Details





Titel:

12 JANUARI 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van de " Office de la Naissance et de l'Enfance " (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn van de Franse Gemeenschap). (Vertaling) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-02-1998 en tekstbijwerking tot 07-04-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 2
HOOFDSTUK II. - Nadere regels voor de toepassing van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
Art. 3-5, 5/1, 6-9, 9bis, 9ter, 10, 10bis, 11-15, 15bis, 15ter, 15quater, 16-18, 18/1, 18/2, 18/3, 18/4, 18/5, 19-21, 21bis, 22-25, 25bis, 26-34
HOOFDSTUK IIbis. - Contractuele werving. <Ingevoegd bij BFG 2003-03-20/48, art. 5; Inwerkingtreding : 07-07-2003>
Art. 34bis
HOOFDSTUK IIter. - De externe examencommissie. <Ingevoegd bij BFG 2003-03-20/48, art. 6; Inwerkingtreding : 07-07-2003>
Art. 34ter, 34quater
HOOFDSTUK III. - Nadere regels voor de toepassing van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
Art. 35, 35bis, 36-37, 37/1, 38, 38bis
HOOFDSTUK IV. - Andere nadere regels voor de toepassing.
Art. 39
HOOFDSTUK V. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen.
Art. 40-42



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1975040205  1991029198  1991029200  1996029274  1996029275 





Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het statutair personeel van de " Office de la Naissance et de l'Enfance " (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn van de Franse Gemeenschap), hierna " De Dienst " genoemd.

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art.2. Onverminderd de door dit besluit nader bepaalde regels, zijn het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van toepassing op de statutaire personeelsleden van de Dienst.
  De bepalingen ter wijziging, aanvulling of vervanging van de bepalingen van de bij vorig lid bedoelde besluiten zijn van rechtswege toepasselijk op het bij artikel 1 bedoelde personeel, behalve als zij betrekking hebben op bepalingen die bij dit besluit worden aangepast.
  Voor de toepassing van de hierboven vermelde regels op het personeel bedoeld bij artikel 1, dienen de woorden " Ambtenaren van de Diensten van de Regering ", die in bedoelde regels voorkomen, te worden vervangen door de woorden " statutaire personeelsleden ".

HOOFDSTUK II. - Nadere regels voor de toepassing van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
Art.3. Artikel 1 dient te luiden als volgt :
  " Artikel 1. Statutair personeelslid van de Dienst is ieder personeelslid dat er, in vast dienstverband, tewerkgesteld is. "

Art.4.In artikel 2, dient paragraaf 1 te luiden als volgt :
  " § 1. Ieder statutair personeelslid wordt benoemd in een graad, overeenkomstig de tabel als bijlage II bij dit besluit, dat hem in een rang en een categorie situeert en die hem machtigt tot het bekleden van één van de betrekkingen bepaald in de personeelsformatie van de Dienst die overeenstemt met die graad. "
  (In hetzelfde artikel dient paragraaf 2, 1° te luiden als volgt :
  " in niveau 1 : vijf rangen waarnaar verwezen wordt met de nummers 10 tot 12, 15 en 16+ ".) <BFG 2006-12-01/30, art. 66, 009; Inwerkingtreding : 25-01-2007>
  [1 In dezelfde paragraaf dient het vierde lid als volgt gelezen te worden :
   " Met uitzondering van de vlakke loopbaan en de overgang naar het hogere niveau bedoeld in de artikelen 44 tot 45, worden de bevorderingsgraden tot de graad van rang 15 ingedeeld in coördinatie- en omkaderingsgraden, enerzijds, en in deskundigengraden, anderzijds. "]1
  ----------
  (1)<BFG 2019-04-12/10, art. 32, 015; Inwerkingtreding : 09-05-2019>

Art.5.<BFG 2006-12-01/30, art. 67, 009; Inwerkingtreding : 25-01-2007> Artikel 3, 1ste lid, dient te luiden als volgt :
  " De ambtenaren-generaal van de rangen 15 en 16+ worden door de Regering tijdelijk benoemd overeenkomstig de [1 artikelen 15 en volgende van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2012 tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren.]1 "
  ----------
  (1)<BFG 2012-09-20/60, art. 50, 012; Inwerkingtreding : 01-07-2014>

Art.5/1. [1 In artikel 4 wordt het woord "Directiecomité" vervangen door "Directieraad".]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2023-01-19/25, art. 3, 018; Inwerkingtreding : 17-04-2023>


Art.6. <BFG 2006-12-01/30, art. 68, 009; Inwerkingtreding : 25-01-2007> Artikel 6 dient te luiden als volgt :
  " De categorie van de ambtenaren-generaal bestaat uit de personeelsleden die een mandaat uitoefenen in de rangen 16+ of 15 "

Art.7. <BFG 2006-12-01/30, art. 69, 009; Inwerkingtreding : 25-01-2007> De artikelen 7 en 8 zijn niet toepasselijk.

Art.8. <BFG 2005-06-10/34, art. 32, 007; Inwerkingtreding : 01-08-2005> Artikel 11 dient te worden gelezen als volgt :
  " Artikel 11. (Binnen de Dienst is er een Directieraad die bestaat uit ambtenaren die bekleed zijn met de graden ingedeeld in de rangen 16+, 15 en 12) <BFG 2006-12-01/30, art. 70, 009; Inwerkingtreding : 25-01-2007>
  Hij wordt voorgezeten door de Administrateur-generaal. De voorzitter wijst het lid van de directieraad aan die hem vervangt wanneer hij afwezig is of verhinderd is.
  Elke individuele beslissing ten aanzien van een personeelslid die door de directieraad wordt genomen, geschiedt bij geheime stemming.
  De directieraad verstrekt inlichtingen aan zijn leden over het beleid dat door de Dienst wordt gevoerd.
  Hij kan op eigen initiatief adviezen uitbrengen en voorstellen doen aan de raad van bestuur over elk vraagstuk betreffende dit statuut en de aangelegenheden waarvoor de Dienst bevoegd is. "

Art.9. Artikel 12 is niet toepasselijk.

Art. 9bis.<Ingevoegd bij BFG 2005-06-10/34, art. 33; Inwerkingtreding : 01-08-2005> In artikel 12bis, eerste lid, dienen de woorden " [1 Directiecomité]1 " te worden gelezen als volgt : " Directieraad ".
  ----------
  (1)<BFG 2010-07-01/08, art. 8, 011; Inwerkingtreding : 28-08-2010>

Art. 9ter.<Ingevoegd bij BFG 2005-06-10/34, art. 34; Inwerkingtreding : 01-08-2005> In artikel 14, dienen de woorden " [1 Directiecomité]1 " te worden gelezen als volgt : " Directieraad ".
  ----------
  (1)<BFG 2010-07-01/08, art. 8, 011; Inwerkingtreding : 28-08-2010>

Art.10.Artikel (17) dient te luiden als volgt : <BFG 2005-02-18/38, art. 2, 016; Inwerkingtreding : 30-03-2005>
  " Artikel (17). (De Raad van bestuur) kan elke betrekking van de laagste rang van elk niveau vacant verklaren, die definitief onbezet staat of elke betrekking van dezelfde rang die [1 binnen de twaalf komende maanden]1 definitief onbezet zal blijven, ten einde er door werving in te voorzien. " <BFG 2003-03-20/48, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 07-07-2003> <BFG 2005-02-18/38, art. 2, 016; Inwerkingtreding : 30-03-2005>
  (Bij de vacantverklaring betreffende een wervingsbetrekking, kan de raad van bestuur een ambtsprofiel vaststellen voor de gewenste kwalificatie en ervaring.) <BFG 2003-07-17/53, art. 41, 005; Inwerkingtreding : 01-10-2003>
  ----------
  (1)<BFG 2014-11-26/08, art. 1, L2, 014; Inwerkingtreding : 02-01-2015>

Art. 10bis.
  <Opgeheven bij BFG 2008-12-19/07, art. 10, 010; Inwerkingtreding : 01-02-2009>

Art.11.[1 Artikel 19 moet als volgt gelezen worden :
   § 1. Om tot de stage toegelaten te worden, dient iedere geslaagde voor een vergelijkend wervingsexamen van niveau 1 ingericht door SELOR een gemotiveerd advies van de externe examencommissie bedoeld bij Hoofdstuk IIter te hebben gekregen.
   De externe examencommissie hoort de eerste vijftien geslaagden voor een wervingsexamen ingericht door SELOR, die betrokken zijn bij de te begeven betrekking. Zij maakt een preselectie, desnoods, per groep van maximum vijf geslaagden. Deze preselectie wordt aan de raad van bestuur voorgelegd.
   Indien de Raad van bestuur het voorstel van rangschikking van de externe examencommissie niet wenst te volgen, hoort hij minstens alle kandidaten die beter gerangschikt zijn dan de kandidaat die hij voorstelt en motiveert hij zijn beslissing.
   § 2. In het begin van zijn stage wordt de geslaagde op de hoogte gesteld van de algemene voorwaarden voor het verloop van de stage, de evaluatiecriteria ervan en de mogelijkheden inzake aanwijzing en loopbaan.
   De stagiair staat gedurende zijn stage onder het gezag van de administrateur-generaal.]1
  ----------
  (1)<BFG 2008-12-19/07, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-02-2009>

Art.12.
  <Opgeheven bij BFG 2008-12-19/07, art. 12, 010; Inwerkingtreding : 01-02-2009>

Art.13. Artikel 28 dient te luiden als volgt :
  " Artikel 28. In het in artikel 26, 1° bedoelde geval wordt de stagiair door de tot benoemen overheid tot statutair personeelslid benoemd in de graad waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld. Hij wordt aangewezen voor een betrekking van zijn graad en van zijn categorie die in de personeelsformatie van de Dienst bestaat. "

Art.14. In artikel 29, dient lid 2 te luiden als volgt :
  " Indien de toelating tot de stage wordt vertraagd omdat een onderzoek geboden is om uit te maken of de stagiair van onberispelijk gedrag is en de stagiair in de Dienst door één of meer na hem gerangschikte geslaagden van hetzelfde vergelijkend examen voorbijgegaan is, dan neemt hij echter rang in op de datum waarop die geslaagde of de best gerangschikte van die geslaagden zijn stage heeft aangevat. "

Art.15.Artikel 37 dient te luiden als volgt :
  " Artikel 37. Behoudens wat de bevordering in een vlakke loopbaan betreft, kan (de Raad van bestuur) elke betrekking vacant verklaren, die onbezet staat of elke betrekking die [1 binnen de twaalf komende maanden]1 definitief onbezet zal blijven, ten einde er door bevordering, door verandering van graad, door verandering van categorie (door overdracht) of door overplaatsing in te voorzien. " <BFG 2002-05-15/30, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 19-06-2002> <BFG 2003-03-20/48, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 07-07-2003>
  ----------
  (1)<BFG 2014-11-26/08, art. 1, L2, 014; Inwerkingtreding : 02-01-2015>

Art. 15bis.<Ingevoegd bij BFG 2003-03-20/48, art. 4; Inwerkingtreding : 07-07-2003> [In artikel 38, dienen de woorden " [1 Directiecomité]1 " te worden gelezen als volgt : " Directieraad ".] <BFG 2005-06-10/34, art. 35, 007; Inwerkingtreding : 01-08-2005>
  Wat betreft de benoeming door bevordering tot niveau 1 en tot de hoogste graad van niveau 2+, met uitzondering van de benoeming door bevordering tot de graad van eerste gegradueerde, categorie " gespecialiseerd ", kwalificatiegroep 3, dient artikel 38 als volgt gelezen te worden :
  " Artikel 38. § 1. De externe examencommissie bedoeld bij Hoofdstuk II brengt een voorafgaand en met redenen omkleed advies uit ter bestemming van de Directieraad over de kandidaten voor een benoeming door bevordering door verhoging in graad, door verandering van graad en door verandering van categorie. De examencommissie maakt een preselectie, desgevallend, per groep van maximum vijf kandidaten.
  Indien de Directieraad het voorstel van rangschikking van de externe examencommissie niet wenst te volgen, hoort hij minstens alle kandidaten die beter gerangschikt zijn dan de kandidaat die hij voorstelt en motiveert hij zijn beslissing.
  § 2. In het kader van een bevordering door toegang tot niveau 1, brengt de bij § 1 bedoelde externe examencommissie een met redenen omkleed advies uit ter bestemming van de Directieraad omtrent de aanstelling van de ambtenaren.
  Indien de Directieraad afwijkt van het aanstellingsvoorstel van de externe examencommissie, motiveert hij zijn beslissing.
  § 3. De bepalingen van de §§ 1 en 2 worden bij de oproep tot de kandidaten opnieuw ter kennis gebracht van de kandidaten.
  § 4. Vooraf aan iedere vacantverklaring van een te begeven betrekking volgens de nadere regels bedoeld bij de §§ 1 en 2, beslist de Raad van bestuur of, rekening houdend met de behoeften van de dienst, er een ambtsprofiel moet overeenstemmen met de betrokken betrekking.
  Zo ja, wordt het ambtsprofiel door de Directieraad bepaald.
  Het wordt ter kennis gebracht van de ambtenaren bij de oproep tot de kandidaten. "
  ----------
  (1)<BFG 2010-07-01/08, art. 8, 011; Inwerkingtreding : 28-08-2010>

Art. 15ter.<Ingevoegd bij BFG 2005-06-10/34, art. 36; Inwerkingtreding : 01-08-2005> In artikel 39, eerste lid, dienen de woorden " [1 Directiecomité]1 " te worden gelezen als volgt : " Directieraad ". "
  Het tweede lid van hetzelfde artikel is niet toepasselijk.
  Het vijfde lid van hetzelfde artikel dient te worden gelezen als volgt :
  " Het met redenen omkleed advies van de Directieraad of van de Commissie inzake overdrachtregeling kan leiden tot een voorstel in de vorm van een rangschikking van de kandidaten. "
  ----------
  (1)<BFG 2010-07-01/08, art. 8, 011; Inwerkingtreding : 28-08-2010>

Art. 15quater. <Ingevoegd bij BFG 2005-06-10/34, art. 37; Inwerkingtreding : 01-08-2005> Artikel 40 dient te worden gelezen als volgt :
  " Van de met redenen omklede adviezen die werden opgesteld overeenkomstig artikel 39 betreffende alle kandidaten voor een bepaalde betrekking wordt kennis gegeven aan elk van hen tegen een ontvangstbewijs of bij een ter post aangetekend schrijven.
  De kandidaat die zich als benadeeld acht, kan, binnen de tien dagen na de kennisgeving bepaald in het vorige lid, een bezwaar indienen voor de Directieraad of, naar gelang van het geval, voor de Commissie inzake overdrachtregeling.
  Op zijn verzoek kan hij worden gehoord. Hij kan zich laten bijstaan door iedere persoon van zijn keuze, met uitzondering van een lid van de Directieraad of, naar gelang van het geval, van de Commissie inzake overdrachtregeling. "

Art.16.[1 Artikel 40/2 dient als volgt te worden gelezen :
   " Artikel 40/2. - De Raad van bestuur kan elke graad van deskundige vacant verklaren, die definitief onbezet staat of elke graad van deskundige die binnen de twaalf komende maanden definitief onbezet zal blijven, om erin te voorzien door bevordering door verhoging in graad of, naargelang het geval, door toegang naar het hogere niveau. "]1
  ----------
  (1)<BFG 2019-04-12/10, art. 33, 015; Inwerkingtreding : 09-05-2019>

Art.17.[1 In de artikelen 40/3, 40/4 en 40/6 dient het woord " Directiecomité " als " Directieraad " te worden gelezen]1
  ----------
  (1)<BFG 2019-04-12/10, art. 34, 015; Inwerkingtreding : 09-05-2019>

Art.18.[1 In artikel 43, § 1, dient het eerste lid als volgt te worden gelezen :
   " De bevordering door overgang naar het hogere niveau in een wervingsbetrekking en de bevordering door verhoging in graad een coördinatie- of omkaderingsgraad kunnen slechts plaatsvinden in geval van een vacature van een vaste betrekking van de te toe te kennen graad. "]1
  ----------
  (1)<BFG 2019-04-12/10, art. 35, 015; Inwerkingtreding : 09-05-2019>

Art.18/1. [1 Na artikel 54 dient de vermelding D1 als volgt te worden gelezen : " D1. Coördinatie- en omkaderingsgraden. "]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2019-04-12/10, art. 36, 015; Inwerkingtreding : 09-05-2019>


Art.18/2. [1 Artikel 56 dient als volgt te worden gelezen :
   " Artikel 56. - De ambtenaren bekleed met een graad van rang 25 of van rang 26 en die vier jaar anciënniteit in niveau 2+ tellen, kunnen bevorderd worden tot een coördinatie- of omkaderingsgraad van rang 27. "]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2019-04-12/10, art. 36, 015; Inwerkingtreding : 09-05-2019>


Art.18/3. [1 Artikel 59 dient als volgt te worden gelezen :
   " Artikel 59. - Onder coördinatiegraad in de zin van artikel 56 of onder omkaderingsgraad in de zin van de artikelen 55 tot 58, wordt verstaan alle graden van de overeenstemmende rangen met uitzondering van de deskundigengraden.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2019-04-12/10, art. 36, 015; Inwerkingtreding : 09-05-2019>


Art.18/4. [1 In artikel 68/2 dient het derde lid als volgt te worden gelezen :
   " Op de datum van de verandering van de graad wordt de betrekking coördinatie of omkadering die ze bekleden geacht onbezet te zijn. "]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2019-04-12/10, art. 36, 015; Inwerkingtreding : 09-05-2019>


Art.18/5. [1 In artikel 68/3 dient het derde lid als volgt te worden gelezen :
   " Op de datum van de verandering van de graad wordt de betrekking coördinatie of omkadering die ze bekleden geacht onbezet te zijn. "]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2019-04-12/10, art. 36, 015; Inwerkingtreding : 09-05-2019>


Art.19. In artikel 69, dient lid 1 te luiden als volgt :
  " Onder overplaatsing dient verstaan de wijziging in de dienstaanwijzing van een ambtenaar voor een betrekking van dezelfde graad en dezelfde categorie die in de personeelsformatie van de Dienst bestaat. "

Art.20. Artikel 71 dient te luiden zoals volgt :
  " Artikel 71. Er wordt een organogram van de Dienst bekendgemaakt waarin zijn structuur wordt opgenomen met vermelding van de verantwoordelijken.
  Bij elke wijziging van de structuur van de Dienst wordt een nieuw organogram bekendgemaakt. "

Art.21. Artikel 72 is niet toepasselijk.

Art. 21bis.
  <Opgeheven bij BFG 2010-07-01/08, art. 9, 011; Inwerkingtreding : 28-08-2010>

Art.22. Artikel 94 is niet toepasselijk.

Art.23. Artikel 96 dient te luiden als volgt :
  " Artikel 96. (de Raad van bestuur) neemt de taak waar die aan de hiërarchische meerderen door de artikelen 87, 88 en 90 wordt toegewezen ten aanzien van de ambtenaren-generaal van de Dienst. " <BFG 2003-03-20/48, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 07-07-2003>

Art.24. Artikel 97 dient te luiden als volgt :
  " Artikel 97. De in artikel 118 bedoelde Raad van Beroep voor ambtenaren-generaal is bevoegd om de beroepen ingesteld in het kader van de evaluatieprocedure voor de ambtenaren-generaal van de Dienst te onderzoeken. De beslissing tot toekenning van de evaluatie wordt door de Regering genomen. "

Art.25. Artikel 98 dient te luiden als volgt :
  " Artikel 98. De evaluatie van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal geschiedt overeenkomstig de bepalingen van artikel 96. Het recht op beroep wordt evenwel rechtstreeks bij de Regering uitgeoefend die de eindbeslissing neemt. "

Art. 25bis.<Ingevoegd bij BFG 2002-11-21/80, art. 1; Inwerkingtreding : 29-01-2003> [In artikel 103 dienen de woorden " [1 Directiecomité]1 " en " [1 Directiecomité]1 zoals bepaald in § 1 " te worden gelezen als volgt : " Directieraad "
  Het derde lid van § 1 van hetzelfde artikel is niet toepasselijk.] <BFG 2005-06-10/34, art. 39; Inwerkingtreding : 01-08-2005>
  Betreffende de toepassing van artikel 103 op de ambtenaren-generaal, dient dat artikel te luiden als volgt :
  "§ 1. De tuchtstraffen worden voorlopig voorgesteld door de Raad van bestuur.
  De Raad van bestuur stuurt zijn voorlopige voorstel aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Ambtenarenzaken behoren binnen een termijn van tien werkdagen met ingang van de dag volgend op die waarop dit met redenen omkleed voorstel aan de betrokken ambtenaar werd meegedeeld.
  De betrokken ambtenaar wordt gehoord en kan zich te dezer gelegenheid laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.
  § 2. De Minister van Ambtenarenzaken en de Minister van Kinderwelzijn brengen samen het definitieve voorstel uit binnen een termijn van twee maanden met ingang van de dag volgend op die waarop het voorlopige voorstel hen werd meegedeeld. De betrokken ambtenaar wordt gehoord en kan zich te dezer gelegenheid laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.
  § 3. Van het definitief voorstel wordt aan de betrokken ambtenaar kennis gegeven.
  § 4. De ambtenaar tegen wie een tuchtstraf definitief voorgesteld is, kan hiertegen, binnen een termijn van vijftien dagen na kennisgeving ervan, beroep instellen bij de voor de ambtenaren-generaal bevoegde Raad van Beroep die vóór iedere beslissing van de overheid een gemotiveerd advies uitbrengt.
  § 5. De in artikel 102 bedoelde overheid neemt binnen de maand die volgt op de ontvangst door deze overheid van het advies van de Raad van Beroep haar met redenen omklede beslissing, die :
  - ofwel met het definitief voorstel overeenstemt;
  - ofwel het door de Raad van Beroep uitgebracht advies opvolgt.
  ----------
  (1)<BFG 2010-07-01/08, art. 8, 011; Inwerkingtreding : 28-08-2010>

Art.26. Artikel 106 dient te luiden als volgt :
  " Artikel 106. Er wordt een Raad van Beroep voor de Dienst ingesteld, die bevoegd is voor de statutaire personeelsleden van de Dienst, behalve de ambtenaren-generaal. "

Art.27. In artikel 107, dient paragraaf 4 te luiden als volgt :
  " § 4. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter uit welke de Raad van Beroep bestaat die bevoegd is voor de ambtenaren van de Diensten van de Regering, nemen dezelfde functies waar binnen de Raad van Beroep bedoeld bij artikel 106. "
  In hetzelfde artikel, dient paragraaf 5 te luiden als volgt :
  " § 5. De assessoren en de plaatsvervangende assessoren worden voor de helft aangewezen, door de vakorganisaties die in het Onderhandelingscomité van Sector XVII zijn vertegenwoordigd naar rato van één assessor en twee plaatsvervangende assessoren per vakorganisatie. Voor de andere helft worden zij door de Regering aangewezen.
  De assessoren worden gekozen onder de statutaire personeelsleden van de Dienst, die ten minste 35 jaar oud zijn en tien jaar dienstanciënniteit tellen. Bij gebrek aan statutaire personeelsleden die aan deze voorwaarde voldoen, kan ervan afgeweken worden. Zij mogen geen vermelding van ongunstige evaluatie noch een vermelding van evaluatie " met voorbehoud " hebben gekregen. "

Art.28. Artikel 119 is niet toepasselijk.

Art.29.[1 Artikel 120 dient te worden gelezen als volgt :
   " Artikel 120. De betrekkingen van de personeelsformatie van de " Dienst " worden in het geheel bekeken, ten minste op het niveau van de Algemene Diensten van het Centraal bestuur.
   De andere deskundigengraden dan de graad van Adjunct-algemeen-directeur worden niet in de personeelsformatie opgenomen.
   Voor elk niveau bedraagt het aantal deskundigengraad 15 % van het aantal titularis van een betrekking die toegang geeft tot de loopbaan van deskundige waaronder, voor het niveau 1, tussen 9 tot 11 % van de deskundigengraden van de 1ste rang en, voor de andere niveaus, tussen 8 tot 10% van de deskundigengraden van de 1ste rang en een maximum van 2% van de deskundigengraden die toegankelijk zijn door bevordering door overgang naar het hogere niveau. Een hogere programmeringsnorm kan vastgesteld worden door de beheersovereenkomst waarin het beginsel van een jaarlijkse evaluatie kan worden opgenomen.
   Bij het vertrek van hun titularis worden de deskundigengraden van ambtswege geacht definitief onbezet te staan voor zover hun bestaan niet leidt tot de overschrijding van de programmeringsnorm die vastgesteld wordt met toepassing van het vorige lid.
   De titularissen van de betrekkingen van de personeelsformatie die in aanmerking komen voor één van deze deskundigengraden worden, voor de betrekkingen van de personeelsformatie en de regels van mobiliteit tussen deze betrekkingen, geacht titularis te zijn van de graad die overeenstemt met de betrekking van de personeelsformatie waarin ze aangesteld zijn. De titularissen van een deskundigengraad van een hoger niveau kunnen nochtans aangesteld worden in een vacante wervingsbetrekking van dat niveau.
   Het aantal omkaderingsbetrekkingen van rang 11 wordt door de beheersovereenkomst vastgesteld. "]1
  ----------
  (1)<BFG 2019-04-12/10, art. 37, 015; Inwerkingtreding : 09-05-2019>

Art.30. In lid 2 van artikel 124, worden de woorden " onderinspectrice en inspectrice " ingevoegd tussen de woorden " hoofdverpleger " en de woorden " of hoofd-vast afgevaardigde bij de jeugdbescherming ".

Art.31. In punt 5 van artikel 125, worden de woorden " onderinspectrice " en " inspectrice " ingevoegd tussen de woorden " hoofdverpleger " en de woorden " of hoofd-vast afgevaardigde bij de jeugdbescherming ".

Art.32. Artikel 133 is niet toepasselijk.

Art.33. In bijlage I, wordt de littera " A. Ambtenaren-generaal " vervangen door de volgende littera :
  " A. Ambtenaren-generaal.
  (16+. Administrateur-generaal.) <BFG 2006-12-01/30, art. 72, 009; Inwerkingtreding : 25-01-2007>
  16. Adjunct-administrateur-generaal.
  16. Directeur-generaal.
  15. Adjunct-directeur-generaal. "

Art.34.In bijlage II :


1° wordt de vermelding :   
'' 1 16 adjunct- ambtenaar-generaal116adjunct-
administrateur-  administrateur-
generaal  generaal ''
ingevoegd tussen de vermeldingen :   
'' 1 16 administrateur- ambtenaar-generaal116administrateur-
generaal  generaal ''
en   
'' 1 16 directeur-generaal ambtenaar-generaal116directeur-generaal '';
2° worden de vermeldingen :   
'' 2+ 27 inspectrice gespecialiseerd224inspectrice ''
en   
'' 2+ 27 onderinspectrice gespecialiseerd224onderinspectrice ''
ingevoegd tussen de vermeldingen :   
'' 2+ 27 gegradueerd gespecialiseerd2+29gegradueerd
hoofdverpleger  hoofdverpleger ''
en   
'' 2+ 25 gegradueerde administratief2+29programmerings-
   analist '';
3° worden de vermeldingen :   
'' 2+ 25 gegradueerde gespecialiseerd224inspectrice ''
en   
'' 2+ 25 gegradueerde gespecialiseerd224onderinspectrice '',
geschrapt.  


HOOFDSTUK IIbis. - Contractuele werving.
Art. 34bis.
  <Opgeheven bij BFG 2014-04-15/04, art. 20, 013; Inwerkingtreding : 12-06-2014>

HOOFDSTUK IIter. - De externe examencommissie.
Art. 34ter.<Ingevoegd bij BFG 2003-03-20/48, art. 6; Inwerkingtreding : 07-07-2003> [1 § 1.]1 Er wordt een externe examencommissie ingesteld binnen de " Office de la Naissance et de l'Enfance ".
  Deze externe examencommissie bestaat uit drie beroemde personen die bijzonder bevoegd zijn wegens hun bekwaamheden in de aangelegenheden waarvoor de werving plaatsvindt. Die drie beroemde personen worden door de Raad van Bestuur van de " Office de la Naissance en de l'Enfance " aangewezen.
  De toekomstige hiërarchische meerdere van de kandidaat binnen de " Office de la Naissance et de l'Enfance " maakt ook met raadgevende stem deel uit van de externe examencommissie.
  De externe examencommissie beraadslaagt enkel geldig indien alle leden aanwezig zijn.
  [1 § 2. In afwijking van § 1, tweede en derde lid, voor de werving van ambtenaren van niveau 1, is de externe examencommissie samengesteld uit :
   1° een lid van de personeelsdienst of zijn afgevaardigde, die de commissie voorzit ;
   2° de hiërarchische meerdere onder wiens gezag de kandidaat zijn ambt zal uitoefenen;
   3° twee persoonlijkheden die extern zijn aan de "Office de la Naissance et de l'Enfance " die bijzonder bekwaam zijn wegens hun vaardigheden in de aangelegenheden waarvoor de werving plaatsvindt.
   Alle leden zijn stemgerechtigd.]1
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-01/08, art. 1, 017; Inwerkingtreding : 01-08-2022>

Art. 34quater. <Ingevoegd bij BFG 2003-03-20/48, art. 6; Inwerkingtreding : 07-07-2003> § 1. Er wordt aan de leden van de externe examencommissie een aanwezigheidsvergoeding van 60 euro toegekend.
  § 2. Het bedrag van de bij paragraaf 1 bedoelde vergoeding wordt geïndexeerd overeenkomstig de regels bepaald bij de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982, en gekoppeld aan de spilindex 138,01.

HOOFDSTUK III. - Nadere regels voor de toepassing van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
Art.35. In de tabel vermeld in artikel 30, wordt de vermelding " adjunct-administrateur-generaal 160/1 " ingevoegd tussen de vermeldingen " administrateur-generaal 161/1 " en " directeur-generaal 160/1 ".

Art. 35bis.<Ingevoegd bij BFG 2005-06-10/34, art. 40; Inwerkingtreding : 01-08-2005> In de artikelen 30ter, 30quater en 30quinquies, dienen de woorden " [1 Directiecomité]1 " te worden gelezen als volgt : " Directieraad ".
  ----------
  (1)<BFG 2010-07-01/08, art. 8, 011; Inwerkingtreding : 28-08-2010>

Art.36. Artikel 31 is niet toepasselijk.

Art.37. In artikel 34 worden de vermeldingen " inspectrice 270/3S " en " onderinspectrice 270/3S " ingevoegd na de vermelding " hoofdverpleger 270/3S ".

Art.37/1. [1 In bijlage I van hetzelfde besluit, onder de vermelding " Weddeschalen van niveau 2+ ", dienen de woorden " 5. Weddeschalen deskundige en omkadering " als volgt te worden gelezen : " 5. Weddeschalen deskundige, coördinatie en omkadering.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2019-04-12/10, art. 38, 015; Inwerkingtreding : 09-05-2019>


Art.38.In bijlage IV,


1° wordt de vermelding :  
'' adjunct-administrateur-generaal 1 ''
ingevoegd tussen de vermeldingen: 
'' administrateur-generaaladministrateur-generaal1 ''
en  
'' directeur-generaalcommissaris-generaal voor toerisme1 '';
2° worden de vermeldingen :  
'' inspectriceinspectrice3 ''
en  
onderinspectriceonderinspectrice3''
ingevoegd tussen de vermeldingen: 
'' gegradueerd hoofdverplegergegradueerd hoofdverpleger3 ''
en  
'' gegradueerde of eerstaanwezendprogrammeringsanalist3 '';
gegradueerde  
3° worden de vermeldingen :  
'' gegradueerde of eerstaanwezendinspectrice3 ''
gegradueerde  
en  
'' gegradueerde of eerstaanwezendonderinspectrice3 '',
gegradueerde  
geschrapt. 


Art.38bis. [1 In afwijking van hetzelfde besluit is het barema van de artsen in de volgende schaal vastgelegd:
   100/M Minimum 34.000,00
   Trappen 16(2) x 731,44
   De in aanmerking komende diensten en de betaling van de wedde worden erkend en uitgevoerd in overeenstemming met de nadere regels die in hetzelfde besluit zijn vermeld.
   Artsen genieten de in het eerste lid bedoelde wedde zolang zij niet op grond van hetzelfde besluit een hogere wedde genieten.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2019-06-19/06, art. 1, 016; Inwerkingtreding : 01-07-2019>


HOOFDSTUK IV. - Andere nadere regels voor de toepassing.
Art.39. In artikel 6, lid 1 van het koninklijk besluit van 2 april 1975 betreffende het verlof dat aan sommige personeelsleden in overheidsdienst wordt verleend voor het verrichten van bepaalde prestaties ten behoeve van in de wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschappen of de Gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen, dienen de woorden " in de betrokken Thesaurie " te worden vervangen door " bij de Dienst ".

HOOFDSTUK V. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen.
Art.40. De volgende besluiten worden opgeheven :
  1° het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 28 maart 1991 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van de " Office de la Naissance et de l'Enfance " (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn van de Franse Gemeenschap);
  2° het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 29 maart 1991 tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden van de " Office de la Naissance et de l'Enfance ".

Art.41. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 1997.

Art. 42. De Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheid het Kind behoort, en de Minister van Ambtenarenzaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit.