Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 JULI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 1994 over de algemene politiesteundienst.



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994000430 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is toepasselijk op de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten, van de rijkswacht en van de korpsen van de gemeentepolitie, bedoeld in artikel 2, voor zover de onkosten die voortvloeien uit hun aanwijzing voor of hun detachering naar de algemene politiesteundienst, nog niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een bijzondere regeling voor het geheel of een deel van de periode gedurende dewelke de bepalingen van dit besluit op hen toepasselijk zijn.

Art.2. Een artikel 14bis, luidend als volgt, wordt in het koninklijk besluit van 11 juli 1994 over de algemene politiesteundienst ingevoegd :
  "Artikel 14bis. § 1. Onverminderd het in artikel 14, § 2, tweede lid, bepaalde en met uitzondering van degenen die als verbindingsofficier of als adjuncten van deze laatsten naar het buitenland worden gezonden, kunnen de voor de algemene politiesteundienst aangewezen of ernaar gedetacheerde personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten en van de rijkswacht aanspraak maken op dezelfde terugbetalingen, vergoedingen en toelagen waarop zij, op grond van hun statuut, aanspraak kunnen maken in geval van tewerkstelling bij of detachering naar het commissariaat-generaal van de gerechtelijke politie.
  § 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 14, § 2, tweede lid, en met uitzondering van degenen die als verbindingsofficier of als adjuncten van deze laatsten naar het buitenland worden gezonden, kunnen de voor de algemene politiesteundienst aangewezen of ernaar gedetacheerde personeelsleden van een korps van de gemeentepolitie aanspraak maken op :
  1° de toelage en terugbetaling van de reiskosten die bedoeld zijn door het koninklijk besluit van 12 juli 1991 betreffende de toekenning van een toelage en de terugbetaling van de reiskosten aan de leden van de gerechtelijke politie bij de parketten wegens detachering naar het commissariaat- generaal van de gerechtelijke politie;
  2° volgens de toekenningsvoorwaarden en het bedrag die door deze reglementering bepaald zijn, de vergoeding die bedoeld is in het koninklijk besluit van 26 februari 1958 houdende toekenning van een vaste vergoeding aan bepaalde leden van het rijkswachtpersoneel, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 februari 1959, 21 mei 1970, 7 oktober 1975, 22 september 1980, 12 maart 1981, 26 november 1985, 25 november 1986, 16 februari 1988 en 25 februari 1996.
  § 3. Voor de toepassing van artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 juli 1991 betreffende de toekenning van een toelage en de terugbetaling van de reiskosten aan de leden van de gerechtelijke politie bij de parketten wegens detachering naar het commissariaat-generaal van de gerechtelijke politie, worden de personeelsleden van een korps van de gemeentepolitie gelijkgesteld met de gerechtelijke officieren bij de parketten, als zij bekleed zijn met een graad van officier zoals bedoeld in artikel 1, C. van het koninklijk besluit van 13 oktober 1986 tot vaststelling van de graden van het personeel van de gemeentepolitie; met gerechtelijke agenten, als zij bekleed zijn met een graad van agent, inspecteur, veldwachter, hoofdveldwachter of brigadecommissaris zoals bedoeld in artikelen 1, A. en B. en 2 van voornoemd besluit.
  Overeenkomstig de in het eerste lid bedoelde gelijkstelling en voor zover ze vóór 1 januari 1999 voor de algemene politiesteundienst aangewezen of ernaar gedetacheerd werden, ontvangen ze de bedragen bepaald bij § 1 van voornoemd artikel, wanneer zij behoren tot een politiekorps van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, en bij § 2, wanneer zij behoren tot een ander korps. Indien ze na 1 januari 1999 voor de algemene politiesteundienst aangewezen of ernaar gedetacheerd werden, ontvangen ze de bedragen bepaald bij § 1 van voornoemd artikel.

Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 1994.

Art. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 9 juli 2000.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Begroting,
  J. VANDE LANOTTE
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  A. DUQUESNE
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN.