5 JULI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van verschillende besluiten, over de subsidiëring van variabele prestaties
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten Ondersteuningsplan voor het voortraject van personen met een handicap
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap
Art. 3
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap
Art. 4
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders
Art. 5
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende de transitie van personen met een handicap die gebruikmaken van een persoonlijke-assistentiebudget of een persoonsgebonden budget of die ondersteund worden door een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarigen of een thuisbegeleidingsdienst, naar persoonsvolgende financiering en houdende de transitie van de flexibele aanbodcentra voor meerderjarigen en de thuisbegeleidingsdiensten
Art. 6
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten
Art. 7-11
HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2017 over de erkenning en subsidiëring van voorzieningen die ondersteuning bieden aan personen met een handicap in de gevangenis, en van units voor geïnterneerden
Art. 12-14
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2017 over de erkenning en subsidiëring van observatie-, diagnose- en behandelingsunits
Art. 15-16
HOOFDSTUK 10. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2018 over de zorg en ondersteuning voor personen met een niet-aangeboren hersenletsel of tetraplegie ten gevolge van een hoge dwarslaesie met de hoogste zorg- en ondersteuningsnood
Art. 17
HOOFDSTUK 11. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 over de zorg en ondersteuning voor geïnterneerde personen met een handicap door vergunde zorgaanbieders
Art. 18
HOOFDSTUK 12. - Slotbepalingen
Art. 19-21
BIJLAGE.
Art. N
1994035204 2011035898 2013035262 2016035423 2016036142 2016036148 2017032083 2017040466 2018030195 2018032117 2019010525
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector
Artikel 1. Artikel 8 van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 juni 1995 en 22 maart 2024, wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten Ondersteuningsplan voor het voortraject van personen met een handicap
Art.2. In artikel 12, zevende lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten Ondersteuningsplan voor het voortraject van personen met een handicap, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2024, wordt de zinsnede "artikel 8, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector" vervangen door de zinsnede "artikel 13/1 en 13/2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten".
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap
Art.3. In artikel 9, § 3, vierde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2024, wordt de zinsnede "artikel 8, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector" vervangen door de zinsnede "artikel 13/1 en 13/2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten".
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap
Art.4. In artikel 19, vijfde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2024, wordt de zinsnede "artikel 8, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector" vervangen door de zinsnede "artikel 13/1 en 13/2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten".
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders
Art.5. In artikel 3, § 5/1, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 december 2019 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2024, wordt de zinsnede "artikel 8, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector" vervangen door de zinsnede "artikel 13/1 en 13/2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten".
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende de transitie van personen met een handicap die gebruikmaken van een persoonlijke-assistentiebudget of een persoonsgebonden budget of die ondersteund worden door een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarigen of een thuisbegeleidingsdienst, naar persoonsvolgende financiering en houdende de transitie van de flexibele aanbodcentra voor meerderjarigen en de thuisbegeleidingsdiensten
Art.6. In het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende de transitie van personen met een handicap die gebruikmaken van een persoonlijke-assistentiebudget of een persoonsgebonden budget of die ondersteund worden door een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarigen of een thuisbegeleidingsdienst, naar persoonsvolgende financiering en houdende de transitie van de flexibele aanbodcentra voor meerderjarigen en de thuisbegeleidingsdiensten worden de volgende artikelen opgeheven:
1° artikel 27, hersteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017;
2° artikel 28.
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten
Art.7. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 en 20 maart 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er wordt een punt 2° /0 ingevoegd, dat als volgt luidt:
"2° /0: besluit van 26 februari 2016: het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap;";
2° er wordt een punt 11° /1 ingevoegd, dat als volgt luidt:
"11° /1 variabele prestaties: prestaties tijdens de avond en nacht, en op een zaterdag, zondag of een feestdag waarvoor de werkgever extra salarissupplementen moet betalen;".
Art.8. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 december 2017, 17 juli 2020 en 22 maart 2024, wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
"2° het besluit van 26 februari 2016;".
Art.9. In artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juli 2020 en 5 maart 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, inleidende zin, wordt de zinsnede "opvoedend, administratief en logistiek" opgeheven;
2° in het eerste lid, 1°, wordt de zinsnede "beperkt tot het aantal uren dat conform artikel 8 van het voormelde besluit gesubsidieerd kan worden," opgeheven;
3° in het derde lid wordt de zinsnede "wordt niet toegekend aan barema 22 tot en met 25 en" opgeheven.
Art.10. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2024, worden een artikel 13/1 en 13/2 ingevoegd, die luiden als volgt:
Art. 13/1. § 1. Het agentschap subsidieert de extra salarissupplementen, vermeld in artikel 4, eerste lid, 6°, van het besluit van 15 december 1993, conform paragraaf 2 tot en met 4.
§ 2. Per subsidie-eenheid wordt het maximumaantal subsidieerbare uren variabele prestaties van een werkingsjaar op de volgende wijze vastgelegd op basis van het jaar 2023:
1° voor een MFC wordt er voor de ondersteuningsfunctie verblijf, vermeld in artikel 10, § 1, 1°, van het besluit van 26 februari 2016, die is opgenomen in de geregistreerde begeleidingsovereenkomst, vermeld in artikel 35, eerste lid, van het voormelde besluit, een aantal uur variabele prestaties bepaald per vork die is vastgelegd in tabel 2, die is opgenomen in de bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd. Het aantal uur variabele prestaties per vork is bepaald in tabel 1, die is opgenomen in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd;
2° voor een vergunde zorgaanbieder worden er uren variabele prestaties in aanmerking genomen, aan de hand van de vouchers die zijn geregistreerd conform artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders. Het aantal uren variabele prestaties wordt bepaald in tabel 2, die is opgenomen in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd en hangt af van de bij het agentschap geregistreerde vormen van ondersteuning, als vermeld in artikel 4, 1° en de frequentie daarvan;
3° voor een vergunde zorgaanbieder die een individuele dienstverleningsovereenkomst bij het agentschap heeft geregistreerd als vermeld in artikel 10, § 1, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2018 over de zorg en ondersteuning voor personen met een niet-aangeboren hersenletsel of tetraplegie ten gevolge van een hoge dwarslaesie met de hoogste zorg- en ondersteuningsnood, wordt er per gesubsidieerd personeelspunt, vermeld in artikel 10, § 1, eerste lid, van het voormelde besluit, 12,67 uren variabele prestaties in aanmerking genomen;
4° voor een vergunde zorgaanbieder die een individuele dienstverleningsovereenkomst bij het agentschap heeft geregistreerd als vermeld in artikel 12, § 1, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 over de zorg en ondersteuning voor geïnterneerde personen met een handicap door vergunde zorgaanbieders, wordt er per gesubsidieerd personeelspunt, vermeld in artikel 12, § 1, eerste lid, van het voormelde besluit, 12,67 uren variabele prestaties in aanmerking genomen;
5° voor de observatie-, diagnose- en behandelingsunits wordt er per erkend personeelspunt, vermeld in artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2017 over de erkenning en subsidiëring van observatie-, diagnose- en behandelingsunits, 12,67 variabele prestaties in aanmerking genomen;
6° voor de units voor geïnterneerden wordt er per personeelspunt voor alle plaatsen waarvoor de unit voor geïnterneerden erkend is, vermeld in artikel 16, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2017 over de erkenning en subsidiëring van voorzieningen die ondersteuning bieden aan personen met een handicap in de gevangenis, en van units voor geïnterneerden, 12,67 variabele prestaties in aanmerking genomen;
7° voor de rechtstreeks toegankelijke diensten wordt per erkend personeelspunt, vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap, 0,10 uren variabele prestaties in aanmerking genomen.
De aantallen uren variabele prestaties per subsidie-eenheid die worden verkregen conform het eerste lid, 1° tot en met 7°, worden samengeteld.
In afwijking van het eerste lid, worden bij een subsidie-eenheid, die is gestart in 2023 of 2024, de maximumaantal subsidieerbare uren variabele prestaties berekend aan de hand van de gegevens van het eerste volledige werkingsjaar. Als het eerste werkingsjaar geen volledig kalenderjaar omvat, dan worden de maximumaantal subsidieerbare uren variabele prestaties voor dat werkingsjaar berekend aan de hand van de gegevens van het eerste werkingsjaar.
§ 3. De gepresteerde uren variabele prestaties, die door de subsidie-eenheid voor het werkingsjaar worden doorgegeven aan het agentschap conform artikel 13, eerste lid, 1°, worden omgezet aan de hand van tabel 3 die is opgenomen in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd. Het totale aantal uren variabele prestaties dat wordt verkregen na de voormelde omzetting, wordt vergeleken met het maximumaantal subsidieerbare uren variabele prestaties, vastgelegd conform paragraaf 2.
§ 4. Het agentschap subsidieert de uren variabele prestaties van een werkingsjaar op basis van de uren variabele prestaties die door de subsidie-eenheid voor het werkingsjaar zijn doorgegeven aan het agentschap conform artikel 13, eerste lid, 1°, en na de omzetting, vermeld in paragraaf 3, rekening houdend met de gegevens, vermeld in artikel 13, eerste lid, 2° tot en met 5°.
Als het aantal door de subsidie-eenheid gepresteerde uren variabele prestaties voor een werkingsjaar dat is doorgegeven aan het agentschap conform artikel 13, eerste lid, 1°, na de omzetting van die uren, vermeld in paragraaf 3, hoger is dan het aantal uren dat wordt berekend conform paragraaf 2, wordt van het totale bedrag van de subsidieerbare kostprijs van de gepresteerde uren variabele prestaties, na de omzetting van die uren, vermeld in paragraaf 3, een bedrag in mindering gebracht dat overeenkomt met het verschil tussen die uren en het maximumaantal subsidieerbare uren variabele prestaties die worden berekend conform paragraaf 2, vermenigvuldigd met het gemiddelde subsidiebedrag per variabel uur van die subsidie-eenheid.
Art. 13/2. § 1. Voor het werkingsjaar 2024, 2025, 2026 en 2027 is de overgangsmaatregel voorzien in paragraaf 2 en 3 van toepassing in het geval dat de maximumaantal subsidieerbare uren variabele prestaties voor het werkingsjaar 2022, berekend conform artikel 13/1, § 2, eerste en tweede lid, voor het werkingsjaar 2022 lager is dan het huidige maximumaantal subsidieerbare uren variabele prestaties voor het werkingsjaar 2022 omgezet conform artikel 13/1, § 3.
Als de werkelijk gesubsidieerde uren variabele prestaties voor het werkingsjaar 2022, omgezet conform artikel 13/1, § 3, lager is dan het huidige maximumaantal te subsidiëren uren variabele prestaties voor het werkingsjaar 2022 omgezet conform artikel 13/1, § 3, dan is de overgangsmaatregel, vermeld in paragraaf 2 en 3, van toepassing als de maximumaantal subsidieerbare uren variabele prestaties voor het werkingsjaar 2022, berekend conform artikel 13/1, § 2, eerste en tweede lid, lager is dan de werkelijk gesubsidieerde uren variabele prestaties voor het werkingsjaar 2022, omgezet conform artikel 13/1, § 3.
§ 2. Voor subsidie-eenheden waarvoor de overgangsmaatregel van toepassing is, wordt het maximumaantal subsidieerbare uren variabele prestaties op de volgende wijze bepaald: het verschil in kostprijs tussen het huidige maximumaantal te subsidiëren uren variabele prestaties voor het werkingsjaar 2022, dat is omgezet conform artikel 13/1, § 3, in het geval paragraaf 1, eerste lid van toepassing is, of de werkelijk gepresteerde uren variabele prestaties voor het werkingsjaar 2022, dat is omgezet conform artikel 13/1, § 3, in het geval paragraaf 1, tweede lid van toepassing is, en het maximumaantal te subsidiëren uren variabele prestaties voor werkingsjaar 2022 dat is berekend conform artikel 13/1, § 2, eerste en tweede lid, wordt omgezet in een aantal uren variabele prestaties door dat verschil in kostprijs te delen door de gemiddelde kostprijs van een variabel uur voor het werkingsjaar 2022 van de subsidie-eenheid.
Het aantal uren variabele prestaties dat wordt verkregen na toepassing van de berekening in het eerste lid, wordt bijgeteld bij het maximumaantal subsidieerbare uren variabele prestaties voor het werkingsjaar 2022, berekend conform artikel 13/1, § 2, eerste en tweede lid.
Voor het werkingsjaar waarin de overgangsmaatregel, van toepassing is, wordt in afwijking van 13/1, § 4, het totale aantal uren variabele prestaties, vermeld in het tweede lid, gesubsidieerd door het agentschap, onder voorbehoud van paragraaf 3.
§ 3. Het bedrag dat overeenstemt met het totaal van de bedragen dat in werkingsjaar 2022 van de subsidies van de subsidie-eenheid in mindering is gebracht met toepassing van de volgende bepalingen, opgesomd onder punt 1° tot en met 3°, zoals van kracht op de dag vóór de datum van de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2024 tot wijziging van verschillende besluiten, wat betreft de subsidiëring van variabele prestaties, wordt gedeeld door de gemiddelde kosten van een variabel uur per subsidie-eenheid in 2022:
1° artikel 27 en artikel 28 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende de transitie van personen met een handicap die gebruikmaken van een persoonlijke-assistentiebudget of een persoonsgebonden budget of die ondersteund worden door een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarigen of een thuisbegeleidingsdienst, naar persoonsvolgende financiering en houdende de transitie van de flexibele aanbodcentra voor meerderjarigen en de thuisbegeleidingsdiensten;
2° artikel 26/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2017 over de erkenning en subsidiëring van voorzieningen die ondersteuning bieden aan personen met een handicap in de gevangenis, en van units voor geïnterneerden;
3° artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2017 over de erkenning en subsidiëring van observatie-, diagnose- en behandelingsunits.
Het aantal uren dat verkregen wordt conform het eerste lid, wordt in mindering gebracht van het aantal uren variabele prestaties dat wordt verkregen door toepassing van paragraaf 2, eerste lid.
Het eventuele saldo van uren dat overblijft na toepassing van het eerste en tweede lid, wordt voor de toepassing van paragraaf 2, tweede lid, bijgeteld bij het maximumaantal subsidieerbare uren variabele prestaties van werkingsjaar 2022, berekend conform artikel 13/1, § 2, eerste en tweede lid.
§ 4. Als er na toepassing van paragraaf 3, eerste en tweede lid, geen saldo van uren variabele prestaties dat wordt berekend conform paragraaf 2, eerste lid, meer overblijft, is de overgangsmaatregel, vermeld in paragraaf 2 en 3, niet van toepassing.".
Als het maximumaantal subsidieerbare uren variabele prestaties voor het werkingsjaar 2023, berekend conform artikel 13/1, § 2, eerste en tweede lid, hoger is dan het totaal aantal uren bekomen overeenkomstig paragraaf 2, tweede lid of indien van toepassing, paragraaf 3, derde lid, dan is de overgangsmaatregel eveneens niet van toepassing.
Art.11. Aan hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2024, wordt een bijlage 3 toegevoegd, die als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2017 over de erkenning en subsidiëring van voorzieningen die ondersteuning bieden aan personen met een handicap in de gevangenis, en van units voor geïnterneerden
Art.12. In artikel 8, vierde lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2017 over de erkenning en subsidiëring van voorzieningen die ondersteuning bieden aan personen met een handicap in de gevangenis, en van units voor geïnterneerden, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2024, wordt de zinsnede "artikel 8, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector" vervangen door de zinsnede "artikel 13/1 en 13/2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten".
Art.13. In artikel 17, vierde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2024, wordt de zinsnede "artikel 8, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector" vervangen door de zinsnede "artikel 13/1 en 13/2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten".
Art.14. Artikel 26/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2018, wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2017 over de erkenning en subsidiëring van observatie-, diagnose- en behandelingsunits
Art.15. In artikel 9, vierde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2017 over de erkenning en subsidiëring van observatie-, diagnose- en behandelingsunits, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2024, wordt de zinsnede "artikel 8, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector" vervangen door de zinsnede "artikel 13/1 en 13/2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten".
Art.16. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 10. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2018 over de zorg en ondersteuning voor personen met een niet-aangeboren hersenletsel of tetraplegie ten gevolge van een hoge dwarslaesie met de hoogste zorg- en ondersteuningsnood
Art.17. In artikel 10, § 2, vierde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2018 over de zorg en ondersteuning voor personen met een niet-aangeboren hersenletsel of tetraplegie ten gevolge van een hoge dwarslaesie met de hoogste zorg- en ondersteuningsnood, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2024, wordt de zinsnede "artikel 8, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector" vervangen door de zinsnede "artikel 13/1 en 13/2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten".
HOOFDSTUK 11. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 over de zorg en ondersteuning voor geïnterneerde personen met een handicap door vergunde zorgaanbieders
Art.18. In artikel 12, § 2, vierde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 over de zorg en ondersteuning voor geïnterneerde personen met een handicap door vergunde zorgaanbieders, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2024, wordt de zinsnede "artikel 8, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector" vervangen door de zinsnede "artikel 13/1 en 13/2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten".
HOOFDSTUK 12. - Slotbepalingen
Art.19. Vanaf 1 januari 2026 vallen de internaten, vermeld in artikel 1, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 2023 over de transitie van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn, die zijn erkend als MFC met toepassing van de procedure, vermeld in artikel 3 tot en met 5 van het voormelde besluit, onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten, zoals gewijzigd bij artikel 7 tot en met 11 van dit besluit.
Art.20. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.
Art.21. De Vlaamse minister, bevoegd voor de personen met een beperking, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
Bijlage 3 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten
Bijlage 3. Tabellen als vermeld in artikel 13/1
Tabel 1
ondersteuningsfunctie | frequentie | uren per week |
verblijf | vork 2/3 nachten | 3,07 |
verblijf | vork 4/5 nachten deeltijds | 2,56 |
verblijf | vork 4/5 nachten | 5,11 |
verblijf | vork 6/7 nachten | 34,98 |
ondersteuningsfunctie | frequentie | uren per voucherpunt |
dagondersteuning | meer dan 5 dagen | 0,68 |
dagondersteuning | meer dan 6 dagen | 4,05 |
woonondersteuning | tot 5 dagen | 3,20 |
woonondersteuning | meer dan 5 dagen | 0,68 |
woonondersteuning | meer dan 6 dagen | 4,05 |
psychosociale begeleiding zonder woon- en dagondersteuning | 2,51 |
variabel uur | variabel uur na omzetting |
één zaterdaguur | 1,00 |
één zondaguur | 5,00 |
één avonduur | 1,00 |
één nachtuur | 1,00 |
één feestdaguur | 2,50 |