Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

19 DECEMBER 1980. - Wet betreffende de geldelijke rechten van de militairen. - (NOTA 1 : opgeheven voor de militairen in de zin van artikel 1 van W 1994-05-20/33, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 15-08-1994) - (NOTA 2 : Opgeheven door W 2000-12-27/32, art. 16, Inwerkingtreding : 01-04-2001; sommige bepalingen van deze wet blijven evenwel van kracht voor het vastleggen van de wetten en reglementen die van toepassing blijven op de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten die beslist hebben onderworpen te blijven aan de wetten en reglementen die van toepassing waren op de personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht, krachtens de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1990 en tekstbijwerking tot 06-01-2001)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Over de begunstigden.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Over het recht op de wedde.
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - Over de toelagen en de vergoedingen.
Art. 5
HOOFDSTUK IV. - Bijzondere stelsels.
Art. 6
HOOFDSTUK V. - Over de betaling.
Art. 7
HOOFDSTUK VI. - Slotbepaling.
Art. 8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Over de begunstigden.
Artikel 1. <Zie NOTA onder TITEL> <W 1990-12-21/42, art. 56, 002; Inwerkingtreding : 01-11-1991> Deze wet is toepasselijk op de militairen.
  Onder militair dient te worden verstaan elke persoon die aan het Rijk verbonden is door een officers-, een onderofficiers-, een vrijwilligers- of een kandidatenstatuut, het statuut van personeelslid van de Rijkswacht of die dient uit hoofde van de dienstplichtwetten, gecoördineerd op 30 april 1962.

HOOFDSTUK II. - Over het recht op de wedde.
Art.2. <Zie NOTA onder TITEL> § 1. De militair wordt bezoldigd met een wedde.
  De Koning bepaalt de weddeschalen of de enige bedragen, de gewaarborgde bezoldiging alsmede de toekenningsvoorwaarden en -modaliteiten.
  § 2. De Koning kan evenwel een soldij toekennen aan sommige categorieën militairen die Hij bepaalt.
  Hij kan echter geen categorie militairen die het weddestelsel geniet terugplaatsen in het soldijstelsel.
  § 3. De wedden, de weddebijslagen en de weddeverhogingen van de militairen worden gekoppeld aan de mobiliteitsregeling toepasselijk op de bezoldiging van het rijkspersoneel in actieve dienst.

Art.3. <Zie NOTA onder TITEL> § 1. De militair heeft recht op de wedde wanneer hij, op grond van zijn statuut of de andere wettelijke bepalingen waarin te zijnen opzichte voorzien wordt, in activiteit is.
  § 2. De militair op non-activiteit om gezondheidsredenen :
  - Behoudt het recht op de wedde wanneer de aandoening die deze non-activiteit tot gevolg had, naar aanleiding van de dienst werd opgelopen;
  - Heeft recht op drievierde van de activiteitswedde wanneer de aandoening die deze non-activiteit tot gevolg had, niet naar aanleiding van de dienst werd opgelopen.
  § 3. De militair op non-activiteit bij tuchtmaatregel heeft recht op drievierde van de laatste activiteitswedde.
  § 4.
  1° De militair door een Belgisch gerecht veroordeeld tot een vrijheidsberovende straf, heeft recht op de helft van de laatste activiteitswedde terwijl hij deze straf ondergaat.
  2° Nochtans, heeft de militair die deze straf ondergaat onder het stelsel van het weekeindarrest of de beperkte hechtenis recht op de wedde.
  § 5. De militair die zich in een andere stand bevindt dan die welke bij vorenstaande §§ 1 tot 4 zijn bepaald heeft geen recht op de wedde.
  § 6. Ontvangt, ter bewaring :
  1° Drievierde van de wedde, de militair die bij ordemaatregel geschorst is;
  2° De helft van de wedde, de militair die voorlopig in hechtenis is.
  § 7. In afwijking van § 1, ontvangt de gewezen militair die een anciënniteitspensioen geniet, tijdens de hervatting van de actieve dienst, een toelage die gelijk is aan het verschil tussen de wedde die verbonden is aan zijn werkelijke graad en het bedrag van zijn pensioen.
  § 8. In afwijking van § 4, 1°, wanneer de voorlopige hechtenis gevolgd wordt door de opschorting van de uitspraak van de veroordeling en dat deze opschorting vervolgens wordt herroepen, blijft de volle wedde verworven voor de hechtenisperiode, die ten gevolge van de opschorting van de uitspraak van de veroordeling werd aangezien als activiteitsperiode en die voortaan wordt beschouwd als non-activiteitsperiode ten gevolge van de herroeping van de opschorting.

Art.4. <Zie NOTA onder TITEL> De militair die krijgsgevangene of oorlogsgeïnterneerde is, behoudt het recht op de wedde. Bij koninklijk besluit, genomen op de met redenen omklede voordracht van de Minister van Landsverzekering, kan de wedde evenwel verminderd of ingetrokken worden voor de ganse krijgsgevangenschaps- of interneringsperiode of voor een gedeelte ervan indien de feiten die aan de oorsprong van de gevangenneming liggen, of indien het gedrag van de betrokkene gedurende de krijgsgevangenschap of de internering onverenigbaar zijn met zijn militaire staat.

HOOFDSTUK III. - Over de toelagen en de vergoedingen.
Art.5. <Zie NOTA onder TITEL> § 1. De Koning kan ten gunste van sommige categorieën militairen het recht scheppen op premies, toelagen, vergoedingen en andere aanvullende retributies, alsmede op sommige voordelen in natura.
  § 2. De Koning bepaalt de bedragen en regelt de toekennning van de in § 1 bedoelde voordelen.
  Hij mag evenwel in de gevallen die Hij bepaalt de Minister van Landsverdediging met die taak belasten.
  § 3. De Koning kan de hierboven bedoelde bedragen koppelen aan de mobiliteitsregeling toepasselijk op de bezoldiging van het rijkspersoneel in actieve dienst.

HOOFDSTUK IV. - Bijzondere stelsels.
Art.6. <Zie NOTA onder TITEL> § 1. De Koning regelt de bezoldiging van het personeel dat, bij toepassing van artikel 2, § 2 van deze wet, een soldij geniet.
  § 2. De Koning regelt de bezoldiging van het personeel dat dient in het kader van de militaire technische samenwerking.

HOOFDSTUK V. - Over de betaling.
Art.7. <Zie NOTA onder TITEL> § 1. De betalingen op grond van deze wet en van de besluiten ter uitvoering van deze wet moeten door bemiddeling van het Bestuur der Postchecks worden verricht op een rekening, geopend op naam van de militair bij vorenbedoeld bestuur of bij een financiële instelling gemachtigd om girale geldverrichtingen uit te voeren.
  § 2. Bij afwijking van § 1, mag de Minister van Landsverdediging beslissen dat sommige betalingen uit de hand gebeuren.

HOOFDSTUK VI. - Slotbepaling.
Art. 8. <Zie NOTA onder TITEL> De koninklijke besluiten die, ten gunste van de militairen, het recht doen ingaan op een of ander geldelijk voordeel, en die in werking zijn op de dag van inwerkingtreding van deze wet, worden geacht ter uitvoering van deze wet te zijn genomen.