Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

19 DECEMBER 2014. - Koninklijk besluit houdende regeling van de cumul van onderbrekingsuitkeringen, in het kader van loopbaanonderbreking, met een overlevingspensioen



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991012632  1991013073  1998002123  1999012413  2001009191  2002012710  2009204878  2013201170 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 14 van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 december 1991, 21 december 1992 en 14 maart 1996, wordt het derde lid vervangen door drie leden, luidende :
  "De onderbrekingsuitkeringen kunnen niet gecumuleerd worden met een pensioen, uitgezonderd met een overlevingspensioen gedurende een eenmalige periode van maximaal 12 al dan niet opeenvolgende kalendermaanden.
  Deze periode van 12 maanden wordt verminderd met het aantal maanden waarin :
  - een vergoeding in de zin van artikel 64quinquies van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;
  - een vergoeding in de zin van artikel 107quater van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;
  - een vervangingsinkomen in de zin van artikel 76, 10° van de programmawet van 28 juni 2013,
  gecumuleerd werd met het genot van een overlevingspensioen.
  Worden voor de toepassing van deze bepaling als een pensioen aangemerkt de ouderdoms-, rust-, anciënniteits-, of overlevingspensioenen, en andere als dusdanig geldende voordelen, toegekend :
  a) door of krachtens een Belgische of buitenlandse wet;
  b) door een Belgische of een buitenlandse instelling van sociale zekerheid, een openbaar bestuur, een openbare instelling of een instelling van openbaar nut.";

Art.2. In artikel 6, § 1, vierde lid van het koninklijk besluit van 12 augustus 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 juni 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de eerste zin wordt vervangen door drie leden, luidende :
  "De onderbrekingsuitkeringen kunnen niet gecumuleerd worden met een pensioen, uitgezonderd met een overlevingspensioen gedurende een eenmalige periode van maximaal 12 al dan niet opeenvolgende kalendermaanden.
  Deze periode van 12 maanden wordt verminderd met het aantal maanden waarin :
  - een vergoeding in de zin van artikel 64quinquies van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;
  - een vergoeding in de zin van artikel 107quater van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;
  - een vervangingsinkomen in de zin van artikel 76, 10° van de programmawet van 28 juni 2013,
  gecumuleerd werd met het genot van een overlevingspensioen.
  Worden voor de toepassing van deze bepaling als een pensioen aangemerkt de ouderdoms-, rust-, anciënniteits-, of overlevingspensioenen, en andere als dusdanig geldende voordelen, toegekend :
  a) door of krachtens een Belgische of buitenlandse wet;
  b) door een Belgische of een buitenlandse instelling van sociale zekerheid, een openbaar bestuur, een openbare instelling of een instelling van openbaar nut.";
  2° de tweede zin wordt het zevende lid.

Art.3. In artikel 122, § 1 van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden van toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 mei 1999 en 14 juni 2007, worden tussen het eerste en het tweede lid, drie leden ingevoegd, luidende :
  "De onderbrekingsuitkeringen kunnen niet gecumuleerd worden met een pensioen, uitgezonderd met een overlevingspensioen gedurende een eenmalige periode van maximaal 12 al dan niet opeenvolgende kalendermaanden.
  Deze periode van 12 maanden wordt verminderd met het aantal maanden waarin :
  - een vergoeding in de zin van artikel 64quinquies van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;
  - een vergoeding in de zin van artikel 107quater van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;
  - een vervangingsinkomen in de zin van artikel 76, 10° van de programmawet van 28 juni 2013,
  gecumuleerd werd met het genot van een overlevingspensioen.
  Worden voor de toepassing van deze bepaling als een pensioen aangemerkt de ouderdoms-, rust-, anciënniteits-, of overlevingspensioenen, en andere als dusdanig geldende voordelen, toegekend :
  a) door of krachtens een Belgische of buitenlandse wet;
  b) door een Belgische of een buitenlandse instelling van sociale zekerheid, een openbaar bestuur, een openbare instelling of een instelling van openbaar nut.".

Art.4. In artikel 23, § 1 van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, worden tussen het eerste en het tweede lid, drie leden ingevoegd, luidende :
  "De onderbrekingsuitkeringen kunnen niet gecumuleerd worden met een pensioen, uitgezonderd met een overlevingspensioen gedurende een eenmalige periode van maximaal 12 al dan niet opeenvolgende kalendermaanden.
  Deze periode van 12 maanden wordt verminderd met het aantal maanden waarin :
  - een vergoeding in de zin van artikel 64quinquies van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;
  - een vergoeding in de zin van artikel 107quater van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;
  - een vervangingsinkomen in de zin van artikel 76, 10° van de programmawet van 28 juni 2013,
  gecumuleerd werd met het genot van een overlevingspensioen.
  Worden voor de toepassing van deze bepaling als een pensioen aangemerkt de ouderdoms-, rust-, anciënniteits-, of overlevingspensioenen, en andere als dusdanig geldende voordelen, toegekend :
  a) door of krachtens een Belgische of buitenlandse wet;
  b) door een Belgische of een buitenlandse instelling van sociale zekerheid, een openbaar bestuur, een openbare instelling of een instelling van openbaar nut.".

Art.5. In artikel 70, § 1 van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan, worden tussen het eerste en het tweede lid, drie leden ingevoegd, luidende :
  "De onderbrekingsuitkeringen kunnen niet gecumuleerd worden met een pensioen, uitgezonderd met een overlevingspensioen gedurende een eenmalige periode van maximaal 12 al dan niet opeenvolgende kalendermaanden.
  Deze periode van 12 maanden wordt verminderd met het aantal maanden waarin:
  - een vergoeding in de zin van artikel 64quinquies van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;
  - een vergoeding in de zin van artikel 107quater van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;
  - een vervangingsinkomen in de zin van artikel 76, 10° van de programmawet van 28 juni 2013,
  gecumuleerd werd met het genot van een overlevingspensioen.
  Worden voor de toepassing van deze bepaling als een pensioen aangemerkt de ouderdoms-, rust-, anciënniteits-, of overlevingspensioenen, en andere als dusdanig geldende voordelen, toegekend :
  a) door of krachtens een Belgische of buitenlandse wet;
  b) door een Belgische of een buitenlandse instelling van sociale zekerheid, een openbaar bestuur, een openbare instelling of een instelling van openbaar nut.".

Art.6. In artikel 17, § 1 van het koninklijk besluit van 10 juni 2002 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van de overheidsbedrijven die in toepassing van de wet van 21 maart 1991 houdende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven bestuursautonomie verkregen hebben, worden het tweede en derde lid vervangen door drie leden, luidende :
  "De onderbrekingsuitkeringen kunnen niet gecumuleerd worden met een pensioen, uitgezonderd met een overlevingspensioen gedurende een eenmalige periode van maximaal 12 al dan niet opeenvolgende kalendermaanden.
  Deze periode van 12 maanden wordt verminderd met het aantal maanden waarin :
  - een vergoeding in de zin van artikel 64quinquies van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;
  - een vergoeding in de zin van artikel 107quater van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;
  - een vervangingsinkomen in de zin van artikel 76, 10° van de programmawet van 28 juni 2013,
  gecumuleerd werd met het genot van een overlevingspensioen.
  Worden voor de toepassing van deze bepaling als een pensioen aangemerkt de ouderdoms-, rust-, anciënniteits-, of overlevingspensioenen, en andere als dusdanig geldende voordelen, toegekend :
  a) door of krachtens een Belgische of buitenlandse wet;
  b) door een Belgische of een buitenlandse instelling van sociale zekerheid, een openbaar bestuur, een openbare instelling of een instelling van openbaar nut.";

Art.7. In artikel 12, § 1 van het koninklijk besluit van 16 november 2009 houdende toekenning aan de personeelsleden van de Belgische Technische Coöperatie van het recht op ouderschapsverlof en loopbaanonderbreking voor het verlenen van bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid, wordt het derde lid vervangen door drie leden, luidende :
  "De onderbrekingsuitkeringen kunnen niet gecumuleerd worden met een pensioen, uitgezonderd met een overlevingspensioen gedurende een eenmalige periode van maximaal 12 al dan niet opeenvolgende kalendermaanden.
  Deze periode van 12 maanden wordt verminderd met het aantal maanden waarin :
  - een vergoeding in de zin van artikel 64quinquies van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;
  - een vergoeding in de zin van artikel 107quater van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;
  - een vervangingsinkomen in de zin van artikel 76, 10° van de programmawet van 28 juni 2013,
  gecumuleerd werd met het genot van een overlevingspensioen.
  Worden voor de toepassing van deze bepaling als een pensioen aangemerkt de ouderdoms-, rust-, anciënniteits-, of overlevingspensioenen, en andere als dusdanig geldende voordelen, toegekend :
  a) door of krachtens een Belgische of buitenlandse wet;
  b) door een Belgische of een buitenlandse instelling van sociale zekerheid, een openbaar bestuur, een openbare instelling of een instelling van openbaar nut.";

Art.8. In artikel 12, § 1 van het koninklijk besluit van 29 april 2013 houdende toekenning aan de personeelsleden van de Cel voor Financiële Informatieverwerking van het recht op ouderschapsverlof en loopbaanonderbreking voor het verlenen van bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid, wordt het derde lid vervangen door drie leden, luidende :
  "De onderbrekingsuitkeringen kunnen niet gecumuleerd worden met een pensioen, uitgezonderd met een overlevingspensioen gedurende een eenmalige periode van maximaal 12 al dan niet opeenvolgende kalendermaanden.
  Deze periode van 12 maanden wordt verminderd met het aantal maanden waarin :
  - een vergoeding in de zin van artikel 64quinquies van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;
  - een vergoeding in de zin van artikel 107quater van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;
  - een vervangingsinkomen in de zin van artikel 76, 10° van de programmawet van 28 juni 2013,
  gecumuleerd werd met het genot van een overlevingspensioen.
  Worden voor de toepassing van deze bepaling als een pensioen aangemerkt de ouderdoms-, rust-, anciënniteits-, of overlevingspensioenen, en andere als dusdanig geldende voordelen, toegekend :
  a) door of krachtens een Belgische of buitenlandse wet;
  b) door een Belgische of een buitenlandse instelling van sociale zekerheid, een openbaar bestuur, een openbare instelling of een instelling van openbaar nut.";

Art.9. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
  De kalendermaanden waarin een cumul van een overlevingspensioen en een vervangingsinkomen werd toegestaan overeenkomstig de geldende regelgeving voor de inwerkingtreding van dit besluit, worden in mindering gebracht van de voormelde 12 maanden.

Art. 10. De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking, de minister bevoegd voor Begroting, de minister bevoegd voor Justitie, de minister bevoegd voor Ambtenarenzaken en de minister bevoegd voor Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.