Artikels:
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 1995 houdende erkenning en subsidiëring van palliatieve netwerken
Artikel 1. In artikel 35 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 1995 houdende erkenning en subsidiëring van palliatieve netwerken, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2007 en gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2015 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt het bedrag "8959,34" vervangen door het bedrag "8830,19" en worden de woorden "achtduizend negenhonderdnegenenvijftig euro vierendertig cent" vervangen door de woorden "achtduizend achthonderddertig euro negentien cent";
2° in paragraaf 2 wordt het jaartal "2016" vervangen door het jaartal "2021".
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 19 juni 1997 houdende vaststelling van de subsidie toegekend aan de samenwerkingsverbanden inzake palliatieve verzorging tussen verzorgingsinstellingen en -diensten en houdende regeling van de toekenningsprocedure
Art.2. In artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 19 juni 1997 houdende vaststelling van de subsidie toegekend aan de samenwerkingsverbanden inzake palliatieve verzorging tussen verzorgingsinstellingen en -diensten en houdende regeling van de toekenningsprocedure, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 oktober 2001 en gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2015 worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° de zinsnede "aan (spilindex 124,34, basis 1996)" wordt opgeheven;
2° in het eerste streepje wordt het bedrag "35.944,56" vervangen door het bedrag "46.382,00";
3° in het tweede streepje wordt het bedrag "21.070,95" vervangen door het bedrag "27.189,82".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2009 betreffende de Logo's
Art.3. In artikel 24 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2009 betreffende de Logo's, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 13 maart 2015 en 5 april 2019, wordt het eerste lid, vervangen door wat volgt:
"Gebied van een regionale stad
De subsidie voor een Logo, vermeld in artikel 23, met uitzondering van het Logo voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, bedraagt 0,6187 euro per inwoner in het werkgebied van een Logo, en een bedrag per Logo als vermeld in de volgende tabel:
vzw Logo Antwerpen | 226.415,00 |
Logo Mechelen vzw | 154.879,00 |
vzw Logo Kempen | 154.259,00 |
Logo Zenneland | 151.092,00 |
Logo Oost-Brabant | 153.708,00 |
Logo Brugge | 116.359,00 |
Logo Midden-West-Vlaanderen | 115.594,00 |
Logo Leieland | 116.283,00 |
Logo Oostende | 118.365,00 |
Logo Dender vzw | 115.675,00 |
Logo Gezond+ (Gent) | 227.585,00 |
Logo-Waasland vzw | 117.418,00 |
Logo regio Genk | 117.321,00 |
Logo regio Hasselt | 192.148,00 |
"
Art.4. In artikel 25 van hetzelfde besluit wordt het bedrag "259.060 euro" vervangen door het bedrag "253.151,00 euro".
Art.5. In artikel 26 van hetzelfde besluit wordt tussen de zinsnede "en 25," en de woorden "aan te passen" de zinsnede "en die berekend zijn op basis van de afgevlakte gezondheidsindex," ingevoegd.
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg
Art.6. In artikel 51 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 september 2015 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
"Vergunde diensten voor pleegzorg ontvangen per module begeleiding of behandeling die ze inzetten, een forfaitaire subsidie die op jaarbasis wordt vastgesteld volgens de volgende tabel:
module | personeel (P) | anciënniteit extra boven vijf jaar (A) | werking (W) | totaal (T=P+W) |
ondersteunend verblijf in een pleeggezin - lage frequentie, vermeld in artikel 3, eerste lid, 2° | 4.162,82 | 100,36 | 784,47 | 4.947,29 |
ondersteunend verblijf in een pleeggezin - korte duur, vermeld in artikel 3, eerste lid, 3° | 4.162,82 | 100,36 | 784,47 | 4.947,29 |
crisisverblijf in een pleeggezin, vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° | 24.976,92 | 602,15 | 4.706,81 | 29.683,73 |
perspectiefzoekend verblijf in een pleeggezin, vermeld in artikel 4 | 4.162,82 | 100,36 | 784,47 | 4.947,29 |
perspectiefbiedend verblijf in een pleeggezin, vermeld in artikel 5 | 4.162,82 | 100,36 | 784,47 | 4.947,29 |
behandelingspleegzorg, vermeld in artikel 6, § 1 | 7.805,28 | 188,17 | 1.470,88 | 9.276,16 |
";
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het Subsidiebesluit van 22 november 2013
Art.7. In artikel 18, derde lid, van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 1° wordt het bedrag "5355,75 euro" vervangen door het bedrag "5286,12 euro";
2° in punt 2°, wordt het bedrag "96,76 euro" vervangen door het bedrag "95,5 euro".
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2014 met betrekking tot de erkenning en de subsidiëring van ondersteuningsteams
Art.8. Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2014 met betrekking tot de erkenning en de subsidiëring van ondersteuningsteams, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 september 2015, wordt vervangen door de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 2015 betreffende de huisartsenkringen
Art.9. In artikel 16 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 2015 betreffende de huisartsenkringen wordt het bedrag "0,2260" vervangen door het bedrag "0,2136".
Art.10. In artikel 17 van hetzelfde besluit wordt het bedrag "0,1977" vervangen door het bedrag "0,1868".
Art.11. In artikel 18 van hetzelfde besluit wordt het bedrag "0,1412" vervangen door het bedrag "0,1334".
Art.12. In artikel 19 van hetzelfde besluit wordt het jaartal "2015" vervangen door het jaartal "2021".
HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 februari 2016 betreffende de voorbereiding bij adoptie
Art.13. In artikel 20, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 februari 2016 betreffende de voorbereiding bij adoptie wordt het bedrag "504.071,93 euro" vervangen door het bedrag "473.828,60 euro".
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders
Art.14. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2018, wordt een punt 9° /1 ingevoegd dat luidt als volgt:
"9° /1 vergunde zorgaanbieder: een aanbieder van zorg en ondersteuning die conform het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap, vergund is door het agentschap;".
Art.15. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 december 2017, 11 januari 2019 en 10 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragaaf 3 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
"Als een budgethouder ervoor kiest om zijn budget volledig of gedeeltelijk te gebruiken als een voucher, heeft de vergunde zorgaanbieder recht op organisatiegebonden personeelspunten.";
2° in paragraaf 3 worden tussen het eerste en het tweede lid drie nieuwe leden ingevoegd, die luiden als volgt:
"Het agentschap bepaalt voor elke vergunde zorgaanbieder jaarlijks het aantal organisatiegebonden personeelspunten, vermeld in het eerste lid. Het agentschap berekent daarvoor het gemiddelde van het totale aantal zorggebonden punten die de vergunde zorgaanbieder voor de twee voorafgaande kalenderjaren conform artikel 13, tweede lid, heeft geregistreerd bij het agentschap.
Het jaarlijks aantal organisatiegebonden personeelspunten, vermeld in het tweede lid bedraagt:
1° voor het jaar 2020: 19,40% van het gemiddelde aantal zorggebonden punten, vermeld in het tweede lid;
2° voor het jaar 2021: 17,85% van het gemiddelde aantal zorggebonden punten, vermeld in het tweede lid;
3° vanaf het jaar 2022: 16,18 % van het gemiddelde aantal zorggebonden punten, vermeld in het tweede lid.
Het bedrag per punt bedraagt 864 euro (achthonderdvierenzestig euro).";
3° in paragraaf 3 wordt het bestaande tweede lid, dat het vijfde lid wordt, vervangen door wat volgt:
"De vergunde zorgaanbieder mag de organisatiegebonden personeelspunten, vermeld in het tweede en derde lid, omzetten in werkingsmiddelen tegen een bedrag per personeelspunt a rato van de navolgende percentage:
1° in het kalenderjaar 2020: 55%;
2° in het kalenderjaar 2021: 60%;
3° in het kalenderjaar 2020: 65%.";
4° in paragraaf 4 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
"Als een budgethouder ervoor kiest om zijn budget volledig of gedeeltelijk als cashbudget te gebruiken bij een vergunde zorgaanbieder, heeft de vergunde zorgaanbieder recht op een vergoeding voor organisatiegebonden kosten.";
5° in paragraaf 4 worden tussen het eerste en het tweede lid twee nieuwe leden ingevoegd, die luiden als volgt:
"Het agentschap bepaalt voor elke vergunde zorgaanbieder jaarlijks het bedrag van de vergoeding voor de organisatiegebonden kosten, vermeld in het eerste lid. Het agentschap berekent daarvoor het gemiddelde van de totale bedragen van de vergoedingen, vermeld in de overeenkomsten met vergunde zorgaanbieders, die de budgethouders conform artikel 17, § 1, eerste lid, voor de twee voorafgaande kalenderjaren hebben geregistreerd bij het agentschap.
De vergoeding voor organisatiegebonden kosten, vermeld in het tweede lid, bedraagt:
1° voor het jaar 2020: 19,40% van het gemiddelde bedrag, vermeld in het tweede lid;
2° voor het jaar 2021: 17,85% van het gemiddelde bedrag, vermeld in het tweede lid;
3° vanaf het jaar 2022: 16,18 % van het gemiddelde bedrag, vermeld in het tweede lid.";
6° in paragraaf 4 wordt in het bestaande tweede lid, dat het vierde lid wordt, de zinsnede "paragraaf 3, tweede en derde lid" vervangen door de zinsnede "paragraaf 3, vijfde lid";
7° paragraaf 5 wordt vervangen door wat volgt:
" § 5. In afwijking van paragraaf 3, tweede lid, wordt het aantal organisatiegebonden personeelspunten, vermeld in paragraaf 3, eerste lid, voor een zorgaanbieder die conform het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap wordt vergund door het agentschap, voor het kalenderjaar waarin de vergunning wordt verleend, vastgesteld op basis van het totale aantal zorggebonden punten die voor dat kalenderjaar conform artikel 13, tweede lid, van dit besluit, zijn geregistreerd bij het agentschap. De vergoeding voor organisatiegebonden kosten wordt in afwijking van paragraaf 4, tweede lid, vastgesteld op basis van het totale bedrag van de vergoedingen, vermeld in de overeenkomsten met vergunde zorgaanbieders, die de budgethouders voor dat kalenderjaar conform artikel 17, § 1, eerste lid, van dit besluit hebben geregistreerd bij het agentschap.
Voor het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de vergunning is verleend, worden de organisatiegebonden personeelspunten, vermeld in paragraaf 3, eerste lid, berekend op basis van het gemiddelde van het totale aantal zorggebonden punten die conform artikel 13, tweede lid, zijn geregistreerd bij het agentschap voor het kalenderjaar waarin de vergunning is verleend en voor het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de vergunning is verleend.
De vergoeding van de organisatiegebonden personeelspunten wordt berekend op basis van het gemiddelde van het totale bedrag van de vergoedingen, vermeld in de overeenkomsten met vergunde zorgaanbieders, die de budgethouders voor het kalenderjaar waarin de vergunning is verleend en voor het daaropvolgende kalenderjaar conform artikel 17, § 1, eerste lid, hebben geregistreerd bij het agentschap.";
8° er wordt een paragraaf 5/1 ingevoegd, die luidt als volgt:
" § 5/1. De werkingsmiddelen, vermeld in paragraaf 3, vierde lid, mogen niet worden aangewend voor de aanwerving van personeel of voor de vergoeding van eigen personeelskosten.
Het bedrag per personeelspunt, vermeld in paragraaf 3, vijfde lid, wordt jaarlijks op 1 januari aangepast, rekening houdend met de gezondheidsindex, vermeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, en wordt berekend op basis van de volgende formule: (basisbedrag x index december 20../index december 2017).";
9° in paragraaf 6, eerste lid, wordt de zinsnede "paragraaf 3, tweede lid," vervangen door de zinsnede "paragraaf 3, vierde lid," en wordt de zinsnede "paragraaf 5" vervangen door de zinsnede "paragraaf 4".
HOOFDSTUK 10. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende subsidiëring van projecten vanuit het vroegere Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten en voor personeelsleden met een gewezen gescostatuut
Art.16. Aan artikel 2, eerste lid, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende subsidiëring van projecten vanuit het vroegere Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten en voor personeelsleden met een gewezen gescostatuut, wordt de volgende zinssnede toegevoegd:
"Dat bedrag kan bestaan uit een component opvang zieke kinderen en een component buitenschoolse opvang. Op de component zieke kinderen wordt een vermindering van 1,3 % toegepast;"
HOOFDSTUK 11. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016 houdende de voorwaarden van de vaststelling, de uitbetaling en de terugvordering van de subsidies van de zorgkassen in het kader van de Vlaamse sociale bescherming
Art.17. In artikel 13/2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016 houdende de voorwaarden van de vaststelling, de uitbetaling en de terugvordering van de subsidies van de zorgkassen in het kader van de Vlaamse sociale bescherming, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt het bedrag "7.584.694 euro" vervangen door het bedrag "6.790.615 euro";
2° in paragraaf 2 wordt het vierde lid opgeheven.
Art.18. In artikel 13/3, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018, wordt het vierde lid opgeheven.
Art.19. In artikel 15/2, ingevoegd bij het besluit van 14 december 2018, wordt in paragraaf 2 het bedrag "5.600.001 euro" vervangen door het bedrag "5.264.000 euro".
Art.20. In artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
"Het bedrag, vermeld in artikel 13/2, § 1, eerste lid, wordt, met ingang van het kalenderjaar 2021, ieder jaar op 1 januari aangepast aan de ontwikkeling van het afgevlakte gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen van de maand april van het voorgaande jaar ten opzichte van het afgevlakte gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen van de maand april in 2019.";
2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"De bedragen, vermeld in artikel 13/3, § 1, eerste lid, en in artikel 15/2, § 2, worden, met ingang van het kalenderjaar 2020, ieder jaar op 1 januari aangepast aan de ontwikkeling van het afgevlakte gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen van de maand april van het voorgaande jaar ten opzichte van het afgevlakte gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen van de maand april in 2018.".
HOOFDSTUK 12. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2017 betreffende de erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling en de partnerorganisatie
Art.21. In artikel 31 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2017 betreffende de erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling en de partnerorganisatie, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2, 1°, wordt de zinsnede "1.498.891,48 euro (een miljoen vierhonderdachtennegentigduizend achthonderdeenennegentig euro achtenveertig cent)" vervangen door de zinsnede "1.518.278,05 euro (een miljoen vijfhonderdachttienduizend tweehonderdachtenzeventig euro vijf cent)";
2° in paragraaf 2, 2°, wordt de zinsnede "813.154,90 euro (achthonderddertienduizend honderdvierenvijftig euro negentig cent)" vervangen door de zinsnede "823.977,78 euro (achthonderddrieëntwintigduizend negenhonderdzevenenzeventig euro achtenzeventig cent)";
3° in paragraaf 2, 3°, wordt de zinsnede "919.254,77 euro (negenhonderdnegentienduizend tweehonderdvierenvijftig euro zevenenzeventig cent)" vervangen door de zinsnede "931.848,65 euro (negenhonderd eenendertigduizend achthonderdachtenveertig euro vijfenzestig cent)";
4° in paragraaf 2, 4°, wordt de zinsnede "1.139.656,74 euro (een miljoen honderdnegenendertigduizend zeshonderdzesenvijftig euro vierenzeventig cent)" vervangen door de zinsnede "1.154.502,73 euro (een miljoen honderdvierenvijftigduizend vijfhonderdentwee euro drieënzeventig cent)";
5° in paragraaf 2, 5°, wordt de zinsnede "1.035.461,16 euro (een miljoen vijfendertigduizend vierhonderdeenenzestig euro zestien cent)" vervangen door de zinsnede "1.051.693,86 euro (een miljoen eenenvijftigduizend zeshonderddrieënnegentig euro zesentachtig cent)";
6° in paragraaf 2, 6°, wordt de zinsnede "1.040.676,67 euro (een miljoen veertigduizend zeshonderdzesenzeventig euro zevenenzestig cent)" vervangen door de zinsnede "1.052.906,05 euro (een miljoen tweeënvijftigduizend negenhonderdenzes euro vijf cent)";
7° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "79.000 euro (negenenzeventigduizend euro)" vervangen door de zinsnede "81.712,86 euro (eenentachtigduizend zevenhonderdentwaalf euro zesentachtig cent)";
8° in paragraaf 3/1 wordt de zinsnede "100.000 euro (honderdduizend euro)" vervangen door de zinsnede "94.000 euro (vierennegentigduizend euro)";
9° in paragraaf 4 wordt de zinsnede "1 januari 2017, met uitzondering van de subsidie vermeld in paragraaf 3/1 van dit artikel, die gekoppeld is aan de spilindex die van toepassing is op" opgeheven.
HOOFDSTUK 13. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2018 houdende toekenning van een subsidie aan het ondersteuningsnetwerk kinderopvang
Art.22. In artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2018 houdende toekenning van een subsidie aan het ondersteuningsnetwerk kinderopvang, wordt het bedrag "3.187.315 euro" vervangen door het bedrag "2.996.076,1 euro".
Art.23. In artikel 26 van hetzelfde besluit, wordt het bedrag "100.000 euro" vervangen door het bedrag "94.000 euro".
HOOFDSTUK 14. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 houdende de nadere regels voor de toekenning van subsidies aan de private uitbetalingsactoren voor de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid en voor werkingskosten
Art.24. Artikel 8 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 houdende de nadere regels voor de toekenning van subsidies aan de private uitbetalingsactoren voor de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid en voor werkingskosten, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 8. Om na drie jaar een efficiëntiewinst van 10% te realiseren, wordt het bedrag van de subsidie voor de werkingskosten voor de private uitbetalingsactoren, berekend conform artikel 7, vanaf 2020, als volgt samengesteld:
1° in 2020: 94 % van de werkingsmiddelen;
2° in 2021: 92,5 % van de werkingsmiddelen;
3° vanaf 2022: 90 % van de werkingsmiddelen."
HOOFDSTUK 15. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming
Art.25. In artikel 473, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, gewijzigd bij de besluiten van 7 december 2018 en 10 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, wordt de zinsnede "((A1+A2+A3+B1+B2+C+D+E1+E2+E3+F+G+H) * 0,995696 * 1,022318) + E4 + I + J + K + L + M" vervangen door de zinsnede "((A1+A2+A3+B1+B2+C+D+E1+E2+E3+F+G+H) * aanpassingscoëfficiënt * 1,022318) + E4 + I + J + K + L + M";
2 ° in het eerste lid, wordt een punt 21° toegevoegd dat luidt als volgt:
"21° aanpassingscoëfficiënt: de aanpassingscoëfficiënt bedraagt 0,99361. De minister kan deze op basis van de middelen die vrijkomen door de toepassing van artikel 663/3 en artikel 663/6 jaarlijks naar boven bijstellen en de ingangsdatum van deze bijstelling bepalen.
Art.26. In artikel 663/3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, gewijzigd bij de besluiten van 7 december 2018 en 10 mei 2019, wordt paragraaf 2 opgeheven.
Art.27. In artikel 663/6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, gewijzigd bij de besluiten van 7 december 2018 en 10 mei 2019, wordt paragraaf 2 opgeheven.
Art.28. In artikel 663/7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, gewijzigd bij de besluiten van 7 december 2018 en 10 mei 2019, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"De middelen die vrijkomen door de toepassing van artikel 663/3 en artikel 663/6 worden in eerste instantie gebruikt ter compensatie van de aanpassingscoëfficiënt en in tweede instantie worden deze toegevoegd aan het budget ter financiering van de basistegemoetkoming voor zorg in een woonzorgcentrum en een centrum voor kortverblijf."
HOOFDSTUK 16. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging
Art.29. Aan artikel 153 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 3. De prijs per verblijfdag, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, wordt vanaf 1 januari 2020 verminderd met 1,3%.".
Art.30. Artikel 155, derde lid, van hetzelfde besluit, wordt vervangen door wat volgt:
"Een erkend initiatief van beschut wonen dat vanaf 1 januari 2020 en vóór 1 januari 2021 ontstaan is uit de samenvoeging van twee of meer vóór 1 januari 2019 erkende initiatieven van beschut wonen, ontvangt een tegemoetkoming voor zorg die minstens evenveel bedraagt als de som van de geïndexeerde tegemoetkomingen voor zorg die de afzonderlijk erkende initiatieven van beschut wonen ontvingen in het boekjaar vóór de samenvoeging, verminderd met 1,3%. Een erkend initiatief van beschut wonen dat na 1 januari 2019 en vóór 1 januari 2020 of vanaf 1 januari 2021 en vóór 1 januari 2022 ontstaan is uit de samenvoeging van twee of meer vóór 1 januari 2019 erkende initiatieven van beschut wonen, ontvangt een tegemoetkoming voor zorg die minstens evenveel bedraagt als de som van de geïndexeerde tegemoetkomingen voor zorg die de afzonderlijk erkende initiatieven van beschut wonen ontvingen in het boekjaar vóór de samenvoeging.".
Art.31. Aan artikel 191 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, wordt een paragraaf 8 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 8. De eenheidsprijs, vermeld in paragraaf 1, 1°, en de tegemoetkomingen voor revalidatieverstrekkingen, vermeld in paragraaf 6, worden vanaf 1 januari 2020 verminderd met 1,3%.".
Art.32. Aan artikel 242 van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Het basisbudget dat berekend is met toepassing van het tweede lid, wordt vanaf 1 januari 2020 verminderd met 1,3%.".
HOOFDSTUK 17. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2019 houdende de regels voor de erkenning en subsidiëring van een partnerorganisatie als Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn
Art.33. In artikel 15, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2019 houdende de regels voor de erkenning en subsidiëring van een partnerorganisatie als Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het bedrag "650.000 euro" wordt vervangen door het bedrag "611.000 euro";
2° het woord "zeshonderdvijftigduizend" wordt vervangen door het woord "zeshonderdenelfduizend".
HOOFDSTUK 18. - Slotbepalingen
Art.34. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020, met uitzondering van artikel 25 dat in werking treedt op 1 juli 2020.
Art.35. De Vlaamse minister, bevoegd voor het welzijn, de Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, de Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, de Vlaamse minister, bevoegd voor de personen met een beperking, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale bescherming, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. Forfaitaire subsidies als vermeld in artikel 23, eerste lid
De ondersteuningsteams ontvangen voor het geheel van hun werking een forfaitaire subsidie.
De subsidie voor de ondersteuningsteams bedraagt jaarlijks 782.976 euro.
Dat bedrag wordt toegekend als volgt :
voor de werking in de provincie | bedrag in euro |
Antwerpen | 249.973 |
Limburg | 204.524 |
Oost-West Vlaanderen | 167.339 |
Vlaams-Brabant en Brussels-Hoofdstedelijk Gewest | 161.140 |
Totaal Vlaanderen | 782.976 |
De subsidie van het ondersteuningsteam wordt vermeerderd met een supplement van 1,8 % van het basisbedrag voor elk jaar dat de gemiddelde anciënniteit van alle personeelsleden de basisanciënniteit van vijf jaar overschrijdt. Die anciënniteit wordt berekend op 1 januari van het betreffende jaar en afgerond op 1 decimaal.
De voormelde bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex van kracht op 1 januari 2020.