 004; Inwerkingtreding : 21-01-2019>

Art.40.
  <Opgeheven bij DDG 2018-10-15/11, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Hoofdstuk 7. [1 VERTROUWELIJKHEID EN BESCHERMING VAN PERSOONSGEGEVENS ]1   ----------   (1)
Art.41.[1 - Vertrouwelijkheid
  Met behoud van de toepassing van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen moeten de Regering, de bevoegde dienst, de dienstverrichters en alle andere personen die bij de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan betrokken zijn, de gegevens die aan hen toevertrouwd worden in het kader van de uitoefening van hun opdracht, vertrouwelijk behandelen.]1
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.42.[1- Verplichting om samen te werken
   Met behoud van de toepassing van dit hoofdstuk zijn de personeelsleden van de bevoegde dienst die een gebruikersdossier behandelen ter uitvoering van dit decreet, ertoe verplicht samen te werken met andere personen die eveneens in het kader van een begeleiding in het belang van de gebruiker werkzaam zijn. Laatstgenoemde personen moeten in het bijzonder geïnformeerd worden over de reeds genomen maatregelen.
   De samenwerking geschiedt met inachtneming van de verdeling van de taken en bevoegdheden.]1
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.43.[1 -Verwerking van persoonsgegevens
   Met behoud van de toepassing van artikel 44 zijn de Regering en de dienstverrichters, elk wat haar of hem betreft, verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming gelden:
   1° de Regering voor het vervullen van de taken vermeld in hoofdstuk 3;
   2° de dienstverrichters voor de ondersteuningsmaatregelen voor kinderen, jongeren of volwassenen vermeld in artikel 12 alsook voor de uitbetaling van de wedden van hun personeel.
   De Regering, de bevoegde dienst en de dienstverrichters mogen de verzamelde gegevens niet voor andere doeleinden dan de uitvoering van hun wettelijke of decretale opdrachten gebruiken.
   De verwerking van persoonsgegevens geschiedt met inachtneming van de toepasselijke rechtsvoorschriften inzake gegevensbescherming.]1
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.44.[1- Verwerking van gezondheidsgegevens
   De gegevens over de gezondheid van de betrokken personen worden verwerkt onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar uit de gezondheidszorg.
   Het verzamelen en verwerken van gegevens over de gezondheid geschiedt met inachtneming van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt en met inachtneming van het medisch geheim.]1
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.45.[1- Gegevenscategorieën
   § 1 - De dienst alsook de inspecteurs en externe deskundigen die overeenkomstig artikel 17 zijn aangewezen, kunnen overeenkomstig artikel 43 de volgende categorieën persoonsgegevens verwerken betreffende de gebruikers:
   1° identiteitsgegevens en contactgegevens, met inbegrip van het rijksregisternummer;
   2° identiteitsgegevens en contactgegevens van de vertegenwoordiger van de gebruiker;
   3° gegevens over het schoolbezoek of de opleiding;
   4° gegevens over de gezinssituatie;
   5° gegevens over de sociale en financiële situatie;
   6° gegevens over de vrijetijdsbesteding en interesses;
   7° gegevens over de gezondheid en de ontwikkeling:
   a) gegevens over de lichamelijke gezondheid;
   b) gegevens over de geestelijke gezondheid;
   c) gegevens over het gedrag;
   d) gegevens over risico's en risicofactoren;
   e) gegevens over de bekwaamheden en vaardigheden;
   8° gegevens over inentingen;
   9° gevoelige gegevens als bedoeld in artikel 9 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;
   10° gerechtelijke gegevens als bedoeld in artikel 10 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
   De in het eerste lid genoemde gegevenscategorieën worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
   1° de advisering van de gebruikers overeenkomstig artikel 7, met inbegrip van het opstellen van adviesattesten voor ouderen overeenkomstig artikel 15;
   2° de uitvoering van specifieke taken ten behoeve van kinderen, jongeren en volwassenen overeenkomstig artikel 11;
   3° het toezicht op de dienstverrichters overeenkomstig artikel 17, met inbegrip van het controleren van de subsidiëringsvoorwaarden.
   § 2 - De bevoegde dienst en de overeenkomstig artikel 17 aangewezen inspecteurs en externe deskundigen kunnen overeenkomstig artikel 43 betreffende de gebruikers de persoonsgegevens verwerken die worden vermeld in § 1, eerste lid, 1° tot 7°.
   De in het eerste lid genoemde gegevenscategorieën worden verwerkt voor de doeleinden van de toekenning aan de gebruikers van financiële tegemoetkomingen en/of subsidies of materiële ondersteuning voor individuele hulp- en aanpassingsmaatregelen om redelijke aanpassingen uit te voeren overeenkomstig de artikelen 8 en 9.
   § 3 - De bevoegde dienst en de overeenkomstig artikel 17 aangewezen inspecteurs en externe deskundigen kunnen overeenkomstig artikel 43 betreffende de gebruikers de categorieën persoonsgegevens verwerken die worden vermeld in § 1, eerste lid, 1°, 2°, en 4° tot 7°.
   De in het eerste lid genoemde gegevenscategorieën worden verwerkt voor de doeleinden van de indeling van de oudere in een zorgcategorie met gebruik van de BelRAI-screener overeenkomstig artikel 16.
   § 4 - De bevoegde dienst en de overeenkomstig artikel 17 aangewezen inspecteurs en externe deskundigen kunnen overeenkomstig artikel 43 betreffende de personeelsleden van de dienstverrichters de volgende categorieën persoonsgegevens verwerken:
   1° identiteitsgegevens en contactgegevens, met inbegrip van het rijksregisternummer;
   2° gegevens over het einddiploma en de opleiding;
   3° gegevens over de arbeidsverhouding en de wedde.
   De in het eerste lid genoemde gegevenscategorieën worden verwerkt voor de doeleinden van de subsidieaanvraag van de dienstverrichters of, naargelang van het geval, de uitbetaling van de wedden van de personeelsleden van de dienstverrichters overeenkomstig artikel 14.
   § 5 - De dienstverrichters kunnen overeenkomstig artikel 43 betreffende de gebruikers de in § 1, eerste lid, opgesomde categorieën van persoonsgegevens verwerken.
   De in het eerste lid genoemde gegevenscategorieën worden verwerkt voor de doeleinden van de ondersteuningsmaatregelen voor kinderen, jongeren of volwassenen vermeld in artikel 12.
   § 6 - De dienstverrichters kunnen overeenkomstig artikel 43 betreffende hun personeelsleden de in § 4, eerste lid, opgesomde categorieën van persoonsgegevens verwerken.
   De in het eerste lid genoemde gegevenscategorieën worden verwerkt voor de doeleinden van de uitbetaling van de wedden van de personeelsleden van de dienstverrichters.
   § 7 - De Regering kan de gegevenscategorieën vermeld in de paragrafen 1 tot 6 preciseren.]1
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.46.[1 - Gebruik van gegevens voor analysen en statistieken
   Om analysen en statistieken op te stellen over de uitvoering van de taken overeenkomstig de artikelen 6 en 17 gebruikt de Regering of de bevoegde dienst in beginsel anonieme en gepseudonimiseerde gegevens.
   Als de in het eerste lid genoemde analysen en statistieken niet op basis van geanonimiseerde gegevens opgesteld kunnen worden, is het gebruik van gepseudonimiseerde gegevens toegestaan.
   Voor de toepassing van het tweede lid vermeldt de Regering of de bevoegde dienst in de verklaring betreffende de gegevensverwerking waarom het niet mogelijk is de in het eerste lid vermelde analysen en statistieken op te stellen door anonieme gegevens te verwerken.]1
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.47.[1- Bewaartermijn van de gegevens
   De in artikel 45 genoemde gegevens mogen na de datum waarop ze verzameld werden, nog hoogstens tien jaar bewaard worden in een vorm die identificatie van de betrokkenen mogelijk maakt.
   Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van die termijn vernietigd.]1
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 47/1. [1- Veiligheidsmaatregelen
   De Regering, de dienst en de dienstverrichters letten er bij de verwerking van de in artikel 45 vermelde gegevens op dat passende veiligheidsmaatregelen genomen worden.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DDG 2023-11-13/18, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>


Hoofdstuk 8. - Financiële bepalingen
Art.48.
  <Opgeheven bij DDG 2023-11-13/18, art. 42, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.49.- Vergoedingen
  De Regering bepaalt het bedrag van de vergoedingen die aan de leden van [1 het beheerscomité]1, de deskundigen en de leden van het gespecialiseerd adviesorgaan worden toegekend.
  ----------
  (1)<DDG 2023-11-13/18, art. 43, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.50.[1 Terugvorderingen
   Bestaat er een betalingsverplichting in hoofde van derden, dan kan de [2 bevoegde dienst]2 of de dienstverrichter de door de [2 bevoegde dienst]2 berekende werkelijke kosten voor de in hoofdstuk 3 bepaalde ondersteuningsmaatregelen ofwel bij de gebruiker invorderen nadat de derden het verschuldigde bedrag betaald hebben, ofwel rechtstreeks bij de derde invorderen door subrogatie in de rechten van de gebruiker. Overeenkomsten over de schadevergoedingsregeling die tussen de gebruiker en de derde betaler worden gesloten, kunnen niet aan de [2 bevoegde dienst]2 worden tegengesteld. De werkelijke kosten van de ondersteuningsmaatregelen omvatten de kosten ten laste van de [2 bevoegde dienst]2, alsook de kosten die de gebruiker met toepassing van artikel 10, 1°, in de vorm van een persoonlijke participatie moet betalen.]1
  ----------
  (1)<DDG 2020-12-10/38, art. 10, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
  (2)<DDG 2023-11-13/18, art. 44, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 50.1. [1 Beroep op de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën die belast is met de inning en de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen
   In de gevallen vermeld in artikel 50 kunnen de terug te vorderen bedragen ingevorderd worden overeenkomstig artikel 51.1 van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DDG 2020-12-10/38, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2021>


Hoofdstuk 9. - Slotbepalingen
Art.51. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 93.24, § 1, eerste lid, 2°, van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, worden de woorden "Dienst voor Personen met een Handicap" vervangen door de woorden "Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven".

Art.52. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 98.2, § 2, 3°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, worden de woorden "Dienst voor personen met een handicap" vervangen door de woorden "Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven".

Art.53. - Wijzigingsbepaling
  Het opschrift van artikel 40 van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de infrastructuur wordt vervangen als volgt:
  "Dienst voor zelfbeschikkend leven"
  In het eerste lid van hetzelfde artikel worden de woorden "Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap" vervangen door de woorden "Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven".

Art.54. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 3, 5°, van het Sportdecreet van 19 april 2004 worden de woorden "Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap" vervangen door de woorden "Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven".

Art.55. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 1 van het decreet van 4 juni 2007 betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden, de seniorenresidenties en de psychiatrische verzorgingstehuizen wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt:
  "1° bejaarden: personen die de wettelijke pensioenleeftijd overschreden hebben;"

Art.56. - Wijzigingsbepaling
  In hetzelfde decreet wordt een artikel 9.1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 9.1 - Indien voor de gebruiker geen ondersteuningsplan overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 13 december 2016 tot oprichting van een Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven is opgemaakt, laten de inrichtende machten van bejaardentehuizen en rust- en verzorgingstehuizen, voordat ze hun dienstverlening aanbieden, dat ondersteuningsplan opmaken door de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven.
  Bij niet-naleving van de bepaling vervat in het eerste lid en nadat de Regering de betrokken inrichtende macht aangemaand heeft advies te geven, kan de Regering 10 % van de voor die gebruiker per opvangdag uitbetaalde subsidie terugvorderen.
  Het tweede lid van dit artikel treedt in werking op een door de Regering te bepalen tijdstip en uiterlijk op 1 januari 2019."

Art.57. - Wijzigingsbepaling
  In het opschrift van het decreet van 16 februari 2009 betreffende de thuishulpdiensten en houdende oprichting van een consultatiebureau voor thuishulp, transmurale en stationaire hulp, dat in de Duitse versie gewijzigd is bij het decreet van 13 februari 2012, worden de woorden "en houdende oprichting van een consultatiebureau voor thuishulp, transmurale en stationaire hulp" opgeheven.

Art.58. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 1 van hetzelfde decreet worden de woorden "en op het consultatiebureau dat omschreven is in hoofdstuk IV," in de inleidende zin opgeheven.

Art.59. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 13 februari 2012 en 25 februari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de bepaling onder 1° worden de woorden ", transmurale en stationaire hulp" opgeheven;
  2° de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt:
  "2° bejaarden: gebruikers die de wettelijke pensioenleeftijd overschreden hebben;"
  3° de bepaling onder 3° wordt opgeheven.
  4° in de bepaling onder 5° worden de woorden "de transmurale hulp en de stationaire hulp" opgeheven;
  5° in de bepaling onder 7° worden de woorden "Gezin en" opgeheven;
  6° de bepaling onder 9° wordt opgeheven;
  7° de bepaling onder 11° wordt opgeheven.

Art.60. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de woorden ",en elke rechtspersoon die een consultatiebureau uitbaat," opgeheven.

Art.61. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 6, tweede lid, 1°, van hetzelfde decreet worden de woorden "of van het consultatiebureau" opgeheven.

Art.62. - Wijzigingsbepaling
  Artikel 7, § 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 13 februari 2012, 25 februari 2013 en 24 februari 2014, wordt opgeheven.

Art.63. - Wijzigingsbepaling
  In hetzelfde decreet wordt een artikel 9.1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 9.1 - Ondersteuningsplan voor de gebruiker
  Indien voor de gebruiker geen ondersteuningsplan overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 13 december 2016 tot oprichting van een Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven is opgemaakt, laten de thuishulpdiensten, voordat ze hun dienstverlening aanbieden, dat ondersteuningsplan opmaken door de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven.
  Bij niet-naleving van de bepaling vervat in het eerste lid en nadat de Regering de betrokken dienst aangemaand heeft een advies te geven, kan de Regering 10 % van het voor die gebruiker, overeenkomstig artikel 10, § 2, uitbetaalde urenforfait terugvorderen."

Art.64. - Wijzigingsbepaling
  Hoofdstuk IV van hetzelfde decreet, dat de artikelen 11 tot 15 omvat, gewijzigd bij de decreten van 13 februari 2012 en 25 februari 2013, wordt opgeheven.

Art.65. - Wijzigingsbepaling
  Artikel 17, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art.66. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 18, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "of over het consultatiebureau" en de woorden "of het consultatiebureau zelf" opgeheven.

Art.67. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 19 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 25 februari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "en het consultatiebureau" opgeheven;
  2° in paragraaf 1, derde lid, 1°, worden de woorden "of het consultatiebureau" opgeheven;
  3° in paragraaf 1, derde lid, 4°, worden de woorden "of van het consultatiebureau" en de woorden "of het consultatiebureau" opgeheven;
  4° in paragraaf 2 worden de woorden "en het consultatiebureau" opgeheven.

Art.68. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 20 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 25 februari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "of het consultatiebureau" opgeheven;
  2° in het derde lid worden de woorden "of van het consultatiebureau" opgeheven.

Art.69. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 21 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het tweede lid worden de woorden "of het consultatiebureau" opgeheven;
  2° in het derde lid worden de woorden "van het consultatiebureau" opgeheven;
  3° in het vierde lid worden de woorden "of het consultatiebureau" opgeheven.

Art.70. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 22, 4°, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2012, worden de woorden "of "consultatiebureau voor thuishulp, transmurale en stationaire hulp"" opgeheven.

Art.71. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 23 van hetzelfde decreet worden het tweede lid en het derde lid, gewijzigd bij het decreet van 24 februari 2014, opgeheven.

Art.72. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 24, derde lid, 4°, van het decreet van 23 maart 2009 betreffende de organisatie van het deeltijdse kunstonderwijs, gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, worden de woorden "Dienst voor de personen met een handicap" vervangen door de woorden "Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven".

Art.73. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 6, tweede lid, van het decreet van 11 mei 2009 over het Centrum voor bevorderingspedagogiek, ter verbetering van de aangepaste pedagogische hulpverlening in de gewone en gespecialiseerde scholen evenals ter aanmoediging van de bevordering van de leerlingen met een beperking of met aanpassings- of leermoeilijkheden in de gewone en gespecialiseerde scholen worden de woorden "Dienst voor Personen met een Handicap" vervangen door de woorden "Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven".

Art.74. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 7, § 1, eerste lid, 7°, van hetzelfde decreet worden de woorden "Dienst voor Personen met een Handicap" vervangen door de woorden "Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven".

Art.75. - Wijzigingsbepaling
  In artikel 87, § 2, 2°, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap worden de woorden "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung (Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor personen met een handicap)" vervangen door de woorden "Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven".

Art.76. - Opheffingsbepaling
  Het decreet van 19 juni 1990 houdende oprichting van een "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung" (Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap), laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 22 februari 2016, wordt opgeheven.

Art.77. - Overgangsbepaling
  § 1 - De Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven is de opvolger van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap. Hij neemt de rechten, plichten, goederen en lasten van die dienst over.
  § 2 - De personeelsleden van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap die op het tijdstip van de overname bij die dienst in dienst waren, worden van ambtswege als personeelsleden van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven beschouwd.
  De personeelsleden worden overgeheveld met hun dienstgraad of een gelijkwaardige dienstgraad en in hun hoedanigheid.
  Ze behouden ten minste de bezoldiging en de anciënniteit die zij hadden of zouden verkregen hebben indien ze de functie die ze op het tijdstip van de overheveling bekleden, verder hadden uitgeoefend in hun oorspronkelijke dienst.
  § 3 - De personeelsleden van de vereniging zonder winstoogmerk die overeenkomstig het decreet van 16 februari 2009 betreffende de thuishulpdiensten en houdende oprichting van een consultatiebureau voor thuishulp, transmurale en stationaire hulp erkend was als consultatiebureau voor thuishulp, transmurale en stationaire hulp die op het tijdstip van de overname bij die vzw in dienst waren, worden, indien ze daarom verzoeken, in dienst genomen bij de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven.
  Onverminderd de rechtspositionele bepalingen die de Regering op grond van artikel 102 van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap heeft vastgelegd, behouden ze in dat geval op zijn minst het bezoldigingspakket dat ze op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit decreet hadden.

Art. 77/1. [1- Overgangsbepaling
   De personen die op 31 december 2023 lid zijn van de raad van bestuur van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, worden voor de resterende duur van hun oorspronkelijke aanwijzing van ambtswege beschouwd als lid van het beheerscomité inzake zelfbeschikkend leven.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DDG 2023-11-13/18, art. 45, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>


Art.78. - Overgangsbepaling
  De inrichtingen en verenigingen die vóór de inwerkingtreding van dit decreet erkend waren op grond van artikel 30 van het decreet van 19 juni 1990 houdende oprichting van een "Dienststelle der Deutschsprachige Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung" (Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap), worden voor de toepassing van artikel 12 beschouwd als door de Dienst erkende instellingen en verenigingen.

Art. 78.1. [1 Overgangsbepaling
   De inrichtende machten die overeenkomstig artikel 13 op 1 januari 2021 al erkend zijn, moeten uiterlijk op 1 januari 2022 over een gunstig advies inzake brandveiligheid beschikken om hun erkenning te behouden.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DDG 2020-12-10/38, art. 12, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2021>


Art.79. - Overgangsbepaling
  De bepalingen vervat in artikel 15 zijn niet van toepassing op de ondersteuningsmaatregelen die vóór 1 april 2009 werden genomen.

Art. 79.1.
  <Opgeheven bij DDG 2023-11-13/18, art. 46, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 80. - Inwerkingtreding
  Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2017, met uitzondering van :
  - de artikelen 8 en 9, voor zover ze betrekking hebben op de mobiliteitshulpmiddelen zoals omschreven in artikel 34, eerste lid, 4°, artikel 35, § 1, en de artikelen 42 tot 45 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, alsook in artikel 28, § 8, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen en in de artikelen 51ter, 85 en 294 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, die in werking treden op 1 juli 2017;
  - artikel 16, dat in werking treedt op een door de Regering te bepalen datum en uiterlijk op 1 januari 2019.