25 APRIL 2019. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 17 december 2009 tot vastlegging van de persoonlijke participatie in de inrichtingen en diensten van de Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten
Art. 1-5
Artikel 1. - In artikel 1 van het besluit van de Regering van 17 december 2009 tot vastlegging van de persoonlijke participatie in de inrichtingen en diensten van de Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 28 oktober 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de bepaling onder 1° wordt opgeheven;
2° in de bepaling onder 2° worden de woorden "de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap" vervangen door de woorden "de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven";
3° in de bepaling onder 3° worden de woorden "met toepassing van artikel 4, § 1, 4°, van het decreet" opgeheven;
4° in de bepaling onder 10° worden de woorden "voor personen met een handicap" opgeheven;
5° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 14°, luidende:
"14° woonzorgcentrum voor senioren: het aanbod bepaald in artikel 24 van het decreet van 13 december 2018 betreffende het aanbod aan diensten voor ouderen en personen met ondersteuningsbehoefte, alsook betreffende de palliatieve zorg."
Art.2. - In de Duitse tekst van artikel 2, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "für Personen mit Behinderung" opgeheven; in de Nederlandse tekst van artikel 2, § 3, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "van de Duitstalige Gemeenschap voor personen met een handicap" opgeheven.
Art.3. - Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
"Als een persoon die in een tehuis en/of in een woonressource woont en een dagopvang in een rust- en verzorgingstehuis of in een woonzorgcentrum voor ouderen bezoekt, wordt de persoonlijke participatie vastgelegd in artikel 6, § § 1 en 2, verminderd met de persoonlijke participatie die aan het rust- en verzorgingstehuis resp. aan het woonzorgcentrum voor ouderen wordt betaald."
Art.4. - Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 2018.
Art. 5. - De Minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.